Het Spookschip. „Ongeveer twee jaar geledeD," ver haalde kapitein Green, was ik stuurmans maat aan boord van een schip, dat de sKoning van den Oceaan* heette. Het fchip was een voormalig Oost-Indievaar der en zag er nog flink ait. Maar het voer nu niet meer op Indië, het was een kolenschip geworden, en toen ik aan boord was, ging het naar een Zuid- Af rikaansche haven. Op dit oogenblik is het schip nog in de vaart. Tal van kapiteins hebben het gekommandeerd, vele bemanningea er op gevaren, en een oud schip is, volgens zeggen van de matrozen altijd vol spoken. -"Ook de Koning van den Oceaan* had den naam van een spookschip te wezen. Het was zoolaDg in de vaart, dat er zeker een honderd verhalen over in omloop waren en het schip was zoo stevig en solide, dat als er eenmaal het bijgeloof indrong, dat niet gauw er uitraken zou. De dokbaas had my verteld, dat er op het schip eens een vechtpartij was ge weest. Een Italiaan had een Eogelschman doodgestoken en om den doode te wreken, wierp de rest van de bemanning, die hoofdzakelijk uit Engelschen bestond, den Italiaan in het vooronder en liet hein daar in donker liggen. Toen de kapitein saar den man vroeg, rapporteerden zy, dat hy overboord was gevallen en dat werd geloofd. Of zy hem van honger wilden laten sterven, weet ik niet, maar toen een dag of vyf later een van de matrozen wat terzyde ging, om zyn pijp aan te steken, toen kwam hy een oogeo' blik later met te berge gerezen haren naar het voorschip loopen en stotterde, dat hy de geest van den Italiaan had gezien. Dit joeg de bemanning grooten schrik aan en een paar gingen kyken en von den den Italiaan dood in het vooronder liggen, terwijl de ratten over hem heen liepen. Gedurende het overige van de reis verscheen de geest van den Italiaan voortdurend. Of de bemanniog eindelyk den moord heeft bekend of niet, wist de dokbaas mij niet te zeggen. Maar toen ik op den //Koning van den Oceaan* voer, ontdekte ik al gauw, dat da equi page het verhaal kende, daar de timmer man het verteld had. Bovendien begon de reis onder slechte voorteekens. We zeilden uit op Vrijdag en de bemanning bestond uit dortien per sonen. Nu zyn zeelui over het algemeen wel hijgeloovig, maar als hun verteld wordt dat er een spook aan boord is, zullen ze het toch niet gelooven voordat ze het spook gezien of gehoord hebben Maar wanneer een man aan de anderen vertelt/,daar is een spook op het schip* en een van de anderen hoort h-t spook eveneens dan zyn ze allemaal had gek van angst, fluisteren onder elkander en loopen in het donker bevend rond. De eerste dagen gebeurde r niets op OD8 schip. Wy vorderden lang zaam, want het vaartuig was zwaar ge laden. Op zekeren nacht had ik de eerste wacht. Er woei een flinks bries, de zee was kalm en de opkomende maan rood en koud, wierp hare stralen over de golven. Opeens kwam er een groote wolk opzetten en, niet wetende wat daarach ter verborgen kon wezen gaf ik be vel om de zeilen te reven. De man nen waren met het eene zeil gauw klaar, maar nog voor ze met het tweede zeil gereed waren, lieten ze zich overhaast nit den mast naar beneden zakken en lieten het zeil maar flappen. //Wat moet dat?" riep ik. Ze stonden naast elkaar en zeiden eerst niets Toen antwoordde de een «er is een spook in den voormast I" z/Een spook, kerel t" z/Ja," zeide hy. //Het zei tegen my: «Jaap, je moeder roept je." Ik zei „wat en het spook zei weer, met holle stem//Jaap, je moeder roept je 1" Wil lem hier hoorde het ook." Ik beval hem, dadelyk weer in den mast te gaan, inaar ze verroerden geen vin en toen ik hem dreigde, begon Jaap te rillen en haast te schreien van angst, lk zoad daarom een anderen zeeman naar boven en deze reefde het zeil en kwam terug zeggende dat hy geen stem had ge hoord. Evenwel bemerkte ik, dat de man wonderbaarlijk gauw met het werk klaar was en dat by later stond te flaisteren met de andere mannen van de wacht. Jaap was nog maar een jongen, maar Willem was een flinke jonge man, die zyn gedachten goed uiten kon. Ik riep hem by my en vroeg, of hy wezenlijk de stem had gehoord. Hy antwoordde bevestigend. Zeide de stemJaap, je moeder roept je Ja," antwoordde hy en de sterke kerel beefde als een bla «dat zeide de stem heel duidelijk. Het scheen my toe alsof het van den boegspriet kwam en alsof daar iets bewoog, maar het was te donker om iets te onderscheiden." Niet lang daarna toen de kapitein op het dek stond, kwam de kok naar hem toe, tikte aan zyn pet en stond te wachten, alsof hy geroepen was. «Wat wil je?" Vroeg de kapitein, «Hebt u niet geroepen?" vroeg de kok. «Volstrekt niet," zei de kapitein. De man keek verbaasd, mompelde iets in zichzelf en ging heen. Tien minuten later kwam hy weer naar den kapitein toe en zei: «Wat blieft u zooals een man, die antwoordt op een oproeping. De kapitein vloekte tegen hem, en noemde hem een gek, maar de kok, hoorende dat by weer niet geroepen was, werd doods bleek en zei dat hy kon zweren, dat de ka pitein hem geroepen had. De kapitein die een driftig man was, joeg hem naar de kombuis en zeide zich tot my wendende «Wat kan dat be- teekenen Wie roept den man met myo stem?" 't Zal verbeelding van hem wezen zei ik, maar ik was toch niet op myn gemak. Dit geval, gevoegd by het verhaal van Jaap, maakte een diepen indruk op de zeelieden. Eenige dagen gingen voorbij, zonder dat er iets bizonders voorviel. Op zekeren nacht was ik weer op dek. Op eens hoorde ik een uitroep op ket voor schip en toen ik, vreezende dat er een ongeluk was gebeurd, ging kyken, riep my een van de mannen toe«Spook of niet, nu praat er toch iemand in het vooronder «Er zal eea grappenmaker beneden wezen," zei ik. «Het is geen stem van een mensch, het klinkt of het uit eeu graf komt?" Toen ik den kring van de verschrikte zeelui rondkeek, merkte ik op, dat vooral Willem er erg ontsteld uitzag. Ik wacht te een minuut of wat en toen ik geen stem hoorde, wou ik de mannen bestraf fen over hun kinderachtige angst, toen ik een holle stem, die uit het vooronder scheen te komen, hoorde roepen «Het is verschrikkelijk een geest te wezen er niet uit te kunnen Ik was zeer verwonderd en ging naar den kapitein, die met my eens was, er iemand in het vooronder moet zitten We doorzochten het geheele vooronder met ons beidon want de mannen durfden HAAULEMMER HALLETJES Een Zaterdagavondpraatje. CXXXVIII. niet, maar vonden niets, en juist wilden de trap naar het dek omgaan, toen een holle stem uit een der hoeken zeide Gy zult my nooit vinden, ik beu on zichtbaar «Wat drommelriep de kapitein en het zweet stond op zyn voorhoofd, «ik heb nog nooit van zooiets gehoord." «Gy kunt my niet begrypen, want gy ziet my niet," zei weer een stem, maar nu veel zwakker, die uit den mast scheen te komen. Wy allen schrikten geweldig. De mannsn sloegen de luiken van het voorouder weer dicht, als waren ze bang dat het spook zou ontsnappen en zonder een woord meer te zeggen ging de kapitein weg naar het achterdek, Dit voorval maakte ons allen bang, van den kapitein af tot den scheepsjon gen toe. Er werd op het heele schip niets anders gesproken. Alleen de stour- man was ongeloovig en zei tot mij 't Is toch wel wonderlijk, dat de stem alleen ehoord wordt in jon wacht. Een ond, houten {schip kraakt altyddat zult gij voor een stem hebben gehouden." «Geen sprake van," zsi de kapitein boos. «Een schip dat kraakt, spreekt geen zuiver engelschzooals die stem. Ik geloof niet in spoken, maar ik zou er Dang voor wezen, dat de mannen gek worden van aDgst «Als het een geest is," zei ik «moet het die van den Italiaan wezen, die het vooronder van honger stierf." «Dat geloof ik niet," zei de kapitaiu, -het klonk eerder alsof een echte Londe- naar aan het woord was." Een week lang hoorden wij niets. Maar op zekeren nacht, juist toen ik pas de wacht had, hoorde ik een stem uit de mast«fcom hier, Tommy, dan kan ik je beter zien I" Onmiddellijk klom ik den mast in, denkende dat een van de mannen boven was. Iq den top zag ik niemand, evenmin als in de raas toen ik beneden kwam was ik ontsteld: Er teas zonder twijfel een stem, van wien en van waar konden wy niet ontdekken. Het stond nu vast, men kon het niet loo chenen Een dag of wat later kwam des nachts een man van den wacht naar my a toe. «Er komt eea stem onder den boeg van daan uit zee," zei hij met bevende stem. «Ben je wel wakker ?u vroeg ik. «By myn ziel, het is waar," zei hij ik volgde hem en vond de mannen van de wacht gebogen over stuurboordzij. Na eenige oogenblikken van stilte, hoor den wy allen duidelijk eeu zwakke stem, die meer uit de lucht, dan uit het water scheen voor te komen en die zei: „Waar om kykt gy naar dien kaot Ik ben hier Daar fluisterde een van de mannen schor, «dat is nu de derde maak Hy is overal." «Er zwemt zeker iemand naast het schip zei een ander. «Weineen," antwoordde een derde, Sam Brown genaamd, «er is niemand in het water!" «Je liegt Sam riep een heldere stem, die van de oppervlakte der zee scheen te komen. Op hetzelfde oogenblik viel myn oog op het gezicht van Willem, die vlak naast my stond. Ik zag een vreemden trek op zijn gezicht en ik weet niet waardoor het kwam, maar ik vatte dadelyk arg waan tegen hem op, «Ga eens mee Wil lem," zei ik kortaf en nam hem mee naar het achterdek. Daar, onder vier oogen, viel ik plotseling tegen hem uit«Jij bent het spook hé Beken het maar. Geen wonder, dat de stem alleen in myn wacht wordt gehoord. Als de stuur man de wacht heeft, lig jy in je ham mat en kunt geen spook spelen." In ket maanlicht zag ik den man ver- bleeken. «Beken dadelyk of ik zeg alles aan den kapitein en zeg aan de mannen, dat jy het bent, die ze zoo verschrikt hebt Dit beangstigde hem. «Na ja," zei bj, «het is waar ik ben de stem, maar zeg het in 's hemelsnaam niet aan de mannen, want ze zouden my vermoorden I" Hij vertelde my nu, dat hy buikspre ken had geleerd en er aardigheid in gevon den bad om de equipage te verschrikken. Om geen bloedige twist te krygen aan boord, hield ik alles geheim, onder voor waarde, dat hy het gevaarlijk spelletje staken zon. Dat deed hy ook, maar later toeu de mannen al lang hun angst weer vergeten waren en de oade vroolykheid teruggekregen hadden, kwam het toch uit. Hy gaf ons toen iu de hut van den kapitein een volslagen voorstelling die ods hartelyk deed lachen eu maakte vrede met zyn kameraden, door op da- zelfde manier hen te vermaken, zoodat hy inplaats van een ferm pak slaag te krijgen, zooals hy verdiende, de algemeen® gunsteling werd. Naar W. CLARK RUSSELL. B i E i\ L A N I). Zoo is dan nu de exploitatie van de Staalwaterbronnen in Haarlemmer een voldongen feit. Voorloopig zal het water in de Meer worden afgetapt, totdat het zéoveel naam zal hebben verkregen, dat men met zekerheid van sucoes de leiding naar Haarlem, de drinkhal en het kur- haus in den Hout maken kan. Ja, maar wanneer zal dat kunnen ge beuren? vraagt men, en 't is niet heel gemakkelijk om daarop een antwoord te geven. Maar als men nagaat dat het water goed is, b6ter dan eenig ander water van dien aard, dan kan men zeg gen, dat het heel gauw overal, zoo wel in Nederland als in het buitenland, het burgerrecht zal hebben verkregen, wanneer er een flinke directeur aan het hoofd staat. Hier komt het hoofdzakelijk op aan. Voor een nieuwe zaak die natuurlijk veel tegenkanting zal ontmoeten, is een leider noodig, die energiek is en onvermoeid. Voor deze staalbron-ondernemiDg moet men hebben een flinken man, d e zich gemakkelijk beweegt, die van een duit- schen professor, zoowel als van een en gelschen dokter een attest over he1 water weet te krijgen, in éen woord een kosmo poliet, een wereldburger. Is eens de zaak en train, dan loopt die vanzelf, maar zoo lang ze nog nieuw is en onbekend, moet ze op krachtige schouders omhoog wor den getild. Want, dat staat vast als een paal bo ven water, zoo gemakkelyk zal het niet gaan, om in het buitenland hetstaalwa- ter ingang te doen vinden. De buiten landers zyn er niet aan gewoon, bron water nit Holland te drinken en, nati onale vooroor loeien nu eens buiten beschouwing latende, zal die ongewoonte voor on9 water een groot struikelblok wezen. Wie hoorde er ooit van staal water in Nederland? Een nieuwe bron in Duitschland is de zooveelste, die er ge ëxploiteerd wordt, onze bron in de Haar lemmermeer is de eenige in Nederlard. Om de menschen daarvan te gewennen om de medici te bewegen hun oordeel over het water op papier te zetten, om directeuren van hospitalen en groote ziekeninrichtingen te bewegen, een proef met het water te nemen, daarvoor is de Directeur. Van hem hangt dus alles af. Is hy geschikt voor zyn taak, dan zal de zaak slagen. Schiet hy te kort, dan is de Staalbron veroordeeld. Sommigen zullen meenen,dat dit overdre ven is voorgesteld. «Als het water goed is, dan breekt het zich zelve wel baan!" Zeker als het water niet deugde, zou het nooit sucoes hebbeD, maar hoo goed en deugde lijk het ook wezen mag, in onzen tyd van reclame heeft zelfs goede wyn een krans noodig. Gelukkig heeft men dat dan ook ingezien en een som van byna een halve ton beschikbaar gehouden voor het maken van reclame. En wie er nu directeur worden zalf Ja, ik heb al wol een naam hooren noe men, maar uit de school klappen mag ik niet en bovendien is er natuurlyk nog niets met zekerheid te zeggen. Lang zal de benoeming stellig niet op zich latan Volgens den regenmeter te Rokaoje viel er in de afgeloopen maand Juni 95.3 mM. regen, of 9530 hectoliter per hectare, tegen 69.9 mM. in Juni ISrfl, Wie heeft f 1000 over voor een vliegwerktuig De heer B. G. Bonhuys te Amsterdam is overtuigd een dergelijke machine uit gedacht te hebben en hy vraagt thaGS, wie hem aan bovengenoemd bedrag wil helpen, noodig om zyn uitvinding samen te stellen. Hy is bereid vooraf alle in lichtingen omtreot zyn uitvinding te geven, De clown Ghezzi en zyn even populair «cheval américain" brach ten Woensdagmiddag te 's Hago een eigenaardige ovatie aan de huzaren, die, met de muziek aan het hoofd, van een militairen marsoh terugkeerden. Op het Alexaaderveld wachtte Ghezzi met zyn res de troepen af, en de ruiter zoo wel als het grauwtje deden hun best om te toouen, hoe zeer zy belang stelden iu de ruitery. Zy plaatsten zioh voor de muziek, doch maakten daar zooveel kluchtige sprongen en kapriolen, dat het den staftrompettere dikwijls de uiterste moeite kostte behoorlyk te blazen. Ghezzi, in vol ornaat met den kegel vormigen vilten hoed op het hoofd, hield zich echter vau den domme en toen een welbekende item hem toeriep, met zy kluchten op te houdeD, gaf hy de sohuld aan zyn «eheval", waarvan hy zich onmiddellijk liet afglyden en dat by met do allergrootste minachting heon zond. Te Berg-op-Zoom is op haven ee» onderofficier door drie woeste lingen aangevallen en deerlijk mishan deld. Een der aanvallers wierp zich on verwachts van achteren op don onder officier, zoodat deze op den grond viel, terwyl de beide anderen hem toen over de straat sleepten in de richting van den hoogen kaaimuur aan de haven, blijkbaar met het doel den militair in het water te werpen. Gelukkig werd dit voorkomen door eenige burgers en een paar andere onderofficieren, die op het rumoer kwa men toeloopen. Hevig bloedende en ge wond werd de onderofficier in een nabij- zijnd café bewusteloos binnengedragen. Door den commissaris van politie is eeno vervolging ingesteld tegen de drie woes telingen. Donderdag namiddag om streeks half éen ontstond er brand in een huis, door twee gezinnen bewgj. aan den zandweg van de Kruipin c, Grovenbrug, ongeveer 20 minuteo i Woerden. Het huis stond op ziehztii door de wiudrichting was het i voor het grootste gedeelte in (je ;elegd. De spuit van de Grovenbruj nog water. De inboedel werd gedeelj tjered, terwyl geen persoonlijke os lakken plaats hadden. Oorzaak niet juistheid bekend. Omtrent de vergiftigj van een gezin te Maastricht wordt dj gemeld, dat die niet werd veroorz-.i door het gebruik van soep, die met i glazuur van den ketel vermengd zooals men aanvankelijk meende, wel doordien de soep was veronireid met bacteriën, die zich er, door het li ongedekt laten staan der spijze ia de door het talryk gezin bewoonde mer hadden verzameld. In die kas werd, zooals trouwens by vele arbeid gezinnen het geval is, gekookt, ge» schen en geslapen. De hser Chr. J. Woltmas, Heerenveen, heeft Zondag jl. per vj cipëde alle elf Friesche steden beao; Hij nam de volgende route: Heerei Drachten, Veenwouden, Dokkum, Lr warden, Fraueker, Harlicgen, Bolswaï Sneek, IJlst, Tjerkwerd, Workum, deloopen, Stavoren, Warn, Balk, St. NicoLesga, Joure en Heerenvg Hij is de eerste, die in éen dag i rijwiel de Friesche steden bezocht. De N. Gr on. Ci. m e 1 d tj Geel, by de mededeeling dat hem g was verleend, zeer dankbaar en bii was. Hy gaf zyn voornemen te kenw om onmiddellyk naar Amsterdam n zijne moeder te gaaD. Rechtszaken. Voor de arrondissemenls'rechtback 's Bosch diende Donderdag de zi den bekenden boterdiefstal by d Meyer van Leeuwen te Osch. Als beklaagden stonden terecht gebroeders Michiel en Arnoldus 1 beiden machinist aaa de boterfabr van genoemde firma. In deze zaak waren 23 getuigen dagvaard. Als verdedigers treden op voor i eersten beklaagde Mr. F. A. H< voor den tweeden Mr. L. A. Rite, beid advocaten-procureurs aldaar. Het gerechtshof te Arnhem oordeelde Donderdag A. vaa Emmei redacteur van de Voorwaarts, en d W., ter zake van smaadschrift ieder j eene gevangenisstraf van 1 maand. (ïEMENGl) Ml US. Koningin Victoria zs gelegenheid van het huwelyk van prin Marie van Edinburg met prins Fer nand van Rumenië een groot feestmi geven. Daar zullen o. a. tegenwoori zyn de koning van RumeniC, de her en de hertogin van Edinburg, pr Hendrik van Battenburg e. a, Het ongeluk dat aas kap tein Dale met zijn ballon iu het Cr stal Palace is overkomen, geeft Engelsche bladen aanleiding, ei op wijzeD, hoe weinig sommige aëronaut eigeülyk met hun vak bekeod zyn.ï' weet thans nog niet, waaraan het oaj luk inderdaad toe te schrijven is. Wel waar was er een zeer klein scheurtje iod ballon voor het opstijgen, maar mevroi Dale naaide het dicht en toeu de ball gevuld was, kon men nergens een j brek bespeuren. Ongeveer 400 a 500 voet boven i grond zag men opeens een soort wolk boven den ballon, die tersio wachten, want Donderdag is door notaris G. C. Merens de acte van oprichting gepasseerd en den eersten Juli heeft de onderneming den eersten dag haars nieuwen levens doorleefd. Veertien dagen geleden heb ik eene gaskwestie aan de lezers van dit blad laten kijken. Zooals men zich herinneren zal, had de directeur van de broodfabriek de Volharding, de heer Schröer, eene proeve genomen met de verlichting van zyne fabriek door paraffine en had daarby bemerkt, dat wanneer hy 6en vyfde deel der gaslichten uitdraaide, niet een vijfde besparing op de gasreke- ning werd verkregen, maar veel minder, welk verschijnsel zich ook voordeed, toen de helft der gaspitten buiten dienst werd gesteld. Hieruit meende ik te mogen afleiden, dat een gasverbruiker buiten machte is, zijn gasverbruik te regelen zooals hem dat goeddunkt, en ik daagde de Haar- lemsche Gasfabriek uit van het geval uitlegging te geven. Twee dagen daarna ontving ik bezoek van den directeur der fabriek, den heer Brender Brandis, civiel-ingenieur, een man die van de gasfabricage volkomen op de hoogte en, getuige zijn benoeming tot voorzitter van de vereeniging van gasdirecteuren, by zyn vakgenooten zeer gezien is. De heer Brender was van oordeel, dat de zaak zeer eenvoudig was op te lossen en deelde my mede dat de gasleiding in de broodfabriek zeer onvol doende is. Ze werd aangelegd voor een klein aantal vlammen (zes of acht) en toen de fabriek werd vergroot, plaatste men voortdurend op die leiding meer bekken, zoodat het gehalte van het licht voortdurend slechter werd, daar de vlammen van elkander moesten leenen, omdat door de leiding niet genoegzaam gas voor het grootere aantal pitten werd aangevoerd. Dat was eene redeneering, die zich hooren liet. De gasleiding is aangelegd voor (stel) achta pitten. Nu brandden op die leiding twintig pitten, maar de hoe veelheid gas, die door de leiding stroomde, was maar voldoende voor acht. Vandaar dleoht licht. En vandaar ook (en hier komt het op aan) dat de gasrekening niet lager werd, toen de heer Schröer eerst vijf en later zelfs tien pitten uit draaide. Alzoo verklaarde de heer Brender het zonderlinge verschijnsel. De verklaring is duidelyk, iedere leek kan ze vatten. Maar by nader onderzoek bleek ze toch niet zoo heelemaal proefhoudend te wezen. Ik onderzocht, hoe hoog de gasrekening van de Volharding was toen ze weinig pitten had en nu in den laatsten tijd, toen ze veel vlammen gebruikte. Volgens de meening van den Directeur der Gasfa briek zou dat cyfer niet geklommen moeten zyn, omdat de gasleiding, oorspronkelijk aangelegd voor weioig vlammen, niet méér gas kon opleveren dan voor die weinige vlammen noodig was; al vermeerderde men het aantal pitten de toevoer bleef even groot. Hier is het nu juist, dat de theorie van den heer Brender faliekant uitkomt, want de directeur van de Volharding verze kerde my, dat de kosten van zyn gas verbruik waren gestegen naarmate het aantal pitten was vermeerderd. Alzoo zegt de praktijkmeer pitten, grooter kosten enminder pittf geen bezuiniging, Hoe ter wereld zit dat nu in elkaj der? Ik zou het wel eens graag wilt) weten en, ik ben er zeker van, 20 velen met my. Want kijk, waarde Gs fabriek, dat is nu jaist het haakje wi de lamp aanhangt. We willen weigoJ kooper gas branden, maar we zoudi zoo graag zeker weten, dat de rekeoil dan ook lager wordt. Anders hebben j er niets aan, of de kubieke meter al kooper wordt. De directeur der gasfabriek is man, die ervan houdt om spijkers i koppen te slaan. Hy heeft zich berj verklaard om aan de Volharding k) conferentie te hebben met den h) Schröer en den ondergeteekende 1 maakt zich sterk om aan te toonen, <j de conclusie, waartoe ik in myn stukje gekomen ben, onjuist is. War* heer Brender niet door nitstedigks daarin verhinderd geweest, daB zou <j conferentie al hebben plaats gehad. Natuurlyk is den heer Brender rt zekerd, dat hy binnen zekere gren: gebruik kan maken van de plaatsruis in Haarlem's BagbCad. om het betoogj mogelyk te weerleggen. Id de gaskweïj dia nu in Haarlem aan de orde is, het niet anders dan interessant ec M zaam zyn. om de Gasfabriek zelve, J monde van haren Directeur, te hooj verklaren dat de gasverbruiker wel des lyk in staat is zyn gasverbruik dï welbehagen te regelen, in verband de ondervinding door den directeur 'j do Volharding opgedaan. 6 FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 6