BINNENLAND. Lettsrsn en Kunst» POLITIEK OVERZICHT.' De minister van Buiten- landsche Zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat, blijkens mede- deeling van den gezant der Vereenigde Staten van Noord-Amerik», gedurende het jaar 1893, ter gelegenheid van de wereldtentoonstelling te Chicago, daar ter stede een groot aantal wereldcon gressen zal gehouden worden, welke zich zooveel mogelijk over alle takken van wetenschap, letterkunde, opvoed kunde,! wetgeving, zedekunde, godsdienst enz., zullen uitstrekken en in hun ge heel den algemeenen menschelyken vooruitgang op zedelijk en wetenschap' pelijk gebied in het licht moeten stel len. Voorloopig zijn de congressen over de verschillende onderwerpen reeds ge organiseerd. Zij zullen waarschijnlijk in de onderstaande volgorde gehouden worden. Gedurende de maand MeiI. Muziek en tooneel. II. De pers. III. Genees- en heelkunde. Gedurende de maand Juni: IV. Ma tigheid. V. Hervormingen op zedelijk en maatschappelijk gebied. VI. Handel en bankwezen. Gedurende de maand JuliVII. Let terkunde. VIII. Wetenschap en wijs begeerte. IX. Opvoedkunde. Gedurende de maand Augustus: X Technische wetenschappen. XI. Kunst, bouwkunde enz. XII. Staatkunde, wets hervorming. Gedurende de maand September XIII. Godsdienst, zendingen enz. XIV, Zondagsrust. Gedurende de maand October: XV, Arbeid, bedrijven en beroepen. XVI. Landbouw. Al deze congressen worden in hoofd en onderafdeelingen verdeeld, voor de meeste waarvan zich reeds regelings comités gevormd hebben. In al de daartoe geschikte atdeelingen zullen afzonderlijke samenkomsten voor vrou wen gehouden worden. Personen, vereenigiDgen of genoot schappen, welke aan een of meer dezer congressen wenschen deel te nemen, kunnen nadere inlichtingen bekomen bij het Departement van Buitenlandsehe Zaken. R. Ct.) Uit Den Haag wordt ge meld Het is zoo goed als zeker, dat de Tweede Kamer, na zich in September a.s. geconstitueerd te hebben, het ent- werp tot regeling van het kiesrecht in gediend zal vinden. Naar men verneemt, zouden voor de betrekking van griffier der Staten van Noord-Holland ernstig in aanmerking komen de heeren Krabbe, ambtenaar bij het dep. van Binnenl. Zaken, atd. Binnenlandsch Bestuur, en A. A. Land, secretaris der gemeente Haarlem. Avendp. Te Ridderkerk werden bij de verkiezing van een lid voor de Prov, Staten uitgebracht 1906 stemmen. Van onwaarde 8. De heer Havelaar verkreeg er 980, de heer Smit 912, zoo dat eerst genoemde is gekozen. Generaal-majoor Harden- berg, inspecteur der infanterie, is Don derdag door een ernstig toeval getroffen. Zyn toestand is zorgelijk. Op de 27e j aar v e rgadering van het Leger des Heils te Londen hield generaal Booth eene lange rede, waarin hij o. a. den toestand van het Leger uiteenzette. In 1891 waren er 10,452 officieren, dit jaar 11,113. Van de dagbladen en maandschriften werden 47.600,000 exem plaren gedrukt. In 38 landen en kolo niën was het leger thans gevestigd, het laatst in West-Australië waar vele mis dadigers bekeerd waren. (Een stem „HallelujaIk ben er een 1") Ook op Jamaica werd met goed gevolg gearbeid. Het Leger verkondigde zijne leer in 24 verschillende talen en had in ver- schtllende deelen der wereld 205 in stellingen van socialen aard opgericht* Het bekeeren van kinderen was krachtig voortgezet en evenzoo de red ding van gevallen vrouwen van wie sedert Kerstmis 972 waren behouden. Ook was het Leger des Heils een groote bron van inlichtingen omtrent verdwenen personen. Zoo werden in het afgeloopen jaar 6«$ huisvaders tot hun gezinnen teruggebracht en in dit jaar reeds 32#. Omtrent het gebeurde te Eastbourne zeide generaal Booth dat van de zijde van het Heilsleger geen wrok bestond tegen de plaatselijke overheid aldaar. Maar de betoogingen zouden worden voortgezet, wat ook kwade lastertongen mochten zeggen. Het Heilsleger hield vast aan de schepping, aan den zond vloed en aan Mozes. Ten slotte verklaarde de generaal dat tal van geestelijken hem dank gezegd, hadden voor de krachtige opwekking die het Heilsleger voer den godsdienst was. Er deed zich nog een vermakelijk geval voor toen de generaal over Jamaica sprak en tevens over „mevrouw' Ricks, de negerin uit Jamaica, die on langs bij de koningin op bezoek was, Zij was aanwezig en kon het niet na laten, eenige geestdriftige woorden tot de vergadering te spreken. Zij raakte toen meer en meer in vuur en begon ten slotte een negerdans uit te voeren, Eenige aanwezigen brachten haar naar hare plaats terug. Het Leger des Heils zal Woensdag 3 Augustas des namiddags te 3 ure te Dordrecht eene groote bijeenkomst houden, geleid door gene raai Booth in eigen persoon. Hij zal bijgestaan worden door kolonel en mevrouw OliphantSchoch en door vele stafofficieren, terwijl een „internationaal staf muziekkorps," onder leiding van den staf kapelmeester Fry, de vergadering zal opluisteren door muziek. Het onder werp van des generaals redevoering zal zijnVerleden, heden en toekomst van het Leger des Heils. In een stuk weiland b ij d in aanbouw zijnde kadettenschool, te Alkmaar, zijn by het graven van de fundamenten twee menschengeraamten gevonden. Vermoedelijk zijn deze reeds drie eeuwen oud en herkomstig van e^ klooster, dat in 1420 door Franciscaner monniken werd gesticht. Dit klooster werd omstreeks 1570 afgebroken, terwijl de leekebroeders overgingen naar de abdij van Egmond. Dinsdagmorgen hebben ee iootal glasblazers, van de glasfabriek aan den Haagweg te Delft het wprk gestaakt. De oorzaak is, dat zij den h^euw aange stelden meesterknecht willen vervangen zien door den vorigen. Ongefegeldhedei hebben niet plaats gehad. De politie, bijgestaan door de rijksveldwacht, houdt een wakend oog. De werkstakers zijn over het algemeen zeer rustig. Met hetoogop hetbezoe van Hare Majesteiten de Koningin en de Regentes aan de Sporttentoonstelling te Scheveningen op Vrijdag 29 dezer, zal deze, in verband met de orde-maat regelen, tasschen 1 en 2 ure of zooveel later als dit noodig voorkomt, niet toe gankelijk zijn voor het publiek. Ni drie uur tot na de aankomst van de Koninginnen op de paardententoon stelling wordt de toegang tot de tri bune op het sportterrein gestaakt. Het zal streng verboden zijn öare Majesteiten geschenken of bouquetten aan te bieden. In geen geval zullen deze worden aanvaard. Te Zalt-Bommel is door het achteruitloopen van een paard eene bespannen kar aan de Gamersche poort van eene hoogte gestort, ten gevolge waarvan esn op de kar gezeten per soon, zekere B. uit Kerkwijk, zulk inwendig letsel heeft bekomen, dat er weinig hoop op behoud van zijn leven Twee anderen, die ook op de kar zaten, bekwamen minder gevaarlijke kneuzingen. Een gevolmachtigde van Sequah was Woensdag te Deventer om een lokaal te huren, enz., voor het uit oefenen van zijn bedrijf. Hij is daarin echter tot nog toe niet geslaagd. Het 8-jarig zoontje van G. van den Boogaard te Oude Tonge is de haven gevallen en verdronken. Men schrijft uit Ameland: Wie op dit eiland eenigerraate be kend is, zal zich eene voorstelling kun nen maken van de teleurstelling, die de weigering van den minister op de aanvrage van den heer Zur Mühlen om eene subsidie van /2ooo ten behoeve van een stoombootdienst tusschen Hol- werdAmeland heeft gewekt. Het ge meentebestuur had dan ook dit verzoek krachtig gesteuad. Steller dezes bracht meermalen een bezoek aan het eiland, hij kan verzekeren dat het er wel zeer gezellig en aardig is, maar dat het komen en gaan geene geringe moeite veroorzaakt. Als men te Holwerd over de dijkpalen is geworsteld vergeet men het lastige aan boord komen onder het lekkere zeilen met die stoere Amelan der schippers. Maar straks nadert men de reede, en dan rijdt een alles behalve mooie boerenhooiwagen met twee paar den bespannen u te gemoet. Ge neemt plaats op een plankje, dat boven op de zijwanden is gelegd, en hotst zoo naar den wal. Terug is het vaak nograoeie- lijker als de vloed wat haastig of de wagen wat laat is. Dan bespoelt het water uwe voetzolen en gij verkeert in duizend angsten dat de wagen zal drijven. Ook in dit opzicht is hier nog veel te verbeteren, evenals op het eiland zelf met zijne primitieve wegen. Bij een stalhouder te Jou re was onder zijne paarden de kwade droes uitgebroken. Ken van de dieren was reeds dadelijk afgemaakt moeten wor den, terwijl de andere tien verdacht werden gehouden. Van deze verdachten zyn er Dinsdag vier afgemaakt in te genwoordigheid van den districts-vee arts te Leeuwarden en den directeur en een leeraar der rijksveeartsenijschool te Utrecht. Op deze vier paarden was toegepast het raiddel van inspuiting met „Mallelae", waarvan de werking moest doen zien of de dieren al of niet aan de ziekte leden. De genomen proef met dit middel, die hier voor de tweede maal in ons land genomen moet zijn, had de belangstelling gewekt van onder scheidene veeartsen uit de provincie, die jongstleden Zondag den stal bezochten waarin gedurende den geheelen dag de temperatuur der ingespoten dieren werd geobserveerd. By eene vechtpartij op de kermis te Roosteren, tusschen bewoners vau Susteren en Maeseijck (Belgié), heeft een persoon niet minder dan tien wonden aan het hoofd en een snede in den hals bekomen. breng, wil ik in dit geval den heer Boele toch wel den weg wijzen, om antwoord op zijne talrijke vragen te bekomen. „Hy richte zich tot de circa negentig Nederlandsche firma's, van wie ik de lijst ter zijner beschikking stel, met de vraag, waarom zij niet genegen waren, hunne medewerking te verleenen aan mijn plan, hun uiteengezet bij mijne circulaire van Februari 11. Mij is de reden daarvoor niet bekend. „Toen zoo weinigen slechts myne circulaire een antwoord waardig keurden, heb ik een tweede circulaire tot het meerendeel dezer firma's gericht, met opgaat van hen, die beloofd hadden, mijne uitgave te ondersteunen, en zelfs zond ik eene derde circulaire ais herin nering. De heer Boele zal de eerste circulaire in het archief zijner firma kunnen vin den. want eene advertentie van den heer Mart. Nijhofï was het gevolg der toezending. Maar slechts éene Nederland sche firma bood mij eene kunstbijlage aan. Dat volkomen dezelfde circulaire in het Fransch, Engelsch en Duitsch, met name in Duitschland beter gevolg had, ja, daarvan legt „Het boek in onze da gen getuigenis af. De Duitsche fabrikan ten sagen in de deelneming voordeel, daarom zonden zij de bijlagen. _,De conclusie, welke ik en ieder an der, die zich voor den geheelen loop van zaken het recht tot het vellen van een oordeel toekent, er uit trekken, zou dus eenigszins afwijken van die des in zenders van het Protest." Wij wisten niet, wat er aan gehaperd had, weshalve we dan ook gewag heb ben gemaakt van het protest dss heeren Boele, maar we vreesden wel, dat de zaak zich zoude hebben toegedragen, zooals de heer Sijthoff haar thans voor stelt. Ook wij hebben bij de aankondiging van het boek gewezen op het vele, bij na uitsluitend,Duitsche werk dat den pret- tigen tekst van van den Menlen illustreert; we voegden er aan toe: jammer dat er niet wat meer Engelsch en vooral Fransch werk in is, aan eene voornamelijk Hollandsche medewerking hadden we niet durven denken. (N.R.C.) Er is melding gemaakt van het pro test des heeren Boele van Hensbroek tegen het Duitsche uiterlijk van „Het boek in onze dagen." Thans bevat het „Nieuwsbl. v. d. Boekh., behalve een artikel van den heer F. Adama van Scheltema, die ver klaart „nog niet teruggekomen te zijn van zijne ingenomenheid met SijthofTs uitgave", het antwoord van den heer A. W. Sijthoff zeiven. Het luidt aldus i „De heer P. A. M. Boele van Hens broek heeft, ditmaal in prozaïsche ver ontwaardiging, gemeend protest te moe ten aanteekenen tegen het „Duitsche" uiterlijk van „Het boek in onze dagen." „Hoewel ik mij niet verplicht acht, rekenschap af te leggen van de wijze, waarop ik mijne uitgaven tot stand KOLONIËN- AaD de Deli. Ct. wordt uit Atjeh gemeld dd. 14 Juni: Gisteren avond rukte eene patrouille onder den 2n luitenant Dijkstra van Lampermei uit om eene bende Atjehers, die zich in hinderlaag had opgesteld bij Tjot-Iri (op de plaats waar wijlen lui tenant Cornelissen sneuvelde), te ver jagen. De Atjehers hielden moedig stand bij het vuurgevecht en ook bij den aan val. De commandant van Tjot Ire, ia luit. Kesler, rukte ook uit zijne benting om de patrouille Dijkstra te ondersteunen. Er werd toen nog een aanval gedaan, waarna de Atjehers het hazenpad kozen. Bij die gelegenheid werden gewond de 20 luitenant Dijkstra (klewang-houw over den arm), de ie luitenant Kesler (klewang-houw op het hoofd). Beide officieren hebben hunnen dienst her vat. Een inlandsch fuselier werd zoo zwaar verwond, dat hij niet lang daarna overleed. EenÉur. fourier had een schot wond in de lies en een in den schouder, zijn leven is in gevaar; zes andere min deren werden door schoten en klewang- houwen licht gewond. De vyand liet 7 dooden achter; het aantal gewonde Atjehers is nog niet bekend. De gouverneur is heden per extra- trein naar die posten gegaan. Men schrijft uit Menado aan de JV. RCt. van den nn Juni; Op den avond van 7 Juni 11. heeft er eene ontzettende uitbarsting plaats gehad van den vulkaan „Goenoeng Awoe," gelegen op het noordelijk deel van Groot-Sangir. Wij hoorden hier des avonds van 6—9 uur een aanhoudend gebulder als een zwaar geschut, zoodit de ramen trilden en onze woningen dreunden. In noordelijke richting van hier au en dan vuur aan den he- rizont te zien, dat uit het Likoepangsche gezien ter hoogte ongeveer van een kUp. perboom werd uitgestooten en verspreid neder viel. Het stoomschip „Hecuba" bracht be- den middag het volgende nadere be richt. De uitbarsting had plaats zonder voir- afgaande verschijnselen. Plotseling Zig men een reusachtige rookkolom zich uit den krater verheffen, hetgeen gepaard ging met een donderend gedreua bliksem. Aard- of zeebeving deed zich niet voor. Een oogenblik daarna - te 6.20 uur in den namiddag viel zware duisternis in, welke gepaard met een regen van asch, puimsteen en modder. De afmetingen der uitgestoo- ten wordende gloeiende steenen werden steeds grooter. E-n ware paniek heerschte onder de steeds vluchtende bevolking, die door de duisternis, slechts eenigszins ver licht door het neervallende vuur, nog vermeerderd werd. Een^stroom van vuur verspreidde zich uit den krater over het grootste gedeelte van het eiland en heeft het verwoest, zoodat ooggetuigen halen dat er geen groen blaadje racer aan de boomen te zien is en de prach tige natuurtafereelen van het eiland thans tooneelen zijn geworden van de ontzet- tendste ellende. Den tweeden dag werden er reeds 500 lijken gevonden. Een veel grooter aantal, vooral van vrouwen en kinderen, wordt vermist.; Met gebukten hoofde vluchtte men zonder te durven omzien, onder den regen van heete modder en steenen naar de bergen, naar de zee, overal heen, door schrik en angst voortgejaagd, Door de duisternis kwamen velen daar bij om en vonden vele kinderen een ellendigen dood in de moerassen. Velen trachtten over zee te ontko men, maar werden in hunne prauwen door de neerstortende steenen getroffen, zoodat het den volgenden dag moeite kostte met eene prauw langs de kust te varen, van wege de vele lyken. De Europeanen ter hoofdplaats Taroena aanwezig vluchtten met vele inlanders naar het nabijgelegen Boeas, waar zij door eenen bergrug tegen den vuurstroom beschut bleven. Tot middernacht hield de uitbarsting aan. Zoover het oog reikt is alles met eene aschlaag van 6 cM. dik bedekt. Van den in het midden des eilands zich verheffenden vulkaan daalt de thans verharde witte lavastroom in breeie takken naar beneden. Vele lijken worden telkens uit de modder en het puimsteen te voorschijn gehaald. Een radja zag een voet uitste ken, groef verder en vond alzoo zijn eigen broeder. De ellende is niet te be schrijven. Ieder zoekt zijne betrekkin gen en velen vinden hen in de afzich telijkste vormen terug. Daarbij een groot aantal gewonden, die kermen van de brandende pijnen. Bij sommigen zitten de stukken puimsteen en klei in het vleesch vastgeschroeid. De geheele oogst is verwoest. Aan levensmiddelen en vooral aan water is het grootste gebrek. De rivieren en bronnen zyn met modder, asch en puim steen gevuld. Heden nacht worden per stoomschip van hier 1200 pikol rijst en eenige pi- kols zout verzonden om in de eerste behoefte te voorzien. Een fransch-russisch comité te Parijs) heeft den minister Loubet 1,000,000 trs. verzocht voor eene loterij ten behoeve Kunt gij mij ook helpen wat betreft een koffer verkocht aan een mijnheer Harvey?" „Harvey, Harvey," zeide de kofferfabrikant, terwijl hij met zijn hand langs zyn breed voorhoofd streek. „Dat moet wat langer geleden zijn. Ik herinner mij ten minste den naam niet." Hij wendde nu zijn aandacht op een lijvig boek, dat op de schrijftafel lag, en keek het door. Hij schoof met zijn vinger snel langs de lange lijst van namen. In spanning stond ik te wachten. Het feit, dat miss Simpkinson den koffer had gekocht, liet mij vrij onverschillig; dat had ik reeds geweten. Maar om het be staan, misschien het adres te weten te komen van den eigenaar van den tweeden, zwarten koffer, dat was iets geheel anders. Elder fronste zijne wenkbrauwen. „Hier staat de naam niet," zeide hij; „dan moet hij het vorige jaar reeds zijn gekocht." Hij nam nu een tweede boek ter hand en keek het op dezelfde wijze haastig door. Plotseling verhelderde zijn gelaat. „Hier heb ik een mijnheer Harvey," zeide hij. Mijn hart begon ontstuimig te kloppen. Hij schoof mij het boek toe, en wees op een plaats. Een zwarte koffer model No. 1 was vyftien maanden geleden verkocht aan een zekeren John Harvey, scheepsdokter, en naar zijn adres verzonden aan boord van zijn schip te Southampton. „Dat is niet de man, dien ik bedoel," zeide ik, maar toch schreef ik het op. In mijne gedachten liet ik echter den scheeps dokter geheel buiten spel. Bovendien was de koffer te Parys een No. 2. Eider was zoo voorkomend om nog eens een half jaar door te zien, waarna hij het boek sloot. „Ik behoef niet verder terug te gaan," zeide hij, „wij hebben in dien tijd ongeveer de koffers in den handel gebracht. Zy worden nog maar gedurende anderhalf jaar verkocht." Ik bedankte hem, maar niet zeer hartelijk. Ik vroeg mijzelf verwonderd af, of hij het ook vergeten had in te boeken. Dat was niet wel mogelijk. „Kunt gij de koffers onderscheiden?" vroeg ik. „Hebben zij alle verschillende sloten F" „O ja," gaf hij ten antwoord, „zij hebben alle verschillende sloten. Wij zullen het nooit toelaten, dat twee dezelfde sloten worden aangebracht. De grootste kosten van deze zwarte koffers zoo goedkoop als zij zyn zijn voor de uitstekende sloten, waarvan wij ze voorzien. Wij nummeren al onze sleutels. Ik zou ieder nummer kunnen opzoeken, voor het geval, dat een klant schreef een anderen sleutel te willen hebben." „Nummert gij de sleutels?" vroeg ik, „of het slot?" „Alleen de sleutels. Het zou wel wat gevaarlijk zijn om het slot een nummer te geven." Daaruit werd mij verklaard, waarom ik geen nummer had ge zien. Ik had ook niet kunnen gelooven, dat dit aan mijn aan dacht was ontsnapt. Dit alles kon mij echter niet van dienst zijn. Ik had geen voorwendsel om mijn bezoek nog te verlengen, zoodat ik Elder voör zijne welwillendheid bedankte en heenging. Philip Harvey scheen dus een zeer duister persoon te worden. Toch kon ik de overeenkomst van die P. H. met het schrift van dien brief niet uit mijn hoofd zetten. Het was een te tref fende overeenkomst. Het eenige voordeel, dat mij dit bezoek aan den koffermaker had opgeleverd, was, dat ik het adres van miss Simpkinson te Southend was te weten gekomen. HOOFDSTUK XII. Het kaartje Met een gevoel van teleurstelling verliet ik de magazijnen van de firma Browne Elder. Misschien was ik wel geheel ten onrechte zoo teleurgesteld. g|Ik had te jj vast vertrouwd op mijn „Philip Harvey" theorie, en nu 3 kon ik het toch ten slotte niet loochenen, dat ik geen bewijs,3 niet het minste bewijs had van het bestaan van zoo iemand. Toch gevoelde ik voor mijzelf, dat hij moest bestaan, en dat ik hiervan op de een of andere manier een bewijs zou vinden, en zijn verblijf zou opsporen. Ik kende het adres van miss Simpkinson te Southend 23 Marine jParade. Zij moest slechts een paar huizen van miss Ray* nell at hebben gewoond, want die ongelukkige dame had, naar Harvey mij had verteld in No. 17 gewoond. 5 [Dien namiddag reisde ik naar Southend. {Wordt vervolg

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 2