WEDSTRIJDEN.
POLITIEK OVERZICHT.
onder zijne bevelen, tijdens het verblijf
der Koninginnen te dier stede.
Zondag ochtend heeft te
Arasterdam de „feestelijke ontvangst"
van Geel plaats gehad. Om 10 uur
réöds hadden een aantal menschen bij
zyhe woning in de Jacob van Campen-
straat post gevat en tegen half twaalf
togen zij, tot een óootal aangegroeid,
met den in een open landauer gezeten
Geel in hun midden, de stad in, langs
een grooten omweg en voorbij het huis
des burgemeesters, waar hoerage
schreeuwd werd, naar „Constanlia".
Hier hing de roode vlag uit. In de
zaal hing allerlei rood en ander doek'
werk en was het propvol. Op het too-
neel hadden o. a. de broeders en de
moeder van Geel plaats genomenook
Domela Nieuwenhuvs,die, met een ruiker
gewapend, te laat was gekomen in de
Jacob van Campenstraat.
Toen het rijtuig met Geel voor „Con-
stantia" had stilgehouden en hij onder
veel hoera-geroep, met twee zijner par
tijgenooten uitstapte, begon een troepje
muzikanten op de bovenzaal en vóór
het opgeschoven raam op erbarmelijke
wijze de „Marseillaise" te spelen. Een
twintigtal opgeschoten knapen met witte
boezeroens, een roode sjerp om het lijf
en schermsabels of fleuretten in de hand,
traden naar buiten, om Geel bij wijze
van eere-wacht te omringen en naar
binnen te geleiden. Geel ging naar het
bovenzaaltje en kroop door het open
geschoven raam cp een rotterdamsch
ververssteigertje, dat men bij wijze van
balkon had uitgestoken. Hier nam hij
de toejuichingen in ontvangst en beant
woordde die door een welgevallig buigen
en wuiven met de hand, waarna hij
door het raam naar binnen kroop en
zich naar de groote zaal begaf. Hier
werd hij met luidruchtigheid ontvangen
en door Coltoff toegesproken, die hem
met zijne bevrijding geluk wenschte en
zijne moeder prees, dewijl zij zich niet
schaamde over een zoon, die een daad
als Geel had bedreven. Juffrouw Keiler
bood Geel een ruiker aan. Penning
verwelkomd hem namens den „Cen
tralen Raad" en noemde Geel het
slachtoffer van de klassejustitie. Polak
noemde hem een waardig voorbeeld ter
navolging. Kamphuyzen zeide evenals
Rot die van het rotterdamsche
steigertje de menschen buiten had toe
gesproken dat de invrijheidsstelling
van Geel een gevolg was van de vrees,
die de arbeiders met hunne betoogingei
den regeerders hadden ingeboezemd.
Domela Nieuwenhuijs noemde zich „een
boef" en noemde ook Geel „een boef"
en achtte het maar jammer, dat de
regeerders den feestelijken intocht van
dezen boef niet hadden kunnen zien.
Volgens hem zou de gratie van Geel
slechts hebben moeten strekken om het
Koninklijke huis op een voetstuk te
stellen. Hij bood aan Geel een ruiker,
waar a Geel bedankte en een en ander
vertelde aangaande zijn verblijf in de
gevangenis. Hij legde verder de gelofte
af van trouw aan de roode vlag en de
verklaring, dat hg meer dan ooit over
tuigd was van de waarheid der sociaal
democratische beginselen. Daarna wer
den liederen gezongen en verliet men
gaandeweg de zaal, waar een ondrage
lijke hitte heerschte.
Uit Amsterdam wordt ge-
meld
Zondag omstreeks 5 u. 30 m. 's mid
dags werd gedurende eene korte, doch
krachtige windhoos een der vele plei-
ziervaartuigen op de Zuiderzee tusechen
Marken en Fort Pampus gegrepen en
op zijde gesleurd, waardoor het ijzeren
vaartuig water schepte en slechts drij
vende bleef op het luchtdichte voor
schip. De 5 personen van de bemanning
konden zich met veel moeite gedurende
een half uur op het drijvende deel
staande houden, toen zij door eeoe te
hulp snellende tjalk uit hunne netelige
positie werden verlost. Het vaartuig is
Maandag weder terechtgebracht.
De stationschef te Amster-
dam, de heer Van Vassen, vierde
Maandag zijn 25-jarig ambts-jubilé onder
overtalrijk«* blijken van belangstelling.
In dè fraai versierde wachtkamer bood
het personeel hem een salonameuble
ment met pendule en coupes aan. In
zijn woning, met kostbare Perzische
tapijten behangen, waren de rijke ge
schenken der directie, van commissa
rissen en superieuren bijeengebracht,
het warenspiegel, buffet, vazen enz,
Zaterdagochtend werd door
een ploeg arbeiders, die te Kudelstaart
bij Aalsmeer werkzaam waren aan den
inundatiedijk door den Ley meerpolder
naar Uithoorn, een steenen pot gev,
den, ten deele gevuld met oude gouden
munten. Hoewel enkele er van reeds in
andere handen waren overgegaan, wer
den zij, toen bet bekend werd dat het
rijk als uitvoerder van het werk er recht
op had, alle ter hand gesteld aan den
heer P. Kleynhens, kapitein der genie,
onder wiens toezicht de verdedigingswer
ken worden gemaakt.
De munten zijn van verschillende
grootte sommige zoo groot als een
rijksdaalder, andere als een tienstuiver
stuk. Enkele dragen het jaartal 1460
Zij zijn alle ongeschonden en blinken als-
>f zij nieuw waren,
Zaterdag heeft de Haagsche
politie aangehouden een persoon met
valschen baard. De man wilde zich
blijkbaar met geen goed doel onher
kenbaar maken, want na zijne arrestatie
vond men eenige valsche ingevulde
postwissel-formulieren in zijn zak.
Het vermoeden bestaat, dat hij deze
bewijzen ten postkantore heeft willen
aanbieden om, na ontdekking, de
politie omtrent zijne identiteit
misleiden.
Ter Sporttentoon stiling
werden Zondag, 3269 entrées genomen,
Van 26 Juoi tot 3 Juli gingen door de
tourniqets 25.198, in 't geheel sedert d«
opening 109.747 (personen. Ook wanneer
men van het getal afrekent inzenders,
personeel, enz. blijkt toch, dat de ge
abonneerden een druk gebruik maken
van de tentoonstelling. Hun aantal is on
geveer 1200.
Op den Scheveningschen
Weg gat Zondag de bestuurder van een
rijtuigje, bij het naderen van een in
volle vaart zijnden wielrijder, zijn wagen
moedwillig een wending, waardoor de
machine met den berijder er tegenaan
kwam, de wielrijder tegen een boom
geworpen en aan 't hoofd verwond
werd.
Tegen den bedryver van die laffe
daad heeft de politie proces-verbaal
opgemaakt.
Maandagavond werd te
Rotterdam in het Verkooplokaal een
druk bezochte meeting gehouden, uit
geschreven door de afdeeling Rotter
dam van den Soeiaal-Democratischen
Bond en de bootwerkersvereeniging
„Internationaal", met het doel protest
aan te teekenen tegen de pogingen die
in het werk worden gesteld om voor
kapitein Bakker gratie te verkrijgen,
Aan de bestuurstafel had ook Geel
plaats genomen.
De sprekers van den avond waren
Van HelsdiDgen en Van Emmenes. De
eerste ging de gronden na waarop ka
pitein Bakker is veroordeeld. Hij noo-
digde allen uit in de zaal liggende
adressen te teekenen aan de Koningin,
waarbij in de eerste plaats wordt op
gekomen tegen het verzoek om gratie,
en in de tweede plaats verzocht wordt
het vonnis, dat veel te zacht is te her-
zien.
Van Emmenes hield zich meer bezig
met het houden van een lofrede op
ook Geel te hebben ontslagen.
Maandagmiddag 4 uur had
P. Evegroen, veerman te Ouderkerk a.d.
IJsel, het ongeluk, toen hij met de
roeiboot naar de Goudsche boot voer,
om een passagier aan boord te brengen,
het touw mis te grijpen overboord te
vallen en te verdrinken.
Twee treurige voorvallen
hadden Zaterdag te Sliedrecht plaats.
Een zeven jarig meisje viel, vermoedelijk
bij het water scheppen, in een put nabij
de woning en werd levenloos daaruit
opgehaald.
Terwijl dit ongeval des morgens
plaats vond, had des avonds een Je
Giessendam tehuisbehoorend arbeider,
die in de Merwede ter hoogte van het
Middenveer onder Sliedrecht zijn vaar
tuig aan een gesleept schip wilds vast
maken, het ongeluk dat zijn vaartuig
kantelde waardoor de man in het water
viel en verdronk.
Hij laat een vrouw met 3 kinderen na.
Zondagnacht bracht een
verliefd meisje deLambertusstraat teViru-
lingen in rep en roer. Nadat men haar had
medegedeeld, dat haar minnaar er nog een
ander meisje op na hield, wonende in
de Lamberlusstraat, begaf zij zich Za
terdagavond laat daarheen, verstopte
zich op aanwijzing van een paar vrou
wen in eene poort, en toen zij haren
minnaar vroolijk keuvelende met zijn
tweede meisje hoorde aankomen, sprong
zij plotseling uit haren schuilhoek en
sloeg er toen dapper op los, tengevolge
waarvan het minnende paar met eenige
bekomen bloedende wonden het haze-
pad moest kiezen. Uitgeput zakte zij
daarna ineen, en langen tijd kostte
het, eer men haar tot bewustzijn had
gebracht.
Het lijk van schipper E,
Vaatstra, die in den storm van 23 Juni
van zijn vaartuig „Do Dageraad" was
geslagen, is ten noorden van Harlingen,
onder het grondgebied van Seksbierum,
aan den dijk gespoeld en in genoemd
dorp begraven.
den rotterdamschen kant op gaan, en
de andere gedeelten bij troepjes naar
hare respectievelijke woonplaatsen.
De afstand vau Scheveningen tot de
volgende plaatsen bedraagt, (volgens
opmeting van Just. Andries te Hasselt):
Amsterdam 50.5, Alkmaar 66.0, Bergen
op-Zoom 68.8, Edam 68.9, Groningen
197.8, 's-Gravenhage 4.3, Haarlem 38.6,
Kralingen 26.5, Purmerend 63.4, Rot
terdam 25.5, Tilburg 83.3, Utrecht 57.7
en Weesp 56.5 kilometer.
Als prijzen waren uitgeloofd 10 prijs,
gouden medaille (ter waarde van ƒ50);
2e pr., kunstvoorwerp3e pr., verg. zilv.
med., van de Sporttentooastelling 4e en
5e pr., idem, beide van den Ned. Post-
duivenbond6e en 7e pr., zilv. med.,
beide van de Sporttentoonstellieg 8e en
9e pr. idem, beide van het departement
van Oorlog; 10, ne en 12e pr., idem,
allen van den Ned. Postduivenbond
13e en 14e pr., bronzen med., beide
van de Sporttentoonstelliog, 15e en
16e pr., idem, beide van het departe
ment van Oorlog.
Verder waren nog uitgeloofdVerg.
zilv. med., van de postduivenvereniging
De Ooievaar", "voor de eerste twee ge
toonde duiven van denzelfden mede
dinger; idem, vau den heer H. E. Jung,
te Haarlem, voor de eerste drie getoonde
duiven van denzelfden mededinger
idem, van de postduivenvereniging
De Snelvlieger," voor den mededinger
die de meeste prijzen behaalt.
Om drie uur (Greenwich-tijd) had de
tweede oplating plaais, ditmaal van de
buitenlandsche vogels, die om de prijzen
dongen. Weer zag men ze eenige malen
boven den tuin en de gebouwen
rondvliegen, om eindelijk in eene dichte
vlucht in zuidwestelijke richting af te
trekken.
In den Zondag te Weesp gehouden
wedstrijd van harmonie en fanfarekorp
sen, aangesloten bij den Prov. N.-Noll.
Bond, werden in de i« afdeeling prijzen
behaald door Zaandijk (dir. J. Bruyn
Czn.) ie, Oostzaan (dir. C. Provny) 2e. In
de 20 afdeeling: door Broek-in-Water-
land (dir. H. Stapel) ie, Edam (dir. R.
Visser) 2e, Beets (dir. C. F. Anderson)
30 prijs. In de hoogste afdeeling voor
fanfarekorpsen werd aan Hoorn (dir.
Utermöalen) de 10 prijs toegekend.
Purmerend (dir. J. P. Groot) verkreeg
eene eervolle vermelding. In de sectie
harmoniegezelschappen won Alkmaar
(dir. J. M. Otto) de verg. zilv. med.,
Wormerveer (dir. M. Lürsers) de zilv.
med., en Weesp (dir. P. J. Kiveron)de
bronzen medaille.
Prachtig weder begunstigde Zondag
de wedvlucht der duiven te Scheveningen,
welke door het tentoonstellings-comité
ter opluistering georganiseerd was. Tegen
half één hadden zich op de galerij rond
den tuin vele kijkers geplaatst, die het
tceken afwachtten, waarop de manden
met de gevleugelde gasten geopend
zouden worden. Midden in den tuin,
bij de muziektent, hadden zich de leden
van de wedvlucht-commissie en eenige
nieuwsgierigen geschaard.
Nauwelijks waren de manden geopend,
en hadden de beestjes hunne vrijheid
gekregen, of de zwerm krinkelde omhoog
als een groote wolk van beweeglijk stof.
De muziek van het 3e regiment huzaren
deed plotseling de tonen van het
„Wilhelmus" hooren, en als aangetrok-
KOLONIËN-
BATAVIA, 3 Juni.
Aan het verslag der voornaamste
gebeurtenissen in het gouvernement
Atjeh en Onderhoorigheden, loopende
van 9 tot en met 23 Mei, wordt het
vGlgendc ontleend:
Groot-Atfih Gedurende den verslag-
tyd werden de posten zoo goed als niet
beschoten. Op den 9» werd bericht ont
vangen, dat eenige volgelingen van tiet
bendehoofd T. Nja Makam uit de
XXVI Moekims naar Poeloe-Weh waren
overgestoken, met het doel om aldaar
onrust te verwekken, en dat bedoeld
hoofd zelf later raet meer lijden zou
volgen. Om dit laatste te voorkomen,
werd de pantserdekkorvet „Sumatra" on
middellijk voor Koeala Gigieng gestari-
onneeid, terwijl H. Ms. Bali inmiddels
naar Poc'oe-Weh zich begaf om door
het vernielen van hunne prauwen Nj
Makam's bende afbreuk te doen, en de
adsistent-resiéeut van Groot-Atjeh
Balohan met de betrokken hoofden de
noodige maatregelen beraamde o;« die
bende zoo spoedig mogelijk Poeloe-Weh
te doen verlaten. Tengevolge van deze
maatregelen zijn de rustverstoorders
thans bijna allen naar do XXVI Moe
kims teruggekeerd, en is de orde ep
Poeloe-Weh hersteld, zoodat Hr. Ms.
Sumatra naar haar station kon terug-
keeren.
Onderhoorighedën Noordkust. Onze
post Segli werd matig besehoten; en
kele granaatworpeu, waardoor volgens
ingekomen berichten 2 mannen en 1
vrouw werden gedood, waren voldoende
om het vuur tot zwijgen te brengen.
De in het Pedirsche geheerscht heb
bende buikziekte schijnt te zijn geweken.
OostkustDe peperpluk
slechts langzaam.
Wcsikusi. Onze versterking en de
den ontslagen Geel en sprak als zijn j ken door deze muziek, keerden de
meening uit dat diens gratie in verband i duiven voor een kort oogenblik terug,
stond met het verzoek om gratie vooren zweefden even weer boven den turn,
kapitein Bakker. Men kon, zeide hij,1 Maar toen ook kwam er eene splitsing
deze aan den laatste niet geven, zonder 1 in den zwerm, en zag men één gedeelte
De gezondheidstoestand was over het
algemeen stationnair. Het sterftecijfer
was hooger.
De groote quaestie der laatste dagen
i, of er al dan niet eene expeditie naar
Lombok zal gaan. De toestand is er zeer
ingewikkeld. De Mohammedaaosche be-
volking van Lombok, de Sasaks, onge.
veer 600,000 man sterk, is namelijk in
opstand gekomen tegen den vorst van
Matarara, den ruim 8ojarigen Ratoe
AgoeDg G'dé Karang-asem, die ia 1835
de alleenheerschappij kreeg over het
geheele eiland, en aan wien in 1849
door ons Karang-asem op Bali werd
teruggeven, éat door een broeder van
een zijner voorvaderen aan laatstgenoem.
de was ontnomen, toen deze, door een
der vroegere Lomboksche vorsten te
hulp geroepen, 2ich van het gansche
eiland meester maakte. De vorst, een
Hindoe-Balier, is altijd zeer verdraag,
zaarn geweest tegenover zijne Moham-
medaansche onderdanen, doch in weer
wil daarvan zijn dezen vaak door Ara
bieren, men zegt zelfs door eeu paa:
Turken, tegeu hem opgezet, hetgeen
hun gemakkelijk viel door zijn w.eeA
inhalig bestuur ais geloofsvervolging vaor
te stellen. Drie of vier maten reeds
hebben de Sasaks in deze eeuw een
einde trachten te maken aan de over-
heersching van de Hindoe-Baliers, die
niet meer dan ongeveer 50,00© man in
aantal zijn en hen bijna geheel uit het
bestuur houden, maar telkens is dat
pogen in bloed gesmoord. Ditmaal
echter zijn de opstandelingen gelukkiger;
zij hebben de troepen van den vorst
teruggedrongen in een hoek aan de
westkust van het eiland, waar de hoofd
plaats Mataram en de haven Ampenan
gelegen zijn, en zouden nog verder voort
rukken, indien hun dit niet Goor eene
rivier werd belet. Intusschen betalen rij
reeds geen belasting meer aan den radja,
maar aan een hunner eigene hoofden,
en hebben zij onze hulp jingeroepen om
hen van de Hindoesche overheerscning
te verlossen. Het verleenen vau zulke
hulp zou echter geheel in strijd zijn
met het contract in 1843 door de In
dische regeering met den vorst gesloten.
Tot nog toe heeft de regeering er j"
toe bepaald, den invoer van ooriogs
ammunitie, die in den geheelen archipel,
zonder consent verboden is, op Lom
bok te beletten, terwijl dc oorlogsche
pen, daarmede belast, een schip van den
radja ia beslag h-bben genomen, omdat
dit soldaten uit Karang asem overvoerde,
en het den vorst bij de hem gegeven
vergunning om eigen schepen na de
vaatt te brengen, uitdrukkelijk ri verbo
den zulke schepen voor oorlogsdoelein
den te gebruiken. Nu meldt het Bat,
Band.: „Heden 3 Juni wordt van den
resident van Bali telegrafisch bericht
verwacht, of de radja van Lombok de
hem bij wijze van ultimatum door de
N. I. regeeriag gestelde voorwaarden a
dan niet heeft aangenomen. Men ver
wacht de aanneming, maar mocht het
anders uitvallen, zoo zal de in de wateren
van Lombok gesta'ioneerde marioe be-
ginnen met dagelijks te borv; irdeeren,
in afwachting van de al i&h spoedig
volgende expeditionnaire .egermacht."
Intusschen loopt er een gerucht, dat er
geene expeditie zal plaats hebben,
dat het opperbestuur ec tegea rs.
In het westen van Azie en ket
oosten van ons werelddeel begint de
cholera zich meer te verspreiden. Uit
vorderde I St. Petersburg wordt daaromtrent ge
meld, dat de russiscüe regeering bevolen
heeft om het reizigersverkeer tusschen
pasar te^ Meiaboeh werden slechts een Baku en Astrakan, waar 33 cholera-
paar malen beschoten, terwijl het vuur j lijders quarantaine houden, te staken,
van weinig beteekenis was. Daarentegen Desondanks is te Astrakan de cbolers
pleegden de lieaen van Roending in den uitgebarsten. Ten gevolge daarvan
loop van den verslagtijd tweemalen zee-worden stroomopwaarts stoorabootea
I0°f* i naar de Wolga gezonden.
was zoo vertoornd toen zij zag in welken toestand hij verkeerde,
dat zij zich naar bed begaf en zich niet verder om hem be
kommerde.
Den volgenden morgen snuffelde hij zijne zakken na voor zijne
portefeuille. Hij wilde zijn moeder den brief laten zien om dan
te zamen te beslissen, hoe men in die zaak zou handelen. Hij
kon echter de portefeuille noch den brief vinden. Hij kwam nu
tot de gevolgtrekking, dat hij ze beide te Lowchester moest heb
ben verloren. Hij herinnerde zich niet veel meer van zijn bezoek
aan die stad. Hij herinnerde zich den brief te hebben ontvangen
en gelezen, want dit was zijn eerste werk geweest. Hij herin
nerde zich eok zijn bezoek aan „de Man in de Maan", waar hg,
zooals hij het ncemde, heerlijk had genoten.
Uit den staat van zijn beurs wist hij ook, dat hij twintig pond
armer was geworden. Dat was ongeveer alles.
Toen hij bij zijne moeder aan het ontbijt verscheen, besprak
hij de zaak zoo kalm mogelijk, maar werd niettemin een gek
gescholden.
„Die brief zal uw verderf zijn," zeide zij. „Wat zijt gij toch een
idioot om met zulk een brief in uw bezit u aan den drank
te buiten te gaan."
„Zwijg maar I" antwoordde Mark, die inwendig reeds toornig
genoeg op zichzelf was om naar de verwijten zijner moeder te
luisteren. „Niemand kan immers weten, dat de brief aan mij was
gericht?"
„Zou niemand dat kunnen weten vroeg zij met schelle stem.
„Denkt gij, dat de vinder zoo stom dronken zal zijn geweest
toen hij hem vond als gij toen gy hem hebt verloren Zal men
hem vernietigen, omdat mén "er 'niets' aan heeft en zoodoende
het kwaad is voorkomen Wie weet 01 niet...."
„Zwijg," riep hij nu uit geheel buiten zichzelf, „of ik zal u
het huis uitzetten."
„Zoudt gij mij het huis willen uitzetten, beste jongenZou
dat de belooning zijn, omdat ik u een inkomen van tienduizend
pond in de handen heb gespeeld, en u een heer heb gemaakt 1
Gij denkt nu, zij kan niets meer voor mij doen, dus ik kan
haar wel wegjagen. Pas op, Mark; wij zullen gelijk staan of
vallen."
„Het is alles goed en wel om mij verwijten naar het hoofd te
slingeren, en ik ben ook niet geheel zonder schuld, maar wat
gebeurd is, moeder, is gebeurd en kan niet veranderd werden.
Houd u stil totdat ik alles verteld heb. Ik vraag u nogmaals,
wie kan te weten komen, dat de brief aan mij was gericht
„Staat er dan geen adres op Kunnen de menschen niet lezen
vroeg zij.
„Hij was geadresseerd aan „Mark Kidd, poste restante, Low
chester," maar ik verscheurde de enveloppe zoodra ik den brief
in mijn bezit had en wierp de stukjes papier weg op de
straat."
Mark wist dat hij loog, maar hij wilde zijn moeders toorn doen
stillen. „Het doet immers aan de zaak zelve niet, wat ik zeg,"
dacht hij bij zichzelf.
„Zoo, zoo zeide mevrouw Honeyman op meer kalmen toon,
en het zich bewust, dat zij wat te haastig in haar oordeel was
geweest, „dan is het gevaar niet zoo groot, dat men zal te weten
komen, dat hij aan u was gericht. Maar Mark pas op. Het zou
vreeselijk zijn ora dit alles weer te moeten verhezen, nadat wij
er zoovele jaren op hebben gewacht. Ik heb mijne plannen ge-
maakt, gewerkt en gezondigd alleen om uwentwille. Let op bij
hetgeen gij doet. En Mark...."
Hij keek op toen zij een oogenblik zweeg.
„Welnu?" vroeg hy.
„Wees vriendelijk voor mij. Wees Eiet zo© ruw en wreed voo:
mij als hij vroeger placht te zijn," en óe arme vrouw barstte
in tranen uit.
„Kom, schrei nu Diet," zeide Mark, die zich bij het zien v«
tranen niet op zijn geraak gevoelde. „Wanneer gij maar kaïn:
blijft, blijf ik ook kalm."
„Wees dan wat voorzichtig en wy zullen hier ens leven lang
genoeglijk leven. Ik ben zoo blij, dat gij de enveloppe hebt ver
scheurd," zeide zij en wischte zich de oogen uit. „Én hij komt
dus na het einde van deze maand weer terug?"
„Dat staat in den brief vermeld, maar natuurlijk weten wij
dat niet van te voren, ©e twaalf maanden zijn over twee weken
voorbij. Wat zullen wij nu met hem aanvangen
„Ik wilde wel dat hg dood was," riep mevrouw Honeying
uit. „Hij is het ongeluk van mijn leven geweest."
Wordt vervolgd