s ee mimm va*bosebrots. 10e Jaargang. Dinsdag 5 Juli 1892. No. 2760 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIEN: STADSNIEUWS. Orgelconcert in de Groote Kerk. Het (tuilen in let Spaarne. FEUILLETON DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37V Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. yan 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentién worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publioité Etrangére G. L. DAUBE CoJOHN F. JONESSucc., Parijs 31 bis Faubourg Montmartre. Haarlem, 4 Juli 1892. vernemen, dat eenige ingezetenen voornemen hebben opgevat, om een esbeweging op touw te zetten ten iste van de benoeming van den heer Scherpenhuijsen, eerste inspecteur politie alhier, tot commissaris. Van adres zullen afschriften worden aan- aan den Commissaris der Ko- gin in deze provincie en aan den rgemeester van Haarlem, terwijl den nister het origineel zal worden toe- Stuklun van dsn laad. foordrachten voor leeraren aan de B. S. met s jarigen cursus D. P. A. Verrijp, doc- in de wis- en natuurkunde, en F. A. M. Mesch, ge- ïsioneerd ie luitenant der grenadiers 's Hage. WiskundeL. v. d. Vegt, cand. in wis- en natuurk., thans leeraar aan H. B. S. met 3 j. c. alhier en het en G. de Vries, doctorandus de wis- en natuurk. te Kampen. Sfederlandsch en Aardrijkskunde W. ole, Amsterdam. en W. wenschen de voordracht een leeraar in duitsch en engelsch aan te houden. De heeren W. Kooy en J. C. P. A. Qzing protesteeren tegen hunne aan- in de laecaliën-belasting omdat de n hen toebehoorende) pijpen uitloo- in eene sloot, dien zijzelf ve©r hun onderhouden en waaraan de neente Haarlem reeds sinds vier jaar :ts heeft gedaan. dien grond verzoeken zij daarom uggave der betaalde gelden, wanneer sloot dit jaar nog wordt gereinigd, gedeeltelijk. De Commissie van het Koloniaal ïseum alhier verzoekt voor die stich- g een gemeentelijke subsidie van 000. en W. adviseeren met het oog op gemeentekas, tot afwijzing van het :zoek. Voordracht voor onderwijzers 3e tusschensehooïM. J. Laageveld, Voerman en H. van Os, allen te Kostelooze school A.T. illinga en W. Kok te Haarlem en J. estenberg te Zaandam. Ko telooze C: G. ten Napel, Deventer. T. alkens, Holwerd. J. Broere, Enschede, J. W. de Koning, Haarlem. W. rijnen, Helder en P. Koornen, Asssn- lft. Voor onderwijzeres kostelooze looi AMej. A. M. Tit, Haarlem mermeer, L. H. van Leersum, Zand- voort en J. E. H. Boelhouwer, Haarlem. Tot Stads-apotheker is door commis sarissen der inriohting voorgedragen de heer J. C. Keur Sliedrecht, tegen eene jaarwedde van 2000 gulden met vrije woning. B. en W. vragen een krediet van 18900 voor de vernieuwing der Kem- nemerbrug. Deze zal van steen worden en een rijweg bieden van 8 20 M. met aan weerszijden trottoirs van M. Mej. Roelfsema, leerares aan de Mid delbare School voor Meisjes alhier, verzoekt tegen 10 Sept. ontslag wegens hare benoeming aan de Bizondere Mid delbare Schooi voor Meisjes te Am sterdam. Zooals men zich zal herinneren heeft de vereeniging tot verfraaiing van Haar lem en omliggende Gemeenten en tot bevordering van het vreemdelingenver keer tien canapébanken geschonken, waarvan acht aan de gemeente Haarlem en twee aan de gemeente Overveen. Deze banken zijn nu als volgt ge plaatst 2 voor het Paviljoen 1 tegenover het buitenverblijf, „Zorg Vrij" aan den Kleinen Houtweg; 1 oostwaarts van de Kiosk aan den Dreef Noord westzijde van den Herten kamp 1 langs den Dreef, tegenover den ingang van het koloniaal Museum; 1 aan het station bolwerk, Singel- zijde noordelijk van de Nieuwe brug. 1 j4aan het Prinsenbolwerk, Singel zijde nabij „Sophiadal". 1 aan de Kleverlaan, zuidzijde tus- schen den Delft en den N. H. Spoorweg. 2 aan den Overveenschenweg nabij de pomp (zullen eerstdaags geplaatst worden). De heer W. Stolp, bestuurslid der vereeniging, heeft haar een fraaie bank geschonken, die op zijn verlangen ge plaatst is op den berm van den weg naar Heemstede, aan de oostzijde van den Wagenweg, ten zuiden van het buitenverblijf van mevrouw Favauge. Al deze banken zullen worden voor zien van een (gezonken) ijzeren plaatje waarop de naam der geefster vermeld zal zijn. In deze schoone zomerdagen zullen de banken, op deze heerlijke plekjes geplaatst, zeker velen eenige oogenblik- blikken van rust en genot van natuur- schoone verschaffing. Heden te ongeveer 2 uur had op de begraafplaats aan den Schoterweg de ter-aarde-bestelling plaats van het stoffe lijk overschot van mr. H. Jacobi, in leven griffier van de Staten van Noord- Holland. De lijkkoets werd voorafgegaan door de crie boden van het Prov. Goever- nement en gevolgd door al de ambte naren, die zich toen de stoet langs het gebouw der Provinciale Griffie kwam, daarachter hadden geschaard. Het ge bouw was ten teeken van rouw geheel gesloten. Op de kist lagen drie kransen, eene van de familie, van de Staten en van de ambtenaren. Een groote schare van yrienden en belangstellenden had ziah aan de groeve verzameld. Wij merkten o. a. op den heer Com missaris der koningin in deze provincie, Jhr. Mr. J. W. W. Scborer, Leden van Gedeputeerde en van Provinciale Staten, den hoofd-ingenieur van 's Rijks Water staat, den heer M. O. van Manen, den provinciaal-ingenieur den heerJ.Scholtens besturen van het Departement der Mpij. tot Nut van 't Algemeen en hare instellingen, leden van de Rechtbank en van den Raad, den oud-wethouder Dr. C. G. Von Reeken, burgemeesters van omliggende gemeenten, den auditeur militair Mr. A. W. Thöne, den ge meente secretaris Mr. A. A. Land en vertegenwoordigers van andere corpo raties. Aan de groeve nam de Commissaris der Koningin het woord en herdacht in welsprekende bewoordingen de ver diensten van den overledene, die nadat hij Woensdag laatstleden nog met ijver zijne plichten had vervuld, aan allen die hem liefhadden en waardeerden, ontrukt was toen hij nauwelijks de pen had neergelegd. Meer dan 30 jaar, waarvan 18 als griffier, aan de Staten van dit gewest verbonden, heeft hij daaraan altijd al zijne krachten en talenten gewijd. Men zal moeilijk zijn plaats kunnen vervul len. Zijn scherpzinnigheid, groote kennis en onnavolgbare ijver maakten hem tot den vraagbaak niet alleen van het be stuur van dit gewest, maar ook voor de polderbesturen, zoowel van hier als elders. Jacobi was de rechterhand der Staten, hij vervulde een eenige plaats in deze provincie. Daarna herdacht spreker het groote verlies, dat de familie van den over ledene door zijn afsterven lijdt, en wekte zijn zoon op, de taak zijns vaders thans tegenover zijne moeder en zusters over te nemen en zijn vader na te volgen in plichtsbetrachting. De braven sterven niet, ook Jacobi zal niet slerven. De herinnering aan hem blijft bestaan. Daarna bracht de heer C. Druijve- stein, hoofd-commies ter provinciale griffie, een woord van hulde aan de nagedachtenis van den overledene en roemde diens werkkracht, groote kennis en hulpvaardigheid voor de ambtenaren De heer C. Dyserinck, voorzitter van het departement Haarlem, der Mpij tot Nut van 't Algemeen, herdacht den overledene als bestuurslid dier afdeeling en als de man die de spaarbank en de volksbibliotheek heeft gebracht op de hoogte, welke deze hebben bereikt. Nadat nog ds. W. R. Poolman eene toespraak had gehouden, dankte de zoon van den overledene, de heer H. Jacobi, arts, ook namens zijn familie, voor de blijken van sympathie, aan wijlen zijn vader thans bewezen. Zaterdagmiddag had in de St. Bavo een muziekuitvoering plaats, die zeer zeker meer belangstelling had verdiend dan er aan ten deel is gevallende beide gunstig bekende organisten (resp. te Leiden en te Delft), de ;gebroeders V. E. en W. van Thienen gaven een orgelconcertwaarbij zij de mede werking hadden ingeroepen van onze stadgenoote, mej. Jeanne Landré en van den heer Th. C. Maaré, violoncellist van het Concertgebouw te Amsterdam. Deze combinatie opende Datuurlijk de gelegenheid tot een betrekkelijk zeer afwisselend programma waarvan dan ook op gelukkige wijze was partij getrokken. De heeren van Thienen bewezen 'dat zij alle recht hebben op de waardeering die zij in de muzikale wereld genieten. Beider spel kenmerkt zich door groote nauwkeurigheid en door duidelijke, smaakvol meestal ook karakteristiek genuanceerde voordracht. In het Bewerkt Koraal van Bach wist de heer V. E. v. Thienen een cli max aan te brengen, die van groote werking was. Het allegro energico uit de sonate van J. A. van Eijken kwam weliswaar niet volkomen tot zijn recht bizonder de inzetten van het, tel kens door ff passages onderbroken, bevallig-bewegelijke zangthema hadden het erg te kwaad met de resonance maar stelde toch de technische vaar digheid van den speler in een gunstig licht. De heer W. vaia Thienen had ter voordracht gekozen Adagio im f reien Stijlvan Q. van Merkel en Praelu dium en Fuga in d van Bach. Bij den aanvang van eerstgenoemd toonwerk hinderde mij het te sterk sprekende quintadeenregisteroverigens heb ik niets dan lof voor de goeddoordachte registratie van dit nummer. In 't bizon der verdient ook vermeld te worden de fuga, die hoewel in een tamelijk snel tempo gespeeld toch, dank zij het goed aangebracht staccato en de doeltreffende toonkleur een model van verstaanbare voordracht mocht heeten. Mej. Landré's stem kwam in hel kerkgebouw zeer gunstig uit. Hare sym- patïeke eigenschappen zijn door mij en door anderen reeds herhaaldelijk in 't licht gesteld. Ik zou dus kunnen vol staan met een bloote vermelding van wat zij ten gehoore bracht n. m. Recitatief en Aria uit Die Matth&us Passion van BachAria uit Paulusn van Mendelssohn en Aria uit „Xerxesn van H&ttdel ware het niet dat de ijze waarop zij inzonderheid de aria van Bach te genieten gaf tot een bizon der woord van waardeering verplichtte. Hare eenvoud en waarheid van opvatting maakten, in verband met de heerlijk schoone compositie zelve, dit werk voor mij tot het glanspunt der uitvoering. In het eerste nummer voor violoncel en orgel (Andante van Mannkon mij de samenwerking der beide instrumen ten maar half voldoen. Zonder tegen spraak moet Mann's compositie voor een hoogst dankbaar geschreven en degelijk bewerkt toonstuk gelden. Het komt mij echter voor en in die meening ben ik bij het aanhooren der overige nummers voor dezelfde in strumenten jjnog versterkt dat stukken in concerieerenden stijl zich minder goed leenen voor instrumenten die zóó zeer in karakter verschillen als dit met een orgel en strijkinstrument het geval is. Zoodra dan ook, zooals b. v. in Nocturne van Goiter mannhet orgel meer uitsluitend als begeleiding optreedt is de harmonie tusschen beide instru menten hersteld. Dit nummer, alsook de aria van R&ndel. waarin de be schikbare vooale en instrumentale krach ten samenwerktengaf doorgaands schoone klankeffecten te genieten. En zoo droeg ook de heer De Maaié het zijne bij tot het welslagen der uitvoering. De orgelbespeling was bij afwisseling in handen van de heeren W. en V. E. van Thienen. Het concert heeft ongetwijfeld bij de toehoorders een zeer gunstigen indruk achtergelaten. PHILIP LOOTS. De gebroeders Engelhart uit IJmuiden, die zooals men weet voor een vaste som hebben aangenomen, een brok ves tingmuur uit het Spaarne bij de Lange- brug te verwijderen, zijn daarmede reeds zóóveel gevorderd, dat zij binnen een dag of wat geheel gereed hopen te zijn. Zaterdagmiddag hadden zij een enorm stuk weten los te maken en de .helpers waren bezig het naar boven tehijschen en hadden het reeds gedeeltelijk boven HOOFDSTUK XV. Daar de maand nog slechts voor de helft voorbij was, had ick tijd genoeg om daarvoor de noodige toebereidselen te ma in. Dien nacht kon hij geen oogenblik slapen; eindelijk brak 2 morgen aan, en ofschoon het Zondag was, snelde hij zoo oeg als hij eenigszins behoorlijk een bezoek kon afleggen, naar woning van notaris Riggs. Riggs had juist ontbeten, en zat in zijn bibliotheek een p\jp rooken, toen Dick werd aangekondigd. „Alweer een denkbeeldig spoor, mijn jongen," zeide de oude toen hij Dick de hand reikte en hem een stoel aanwees. „Neen, mijnheer, nu heb ik^alles wat ik noodig heb. De be- ngrijkheid van mijne ontdekking is mijn verontschuldiging voor ijn ontijdig bezoek, nog wel op Zondag." „Vertel maar op, mijn jongen; ik zal het u volstrekt niet walijk nemen als uwe entdekkingen half zoo belangrijk zijn als j mij wilt doen geleoren." Dick vertelde zoo beknopt mogelijk de gebeurtenissen van den vorigen dag, en eindigde zijn verhaal met de mededeeling van het vinden van de portefeuille. De rechtsgeleerde moest lachen, toen hij Dick het argument hoorde aanvoeren om zich te rechtvaardigen wat betreft het openen van de portefeuille, en hij voorspelde zijn client, dat hij zich zes maanden dwangarbeid op den hals zou halen door zich van alles meester te maken, wat hem in zijn onderzoek van dienst kon zijn. „Ik geloof, dat gij gelijk hebt, en wanneer wjj nu maar kun nen bewijzen in welke verhouding die man tot de moeder en den zoon staat, dan zullen wij veel kans van slagen hebben." Na bij Riggs den lunch te hebben gebruikt, keerde Dick naar huis terug roet den kostbaren brief in den zak van zijn jas ver borgen, die hij zorgvuldig had dichtgeknoopt. In zyn tegenwoor- digen toestand dacht Dick niet aan de kerk, en daar hij zijne moeder niet over de zaak wilde spreken, alvorens haar iets met zekerheid te kunnen mededeelen, schreef hg des namiddags een langen brief aan dokter Wilson, waarin hij hem zijne ontdekking mededeelde, waarna hij een brief aan Lucy schreef en daarbij het portret insloot. HOOFDSTUK XVI. Eene onverwachte ontmoeting Toen hij er des Zondagsavonds nog even op uitging om zijn brief op de post te brengen, had Dick het onuitsprekelijk genoe gen Lucy te ontmoeten, met haar nicht, die bij Murray logeerde. De jonge meisjes waren op weg naar de avondkerk, toen Dick hen ontmoette. Zijn hart klopte luider dan in de laatste dagen het geval was geweest, toen hij dat kleine handje in de zijne hield geklemd, en hij den blos op haar gelaat aanschouwde. Het behoefde hem niet in woorden te worden verteld, dat haar vreugde over deze ontmoeting even groet was als de zijne. Dick wandelde met de dames mee in de richting van de kerk, en had al spoe dig vernomen, dat daar buiten hen niemand van de familie Mur ray aanwezig zou zijn. Het was het werk van een oogenblik om Lucy te bewegen om Dick het uur te geven, dat voor de kerk bestemd was. Miss Hopkins, de nicht van Lucy, kende de geschiedenis van Dick, en zij sympathiseerde zoo geheel met de twee verliefden dat zij er gewillig in toestemde, om alleen in de familiebank plaats te nemen en zich na de godsdienstoefening weer bij hen te voegen. Om het niet te vergeten gaf Dick Lucy onmiddellijk het por tret, dat hij haar over de post had willen toezenden. Daarna verzocht hg haar om alles van haar zelf te vertellen. Gearmd wandelende met Dick vertelde zij hem al hare grieven en de kwellingen, die zij ten opzichte van Mark had te verduren. „Is hij geen onaangenaam mensch zeide zij. „Ik huiver wanneer hij mij nadert, en ik durf mijn afkeer van hém niet te toonen, want mijn vader en moeder zijn van meening, dat ik hem slechts een weinig moet aanmoedigen om meesteres op Rose- grove te worden."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 1