NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
DE ZWARTE KOFFER.
10e Jaargang.
Zaterdag 13 Augustus 1892.
No. 2794
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIEN:
DE KERMIS.
STADSNIEUWS.
B11 N E N L A N 3.
FEUILLETON
DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37^.
Dit blad verschijnt,dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
By Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en cpürantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOI,
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONESSucc., Parijs 31 bis Faubourg Montmartre.
Eet bijvoegsel van het blad dat
dagavond verschijntzal bevatten i
mooiste man van t regiment.
en Buitenlandsche berichten.
Kleine advertentiën uil „het
Blaadjeu No. XXXIL Advertentiën enz.
Donderdagavond werd in den schouw
aan den Jansweg alhier door het
Tooneel" ten tooneele
„Blende Els" van W. N.Pey-
pers. In dit drama in zes tafereelen werd
de hoofd- en titelrol vervuld door
PauwelsVan Biene, in wier
de grootste dramatische kracht van
stuk was gelegd.
Zij gaf die in haar spel meesterlijk
weer ondanks het moeilijk aandeel, dat
tij in dit stuk had te volbrengen. Met
komt en woord van lof toe aan
Chr. Stoetz, die een waardig
leverde van eeu oude, weldoende
pleegmoeder als Pieuntje. Boor den
leer Louis Bouwmeester werd de rol
m Willem Krans gespeeld op eene
die hem daarin ongetwijfeld de
van alle toeschouwers en
waren er veel, want alle rangen
zonder uitzondering waren vol deed
verwerven.
Een paar goede types, als een oud
visscher en een verloopen
leveiden respectievelijk de
Spoor en Van Dommelen, terwijl
ook de heer Verenet als Wachter von
der Niebelujogen zijn klein rolletje uit
stekend vertolkte evenals de heer Van
die als kapitein Valk op
wijze nog een paar cou
pletten zoag. Ook de heer de Jong was
in zijn onsympathieke rol lofwaardig
onsympathiek.
Donderdag waren we in de gelegenheid
ons in de tent van prof. Mullens
van de wonderbare werking zijner som
nambule te overtuigen. D^or spiritisme
slaap gebracht, weet zij met juistheid
en vlugheid de haar gedane vragen te
over de bezoekers het
een eu ander te vertellen, het zij in
het verledene of in de toekomst.
Gaarne vestigen wy de aandacht op
het tegenover de Vleeschhal staande
waarin ots in bun nationale
dracht een as-ntal Chuii-negers (die
Boven Egypte bewonen) getoond wor
den. Zij geven eenige zeer aardige
waaronder de krijgsdans
in de woestijn ons het aantrekkelijkste
Haarlem, 12 Aug. 1892.
Bij kon. besluit is benoemd tot com
missaris van politie alhier de heer H.
J. F. A. A. M. van Goor, thans com
missaris van politie te 's Bosch.
Benoemd tot klerk ter gemeente
secretarie, afd. burgerlijke stand en be
volking, J. Heijblok alhier.
Bij de Donderdag te Ams erdam ge
houden examens vaor de hoofdakte is
geslaagd, de heer W. J. van Es, alhier.
Geslaagd te 's Hage voor de lager-
akte fransch, mej. J. A. Hartman, alhier,
en te Utrecht voor gymnastiek (L. O.),
de heer P. de Graal, alhier.
Het plan bestaat om eerstdaags te
Zandvoort een conoert te geven in de
Passage, gevolgd door bal champêtre.
Aan de badgasten zal worden verzocht,
een waarborgfonds bijeen te brengen.
Men wil daarvoor het Stedelijk Mu*
ziekkorps engageeren.
Met tegenzin en diep leedwezen ma
ken wij melding van een allerdroevigst
foil, dat hier Donderdagavond is voor
gevallen.
Ongeveer te «Middernacht vervoegde
zich op het bureau van politie in de
Zijlstiaat A. C.Balabréga, geëmployeerde
van de Duinwater-Maatschappij alhier
en deelde aan den wachthebbenden
inspecteur mede, dat hij eca zijner
kinderen, een j®Dgetje van circa ander
half jaar van het leven had beroofd.
Aanvankelijk meende men dat de
zaak niet ernstig was, maar toen men
ten huize van den ongelukkige in de
Lange Begijnestraat een onderzoek
instelde, bleek de droevige waarheid
maar al te duidelijk. Het kind, een lief
knaapje, lag gewurgd in zijn bedje.
De twee kinderen, een tweeling sliepen
boven. Terwijl het ontzettende feit ge
schiedde, was de familie (de dader
woont bij zijn vader in) deels uit, deels
in de huiskamer beneden.
Het schijnt dat de ongelukkige ook
voornemens is geweest, het andere kind
te dooden, doch daartoe den moed
niet heelt gehad. In een brief aan de
familie schrijft r.ij, de aanleiding tot de
daad niet te zullen mededeelen.
Door den officier van Justitie, jhr.
mr. A. J. Rethaan Macaré, in tegen
woordigheid van den substituut officier
mr. Joh. P. van Outeren en den waar
nemend commissaris van politie mr. C.
M. Rasch, verhoord, antwoordde B. met
onnatuurlijke kalmte. Ook thans gaf hij
geen reden voor zijn daad op. Ten 2
uur werd hij naar het Huis van Bewa
ring overgebracht.
Heden heeft ia het St. Elizabeths-
gasthuis de lijkschouwing plaats gehad.
WanDeer men weet, dat Balabiéga
zielsveel van zijne kinderen hield, wan
neer men in aanmerking neemt de
kalmte die hij na de daad toonde, dan
is de eenige verklaring die gegeven kan
worden, dat hij gehandeld heeft in een
plotselingen aanval van krankzinnigheid
en met diep medelijden voor hem en
zijne diep geschokte familie, deelen wij
de toedracht der zaak mede.
Waar wij persoonlijk de zaak liever
gezwegen ol althans zeer kort mede
gedeeld zouden hebben, daar moeten
wij als nieuwsblad deze neigiüg achter
stellen en dat te eerder nog, omdat
allerlei geruchten de ronde doen als
zou Hoogerbeets, uit de gevaDgenis ont
slagen, op Balabiéga een moordaanslag
hebben begaaD, een gerucht dat allen
grond mist.
De ongelukkige man is pas 26 jaar
oud.
De minister van binnen-
kndsche zaken, die voor een paar weken
met verlof naar het buitenland is ver
trokken, heelt de aandacht der ge
meentebesturen gevestigd op verschillen
de gezondheidsmaatregelen in verband
met de eventueele verschijning van ch©-
leiagevallen.
De Exploitatie-maatschappij is van
Regeeringswege uitgenoodigd, om in
verband met de te nemen maatregelen
tegen de cholera, zonder eenige belem-
meiing van het verkeer, toezicht te
houden op de reizigers, die van de zijde
van België op de grensstations per
spoorweg aankomen, en voorts om met
den inspecteur van het Geneeskundig
Staatstoezicht voor Friesland en Gro
ningen, maatregelen te nemen ten einde
te verhoeden, dar de cholera door
Russische landverhuizers zou kunnen
worden overgebracht.
Zooals reeds veor eenigen
tijd werd bericht, zijn de voordeuren
in de péristyle van het Koninklijk pa
leis in het Nooideinde te 's Hage ont
daan van de verf, die de onderlaag van
koper tot nu toe bedekte, welk koperen
lijstwerk, thans fraai gepolijst, aan het
voorfront een geheel ander aanzien
geeft.
Ook heeft de hoofdingang tot de
vorstelijke woning een verandering on
dergaan, in zoover de zij-ingangen
thans door geheel afzonderlijke glas
deuren aan weerszijden zijn afgescheiden
van den midden-doorgang, uitsluitend
tsn gebruike van H.H. M.M. en te
openen bij bizondere gelegenheden.
Voorts zijn thans in de vestibule de
deuren, die de bogen vulden, daaruit
weggenomen, zoodat daardoor de prach
tige wit-marmeren hoofdtrap een
ware escalier d'honneur meer vrij
staat en de vestibule in al haar ruimte
uitkomt.
Sedert Zondag is uit Am-
sterdam voortvluchtig Mozes A. Cathan,
ongeveer 24 jaar, commissionair in
diamantenlaatst wonende Plantage,
Kerkhaan 20, verdacht van bedrog, o.a.
door voor ruim j 12,000 aan geslepen
brillanten ter verhandeling in Belgie
bekomen te hebben van Frederik Zwart-
verver, aan dezen 2 gecacheteerde pak
ketten, welke de brillanten moesten
inhouden, te hebben in handen gegeven,
waarna gebleken is dat bedoelde pak
ketten slechts inhielden waardelooze
gekleurde kristallijnen. De commissaris
van politie in de i»te sectie (bureel
voormalige Sint Pietershal) te Amster
dam verzoekt opzending.
De stoomtram tusschen
Den Haag en Delft ontspoorde Bon-
derdag nabij Reineveld, doordat een
stier op de rails liep. Het beest werd
onmiddellijk gedood en de tram ge
raakte uit het spoor. De dienst onder
vond weinig vertraging.
De geagreëerde klerk ten
kantore van de hypotheken en van het
kadaster te Alkmaar is weer op vrije
voeten gesteld. Er schijnt gebleken te
zijn, dat veeleer nonchalance dan oneer
lijkheid heelt plaats gehad.
Ter gelegenheid van de
internationale tentoonstelling van ge
zondheidsleer, voedingsmiddelen en
kookkunst, ingericht door de Vereeni-
ging tot bevordering der Hygiëne, en
thans in het gebouw voor kunsten en
wetenschappen te 's Hage geopend,
wordt een wedstrijd uitgeschreven tus
schen al de brood- beschuit-, koek-en
banketbakkers (confiseurs) en koks van
Nederland.
Deze wedstrijd zal plaats hebben op
25 en 26 Augustus en zal beoordeeld
worden door een jury, door de mede
dingers zelve te benoemen.
Uit Loenen aan den Vecht
schrijft men
„Was het wel te verwachten, dat na
de opening van het Merwede-kanaal de
vaart op de rivier de Vecht veel z©u
verminderen, eene stilte als sedert 4
dezer hier heerscht, had men niet ver
wacht. De vaart staat genoegzaam ge
heel stil."
Te Echt is dezer dagen b ij
het uitdelven van kiezel een gouden
muntstuk gevonden, ter grootte van een
gulden. Op de eene zyde staat een kruis,
met verschillende wapens tusschen de
armen, omgeven met de woorden:
„Archiduces. Aust. Duces. Burg et
Brab." Op de andere zijde staan twee
lelietakken met het jaartal 1600. Op
den rand de woorden„Alhertus et
Elizabeth D. C."
Uit Tilburg schrijft men:
WoeDsdag namiddag is de justitie uit
Breda aldaar aangekomen, vergezeld van
een officier van gezondheid, ten einde
een onderzoek in te stellen naar den
jl. Zondagnacht gepleegden moord op
den 22-jarigen fabrieksarbeider C. V. H.
Het visum repertum had in het gast
huis plasts, waarheen het lijk van den
vermoordde gevoerd was, en geschiedde
door genoemden officier van gezondheid
en een arts uit deze stad, in tegenwoor
digheid van den vermoedelijken dader
F. B., die uit de gevangenis daarheen
was gebracht; hij behield bij de lijk
schouwing de meeste kalmte en zag deze
met groote onverschilligheid aan. Na
afloop daarvan werd het lijk van den
verslagene begraven onder een toeloop
van honderden menschen, die zich voor
het gasthuis en op het kerkhof verza
meld hadden.
Naar men verneemt, is uit het onder
zoek gebleken, dat de vermoorde door
twee hevige slagen met een zwaar hout
getrcöen werd, die de hersenpan geheel
verbrijzelden; de eerste moet reeds met
zulk eene kracht toegebracht zijrj, dat
hij den dood ten gevolge kon gehad
hebben. Andere verwondingen zijn niet
op het lichaam bevonden.
De vermoedelijke dader blijit zyne
misdaad ontkennen en zegt geen slagen
toegebracht te hebben. Door de justitie
werd het onderzoek intosschen voort
gezet en verden nog venchillende ge
tuigen gehoord, zoodat bet eerst des
avonds te 10 uren afgeloopen was, met
het gevolg dat nog zekere L. C., fa
brieksarbeider, als medeplichtige gearres
teerd werd en Donderdag ochtend met F.
B. zwaar geboeid naar Breda getrans
porteerd werd, om aldaar aan de ju
stitie overgeleverd te worden. Men zegt,
dat een derde medeplichtige .de vlucht
genomen heeft.
Onder de gesignaleerde
personen in het Algemeen Politieblad
komt voor L. Kastner, glazenmaker uit
Hagsfeld bij Kalsruhe, 28 jaar. Hij
wordt vervolgd ter zake van verval-
schiDg in authentieke akten en heeft
dientengevolge den herbergier Karl
Malsch te Karlsruhe voor ongeveer
1000 mark benadeeld. Hij is waarschijn
lijk naar Amerika voortvluchtig. Zijne
uitlevering wordt door de duitsche
Hl
HOOFDSTUK XIX.
„Uw schuld is zieker," herhaalde ik, „ja tot zekere grens. Gij
hebt dus Southend met den koffer verlaten In Londen hebt gij
de dames Simpkinson ontmoet, en gij, uw broeder Austin, miss
Simpkinson, haar moeder met al de bagage, waaronder de twee
koflers, zijt van Charing Cross tegelijk naar Dover gereisd F Is
dat zoo
„Neen. Austin heeft ons slechts tot het station vergezeld. Wij
met ons drieën vertrokken gelijktijdig. De Simpkinsons gingen
met hun bagage recht door naar Parijs. Ik ging slechts voor
week naar Dover om wat van de frissche lucht te ge
nieten."
„En herinnert gij u de boeken in uw koffer te hebben ge
pakt
„Ja. Zaterdag had ik ze er ingelegd. Den kotfer liet ik onge
sloten. Zondagavond tilde ik het deksel op om er een paar
brieven in te weipen, en ik zag de boeken nog op dezelfde wijze
liggen. Daarna sloot ik den koffer en bond er een touw om
heen."
„Hoe Gij hebt er Zondagavond een touw omheen gebonden
„Ja; nu en dan deed ik dat. Ik was bevreesd, dat iemand de
brieven zou zien, die ik er in had gelegd."
„Gij zijt toch niet links, mijnheer Harvey
„Neen, waarom vraagt gij dat?"
„Wie heeft te Charing Cross een oog op de bagage ge
houden F"
„Ik, maar het ging zeer haastig en ongeregeld. Wij waren laat.
De koffers werden er zeer spoedig ingebracht. Er kan zeer ge
makkelijk een vergissing zijn begaan."
„Zoo, en wanneer hebt gij die „P. H°" op den koffer ge-
teekend?"
Philip Harvey zag my verwonderd aan.
„Ik heb die letters „P. H." er in het geheel niet op aan
gebracht," zeide hij. „De koffer was in het geheel niet gemerkt.
Dat is ook de reden van de verwisseling."
„Gij hebt „P. H." op het bagagebriefje geschreven. Ik zou
wel eens willen weten, of dat ook een van dp dingen is, die gij
dien nacht ia uw zonderlingen toestand hebt verricht F"
„Ik heb het zeer zeker nooit gedaan in bewusten toestand,"
zeide Philip; „ik weet echter niet meer wat ik wei en wat ik niet
heb gedaan. Ik weet nauwelijks goed of ik besta, ja dan neen."
Ik ging naar beneden naar mijn kamer om het facsimile van
de letters op den koffer van Philip te gaan halen en ook zijn
kaartje aan miss Simpkinson, zijn brief aan zijn broederenden
brief van zijn broeder aan mij. Ik nam alles mee.
HOOFDSTUK XX.
Ik schoof een tafeltje voor Philip, en legde mijn copie van
zijne voorletters voor hem neer.
„Herkent gij die letters," zeide ik, „en schrijft gij ze zoo
altijd F"
„Ja," gaf hij ten antwoord; „het is mijn schrift. Wat zou dat F"
„Het is uw schrift," zeide ik, „en die letters staan op uw
zwarten koffer in Parijs."
Ik haalde den brief en het kaartje voor den dag, en verge
leek ze nog eens met elkaar. Het speet my volstrekt niet, dat
ik hiermee een einde maakte aan een onderhoud, dat moeielijk
langer kon worden volgehouden. Ik zat op de verschillende let
ters te staren met buitengewone nauwkeurigheid, omdat ik niets
beters wist te doen. Plotseling slaakte ik een luiden uitroep. Ik
kon dien niet inhouden. Ik greep den arm van den ander, en
schudde dien hevig.
„Hebt gij papier in deze kamer?" zeide ik, „en inkt? Geef
mij dat dan spoedig. Vlug I"
„Wat wilt gij toeh F" vroeg Philip verbijsterd.
„Vraag mij niets. Breng het mij maar. Is dat een inktkoker?
Al klaar. Schrijf nu de voorletters van uw naam vijftig maal
achter elkaar zonder op te houden om adem te halen."
Met een verwonderden blik gehoorzaamde Philip. Hij schseef
de letters op een groot vel papier.
Ademloos sloeg ik hem gade. Ik leunde tegen zijn stoel toea