Be mooiste M van't Repeal. BINNENLAND. GEMENGD NIEUWS. Vooruit tamboer, sla een roffel, om aan de aanwezigen te verkondigen dat ik het waarachtige verbaal ga doen van den mooieten man van het vyftigste regiment, waarvan wij allen, do een minder de ander moer de eer hebben deel nit te maken, en waarvan ik ale een superieur met drie chevrons het grootste sieraad benAttontie. De tong op geborgen, de oogen strak en aandachtig! Zoo. Eik ongepast geluid zal met acht en veertig uur politiekamer worden ge straft. Een.... twee.... drie..» vooruit tamboer. Rrrrrrrrran 1 Al klaar. Ik begin. Het vijftigste rogimont ia in het irau- sche leger door zijne verdiensten en zgn dapperheid in het fransche leger wal de kreeft in de salade is. Gedurende den oorlog met do Chiuoozen, placht de keizer van Chica (een slimme vogel) aan zijn generaal tc vragen, telkens als die hem rapport kan brengen „la het vijftigste al onderweg? „Noen, Ma jesteit.» - „Good, dan kunnen onze troepen voortrukken.» Maar toen hij op een morgen vernam, dat ons regimeot zich bad ingescheept, riep de keizer van China in het chineesch„Duizend bom men en granaten, nu is het met ons gedaan!» En dadelijk schreef hp een briefje aan onzen kommandant, dat hl] vrede wou sluiten. Wanneer men op zyn visitekaartje kan laten drukken N. N. Soldaat bij hot 50ste, dan is dat éen, neen twee, ja zelfs drie epauletten waard. Ik die hier tot u spreek, ik heb een luitenant-kolonel van de artillerie gekend (ik weet zijn naam niet meer) die ruilen wou met een kor poraal van het vijftigste, myn kameraad. Twee jaar heeft hij myn kameraad moeten smeeken voordat die het deed. Laat ik eens veronderstellen, dat een van jelui met den generaal naar de her berg gaat, om hem een beleefdheid te bewijzen. De patrones, die het nummer van je regiment ziet, lacht heel vnende lijk. Zonder een woord te zeggen, scheukt zij uw vriend den generaal gewonen can- tine-brandewyn in, maar ze geeft u fijue champagne zooals die alleen voor de ko ningin van Engeland wordt gemaakt. En die weet, wat lekker smaakt 1 't Is bekend, dat al de koffiehuishouders er een aparte flesch voor het vijftigste op nahouden. Zóo en niet anders is het vijftigste. Een roffel, tamboer, tor oere van ons re- giment! In den tijd waarvan ik vertel was het regiment in do kazerne in Nieuw-Frank rijk. Milicien Foutara kijkt my aan met een paar domme oogen, alsof hij weten wil waar die naam vandaan komt. Daar het gouvernement dien naam heeft uit gekozen is het ongeoorloofd er meer van le willen weten. Fontara heeft 24 uur politiekamer 1 Maar sergeant, ik heb niets ge- Z6id Je hebt mij met je oogen in de reile gevallen. Wil je mjj soms liever een borrel ofiroeren? Ja, dat heb ik liever. ik „ok. Het was dus bijna acht uur Truffiot en ik warmen ons voorde kazerne op een bank in da zon. Hot is goed om jelni te vertellen, dat Trulfiot een brave jongen was een brave jongen, ja hoe zal ik jelui dat nou uitlegden Enfin, Truffiot presenteerde vaak de oudgedienden een borrel. Ik wil het jelui maar zeggen. Daarbij was hy go- dienstig en vriendelijk als een hond en levendig als het kruit. Men behoefde hem maar te zeggen: „Truffiot, je moeEtdan waB hjj al bozig om het te doen. We praatten das samen over koeljos en kalfjes, bijwy'ze van tijdverdrijf Niet dat wü elkander niets te zeggen haddon maar als men nooit du tong bewoog, zon men nooit dorst hebben. En daar op eens..... Let op, stommerikken! Als jelui een geschiedenis wordt verteld cn er komt: „op eens», dan gebiedt de beleefdheid voor den verteller, om den mond, de ooren en de oogen wyd open to zetten. Dat moedigt den verteller aan. Opeens, zeg ik, zien Trufiiot en ik oen oude vrouw naar orie toekomen. Zjj had een vriendelijk, gerimpeld gezicht, dat de kleur had van een kastanje, of van oen blad dat in November van de boomen valt. Ze had gebroken oogen, gebogen rug en een muts op. „Sergeant," zegt ze tot my, „ze willen mij niet in de kazerne laten en ik wou myn kleinzoon omholzen, die er in is. Zou u zoo goed willen wezen hem te zeggen, dat zijn grootmoeder Rei nette met peren en wyn voor hem van Senlis is komen loopen en dat ze op het trottoir wacht Truffiot was bij de eersto woordon al opgestaan, voorziende dat hy een dienst zou kunnen bewijzen. //Vertel me maar eens moeder," zei hy tot de oude, hoe je kleinzoon er uitziet. Ik ben van Vi neuil, een landsman, wat Mijn kleinzoon? myn kleinzoon? Hoe hy er uitziet? Het is de mooiste man van het regiment!" „Dan ken ik hem wel," zegt Truffiot en gaat dadelyk op een drafje de kazerne jn. Ik laat moeder Reinette op de bank zitten, bet is altyd of er iets van je eigen moeder is in de oudjes die voor- bygaan! Dadelyk daarop komt Truffiot terug met den tamboer-majoor, Gabariot, jelui kent hem wel, een mannetje van zeven voet. Io het gelid ziet hy er uit als oen populier io een radijsbed. „Dat myn kleinzoon? Nou nog mooier. Myn kleinzoon is veel knapper zegt het oudje fier. „Goed", zegt Truffiot, „laat den tam boer-majoor staan en gaat weer op jacht. Na drie minuten komt hij terug met den wapenmeester Grascassac, jelui kent hem wel Een kerel die zóo in het oog loopt, dat alle gekroonde hoofden die hem zagen, zich aan hem hebben laten voor stellen. „Wie vraagt er naar my?" vraagt Grascassac, zijn knevel opdraaiend. „Een blonde? een bruine? een prinses? een koningin? een keizerin?" „Daar staat je grootmoeder," zegt Truffiot, „ze komt van Sanlis loopen om je wijn en peren te brengen. „Dat myn grootmoeder?" roept de wapenmeester. „Dat mijn kleinzoon?" roept de oude vrouw on lacht dat ze schudt. „Heb je dan niet gehoord, dat ik zei dat mijn kleinzoon de mooiste man van het regi ment is Truffiot gaat weer aan het zoeken en Grascassac blyft even verbaasd staan als Gabariot. Achtereenvolgens laat hy voor de oude defileeren: sergeant-majoor Libi- dinois, den vaandeldrager, den kapelcnees ter, luitenant Casquapoil den kolonel ja den kolonel zelfkortom, al de mooie mannen van het regiment, maar mooder Reinette schudt maar al door het hoofd. Opeens springt ze op, vliegt in weer wil van het reglement, de kazernepoort binnen naar een akeligen stommen, vui- len, leelijken. kleinen milicien toe die de kazernedeur komt uitdruilen, valt hem om zijn hals en roept: „Daar is hij, mijn Jean Baptiste, myn lieveling, de mooiste man van het regiment!" Zoo zie jelui, jongens, dst in alle regi menten ook in het vyftigste, do man dion wij liefhebben, voor ons de mooiste is. De zitting is opgeheven. Een rofiel, tamboer. En jij, Fontara, kom mij in de cantine een borrel ofireeren! Naar het fransch van Quatrelles. HH. MM. de Koninginnen maakten Donderdagmiddag met hare gasten, de prins en prinses van Bentheim en hun kinderen, een meisje en drie knapen, in een met vier paarden bespan nen brik een rytoer over de Lage Vuur- sche. Op den hoek van den straatweg naar Maartensdyk en dien naar Utrecht, juis tegenover het buiten Prins Hendriks- oord van den heer A. Boissevain reden de paarden, die gemend werden door den prins van Bentheim, in volle vaart tegen de brugleuning aan. Het rijtuig werd nogal beschadigd eu de Koninginnen en hare gasten zagen zich genoopt uit te stappen, totdat de koetsier met behulp van het personeel van Prins Hendriks- oord alles in zooverre had hersteld, dat de rit vervolg kon worden. De postbode J. te Gent (Over-Bstnwe) heeft zich, een paar dagen voor -zijn huwelijk, een aangeteekenden brief met 50 gulden inhoud toegeëigend, teneinde, volgens zyne verklaring aan den burgemeester, met die gelden de kosten te kunnen betalen, die op zyn huwelyk vielen. Eenige dagen na die plechtigheid werd de diefstal ontdekt, de man uit zyne betrekking ontslagen en gevankelyk aan de justitie in Arnhem overgeleverd. Te Broekorhaven, gemeente Bovenkarspel, is een vijfjarig meisje, dat met een jongetje op het strand aan het spelen was, verdronken. De speelmakker vertelde het ongeval, toen hy thuis kwam om te eten. WEDSTRIJDEN. Uitmuntend weder begunstigde Vrydag te 'sHage de Cüngendaal-races. Waarschijnlijk om het hoppische feest heden te schitterender te doen zyn, met het oog op het bezoek van H.H. M.M. de Koninginnen, was het programma Vrydag maar matigjesslechts 3 ritten, allen wedrennen. Ten 2J£ uur namen de courses een aanvang. De uitslag was 1. Duindichtprijs. Wedren op de vlakke baan, handicap, (licht gewicht) voor 3-jarige paarden. Prys 1200 gulden, waarvan ƒ700 uitgeloofd door den neer Jochems te 's Hagede winner ontvangt ƒ800. de tweede ƒ300, de derde 100. De winner ontvaDgt de tweede l/a der inleg- en rouwgelden. Afstand circa 2400 meter. Slechts vier paarden kwamen op, na melyk St. Thomas van Edm. v. Hoboken van Rhoon, Mandoline van luitenant G. baron van Heemstra, Faineant ex Exel- lent van J. R. van Genus en Southhove van luitenant Metelerkamp. Prys S£. Thomas, tweede aangekomen Faineantderde Mandoline 2. Verkoops Hordenren voor 4-jarigo en oudere paarden, die te koop gestold zijn voor 2500. Prys 600, waarvan ƒ500 foor den winner, ƒ50 voor den tweede en 50 voor den derde. De inleg- en rouwgelden worden gelykelyk verdeeld tusachen de eersto, tweede en derde. De winner zal na afloop van den wedren gedurende 10 minuten met ge sloten briefjes op te eischen zijn en aan den hoogsten insehry ver vervallen. Inge val op twee of meer briefjes hetzelfde bedrag is ingevuld, beslist het lot. Afstand circa 3200 meter. Opgekomen Primes Ida van Mssr. Wapuho, Pic Duffer van S. J. graaf van Limburg Stirum, on Fortuna van Ed. v. Hoboken. Banstead had rouwgeld gede clareerd Littlehelp niet opgekomen. Prijs Prinses Ida', twee ie aangekomene Pic Dugerderde Fortuna. III. Militaire Sportprys. Hordenren, 2-3 serie van het reglement der Militaire Sportvereeniging, voor paarden uitslui tend en bona fida het eigendom van of ficieren en niet door „professionals" ge- ëutraineerd. Prijs 450 gulden, waarvan 250 uitgeloofd door de Militaire Sport vereeniging De winner ontvangt ƒ300, plm. de inleg- en rouwgelden, de tweede ƒ100, de derde 50. Door den heer G. Koster te Amsterdam is nog een mand Heidsieck Sec. uitgeloofd voor den bery- der van den winner. Afstand ongeveer 2400 meter. Opgekomen Little Helpvan luit. Me telerkampAvonbrïdge, van luit Van Altena, en Milyvan luit. jhr. Van Kin schot. PrijsLittle Help, tweedo aaogekomen Avonbridge. Mily brak by do tweede hurder uit de baan en viel met. zijq berijder, die voor zoover te zien. geen letsel bekwam. Te 3 unr waren de races geëindigd die ten 3 4 hadden moeten eindigen. Letteren en Kunst. InhondSemperoirens van 12 dezer. Ingevoerde Cactussen. Tigridia Pavo- nia Ferraria Tigridia, met een af beelding. Eene nieuwe Lelie: Een misplaatste noot. Het Rozenfeest te Leiden. Iets over den Zwijndreeht- schon Tuinbouw en exporthandol. (Slot). Afkeurenswaardig. Ingezonden. Een Tentoonstelling te Kokhuizen. Weeknieuws. Verschill. mededeelin- gen. Vraagbord. Weêrsgosteld- heid. Inhoud van het Nederlandsch Tuinbouwblad. Rechtszaken. Vrydag is voor de arrondissements rechtbank te Rotterdam de volgende zaak behandeld. In het nummer van 18 Mei bevatte de N. R. Ct. een bericht lui dende „De Amsterdamsche politie heeft de- politie alhier gewaarschuwd tegen den anarchist Johan Barsch, oud 35 jaar, wonende alhier Teijlingerstraat 4, wiens signalement laidtongunstig, verloopen uiterlijk, lichte knevel, hoofd kaal, pos tuur klein. Bersch heeft zich in een brief, door hem aan een te Amsterdam ver schijnend dagblad gericht, uitgelaten, dat de verschillende plaats gehad hebbende ontploffingen alleen de schuld der politie in het algemeen zyn, en voorts dat ook de groote gemeenten in ons land aan do beurt zouden komen voor ontploffingen." J. J. Bersch, die opgeeft agent vau buitenlandsche huizen te zyn, acht zich in zijn krediet benadeeld en van daar de vervolging. B, die aanvankelijk wei gerde een eed af te leggen, achtte zich door de aanduiding „anarchist" niet be- leedigd, wel door de wijze waarop in het signalement gesproken werd. Nadat do heer Nygh en nog een andore getuige was gehoord, waarby aan het licht kwam dat het bericht was aangebracht door den heer Van Diest, gaf de off. v. justitie als zyne meening te kennen, dat onge twijfeld het bedoelde bericht van belee- digenden aard is. Er wordt in medege deeld, dat omtrent een bepaald persoon eene waarschuwing is uitgegaan van de politie te Amsterdam. Dit kan voor den betrokkene zeer nadeelig zyn het gaat dan ook niet aan om maar in het openbaar alles te ver melden wat omtrent dezen of genen be kend wordt. Van hooger belang acht spreker oven- wel de vraag wie hier de dader is Het bericht is gegeven en geschreven door den heer Van Diest. Is hij dus de dader Neen. Do heer v. Diest is in vasten bezoldigden dienst van de courant, en hy levert zyne berichten af, zonder meer. De redactie bosehikt over die be richten, kan ze verwerken, kan ze laten vervallen. Niet hij dus die het bericht brengt omdat dit zyne taak is maar hy die daarvan gebruik maakt om het in de courant te plaatsen is de dader, in dit geval dus de redacteur. De dader is ons evenwel onbekend, daar hy niet is genoemd. Daarom moet hier de uit gever aansprakelijk gesteld worden, en eischt het O. M. dat de heer J. C. Nijgh zal worden veroordeeld tot eene boete van ƒ25, sabs.feeae gevangenis straf van 5 dagen. Na re- en dupliek werd de uitspraak bepaald over 8 dagen. Dat de b e z e 11 i n d e r G 1 o riosa-eilanden op last der fransche re geering plaats had, blykt uit de volgende mededeeling der officieuse „Temps" „De Aldabra eilanden worden door den minister Ribot niet betwist aan Enge land, dat er reeds tal van jaren zijn vlag doet wapperen. Maar onze minister van buitenlandsche zaken heeft in over eenstemming met den minister van marine gebruik gemankt van het voor enkele weken gerezen incident by het bezoek van een engelsch schip aan de Aldabragroep, en de Gloriosa eilanden doen bezetten. Deze eilanden vormen in den indischen archipel een gewichtig strategisch punt, gelegen in het gebied waar Frankrijk invloed heeft, halfweg tusschen de Comoren en Diego Suarez. „Omstreeks 8 dagen geleden is door den minister van marine aan den com mandant van een fransch adviesjacht, dat op de kust van Zanzibar kruiste, last gegeven zich naar de Gloriosa-eilan- den te begeven. i/Wy gelooven dat eveneens is beslo ten, zoo dit niet reeds heeft plaats ge had, ook de eilanden Amsterdam en Saiot-Paul te bezetten." De Gloriosa-eilanden liggen op 45° O. L. en 12o Z.Br., en bestaan uit het eiland Gloriosa, Lys en het Groene Eiland. Uit een aardrijkskundig oogpunt behooren zy tot den Malgache Archipel. De afstand tot de Comoren en Diego- Suarez bedraagt ongeveer 262 KM., en worden door gelyken afstand van do Aldabra groep gescheiden. Uit een strate gisch oogpunt zijn zij een aanvulling van de sterke stelling van Diego-Suarez, waarvan zij de oostelijke voorwacht vor men. De bewaking der fransche vlag zal worden toevertrouwd aan een Frïnsch- man, Caltaux, die op de eilanden een handelshuis gevestigd heeft. In ons vorig nomtner is ge meld dat er te Neisse zeven soldaten by het /.wcmuien zijn verdronken. Volgens nader bericht is hot gebeurd by eene zwemoefening van ongeveer 200 man infanterie met volle bepakking. Een der soldaten begon te zinken, hield zich vast aan zijn nevenman, die hierdoor werd medegesleept en weer een ander medetrok, hetgeen zoo van den een op den ander voortging, tot er tien in de diepte waren verdwenen. Toen zy waren opgehaald, bleek het dat er nog slechts drie leefden. In de zaak-Wolff c. 8. is Wolfï (firma Hirschfeld Wolff) ver oordeeld tot tien jaar gevangenisstraf en vyf jaar verlies vau eer. Loipziger tot tien jaar tuchthuisstraf en vijf jaar ver lies van eer. Szamatolski ia vrijgesproken. Een treffende plechtigheid vond Woensdag op „White Lodge" in liiclimoHd Park plaats. Namens 7500 vrouwen en meisjes, voor het meerendeel uit de arbeidende klasse, stelde lady Aberdeen, aan prinses Mary van Teek een fraai bewerkt medaillon met het miniatuur portret van haar overleden bruidegom, den oudsten zoon van den prins van Wales, ter hand. Een merkwaardig voorval meldt men uit Brescia. Toen de direc teur van het krankzinnigengesticht te dier plaatse, als gewoonlijk, zyno mid dagronde deed, maakte hy zich meester van een schaar, verklarende dat hy hiermede de schedels der patiënton wenschte te openen, om den aard hunner ziekten te onderzoeken. De ongelukkige was gek geworden, en werd opgenomen in het gesticht, waarvan hy eenmaal directeur is geweest. Donderdag vond men io oen klein bosch by Kopenhagen hot lijk van den als zeer solied bekenden ban kier Eduard Brandes, directeur van „la Gazette de la Bourse", en do broeder van den bekenden auteur Georges Bran des. De bankier had Zondagavond 1.1. zyne woning verlatenbij zyn lyk vond men een flacon, die zwaar vergif bevatte. Dit voorval is des te merkwaar diger, daar zijne zaken in den heston staat verkeerden, zoodat men nog steeds naar de reden dier wanhopige daad Z08kt. Te Lissabon heerscht naar Dalziel seint, groote hitte. Er hebben zich verscheidene gevallen van chole rine voorgedaan. Erger blyft de toestand in de Ver. Staten. Te Philadelphia is de temperatuur I02o in de schaduw. Op de vlakte is de temperatuur nog hooger. Er zyn 40 personen door een zonnesteek getroffen. Drie van hen ziju overleden. Een vertegenwoordiger van Dalziel heeft de volgende antwoorden gekregen van bevoegde psrsonen in Londen, op eet vraag betreffende de verspreiding dei cholera. Sir Richard Quain zeide: „Zoolang gy de menschen kunt beletten, water te drinken, dat besmet is met cho lerakiemen, is er niet veel gevaar voor een cholera-epidemie." Sir Wm. M'Cor- mack was van oordeel, dat verbeterde gezondheidswetten in Londen een groot beveiligingsmiddel waren. De medische raadgever van den Connty Conncil vreesde niet, dat de cholera te Londen zou ver schijnen, niemand wa3 daar trouwens bevreesd voor, zeide hy. Overigens wordi cholera in Engeland op dezelfde w\js bestreden als elk andere besmettelijke ziekte. In het Journal des Débats berispt dr. Daremberg de overheid opnienw over de lichtvaardigheid, waarmede zy de oor zaken van het optreden der cholera rondom Parys geheim houdt. Hij houdt zyne bewering staande, dat de ziekte uit kiemen der cholera van 1884 ont staan is. Voor*s deelt dr. Daremberg mede, dat in het instituut Pasteur onlangs proeven zyn genomen ter bevestiging van Koch'g ontdekking dat de cholera-bacil door een weinig zuur gedood wordt. Dr. Christmas vond dat de cholera-bacillen in Seine- water in een kwartier sterven als men 6 decigram citroenzuur voegt by eiken liter water. De typhus-bacil sterft bjj toevoeging van 9 dgr. Men is daarom zeker, volkomen onschadelijk drinkwater te hebben als men 1 gram citroenzuur by eiken liter voegt. Die drank is aangenaam en kan zeer goed met wyn gebruikt worden. Ze is tevens goedkoop, daar 1 KG. citroenzuur slechts 3 fres kost. De Li em ze i, een Hongaarsch blad, meldt dat een Rus, Hendiger ge naamd, beschuldigd wordt van spion- ueering. Leden van den Rijksraad en van den Galicischen Landdag zp, volgens dit blad, by de zaak betrokken. Te Mamboia had een leeuw hevig huis gehonden in een iolandsch dorp. De stamhoofden gingen gedurig op de jacht, maar kondea het dier niet mees ter worden. In hun nood begaven z\j zich naar een engelechen zendeling en verzochten hem het beest te willen doo- den. De zendeling gaf hun strychnine en daarmede werd net roofdier vergiftigd. Sedert dien tijd was de zendeling in de oogen der inboorlingen een groot held. De indruk, dien zy vau zyne buitenge wone macht verkregen hadden, was trou wens nog versterkt, doordat tien hyena's, welke zich aan den dooden leeuw hadden te goed godaan, insgelyks dood in het bosch gevonden werden. In Amerika zyn door eeni ge officieren der Yereenigde Staten proe ven genomen mei bommen, welke gevuld waren met nitroglycerine. Deze bommen zyn uitgevonden door dr. Joel G. Justin van Syracuse (Vereenigde Staten). De proeven voldeden uitstekend. Er werd een bom geworpen tegeneen houten borstwering, die met een stalen plaat van ruim 3 duim dikte bedekt was en in den rug gesteund werd door een laag klei ter dikte van 16 voet. De bom vloog door het staal en hout heen en ontpkfte in de klei. In een oogwenk was de goheele borstwering verbrijzeld. VARIA. Twee kleine meisjes zien een neger in bakkerskostuum. „Kijk, daar is een zwarte bakker. Ik wist niet, dat die er waren." „Zeker, domme meid," zegt de ander, „die bakken alleen bruin brood." In een rechtbank zou onlange een zaak van onzedelyken aard worden behandeld. Voor den aanvang zei de rechter, ziende dat er vele dames in de zaai waren: „Met het oog op den aard der zaak, verzoek ik alle fatsoenlijke vrouwen om hoen te gaaD." Niemand bewoog zich. „Deurwaarder zeide toen de rechter, „de fatsoenlijke vrouwen zijn heengegaan, wees zoo goed om de anderen de denr uit te zet ten Eene dame logdo haar valsch gebit op een stoel en ging een oogenblik daarna, er niet meer aan denkende, op den stoel zitten. Met een gilletje sprong ze op. „Wat is er mevrouw?" vroeg de ka menier. „Ik heb my gebeten." zei de mees teres. Ik hoor, dat er een familielid van u gestorven is. Was het een verre bloed verwant? Nog al tamelyk, zoowat honderd mijlen. Een schatryfc Amerikaan, reizende in Rusland. „Dat ziet er leelijk uit, nu ben ik by den Czaar te eten gevraagd en heb mya leven nog niet verzekerd!" Vreemdeling. Praat me niet van dien worstelaar. Tweehonderd kilo oplichten 't is ook wat, ik kan met myn rech ter hand een trein tot staan brengen! SportsmanWat Is u dan een beroeps- athleet? Vreemdeling. Neen, treinmachinist. Bluf. Verbeeld je, X. is zoo dik, dat hij in tien jaar zijn voeten niet heeft ge zien. O, dat beteekent niets. Ik ken iemand, die zoo groot is, dat hy op een stoel moet gaan staan als hij zijn hoed wil af nemen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 6