POLITIEK OVERZICHT.
ning er van ten volle gewaarborgd zij i
30. dat de stembureaus ook des avonds
geopend zijn, om hun, die door hun
arbeid des daags verhinderd zijn, de
uitoefening van het kiesrecht mogelijk
te maken;
4e. dat verordend worde, dat aan
allen, die, in welke kwaliteit ook, bij
staat, provincie ot gemeente in dienst
zyn gelegenheid moet worden gegeven
om van hun kiesrecht gebruik te maken
5e. dat de dag voor stemming nooit
op een Zondag of een algemeen erken
den christelijken feestdag worde ge
stel; en eindelijk
60. dat het stelsel van enkelvoudige
kiesdistricten tot alle gemeenten worde
uitgestrekt.
'tWelk doende, namens de Afgevaar
digden van „Patrimonium."
De Centrale Commissie,
Volgen ha?idteekeninge7i.
Gedurende de maand Juni
werden bij het koloniaal werf depót aan
genomen 118 personen als: 73 Neder
landers, 21 Belgen, 17 Duitschers, 3
Luxemburgers en 2 Zwitsers, en werden
79 onderofficieren en minderen van de
verschillende korpsen van het leger hier
te lande overgenomen, zoo dat het totaal
der werving 197 man bedroeg, aan wie
ƒ48,725 aan handgeld is uitbetaald.
In de i® categorie zijn begrepen 3
onderofficieren die voor 4 jaar, en 14
miliciens die voor 2 jaar gedetacheerd
werden; en in de 2e categorie 19 mi
liciens die voor 2 jaar gedetacheerd
werden.
In die maand vertrokken naar Oost-
Indië in 3 detachementen6 officieren,
12 onderofficieren, 6 korporaals en 114
soldaten, en keerden uit Oost-Indië te
Harderwijk terug: 1 onderofficier die 4
jaar gedetacheerd was geweest en naar
zijn korps terugkeerde, en 8 miliciens
die 2 jaar gedetacheerd waren geweest
en met paspoort of groot verlof ver
trokken.
De heer Ooms, die op den
Theems in het nommer der z. g. Diamonds
sculls den prijs behaalde, zal Dinsdag
avond te Arasterdam feestelijk ontvan
gen worden. Hem zal ook een souvenir
van blijvende waarde worden aange
boden.
Yan Ooms' overwinning sprekende,
zegt de Pall Mall„there is no question
that he is very nearly the finest sculler
ever seen at Henley".
De landbouwers van den
omtrek, in Haarlemmermeer en IJpolders,
zijn erg bezorgd over een deel van hun
gewas. Terwijl de vooruitzichten voor
den oogst juist nogal goed werden, is
aan veler verwachting den bodem inge
slagen door het verschijnen van de ge
vreesde koolrups, die niet alleen erwten
en boonen, maar ook vlas en beetwor
tel, mosterd en klaver dreigt te vernie
tigen. Men herinnert zich in de IJpolders
niet ooit zooveel rupsen gezien te heb
ben. 'tls een ware plaag, waartegen
niets te doen is. Gedurende de warme
dagen voor Pinkster had meu reeds
opgelet dat er wolken van koolwitjes
over het land trokken. Thans blijkt welk
een schade zij hebben aangericht. Het
is te hopen, dat door deskundigen
onderzocht zal worden hoe het komt, dat
er dit jaar zoo bizonder veel rupsen tot
wasdom zijn gekomen en wat daartegen
in de toekomst te doen is.
Intusschen lijden de landbouwers, die
j uist een zeer slecht jaar achter den rug
hebben, weer groote verliezen. Daarbij
heeft de felle wind der laatste week
veel schade gedaan. De karwij stond
goed, doch is nu voor een groot deel
uitgewaaid. Wie kan, werkt dag en
nacht om zoo gauw mogelijk alles te
snijden en binnen te hebben.
De wintertarwe bevroren, de karwij
uitgewaaid en een heirleger van rupsen
in de gewassen waarljjk als de boe
ren thans klagen, hebben zij er reden
voor. JEïbl.
De uit een der kantoren
van het station Deltsche Poort te Rot
terdam vermiste som van f 2485, bestaat
uit
bankbiljet van ƒ300, V 27441
idem van 200, 005853 8 idem van
f 100, D Q 1004, D N 6805, C R
5798, C N 216, C V 3951, C D. 1428,
C L. 3280, D V 3499; 11 idem van
ƒ60, CD 962, B. X 8177, C R 737,
B R 4974, B O 5771 C Q 6855, B I
4583, C M 9014, B Y 5634, A P
6890, A V 3687 idem van f 40, DX
2941, DG 299, CR 5295, CV 6683,
AU 153. DF 3251, CR 1903; 5 idem
van 25, HS 2886, JW 3457, HN
2018, KH 4374, JZ 438 2 muntbil
jetten van ƒ50, O 1139 en F 43342
idem van 10, HC 2151 en CG 1672.
De lederen zak waarin het geld gebor
gen was, was voorzien van een koperen
plaat, waarop gegraveerd „Feyenoord'"
V r ij dagnamiddag heeft bij
het schijtschieten op het fort aan de
Biltstraat bij Utrecht een ongeval plaats
gehad. Een geweerkogel, die een niet
verwachten aanslag maakte, trof een
burgerman, die op eeae als veilig aan
gemerkte plaats werkzaam was, in een
der oogen, ten gevolge waarvan hij dit
waarschijnlijk zal moeten verliezen.
De drie jongelingen, welke
uit het rijksopvoedingsgesticht „De
Kruisberg" te Deutichem waren ont
vlucht, zijn Vrijdagochtend door de
politie bij Apeldoorn aangehouden en
naar Deutichem getransporteerd.
Te Tegelen is Vrijdag de
35-jarige P. van R. door de maréchaus
see uit Venloo aangehouden, omdat hij
drie revolverschoten op een smid loste,
waarvan een den arm trot.
Op de lijn Tilbur gB r e d a
is Vrijdagmiddag door den trein over
reden een arbeider der gemeente Til
burg. Behalve het hoofd, waaraan hij
herkend werd, was verder het geheele
lichaam van den ongelukkige vermor-
seld.
Na de schorsing van de
oefeningen van het Heilsleger, en de
verbodsbepalingen van den garnizoens
commandant, heeft t® Bergen-op-Zoom
geen rustverstoring meer plaats gehad.
Nabij Venloo wildeVrijdag
morgen een bende zigeuners onze gren
zen oversteken doch zij werd nog in
tijds tegengehouden. In de richting van
Straelen hebben zij nu op duitsch grond
gebied een kamp opgeslagen.
Dat in het Valterveen, waar
de zoogenaamde „Romeiusche brug"
ligt, ook in later eeuwen veel vervoer
is geweest, blijkt uit de verschillende
opgravingen, in de nabijheid dier brug
in de laatste jaren gedaan. In de zoo
genaamde Valter „Vetstukken", waar
de gedeelten van bovengenoemde brug
werden opgenomen, die dezer dagen in
het rijks museum te Leiden en in het
provinciaal museum van oudheden te
Assen zijn geplaatst, vond men sinds
1889 tweemalen een lijk, terwijl vóór
eenige jaren daar een geheel gave
wagen werd gevonden, geheel van hout
vervaardigd. Oudtijds meende men dat
de „Romeinsche brug," ook wel alleen
de Valterbrug genaamd, een verbin
dingsweg was geweest tusschen de stad
Hunsow en de Noordzee, welke stad
in 821 door de Noormannen zou ver
woest zijn. Volgens een in 1846 inge
steld onderzoek heeft echter de stad
Hunsow aan de oostzijde van den
Hondsrug in Drente nooit bestaan, en
de gewaande sporen van straten en over
blijfselen dier stad bleken niets te zijn
dan overblijfselen van urnen, kleine
staenophoopiugen enz. Het is echter
niet onwaarschijnlijk dat de brug vroe
ger hooger lag en in het veen wegge
zakt is, en dat daarover ook vóór enkele
eeuwen nog vervoer plaats had, want
in het begin dezer eeuw lagen enkele
deelen nog bloot, en was deze weg
bij de veenboekweittelers zeer goed
bekend.
Terwijl de arbeider K. Bos
man, die aan vallende ziekte leed, in de
veenderij onder Mijdrecht aan het werk
was, viel hij in het veenslik. Meer dood
dan levend werd hij in dien toestand
gevonden, en den volgenden morgen
stierf hij aan de gevolgen.
Gel ij k men weet, is door den
heer Toering, lid van de commissie voor
de noodlijdenden te Beets, eene klacht
wegens beleediging ingediend tegen den
heer Nawijn, hoofd der openbare school
aldaar, doch is de behandeling der
rechtzaak vóór eenige dagen wegens
ziekte van den heer Toering uitgesteld.
Daar de kosten van het rechtsgeding
hierdoor voor den beklaagde bij zijne
veroordeeling zullen klimmen, hebben
de socialistische bladen Eet Friesch
Volksblad en De Klok een //Strijdpen-
ning" voor hem geopend. Mocht hij
worden vrijgesproken of er meergelden
inkomen dau zal blijken noodig te zijn,
dan zal het overblijvende worden be
steed voor den door die bladen in den
aanstaanden winter weder verwacht
wordenden nood te Beets. De socialis
tische Sneeker Cl. heeft zich voor dit
doel bij de genoemde twee bladen aan
gesloten.
De commissie te Beets zit intusschen
niet stil. Zij heeft thans aangekondigd
de openbare aanbesteding van het
maken van drie gebouwen, ieder bevat
tende drie arbeiderswoningen en een
werkhuis met woning en kantoor.
RECHTSZAKEN-
De behandeling der zaak van A.
Postma, beklaagd van poging tot dood
slag op Akke de Jong, te Houtighehage,
voor de rechtbank te Heerenveen, is
bepaald op 1 Aug. a. s.
In de Zaterdagochtend voortgezette
zitting van de rechtbank, te Amsterdam
nam het O. M., waargenomen door mr.
Schimmelpenninck, subst.-officier van
justitie, zijn requisitoir in de zaak van
notaris D. Bonnerman.
Het O. M., meende dat de valsch-
heid en het opzet, zoomede het element
van nadeel uit de verhooren en de er
kentenis van bekl. voldoende waren ge
bleken, zoodat het misdrijf van bekl.
valt onder de artt. 321 (verduistering)
225 en 226 (valschheid in geschrifte)
van het strafwetboek, terwijl ten aan
zien van het laatste punt der beschul
diging, nog de bezwarende omstandig
heid van art. 44 (ambtsmisdrijf) aan
wezig is.
Z. Ed. Achtb. toonde daarna aan,
dat bekl, met ongelooflijk veel overleg
heeft gehandeld.
Met betrekking tot de oorzaken van
bekl.'s achteruitgang wees het O. M. er
op dat zich reeds in 1876 ernstige finan
cieels moeilijkheden voordeden, wel
licht een gevolg van bekl's zucht om
door het publiek te dienen een uitge
breide praktijk te verkrijgen.
Maar hoe het zij, ot bekl. gemoede
lijk of goed was, dit is gemakkelijk als
men dit doet ten koste van anderen.
En het door bekl. toegebrachte na
deel bedraagt wel 100,000; maar alleen
de feiten na 1886 voorgevallen, zijn aan
het oordeel der rechtbank onderworpen.
Z. Ed. Achtb. vorderde ten slotte ver-
oordêeling van bekl. tot eene gevange
nisstraf van 3 jaar.
De verdediger, mr. L. H. Küira Jr.,
wees er in den aanvang van zijn plei
dooi op, dat hy bekl. lang kent als een
recht goedaardig, een uiterst welwillend
man, die nooit voor zich zelf heeft ge
leefd, of iets willen genieten. Lang was
hij een voorbeeld voor velen, en nooit
had pl. gedacht, dat hij zooals heden
voor vier maanden plaats had, geroepen
zou worden bekl. voor den strafrechter
bij te staan.
Pl. wijst verder op het oordeel van
notaris Dorst, en zegt, dat bekl. niet
alle gevoel van zedelijkheid, of het
begrip zijner verantwoordelijk verloor.
Deze laatste drukt hem zelfs zeer zwaar.
Pleiter kwam daarna ©p het juridische
gedeelte der zaak en herinnerde aan de
vraag of het mogelijk is of in gevallen
als deze van verduistering van geld
sommen sprake kan zijn, waar bestre
den kan worden en, door sommigen
ook bestreden wordt, de verplichting
dezelfde geldstukken welke men ontving
terug te geven.
Pleiter herinnert verder dat bekl.
herhaaldelijk de hem voor onverplichte
aflossing ter hand gestelde gelden, op
de bekende wijze heeft afgedragen. De
spaarbank nam die gelden aan, verzette
zich er niet tegen dat bekl. die sommen
inde. Daardoor werd bekl. stilzwijgend
gemachtigd tot het ontvangen der gel
den en het afgeven van quitanties.
Pleiter vraagt daarna waar slofheid
eindigt en wederrechtelijke achterhou
ding begint.
Pl. komt daarna op de vraag of art.
44 Wetb. v. Strafr. hier van toepassing
is, en beantwoordt deze vraag ontken
nend. Immers het innen en afdragen
van rente en aflossing van hypotheken
behoort niet tot de verplichtingen, welke
voortspruiten uit den bijstand verleend
bij het sluiten der hypotheek-akte.
Daarna komt pl. op het tweede punt
der beschuldiging, de vervalsching en
daarbij ontkent hij dat het oogmerk
ontstond iets voor echt te doen door
gaan.
Pleiter zet uitvoerig uiteen hoe de zaken
zich heeft toegedragen. De schuldenaars
kwamen op een bepaalden datum op
bekl.'s kantoor, om rente en aflossing
te betalen, en brachten dan af en toe,
geheel uit eigen beweging, een buiten
gewone aflossing mede. Daarvoor moest
bekl. quitantie geven want hij kon
in zulk een geval niet een ijlbode naar
de Spaarbank zenden.
Als bekl. steeds het ontvangen bedrag
had afgedragen, zou niemand bekL's
handeling anders dan regelmatig hebben
genoemd. Pl. keurt niet |goed wat is
geschied, maar men heelt hier met de
wet te doen en de feiten alleen aan de
wet te toetsen.
Dan merkt pl. op dat, als valschheid
ontbreekt, van zelf wegvalt de beschul
diging van gebruikmaking der ver-
valschte stukken. Mede toont pl. aan
dat ook hier, waar het quitanties van
de spaarbank betreft, er allerminst sprake
kan zijn van ambtsmisdrijf.
Eindelijk behandelt pl. het derde punt,
de vervalsching der acte van roiement.
In de eerste plaats wijst pl. er op,
dat het geheele stuk zoo vreerad is
behandeld, dat men het geen akte kan
noemen. Het stuk is nl. op bekl. kan
toor gesteld, toen bij de directeuren
aan huis rondgezonden ter teekening.
Daardoor was het stuk neg geen open
bare aktedaar de hanateekeningen
van notaris en getuigen ontbraken. Er
bestond geen akte van roiement, zoodat
deze ook niet vervalscht kon worden.
Op het oogenblik dat de bijsehrijviug
plaats had was het stuk niets. Geen
hypotheekbewaarder had op dat stuk
een roiement kunnen doen plaats
hebben.
Ten slotte wees pl. op het lot van
dezen man, voor vier maanden ontrukt
aan zijn gezin, om zijn te lang ont
beerde rust in de cel te vinden.
In zijn repliek betoogde mr. Schim
melpenninck, dat bekl. bij het plegen
der
den verdediger, dat geen akte bestond
welke vervalscht kon worden, merkt pl.
op dat het genoeg is, dat onder minis^
terie van dezen bekl. een akte is tot
stand gekomen van welke hij weet dat
zij een valschheid bevatte.
Ten slotte merkt het O. M. dat art.
44 juist anders luidt dan vroeger, met
het doel het art. een uitgebreider be-
teekenis te geven.
In zijn dupliek wees de verdediger
er op dat het oogmerk om toe te
eigenen niet bewezen was, allerminst
uit het door het O. M. beweerde geld-
gebrek van den bekl. wiens ongeluk
juist was dat hij aanvankelijk te veel
geld had en daardoor slordig werd.
De uitspraak werd bepaald op Don-
derdag a. s. des voormiddags te 10 uur.
De voorzitter van de fransche Kamer
Fioquet, heeft zich Zaterdag boos ge.
maakt. Toen de kwestie van de vast
stelling der vier grondslagen van de
oirecte belasting aan de orde kwam en
Flcquet een en ander daarover als
advies in het midden bracht, gingen er
hier en daar uitroepen op, die al wor
den ze niet letterlijk medegedeeld, toch
blijkbaar niet vleiend voor hem waren.
Althans, hij dreigde den voorzitterszetel
te zuilen verlaten, wanneer de Kamer
geen geloef sloeg aan zijn oprechtheid.
Hiertegen kwam de Kamer op en was
de rust hersteld.
Daarna nam de Kamer het betreffende
wetsontwerp aan.
Mag de natuur der Franschen som
tijds wat driftiger wezen, dan wij voor
gepast achten, aan den anderen kant is
diezelfde natuur oorzaak van eeae
voortvarendheid, die ons wel eens tot
voorbeeld zoude kunnen strekken. Zoe
heeft de regeering haren consul-generaal
te Leipzig, Jacquet, die in een koffiehuis
aldaar in beschonken toestand op de
Duitschers schold, teruggeroepen en
blijkbaar met grooten spoed, want
Jacquot had Zaterdag de stad reeds
verlaten.
De beruchte Wilson, schoonzoon van
den voormaligen president der fransche
republiek Grdvy, heeft met zijn helper
Leroux terechtgesiaan, wegens omkoo-
perij, bij zijne verkiezing tot député. De
bewijzen zijn overstelpend en een groot
aantal getuigen is gedagvaard, zoodat
er verscheidene zittingen noodig zullen
wezen om de zaak ten einde te brengen.
Het arbeiders-syndicaat te Rijssel,
dat aangeklaagd was van zech te be
moeien met andere zaken dan waarop
het volgens de wet, recht had, is door
de rechtbank ontbonden en ai de leden
zijn veroordeeld tot betaling van eene
geldboete van 25 francs.
Enfin zulk een straf is nog wel te
dragen. Ernstiger straft de keizer van
Duitschland zijne ambtenaren, die niet
geheel in zijn geest handelen of niet
precies in zyn voetspoor wandelen. De
duitsche gezant in Weenec, prins Von
Reus, moet aftreden, omdat zijne ge
malin heeft een bezoek gebracht aan de
familie Von Bismarck. Op deze wijze
doorgaande, zal men den tijd nog doen
aanbreken, waarin het noemen van Bis-
mareks naam gelijk zal staan met hoog-
verraadl
Het totaal der verkiezingen in Enge
land wijst nu voor de Gladsioniauen een
winst van 47 zetels aan.
De Times verneemt alarmeereoae
nieuwtjes over de cholera in Rusland,
misdrijven"" wLT"ho7 zij"l «k«i0l>k.in Simbirsk is de vreeselijke ziekte
nil mrirohfAlrnn
stonden, zoodat teruggeven niet mogelijk
zou zijn. Juist daarin ligt de hoofdzaak
der beschuldiging van verduistering,
daar bekl. de hem uitbetaalde gelden
niet afdroeg, omdat hij niet kon.
Ten aanzien van het beweren van
nu uitgebroken.
Uil Berlijn wordt aan de N. R. Ct.
het navolgende gemeld:
De Kreuzzcitung bevat eene oproe
ping ter bescherming der door de tegen
woordige practijk bedreigde staatsbur
gerlijke rechten van personen, die ge-
Alvorens de poorten van Rosegrove binnen te treden, hadden
zij eerst nog de gelegenheid om zich in de dorpsherberg te ver
sterken. Tom wilde niet bij daglicht het bezoek afleggen.
Een weinig na negen uur verlieten Tom en Guy de herberg,
en eenige minuten daarna betraden zij den met kiezelsteenen
bedekten oprijweg, die tot het huis leidde, waar de zoon van
Guy koetsier was of als eigenaar heerschte. Hoe zou het zijn?
Bij den ingang hadden zij vernomeD, dat mijnheer thuis was.
Om zoo weinig mogelijk opschudding te veroorzaken, waren zij
overeengekomen, dat Tom zich achteraf zou houden, terwijl Guy
naar een zekeren Mark zou vragen.
Achter eenig struikgewas dicht bij het huis vanwaar hij de
deur kon zien, bleef Tom staan. Guy liep door en schelde aan.
Voor zoover Tom kon zien moest hij bij de deur een oogenblik
wachten, waarna hij werd binnengelaten.
Twee of drie minuten daarna voegden dokter Wilson en Dick
Honeyman zich bij Tom. Met hun drieön bleven zij wachten op
den uitslag van dit onwelkome bezoek van Guy.
Zij behoefden niet lang te wachten. De uitslag kwam even
vlug als hij verrassend was. Uit een venster boven hun hoofd
hoorden zij verwarde geluiden, een stortvloed van verwen-
schingen, een vrouwelijke gil en een gejammer om genade»
waren dnidelgk verneembaar. Daarna werd een wilde kreet en
een hevig gekraak gehoord, en een groot, donker lichaam, dat
in de ruimte scheen geslingerd, viel neer aan de voeten der drie
personen, gevolgd door een regen van stukjes glas en hout
splinters.
Tom was de eerste, die naar het lichaam toesnelde, dat be
wegingloos op den grond lag. „Het is de oude," zeide hy met
schorre stem en knielde op den grond neer ora beter in zijn
gelaat te kunnen zien.
Dokter Wilson onderzocht terstond den armen ongelukkige en
bemerkte, dat hy nog leefde.
„Iedere minuut is kostbaar, zoowel voor hem als voor ons,"
zeide hij. „Laten wij hem naar de herberg buiten de poort
dragen."
Zij hieven den man voorzichtig op en wilden zich juist met
hun last verwyderen, toen een vrouw zoo haastig mogelijk uit
het huis kwam snellen. Toen zij zooveel personen zag, deinsde
zjj achteruit. Hare betere vrouwelijke gevoelens overwonnen ech
ter haar vrees, en zij zeide: „Zeg mij, is hij dood?"
„Neen, juffrouw Kidd, uw echtgenoot is nog niet dood, maar
wij gelooven, dat het niet lang meer zal duren. Zijt gij zijne
moordenares
Zij keek in het gelaat van hem, die deze woorden had ge
sproken, en met den kreet, „Dick, de vlinder 1" viel zij bewuste
loos neer.
„Zij zal totdat men haar gezocht heeft, geen kwaad kunnen
doen. Kom laten wij aan den man onze aandacht wijden," zeide
dokter Wilson.
Guy werd naar de herberg gedragen en zijne wonden onder
zocht.
„Hij is overal gekneusd in- en uitwendig," zeide dokter Wilson,
„en zal geen uur meer leven."
Terwijl Tom bij den dokter bleef om hem te helpen en tot
den zwaar gekneusde te kunnen spreken, wanneer deze zijn be
wustzijn herkreeg, begaf Dick zich naar de politie. Deze moei»
had hij zich kunnen sparen, want alvorens deze het huis hac
bereikt, zagen zy een paard in woesten ren den oprijlaan door
vliegen. Met een sprong was het dier over het afsluithek, en in eei
oogwenk was het uit het gezicht. De berijder was Mark Kidd.
Weldra trad Dick met den inspecteur van politie enverschei
dene agenten het huis weer binnen, dat hij in hevige woed
op den dag van zijn ooms begrafenis den rug had toege
keerd.
Een dienstbode meldde hem de vlucht van Mark.
„En uwe meesteres?" vroeg Dick.
„Zij is hier, mijnheer, dezen weg uit."
Er lag zooiets verslagens in den toon van het meisje, da
niemand een woord sprak. Achter elkaar volgden zij haar door di
gang naar de kamer, waarin de oude Honeyman den laatstei
adem had uitgeblazen.
Dick bleef een oogenblik bij de deur staan.
„Ga mzar binnen, mijnheer," zeide het meisje.
Hij opende de deur en trad binnen gevolgd door den com
missaris.
Een blik was voldoende om hen alles te doen weten. Hel
rampzalige leven was eindelyk gestrand op de kust des doodi
{Slot volgt)