WEDSTRIJDEN. POLITIEK OVERZICHT. onder zijne bevelen, tijdens het verblijf der Koninginnen te dier stede. Zondag ochtend heeft te Arasterdam de „feestelijke ontvangst" van Geel plaats gehad. Om 10 uur réöds hadden een aantal menschen bij zyhe woning in de Jacob van Campen- straat post gevat en tegen half twaalf togen zij, tot een óootal aangegroeid, met den in een open landauer gezeten Geel in hun midden, de stad in, langs een grooten omweg en voorbij het huis des burgemeesters, waar hoerage schreeuwd werd, naar „Constanlia". Hier hing de roode vlag uit. In de zaal hing allerlei rood en ander doek' werk en was het propvol. Op het too- neel hadden o. a. de broeders en de moeder van Geel plaats genomenook Domela Nieuwenhuvs,die, met een ruiker gewapend, te laat was gekomen in de Jacob van Campenstraat. Toen het rijtuig met Geel voor „Con- stantia" had stilgehouden en hij onder veel hoera-geroep, met twee zijner par tijgenooten uitstapte, begon een troepje muzikanten op de bovenzaal en vóór het opgeschoven raam op erbarmelijke wijze de „Marseillaise" te spelen. Een twintigtal opgeschoten knapen met witte boezeroens, een roode sjerp om het lijf en schermsabels of fleuretten in de hand, traden naar buiten, om Geel bij wijze van eere-wacht te omringen en naar binnen te geleiden. Geel ging naar het bovenzaaltje en kroop door het open geschoven raam cp een rotterdamsch ververssteigertje, dat men bij wijze van balkon had uitgestoken. Hier nam hij de toejuichingen in ontvangst en beant woordde die door een welgevallig buigen en wuiven met de hand, waarna hij door het raam naar binnen kroop en zich naar de groote zaal begaf. Hier werd hij met luidruchtigheid ontvangen en door Coltoff toegesproken, die hem met zijne bevrijding geluk wenschte en zijne moeder prees, dewijl zij zich niet schaamde over een zoon, die een daad als Geel had bedreven. Juffrouw Keiler bood Geel een ruiker aan. Penning verwelkomd hem namens den „Cen tralen Raad" en noemde Geel het slachtoffer van de klassejustitie. Polak noemde hem een waardig voorbeeld ter navolging. Kamphuyzen zeide evenals Rot die van het rotterdamsche steigertje de menschen buiten had toe gesproken dat de invrijheidsstelling van Geel een gevolg was van de vrees, die de arbeiders met hunne betoogingei den regeerders hadden ingeboezemd. Domela Nieuwenhuijs noemde zich „een boef" en noemde ook Geel „een boef" en achtte het maar jammer, dat de regeerders den feestelijken intocht van dezen boef niet hadden kunnen zien. Volgens hem zou de gratie van Geel slechts hebben moeten strekken om het Koninklijke huis op een voetstuk te stellen. Hij bood aan Geel een ruiker, waar a Geel bedankte en een en ander vertelde aangaande zijn verblijf in de gevangenis. Hij legde verder de gelofte af van trouw aan de roode vlag en de verklaring, dat hg meer dan ooit over tuigd was van de waarheid der sociaal democratische beginselen. Daarna wer den liederen gezongen en verliet men gaandeweg de zaal, waar een ondrage lijke hitte heerschte. Uit Amsterdam wordt ge- meld Zondag omstreeks 5 u. 30 m. 's mid dags werd gedurende eene korte, doch krachtige windhoos een der vele plei- ziervaartuigen op de Zuiderzee tusechen Marken en Fort Pampus gegrepen en op zijde gesleurd, waardoor het ijzeren vaartuig water schepte en slechts drij vende bleef op het luchtdichte voor schip. De 5 personen van de bemanning konden zich met veel moeite gedurende een half uur op het drijvende deel staande houden, toen zij door eeoe te hulp snellende tjalk uit hunne netelige positie werden verlost. Het vaartuig is Maandag weder terechtgebracht. De stationschef te Amster- dam, de heer Van Vassen, vierde Maandag zijn 25-jarig ambts-jubilé onder overtalrijk«* blijken van belangstelling. In dè fraai versierde wachtkamer bood het personeel hem een salonameuble ment met pendule en coupes aan. In zijn woning, met kostbare Perzische tapijten behangen, waren de rijke ge schenken der directie, van commissa rissen en superieuren bijeengebracht, het warenspiegel, buffet, vazen enz, Zaterdagochtend werd door een ploeg arbeiders, die te Kudelstaart bij Aalsmeer werkzaam waren aan den inundatiedijk door den Ley meerpolder naar Uithoorn, een steenen pot gev, den, ten deele gevuld met oude gouden munten. Hoewel enkele er van reeds in andere handen waren overgegaan, wer den zij, toen bet bekend werd dat het rijk als uitvoerder van het werk er recht op had, alle ter hand gesteld aan den heer P. Kleynhens, kapitein der genie, onder wiens toezicht de verdedigingswer ken worden gemaakt. De munten zijn van verschillende grootte sommige zoo groot als een rijksdaalder, andere als een tienstuiver stuk. Enkele dragen het jaartal 1460 Zij zijn alle ongeschonden en blinken als- >f zij nieuw waren, Zaterdag heeft de Haagsche politie aangehouden een persoon met valschen baard. De man wilde zich blijkbaar met geen goed doel onher kenbaar maken, want na zijne arrestatie vond men eenige valsche ingevulde postwissel-formulieren in zijn zak. Het vermoeden bestaat, dat hij deze bewijzen ten postkantore heeft willen aanbieden om, na ontdekking, de politie omtrent zijne identiteit misleiden. Ter Sporttentoon stiling werden Zondag, 3269 entrées genomen, Van 26 Juoi tot 3 Juli gingen door de tourniqets 25.198, in 't geheel sedert d« opening 109.747 (personen. Ook wanneer men van het getal afrekent inzenders, personeel, enz. blijkt toch, dat de ge abonneerden een druk gebruik maken van de tentoonstelling. Hun aantal is on geveer 1200. Op den Scheveningschen Weg gat Zondag de bestuurder van een rijtuigje, bij het naderen van een in volle vaart zijnden wielrijder, zijn wagen moedwillig een wending, waardoor de machine met den berijder er tegenaan kwam, de wielrijder tegen een boom geworpen en aan 't hoofd verwond werd. Tegen den bedryver van die laffe daad heeft de politie proces-verbaal opgemaakt. Maandagavond werd te Rotterdam in het Verkooplokaal een druk bezochte meeting gehouden, uit geschreven door de afdeeling Rotter dam van den Soeiaal-Democratischen Bond en de bootwerkersvereeniging „Internationaal", met het doel protest aan te teekenen tegen de pogingen die in het werk worden gesteld om voor kapitein Bakker gratie te verkrijgen, Aan de bestuurstafel had ook Geel plaats genomen. De sprekers van den avond waren Van HelsdiDgen en Van Emmenes. De eerste ging de gronden na waarop ka pitein Bakker is veroordeeld. Hij noo- digde allen uit in de zaal liggende adressen te teekenen aan de Koningin, waarbij in de eerste plaats wordt op gekomen tegen het verzoek om gratie, en in de tweede plaats verzocht wordt het vonnis, dat veel te zacht is te her- zien. Van Emmenes hield zich meer bezig met het houden van een lofrede op ook Geel te hebben ontslagen. Maandagmiddag 4 uur had P. Evegroen, veerman te Ouderkerk a.d. IJsel, het ongeluk, toen hij met de roeiboot naar de Goudsche boot voer, om een passagier aan boord te brengen, het touw mis te grijpen overboord te vallen en te verdrinken. Twee treurige voorvallen hadden Zaterdag te Sliedrecht plaats. Een zeven jarig meisje viel, vermoedelijk bij het water scheppen, in een put nabij de woning en werd levenloos daaruit opgehaald. Terwijl dit ongeval des morgens plaats vond, had des avonds een Je Giessendam tehuisbehoorend arbeider, die in de Merwede ter hoogte van het Middenveer onder Sliedrecht zijn vaar tuig aan een gesleept schip wilds vast maken, het ongeluk dat zijn vaartuig kantelde waardoor de man in het water viel en verdronk. Hij laat een vrouw met 3 kinderen na. Zondagnacht bracht een verliefd meisje deLambertusstraat teViru- lingen in rep en roer. Nadat men haar had medegedeeld, dat haar minnaar er nog een ander meisje op na hield, wonende in de Lamberlusstraat, begaf zij zich Za terdagavond laat daarheen, verstopte zich op aanwijzing van een paar vrou wen in eene poort, en toen zij haren minnaar vroolijk keuvelende met zijn tweede meisje hoorde aankomen, sprong zij plotseling uit haren schuilhoek en sloeg er toen dapper op los, tengevolge waarvan het minnende paar met eenige bekomen bloedende wonden het haze- pad moest kiezen. Uitgeput zakte zij daarna ineen, en langen tijd kostte het, eer men haar tot bewustzijn had gebracht. Het lijk van schipper E, Vaatstra, die in den storm van 23 Juni van zijn vaartuig „Do Dageraad" was geslagen, is ten noorden van Harlingen, onder het grondgebied van Seksbierum, aan den dijk gespoeld en in genoemd dorp begraven. den rotterdamschen kant op gaan, en de andere gedeelten bij troepjes naar hare respectievelijke woonplaatsen. De afstand vau Scheveningen tot de volgende plaatsen bedraagt, (volgens opmeting van Just. Andries te Hasselt): Amsterdam 50.5, Alkmaar 66.0, Bergen op-Zoom 68.8, Edam 68.9, Groningen 197.8, 's-Gravenhage 4.3, Haarlem 38.6, Kralingen 26.5, Purmerend 63.4, Rot terdam 25.5, Tilburg 83.3, Utrecht 57.7 en Weesp 56.5 kilometer. Als prijzen waren uitgeloofd 10 prijs, gouden medaille (ter waarde van ƒ50); 2e pr., kunstvoorwerp3e pr., verg. zilv. med., van de Sporttentooastelling 4e en 5e pr., idem, beide van den Ned. Post- duivenbond6e en 7e pr., zilv. med., beide van de Sporttentoonstellieg 8e en 9e pr. idem, beide van het departement van Oorlog; 10, ne en 12e pr., idem, allen van den Ned. Postduivenbond 13e en 14e pr., bronzen med., beide van de Sporttentoonstelliog, 15e en 16e pr., idem, beide van het departe ment van Oorlog. Verder waren nog uitgeloofdVerg. zilv. med., van de postduivenvereniging De Ooievaar", "voor de eerste twee ge toonde duiven van denzelfden mede dinger; idem, vau den heer H. E. Jung, te Haarlem, voor de eerste drie getoonde duiven van denzelfden mededinger idem, van de postduivenvereniging De Snelvlieger," voor den mededinger die de meeste prijzen behaalt. Om drie uur (Greenwich-tijd) had de tweede oplating plaais, ditmaal van de buitenlandsche vogels, die om de prijzen dongen. Weer zag men ze eenige malen boven den tuin en de gebouwen rondvliegen, om eindelijk in eene dichte vlucht in zuidwestelijke richting af te trekken. In den Zondag te Weesp gehouden wedstrijd van harmonie en fanfarekorp sen, aangesloten bij den Prov. N.-Noll. Bond, werden in de i« afdeeling prijzen behaald door Zaandijk (dir. J. Bruyn Czn.) ie, Oostzaan (dir. C. Provny) 2e. In de 20 afdeeling: door Broek-in-Water- land (dir. H. Stapel) ie, Edam (dir. R. Visser) 2e, Beets (dir. C. F. Anderson) 30 prijs. In de hoogste afdeeling voor fanfarekorpsen werd aan Hoorn (dir. Utermöalen) de 10 prijs toegekend. Purmerend (dir. J. P. Groot) verkreeg eene eervolle vermelding. In de sectie harmoniegezelschappen won Alkmaar (dir. J. M. Otto) de verg. zilv. med., Wormerveer (dir. M. Lürsers) de zilv. med., en Weesp (dir. P. J. Kiveron)de bronzen medaille. Prachtig weder begunstigde Zondag de wedvlucht der duiven te Scheveningen, welke door het tentoonstellings-comité ter opluistering georganiseerd was. Tegen half één hadden zich op de galerij rond den tuin vele kijkers geplaatst, die het tceken afwachtten, waarop de manden met de gevleugelde gasten geopend zouden worden. Midden in den tuin, bij de muziektent, hadden zich de leden van de wedvlucht-commissie en eenige nieuwsgierigen geschaard. Nauwelijks waren de manden geopend, en hadden de beestjes hunne vrijheid gekregen, of de zwerm krinkelde omhoog als een groote wolk van beweeglijk stof. De muziek van het 3e regiment huzaren deed plotseling de tonen van het „Wilhelmus" hooren, en als aangetrok- KOLONIËN- BATAVIA, 3 Juni. Aan het verslag der voornaamste gebeurtenissen in het gouvernement Atjeh en Onderhoorigheden, loopende van 9 tot en met 23 Mei, wordt het vGlgendc ontleend: Groot-Atfih Gedurende den verslag- tyd werden de posten zoo goed als niet beschoten. Op den 9» werd bericht ont vangen, dat eenige volgelingen van tiet bendehoofd T. Nja Makam uit de XXVI Moekims naar Poeloe-Weh waren overgestoken, met het doel om aldaar onrust te verwekken, en dat bedoeld hoofd zelf later raet meer lijden zou volgen. Om dit laatste te voorkomen, werd de pantserdekkorvet „Sumatra" on middellijk voor Koeala Gigieng gestari- onneeid, terwijl H. Ms. Bali inmiddels naar Poc'oe-Weh zich begaf om door het vernielen van hunne prauwen Nj Makam's bende afbreuk te doen, en de adsistent-resiéeut van Groot-Atjeh Balohan met de betrokken hoofden de noodige maatregelen beraamde o;« die bende zoo spoedig mogelijk Poeloe-Weh te doen verlaten. Tengevolge van deze maatregelen zijn de rustverstoorders thans bijna allen naar do XXVI Moe kims teruggekeerd, en is de orde ep Poeloe-Weh hersteld, zoodat Hr. Ms. Sumatra naar haar station kon terug- keeren. Onderhoorighedën Noordkust. Onze post Segli werd matig besehoten; en kele granaatworpeu, waardoor volgens ingekomen berichten 2 mannen en 1 vrouw werden gedood, waren voldoende om het vuur tot zwijgen te brengen. De in het Pedirsche geheerscht heb bende buikziekte schijnt te zijn geweken. OostkustDe peperpluk slechts langzaam. Wcsikusi. Onze versterking en de den ontslagen Geel en sprak als zijn j ken door deze muziek, keerden de meening uit dat diens gratie in verband i duiven voor een kort oogenblik terug, stond met het verzoek om gratie vooren zweefden even weer boven den turn, kapitein Bakker. Men kon, zeide hij,1 Maar toen ook kwam er eene splitsing deze aan den laatste niet geven, zonder 1 in den zwerm, en zag men één gedeelte De gezondheidstoestand was over het algemeen stationnair. Het sterftecijfer was hooger. De groote quaestie der laatste dagen i, of er al dan niet eene expeditie naar Lombok zal gaan. De toestand is er zeer ingewikkeld. De Mohammedaaosche be- volking van Lombok, de Sasaks, onge. veer 600,000 man sterk, is namelijk in opstand gekomen tegen den vorst van Matarara, den ruim 8ojarigen Ratoe AgoeDg G'dé Karang-asem, die ia 1835 de alleenheerschappij kreeg over het geheele eiland, en aan wien in 1849 door ons Karang-asem op Bali werd teruggeven, éat door een broeder van een zijner voorvaderen aan laatstgenoem. de was ontnomen, toen deze, door een der vroegere Lomboksche vorsten te hulp geroepen, 2ich van het gansche eiland meester maakte. De vorst, een Hindoe-Balier, is altijd zeer verdraag, zaarn geweest tegenover zijne Moham- medaansche onderdanen, doch in weer wil daarvan zijn dezen vaak door Ara bieren, men zegt zelfs door eeu paa: Turken, tegeu hem opgezet, hetgeen hun gemakkelijk viel door zijn w.eeA inhalig bestuur ais geloofsvervolging vaor te stellen. Drie of vier maten reeds hebben de Sasaks in deze eeuw een einde trachten te maken aan de over- heersching van de Hindoe-Baliers, die niet meer dan ongeveer 50,00© man in aantal zijn en hen bijna geheel uit het bestuur houden, maar telkens is dat pogen in bloed gesmoord. Ditmaal echter zijn de opstandelingen gelukkiger; zij hebben de troepen van den vorst teruggedrongen in een hoek aan de westkust van het eiland, waar de hoofd plaats Mataram en de haven Ampenan gelegen zijn, en zouden nog verder voort rukken, indien hun dit niet Goor eene rivier werd belet. Intusschen betalen rij reeds geen belasting meer aan den radja, maar aan een hunner eigene hoofden, en hebben zij onze hulp jingeroepen om hen van de Hindoesche overheerscning te verlossen. Het verleenen vau zulke hulp zou echter geheel in strijd zijn met het contract in 1843 door de In dische regeering met den vorst gesloten. Tot nog toe heeft de regeering er j" toe bepaald, den invoer van ooriogs ammunitie, die in den geheelen archipel, zonder consent verboden is, op Lom bok te beletten, terwijl dc oorlogsche pen, daarmede belast, een schip van den radja ia beslag h-bben genomen, omdat dit soldaten uit Karang asem overvoerde, en het den vorst bij de hem gegeven vergunning om eigen schepen na de vaatt te brengen, uitdrukkelijk ri verbo den zulke schepen voor oorlogsdoelein den te gebruiken. Nu meldt het Bat, Band.: „Heden 3 Juni wordt van den resident van Bali telegrafisch bericht verwacht, of de radja van Lombok de hem bij wijze van ultimatum door de N. I. regeeriag gestelde voorwaarden a dan niet heeft aangenomen. Men ver wacht de aanneming, maar mocht het anders uitvallen, zoo zal de in de wateren van Lombok gesta'ioneerde marioe be- ginnen met dagelijks te borv; irdeeren, in afwachting van de al i&h spoedig volgende expeditionnaire .egermacht." Intusschen loopt er een gerucht, dat er geene expeditie zal plaats hebben, dat het opperbestuur ec tegea rs. In het westen van Azie en ket oosten van ons werelddeel begint de cholera zich meer te verspreiden. Uit vorderde I St. Petersburg wordt daaromtrent ge meld, dat de russiscüe regeering bevolen heeft om het reizigersverkeer tusschen pasar te^ Meiaboeh werden slechts een Baku en Astrakan, waar 33 cholera- paar malen beschoten, terwijl het vuur j lijders quarantaine houden, te staken, van weinig beteekenis was. Daarentegen Desondanks is te Astrakan de cbolers pleegden de lieaen van Roending in den uitgebarsten. Ten gevolge daarvan loop van den verslagtijd tweemalen zee-worden stroomopwaarts stoorabootea I0°f* i naar de Wolga gezonden. was zoo vertoornd toen zij zag in welken toestand hij verkeerde, dat zij zich naar bed begaf en zich niet verder om hem be kommerde. Den volgenden morgen snuffelde hij zijne zakken na voor zijne portefeuille. Hij wilde zijn moeder den brief laten zien om dan te zamen te beslissen, hoe men in die zaak zou handelen. Hij kon echter de portefeuille noch den brief vinden. Hij kwam nu tot de gevolgtrekking, dat hij ze beide te Lowchester moest heb ben verloren. Hij herinnerde zich niet veel meer van zijn bezoek aan die stad. Hij herinnerde zich den brief te hebben ontvangen en gelezen, want dit was zijn eerste werk geweest. Hij herin nerde zich eok zijn bezoek aan „de Man in de Maan", waar hg, zooals hij het ncemde, heerlijk had genoten. Uit den staat van zijn beurs wist hij ook, dat hij twintig pond armer was geworden. Dat was ongeveer alles. Toen hij bij zijne moeder aan het ontbijt verscheen, besprak hij de zaak zoo kalm mogelijk, maar werd niettemin een gek gescholden. „Die brief zal uw verderf zijn," zeide zij. „Wat zijt gij toch een idioot om met zulk een brief in uw bezit u aan den drank te buiten te gaan." „Zwijg maar I" antwoordde Mark, die inwendig reeds toornig genoeg op zichzelf was om naar de verwijten zijner moeder te luisteren. „Niemand kan immers weten, dat de brief aan mij was gericht?" „Zou niemand dat kunnen weten vroeg zij met schelle stem. „Denkt gij, dat de vinder zoo stom dronken zal zijn geweest toen hij hem vond als gij toen gy hem hebt verloren Zal men hem vernietigen, omdat mén "er 'niets' aan heeft en zoodoende het kwaad is voorkomen Wie weet 01 niet...." „Zwijg," riep hij nu uit geheel buiten zichzelf, „of ik zal u het huis uitzetten." „Zoudt gij mij het huis willen uitzetten, beste jongenZou dat de belooning zijn, omdat ik u een inkomen van tienduizend pond in de handen heb gespeeld, en u een heer heb gemaakt 1 Gij denkt nu, zij kan niets meer voor mij doen, dus ik kan haar wel wegjagen. Pas op, Mark; wij zullen gelijk staan of vallen." „Het is alles goed en wel om mij verwijten naar het hoofd te slingeren, en ik ben ook niet geheel zonder schuld, maar wat gebeurd is, moeder, is gebeurd en kan niet veranderd werden. Houd u stil totdat ik alles verteld heb. Ik vraag u nogmaals, wie kan te weten komen, dat de brief aan mij was gericht „Staat er dan geen adres op Kunnen de menschen niet lezen vroeg zij. „Hij was geadresseerd aan „Mark Kidd, poste restante, Low chester," maar ik verscheurde de enveloppe zoodra ik den brief in mijn bezit had en wierp de stukjes papier weg op de straat." Mark wist dat hij loog, maar hij wilde zijn moeders toorn doen stillen. „Het doet immers aan de zaak zelve niet, wat ik zeg," dacht hij bij zichzelf. „Zoo, zoo zeide mevrouw Honeyman op meer kalmen toon, en het zich bewust, dat zij wat te haastig in haar oordeel was geweest, „dan is het gevaar niet zoo groot, dat men zal te weten komen, dat hij aan u was gericht. Maar Mark pas op. Het zou vreeselijk zijn ora dit alles weer te moeten verhezen, nadat wij er zoovele jaren op hebben gewacht. Ik heb mijne plannen ge- maakt, gewerkt en gezondigd alleen om uwentwille. Let op bij hetgeen gij doet. En Mark...." Hij keek op toen zij een oogenblik zweeg. „Welnu?" vroeg hy. „Wees vriendelijk voor mij. Wees Eiet zo© ruw en wreed voo: mij als hij vroeger placht te zijn," en óe arme vrouw barstte in tranen uit. „Kom, schrei nu Diet," zeide Mark, die zich bij het zien v« tranen niet op zijn geraak gevoelde. „Wanneer gij maar kaïn: blijft, blijf ik ook kalm." „Wees dan wat voorzichtig en wy zullen hier ens leven lang genoeglijk leven. Ik ben zoo blij, dat gij de enveloppe hebt ver scheurd," zeide zij en wischte zich de oogen uit. „Én hij komt dus na het einde van deze maand weer terug?" „Dat staat in den brief vermeld, maar natuurlijk weten wij dat niet van te voren, ©e twaalf maanden zijn over twee weken voorbij. Wat zullen wij nu met hem aanvangen „Ik wilde wel dat hg dood was," riep mevrouw Honeying uit. „Hij is het ongeluk van mijn leven geweest." Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 2