NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. DE ZWARTE KOFFER. 10e Jaargang. Maandag 8 Augustus 1892. No. 2789 ABONNEMENTSPRIJS: ADVERT-ENTIEN: Dit nummer bestaat uit twee bladen. STADSNIEUWS. BINNENLAND. FEUILLETON, AARLEI - i - Yoor Haarlem per 3 maanden1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,05. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsklad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37 Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. G-roote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOI. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31 bis Faubourg Montmartre. EERSTE BLAD. Bij dit Nummer der Courant wordt aan hen, die op het (Ml. Zondagsblad inteekenden, No. 32 van dat tijdschrift toegezonden. De Directeur- Witgever, J. C. PEKREBOOM. Haarlem, 6 Aug. 1892. Heden werd ons ter teekening aan geboden een tweetal adressen, het cene gericht aan Z. E. den Minister van Justitie en het andere aan den Com missaris der Koningin in deze provincie. Bedoelde adressen zijn galijkluidend, en strekken tot aanbeveling van den heer H. Scherpenhuijsen, inspecteur van politie tot de thans vaceerende betrek king van commissaris van politie in deze gemeente. Adressanten vestigen er de aandacht op, dat de heer Scherpen huijsen sedert 29% jaar den lande en de gemeente heeft gediend, eerst vier jaar als klerk op het kantoor der rijksbe lasting, daarna 3 jaar als klerk bij den controleur dier belastingen, tot bij den eersten Januari 1870 als klerk bij de politie in functie trad en drie jaar later, 1 Juli 1873, tot inspecteur werd benoemd. Adressanten noemen hem een ambte naar, die weet te handelen in het belang der openbare orde, zonder de wellevend heid en de belangen der ingezetenen uit het oog te verliezen; die de vraag baak is van het publiek en steeds vele geschillen ia den oorsprong heeft weten te stuiten. Tot zoover de iaheud van het adres. Daar wij ons daarmede ten volle kunnen vereenigen en van meening zijn, dat de heer Scherpenhuijsen, die zóóvele jare hier ter srede politieambtenaar was, als commissaris dier politie zeer goed op zijn plaats zal zijn, hebben wij niet geaarzeld op de beide adressen te teekenen. Eerste onderteekenaar daarvan is de heer Jhr. Ch. F. vaa de Poll, directeur van de Katoenmaatschappij alhier. Aan het bestuur der Vereeniging van de H. Elisabeth alhier is bij kon. be sluit vergunning verleend om eene ver loting te houden van geschonken voor werpen, waarvan de opbiengst zal strek ken ten dienste van armen en noodlij denden. De tentoonstelling van zilverwerk die op het museum van Kunstnijverheid al hier gehouden wordt zal Zondag 7 Au gustus geopend zijn. Onder de verzameling oud zilverwerk trekken vooral de aandacht de inzendin gen van Jhr. mr, Victor de Steurs, mr. A. J. Enschedé, Mevrouw Wed. Muiier en van de Evangelische Luthernche gemeente; de bekers van baren Sloet tot Oldhuis en van het St. Jacobs Gild te Haarlem en zooveel anderen inzen dingen die een belangrijk geheel vor men. De moderne zilversmidskunst is ver tegenwoordigd door de firma's van Kem pen en Zoneu te Voorschoten, Brom en Begeer te Utrecht, Locher te 's Hage en Boeker te Amsterdam, van Erp te Leeuwarden, Voet te Haarlem en van Rooij te Rotterdam. Genoemde firma's zijn niet alleen door hunne werken vertegenwoordigd doch de meeste hebben tevens ontwerpen teekeningen en photographische repro duction ingezonden die ons een beschei den overzicht geven van den toestand onzer hedendaagsche zilversmidskunst. Benoemd tot hoofd der openbare lagere sohool te Laagkeppel, de heer B. W. van Aalderen, thans onderwijzer aan de Burgerschool alhier. Heden had de besteding plaats voor rekening van de Doopsgezinde Gemeente alhier, van een nieuw te bouwen school voorlager onderwijs in de Ripperdastraat, onder directie van den architect den heer P. Kleiweg Dyseriock. Minste inschrijver P. Noë, voor f 38-558- Het interieur van de R. K. kerk op het Spaarne is weder zeer verfraaid. Door de milde bijdragen der parochia nen heeft men een begin van uitvoering kunnen geven aan het reeds lang ge koesterde plan, om de gepolychro meerde statiën, van den Kruisweg welke j tot nu toe in de kerk hangen, door 'geschilderde te vervangen. Heden zagen wij twee der station, weke reeds door den schilder aan wien het werk is opgedragen, den heer A. Windhausen te Roermond, zijn afgele verd. Het zijn de tweede en derde, i voorstellende de oplegging van het kruis en de eerste val. De tafereelun zya met olieverf op koper gemaald, terwijl het fond van goud is. Beide schilderijen maken een diepen iadruk door de talentvolle wijze, waarop ze zijn gedaan. De uitdrukking op het gelaat der figuren is meesterlijk weergegeven en het is of zij uit de lijst naar vorea treden, zooveel beweging en leven heeftj de schilder erin gelegd. Elk der schilderstukken is 2.20 by 1.08 M. groot. De Kruisweg bestaat zooals men weet uit 14 tafereelen. Acht daarvan kunnen door de mildheid van de parochianen, twee door de gift van een onbekende worden aangekocht. Allengs zal de serie worden gecomple teerd. De heer J. Pörtzgen, photograaf al hier, nam van de beide schilderijen, photografische opnamen, die uitstekend geslaagd zijn en waarschijnlijk in de etalage van de firma wed. J. A. van Zijl worden geëxposeerd. In eene Vrijdagavond gehouden ver gadering van de afd. Haarlem van den Volksbond, is op voorstel van het Be stuur daaraan machtiging verleend om het Volkskoffiehuis te liquideeren. De aanwezige goederen, meubilair etc. zullen door een makelaar publiek worden verkocht* terwijl het Bestuur eene vergadering zal beleggen met hen die deelnamen in een waarborgfonds, om hen te verzoekeD, thans wel het door de exploitatie ontstane deficit te willen dekken. Door den voorzitter den heer A. van der Voort Az., werd nog medegedeeld, dat eeDe aanbieding gedaan door den heer C. Boom, depothouder van de brouwerij Van Vollenhoven Co., niet tot een resultaat had geleid, daar naar het scheen de aanbieding niet bedoelde geheele overname van het koffiehuis door die firma, maar voortzetting daar van in combinatie met de afdeeling Haarlem van den Volksbond. Hiernaar had het Bestuur der afdeeling geen ©oren. „Al ware er," zoo zeide de voorzitter „thans opnieuw geld te vinden, dan zou het Bestuur nog be zwaar maken tegen voortzetting van het koffiehuis, omdat het meent dat onder de gegeven omstandigheden een Volkskoffiehuis zooals de Volksbond dat wenscht, geen reden van bestaan heeft." Daarna ging men over tot behan deling van den beschrijvingsbrief voor de a.s. algemeene vergadering van den Volksbond te 's Gravenhage op 7 Sep tember e.k. De afgevaardigden blijven vrij in het uitbrengen van hunne stem, doch er gingen stemmen op, die voortaan de afgevaardigden een imperatief mandaat wensehten mede te geven. Dit punt zal in eene volgende vergadering worden beslist. De heeren mr. H. Goeman Borge- sius en V. van der Willigen, zullen periodiek als leden van het Hoofdbe stuur aftreden. Door de vergadering werd eenparig besloten, beide opnieuw candidaat te stellen, ook laatstgenoemde die voor eene herkiezing niet in aan merking weoschte te komen. Tot afgevaardigden werden met meer derheid van stemmen gekozen de hee ren mr. A. J. van Thiel, G. E. L. Hijmans en C. Eekhout, die allen de benoeming aanvaardden. Tot afgevaar digde voor het daags na de vergadering van den Volksbond in den Haag te houden internationaal Congres tegen het misbruik van alcoholische dranken, werd mr. A. J. van Thiel benoemd. De Haarlemsche varkensslagersver- eeniging heeft eene „Onderlinge Verze kering" opgericht, welke ten doel heeft hare leden bij voorkomende gongevallen met varkens, voor een voorgesteld be drag, in de daaruit voortgesproten schade te gemoet te komen. Heden is geëtaleerd bij den boek en kunsthandelaar D. J. van der Wilk, Groote Houtstraat 105, een schilderij van G. Henkes, voorstellende twee boeren ia een herberg, luisterende naar de verhalen van een jager. Hedenmorgen ontmoetten wij op de Turfmarkt een merkwaardigen optocht. Een twaalftal arbeiders, blijkbaar grond werkers, droegen een met groen getooide heipaal, waarop een andere arbeider was gezeten. Bij informatie naar dezen eigenaardi- gen triomftocht, bleek ons dat de laatste paal voor de te bouwen school aan de Parklaan in den grond was geslagen en dat de arbeiders dit feit op de boven omschreven wijze vierden. Door de politie alhier is in beslag genomen een kwartguldenstuk dragende de beeltenis van Koning Willem II en het jaargetal 1849, blijkbaar bestaande uit lood. De herhaaldelijke diefstallen nog steeds in Noordelijk Haarlemmermeer gepleegd wordende, deden eenige ingezetenen besluiten om wegens het weinige onvoldoende politietoezicht des nachts zelf te surveilleeren. In een der jongste nachten werd door hen een passeerend persoon aangehouden, die hen ver dacht voorkwam. Hij werd aan de politie overgeleverd, die echter geen ter men vond hem in verzekerde bewariDg te houden. Te Haarlemmermeer wordt gevolg gegeven aan het verzoek van den Raad, tot oprichting van een nieuw Armbe stuur. Het tegenwoordige bestaande uit burgem. en wethouders zal vervangen worden uit een met 16 leden, terwijl de gemeente zal verdeeld worden in 8 armenwijken. Door den waarn.5 Commis saris der Koningin, in Noord-Holland is bepaald dat in die provincie de jacht op klein wild, met uitzondering van die op fazanten zal worden geopend op Zaterdag 3 September e,k. met zons opgang, dat de jacht op fazanten zal worden geopend op Zaterdag 1 October e.k. mede met zonsopgang, en dat de korte jacht dagelijks met uitzondering van den Zondag en de lange jaGht alleen op Woensdag en Zaterdag zal mogen worden uitgeoefend. Een Reuter-telegram meldt uit Antwerpen, dat volgens een aldaar loopend gerucht het Hollandsche jacht Mcrcuur, met 9 personen aan boord, tusschen Vlissingen en Antwerpen zou vergaan zyn. Een nader telegram uit Antwerpen zegt, dat bij het loodswezen aldaar niets van dit ongeluk bekend is. In een der Vrijdag namiddag te Rot terdam ontvangen Duitsche bladen stond reeds een bericht van dezen aard te lezen als afkomstig van het correspon dentie-bureau van Hirsch, dat reeds herhaaldelijk dergelijke Jobstijdingen verspreidde, die later bleken verzinsels te zijn. Het telegram van Hirsch om trent het vergaan van het jacht kwam uit Rotterdam. Ons was echter van de zaak niets bekend, en ook te Vlissingen weet men, blijkens door ons ingewonnen information daarvan niets. NR. CL Onze gemeente (Schiedam) zoo meldt de Sc hied, Ct. - bood Don derdagavond een treurig schouwspel van onchristelijken zin en onverdraagzaam heid. Het stationsplein was tot aan de Schie bezaaid met menschen, die daar deels uit belangstelling, deels uit nieuws gierigheid, deels, zooals later bleek, ook met andere bedoelingen de terugkomst verbeidden van de afdeeling Schiedam van het „Leger des Beils", welke den velddag te Vogelenzang had bijgewoond. Te 8 uur 10 min. stoomde de trein het station binnen, en Dauwelijks waren de heilssoldaten buiten gekomen, of zij wer den verwelkomd met liederen welke niet alleen hen, maar ook ieder welden kende ten zeerste moesten grieven. Zoo ging men op weg naar de „citadel" aan de Lange Haven, begeleid door hetzelfde grauw, dat zich niet tevreden stelde met het herhalen van het aangeheven ge schreeuw, maar zelfs tot handtastelijk heden overging, de heilssoldaten aangreep en hunne vlaggen verscheurde, ondanks het kordaat optreden der politie. Aldus vervolgd en gesard als een troep mis dadigers, bereikten de heilssoldaten ten laatste de „citadel", dankbaar althans heelhuids uit de handen hunner „chris telijke" stadgenooten ontkomen te zijn. Naar het blad verneemt, zijn Vrijdag 221 HOOFDSTUK XVII. En ik duwde den verbaasden man half de deur uit en keek hem na totdat hij beneden was. In zijn onthutstheid had hij den sleutel achtergelaten. Ik begreep dat nu een crisis ge komen was. Ik deed de deur op de gang uitkomende dicht en sloot haar af, maar alvorens dat te doen, had ik den knip aan den buiten kant der deur van Philip's kamer dich tgeschoven opdat mg vandaar geen gevaar zou kunnen dreigen. Ik durfde de deur tusschen de beide kamers niet afsluiten en op die wijze de twee broeders gevangen te houden. Zij zouden ongetwijfeld het slot hooren omdraaien. Ik sloot mijzelf dus met hen op. Te oordeelen naar het geluid van stemmen in de aangrenzende kamer, begreep ik dat Austin werkelijk zijn broeder had ge vonden, zoodat de kellner waarheid had gesproken. Ik drukte mijn oor tegen de deur, maar kon niet hooren wat zij zeiden. Zy praatten te zacht. Dit was natuurlijk voor mij zeer grievend en eene groote teleurstelling, maar ik moest het zoo geduldig mogelijk dragen. Ik troostte mij met de gedachte dat zij waarschijnlijk wel spoedig opgewonden zouden geraken en hunne stemmen dan meer zouden verheffen. Intusschen bleef ik bij de deur zitten enkeek in de kale kamer rond. Het eerste wat mijn aandacht trok, was de jas van Austin Harvey, achteloos op een stoel neergeworpen. Ik nam ze werk tuigelijk op, en gehoorzamende aan de voorschriften van mijn beroep begon ik de zakken te doorzoeken. Ik was niet in de verwachting iets belangrijks te vinden, maar daar ik nu toch eenmaal in de Harvey-zaak was gewikkeld, kon ik natuurlijk die jas Diet laten liggen zonder een onderzoek in te stellen. Ik. kwam weldra tot de ontdekking dat zij werkelijk niets bizonders bevatte, zoodat ik het kleedingstuk weer neerlegde. Ik had een paar zwart glacé handschoenen in den eenen zak, een klein boekje in den anderen gevonden en bovendien nog een paar shillings in een kaartjestaschje in den borstzak. Na de jas te hebben neergelegd, nam ik hem weer ©p. Het gesprek ia de aangrenzende kamer werd nog steeds fluisterend gevoerd. Ik had niets anders te doen, zoodat ik werk tuigelijk weer de zakken doorzocht. Nu voelde ik in een van de hoeken een stijf opgerold propje. De zak was buitengewoon diep. Het was ^en prop dun papier, dat in den zak was ge worpen en vergeten. In rolde het uit en streek het vlak. Het bleek een bagage biljet te zijn met de woorden „Southend- Londen". „Souihend-Londen". Niet veel belangrijks. Toch was dit het zelfde gbagagebiljet, dat ik te Parijs gemist had op den kofter van Philip Harvey. „Southend-Londen". Hoe kwam dat papiertje in een zak van Austin Harvey's overjas De verklaring scheen nog al voor de hand te liggen. Het was een biljet van een zijner koffers, Hij woonde immers in Southend en was eenigen tijd geleden dus naar Londen geweest. Hoewel deze verklaring voldoende was, zoo voldeed ze mij niet. Terwyl ik op het bagagebiljet zat te staren, gebeurde datgene, waarop ik juistghad gehoopt. Philip Harvey verhief zijn stem in het vuur van het gesprek. „Ik geloof niet, dat ik hét heb gedaan," zeide hij met tril lende stem. „Wat gij ook moogt zeggen, ik kan niet gelooven dat ik het gedaan heb." „Ik geloof niet, dat ik het gedaan heb! Wat gedaan? Toch zeker niet den moord? Was de man in staat om aldus zijn eigen broeder te bedriegen „Stil", zeide Austin, maar een oogenblik later verhief zich de stem van Austin. „En daarom moet het zoo zijn," waren de eerste woorden, die ik hem hoorde zeggen." Wordi vervólgd,)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 1