Be mooiste M van't Repeal.
BINNENLAND.
GEMENGD NIEUWS.
Vooruit tamboer, sla een roffel, om
aan de aanwezigen te verkondigen dat
ik het waarachtige verbaal ga doen van
den mooieten man van het vyftigste
regiment, waarvan wij allen, do een
minder de ander moer de eer hebben deel
nit te maken, en waarvan ik ale een
superieur met drie chevrons het grootste
sieraad benAttontie. De tong op
geborgen, de oogen strak en aandachtig!
Zoo. Eik ongepast geluid zal met acht
en veertig uur politiekamer worden ge
straft. Een.... twee.... drie..» vooruit
tamboer. Rrrrrrrrran 1 Al klaar. Ik begin.
Het vijftigste rogimont ia in het irau-
sche leger door zijne verdiensten en zgn
dapperheid in het fransche leger wal de
kreeft in de salade is. Gedurende den
oorlog met do Chiuoozen, placht de
keizer van Chica (een slimme vogel)
aan zijn generaal tc vragen, telkens als
die hem rapport kan brengen „la het
vijftigste al onderweg? „Noen, Ma
jesteit.» - „Good, dan kunnen onze
troepen voortrukken.» Maar toen hij
op een morgen vernam, dat ons regimeot
zich bad ingescheept, riep de keizer van
China in het chineesch„Duizend bom
men en granaten, nu is het met ons
gedaan!» En dadelijk schreef hp een
briefje aan onzen kommandant, dat hl]
vrede wou sluiten.
Wanneer men op zyn visitekaartje
kan laten drukken
N. N.
Soldaat bij hot 50ste,
dan is dat éen, neen twee, ja zelfs drie
epauletten waard. Ik die hier tot u
spreek, ik heb een luitenant-kolonel van
de artillerie gekend (ik weet zijn naam
niet meer) die ruilen wou met een kor
poraal van het vijftigste, myn kameraad.
Twee jaar heeft hij myn kameraad
moeten smeeken voordat die het deed.
Laat ik eens veronderstellen, dat een
van jelui met den generaal naar de her
berg gaat, om hem een beleefdheid te
bewijzen. De patrones, die het nummer
van je regiment ziet, lacht heel vnende
lijk. Zonder een woord te zeggen, scheukt
zij uw vriend den generaal gewonen can-
tine-brandewyn in, maar ze geeft u fijue
champagne zooals die alleen voor de ko
ningin van Engeland wordt gemaakt. En
die weet, wat lekker smaakt 1 't Is bekend,
dat al de koffiehuishouders er een aparte
flesch voor het vijftigste op nahouden.
Zóo en niet anders is het vijftigste.
Een roffel, tamboer, tor oere van ons re-
giment!
In den tijd waarvan ik vertel was het
regiment in do kazerne in Nieuw-Frank
rijk. Milicien Foutara kijkt my aan met
een paar domme oogen, alsof hij weten
wil waar die naam vandaan komt. Daar
het gouvernement dien naam heeft uit
gekozen is het ongeoorloofd er meer van
le willen weten.
Fontara heeft 24 uur politiekamer 1
Maar sergeant, ik heb niets ge-
Z6id
Je hebt mij met je oogen in de
reile gevallen. Wil je mjj soms liever
een borrel ofiroeren?
Ja, dat heb ik liever.
ik „ok. Het was dus bijna acht
uur Truffiot en ik warmen ons voorde
kazerne op een bank in da zon. Hot is
goed om jelni te vertellen, dat Trulfiot
een brave jongen was een brave jongen,
ja hoe zal ik jelui dat nou uitlegden
Enfin, Truffiot presenteerde vaak de
oudgedienden een borrel. Ik wil het
jelui maar zeggen. Daarbij was hy go-
dienstig en vriendelijk als een hond en
levendig als het kruit. Men behoefde
hem maar te zeggen: „Truffiot, je
moeEtdan waB hjj al bozig om het
te doen.
We praatten das samen over koeljos
en kalfjes, bijwy'ze van tijdverdrijf Niet
dat wü elkander niets te zeggen haddon
maar als men nooit du tong bewoog,
zon men nooit dorst hebben. En daar
op eens.....
Let op, stommerikken! Als jelui een
geschiedenis wordt verteld cn er komt:
„op eens», dan gebiedt de beleefdheid
voor den verteller, om den mond, de
ooren en de oogen wyd open to zetten.
Dat moedigt den verteller aan. Opeens,
zeg ik, zien Trufiiot en ik oen oude
vrouw naar orie toekomen. Zjj had een
vriendelijk, gerimpeld gezicht, dat de
kleur had van een kastanje, of van oen
blad dat in November van de boomen
valt. Ze had gebroken oogen, gebogen
rug en een muts op.
„Sergeant," zegt ze tot my, „ze willen
mij niet in de kazerne laten en ik wou
myn kleinzoon omholzen, die er in is.
Zou u zoo goed willen wezen hem te
zeggen, dat zijn grootmoeder Rei nette
met peren en wyn voor hem van Senlis
is komen loopen en dat ze op het trottoir
wacht
Truffiot was bij de eersto woordon
al opgestaan, voorziende dat hy een dienst
zou kunnen bewijzen. //Vertel me maar
eens moeder," zei hy tot de oude, hoe
je kleinzoon er uitziet. Ik ben van Vi
neuil, een landsman, wat
Mijn kleinzoon? myn kleinzoon? Hoe
hy er uitziet? Het is de mooiste man
van het regiment!"
„Dan ken ik hem wel," zegt Truffiot
en gaat dadelyk op een drafje de kazerne
jn. Ik laat moeder Reinette op de bank
zitten, bet is altyd of er iets van je
eigen moeder is in de oudjes die voor-
bygaan!
Dadelyk daarop komt Truffiot terug
met den tamboer-majoor, Gabariot, jelui
kent hem wel, een mannetje van zeven
voet. Io het gelid ziet hy er uit als oen
populier io een radijsbed.
„Dat myn kleinzoon? Nou nog
mooier. Myn kleinzoon is veel knapper
zegt het oudje fier.
„Goed", zegt Truffiot, „laat den tam
boer-majoor staan en gaat weer op jacht.
Na drie minuten komt hij terug met den
wapenmeester Grascassac, jelui kent hem
wel Een kerel die zóo in het oog loopt,
dat alle gekroonde hoofden die hem
zagen, zich aan hem hebben laten voor
stellen.
„Wie vraagt er naar my?" vraagt
Grascassac, zijn knevel opdraaiend. „Een
blonde? een bruine? een prinses? een
koningin? een keizerin?"
„Daar staat je grootmoeder," zegt
Truffiot, „ze komt van Sanlis loopen
om je wijn en peren te brengen.
„Dat myn grootmoeder?" roept de
wapenmeester.
„Dat mijn kleinzoon?" roept de oude
vrouw on lacht dat ze schudt. „Heb je
dan niet gehoord, dat ik zei dat mijn
kleinzoon de mooiste man van het regi
ment is
Truffiot gaat weer aan het zoeken en
Grascassac blyft even verbaasd staan als
Gabariot. Achtereenvolgens laat hy voor
de oude defileeren: sergeant-majoor Libi-
dinois, den vaandeldrager, den kapelcnees
ter, luitenant Casquapoil den kolonel
ja den kolonel zelfkortom, al de
mooie mannen van het regiment, maar
mooder Reinette schudt maar al door
het hoofd.
Opeens springt ze op, vliegt in weer
wil van het reglement, de kazernepoort
binnen naar een akeligen stommen, vui-
len, leelijken. kleinen milicien toe die
de kazernedeur komt uitdruilen, valt
hem om zijn hals en roept: „Daar is hij,
mijn Jean Baptiste, myn lieveling, de
mooiste man van het regiment!"
Zoo zie jelui, jongens, dst in alle regi
menten ook in het vyftigste, do man
dion wij liefhebben, voor ons de mooiste is.
De zitting is opgeheven. Een rofiel,
tamboer. En jij, Fontara, kom mij in de
cantine een borrel ofireeren!
Naar het fransch van Quatrelles.
HH. MM. de Koninginnen
maakten Donderdagmiddag met hare
gasten, de prins en prinses van Bentheim
en hun kinderen, een meisje en drie
knapen, in een met vier paarden bespan
nen brik een rytoer over de Lage Vuur-
sche. Op den hoek van den straatweg
naar Maartensdyk en dien naar Utrecht,
juis tegenover het buiten Prins Hendriks-
oord van den heer A. Boissevain reden
de paarden, die gemend werden door den
prins van Bentheim, in volle vaart tegen
de brugleuning aan. Het rijtuig werd
nogal beschadigd eu de Koninginnen en
hare gasten zagen zich genoopt uit te
stappen, totdat de koetsier met behulp
van het personeel van Prins Hendriks-
oord alles in zooverre had hersteld, dat
de rit vervolg kon worden.
De postbode J. te Gent
(Over-Bstnwe) heeft zich, een paar dagen
voor -zijn huwelijk, een aangeteekenden
brief met 50 gulden inhoud toegeëigend,
teneinde, volgens zyne verklaring aan
den burgemeester, met die gelden de
kosten te kunnen betalen, die op zyn
huwelyk vielen. Eenige dagen na die
plechtigheid werd de diefstal ontdekt, de
man uit zyne betrekking ontslagen en
gevankelyk aan de justitie in Arnhem
overgeleverd.
Te Broekorhaven, gemeente
Bovenkarspel, is een vijfjarig meisje, dat
met een jongetje op het strand aan het
spelen was, verdronken. De speelmakker
vertelde het ongeval, toen hy thuis kwam
om te eten.
WEDSTRIJDEN.
Uitmuntend weder begunstigde Vrydag
te 'sHage de Cüngendaal-races.
Waarschijnlijk om het hoppische feest
heden te schitterender te doen zyn, met
het oog op het bezoek van H.H. M.M.
de Koninginnen, was het programma
Vrydag maar matigjesslechts 3 ritten,
allen wedrennen.
Ten 2J£ uur namen de courses een
aanvang.
De uitslag was
1. Duindichtprijs. Wedren op de vlakke
baan, handicap, (licht gewicht) voor
3-jarige paarden. Prys 1200 gulden,
waarvan ƒ700 uitgeloofd door den neer
Jochems te 's Hagede winner ontvangt
ƒ800. de tweede ƒ300, de derde 100.
De winner ontvaDgt de tweede l/a der
inleg- en rouwgelden. Afstand circa
2400 meter.
Slechts vier paarden kwamen op, na
melyk St. Thomas van Edm. v. Hoboken
van Rhoon, Mandoline van luitenant G.
baron van Heemstra, Faineant ex Exel-
lent van J. R. van Genus en Southhove
van luitenant Metelerkamp.
Prys S£. Thomas, tweede aangekomen
Faineantderde Mandoline
2. Verkoops Hordenren voor 4-jarigo
en oudere paarden, die te koop gestold
zijn voor 2500. Prys 600, waarvan
ƒ500 foor den winner, ƒ50 voor den
tweede en 50 voor den derde. De
inleg- en rouwgelden worden gelykelyk
verdeeld tusachen de eersto, tweede en
derde. De winner zal na afloop van den
wedren gedurende 10 minuten met ge
sloten briefjes op te eischen zijn en aan
den hoogsten insehry ver vervallen. Inge
val op twee of meer briefjes hetzelfde
bedrag is ingevuld, beslist het lot.
Afstand circa 3200 meter.
Opgekomen Primes Ida van Mssr.
Wapuho, Pic Duffer van S. J. graaf van
Limburg Stirum, on Fortuna van Ed. v.
Hoboken. Banstead had rouwgeld gede
clareerd
Littlehelp niet opgekomen.
Prijs Prinses Ida', twee ie aangekomene
Pic Dugerderde Fortuna.
III. Militaire Sportprys. Hordenren,
2-3 serie van het reglement der Militaire
Sportvereeniging, voor paarden uitslui
tend en bona fida het eigendom van of
ficieren en niet door „professionals" ge-
ëutraineerd. Prijs 450 gulden, waarvan
250 uitgeloofd door de Militaire Sport
vereeniging De winner ontvangt ƒ300,
plm. de inleg- en rouwgelden, de tweede
ƒ100, de derde 50. Door den heer G.
Koster te Amsterdam is nog een mand
Heidsieck Sec. uitgeloofd voor den bery-
der van den winner. Afstand ongeveer
2400 meter.
Opgekomen Little Helpvan luit. Me
telerkampAvonbrïdge, van luit Van
Altena, en Milyvan luit. jhr. Van Kin
schot.
PrijsLittle Help, tweedo aaogekomen
Avonbridge.
Mily brak by do tweede hurder uit
de baan en viel met. zijq berijder, die
voor zoover te zien. geen letsel bekwam.
Te 3 unr waren de races geëindigd
die ten 3 4 hadden moeten eindigen.
Letteren en Kunst.
InhondSemperoirens van 12 dezer.
Ingevoerde Cactussen. Tigridia Pavo-
nia Ferraria Tigridia, met een af
beelding. Eene nieuwe Lelie: Een
misplaatste noot. Het Rozenfeest te
Leiden. Iets over den Zwijndreeht-
schon Tuinbouw en exporthandol. (Slot).
Afkeurenswaardig. Ingezonden.
Een Tentoonstelling te Kokhuizen.
Weeknieuws. Verschill. mededeelin-
gen. Vraagbord. Weêrsgosteld-
heid. Inhoud van het Nederlandsch
Tuinbouwblad.
Rechtszaken.
Vrydag is voor de arrondissements
rechtbank te Rotterdam de volgende zaak
behandeld. In het nummer van 18 Mei
bevatte de N. R. Ct. een bericht lui
dende
„De Amsterdamsche politie heeft de-
politie alhier gewaarschuwd tegen den
anarchist Johan Barsch, oud 35 jaar,
wonende alhier Teijlingerstraat 4, wiens
signalement laidtongunstig, verloopen
uiterlijk, lichte knevel, hoofd kaal, pos
tuur klein. Bersch heeft zich in een brief,
door hem aan een te Amsterdam ver
schijnend dagblad gericht, uitgelaten, dat
de verschillende plaats gehad hebbende
ontploffingen alleen de schuld der politie
in het algemeen zyn, en voorts dat ook
de groote gemeenten in ons land aan do
beurt zouden komen voor ontploffingen."
J. J. Bersch, die opgeeft agent vau
buitenlandsche huizen te zyn, acht zich
in zijn krediet benadeeld en van daar
de vervolging. B, die aanvankelijk wei
gerde een eed af te leggen, achtte zich
door de aanduiding „anarchist" niet be-
leedigd, wel door de wijze waarop in het
signalement gesproken werd. Nadat do
heer Nygh en nog een andore getuige
was gehoord, waarby aan het licht kwam
dat het bericht was aangebracht door den
heer Van Diest, gaf de off. v. justitie
als zyne meening te kennen, dat onge
twijfeld het bedoelde bericht van belee-
digenden aard is. Er wordt in medege
deeld, dat omtrent een bepaald persoon
eene waarschuwing is uitgegaan van de
politie te Amsterdam.
Dit kan voor den betrokkene zeer
nadeelig zyn het gaat dan ook niet aan
om maar in het openbaar alles te ver
melden wat omtrent dezen of genen be
kend wordt.
Van hooger belang acht spreker oven-
wel de vraag wie hier de dader is
Het bericht is gegeven en geschreven
door den heer Van Diest. Is hij dus de
dader Neen. Do heer v. Diest is in
vasten bezoldigden dienst van de courant,
en hy levert zyne berichten af, zonder
meer. De redactie bosehikt over die be
richten, kan ze verwerken, kan ze laten
vervallen. Niet hij dus die het bericht
brengt omdat dit zyne taak is maar hy
die daarvan gebruik maakt om het in
de courant te plaatsen is de dader, in
dit geval dus de redacteur. De dader is
ons evenwel onbekend, daar hy niet is
genoemd. Daarom moet hier de uit
gever aansprakelijk gesteld worden, en
eischt het O. M. dat de heer J. C.
Nijgh zal worden veroordeeld tot eene
boete van ƒ25, sabs.feeae gevangenis
straf van 5 dagen.
Na re- en dupliek werd de uitspraak
bepaald over 8 dagen.
Dat de b e z e 11 i n d e r G 1 o
riosa-eilanden op last der fransche re
geering plaats had, blykt uit de volgende
mededeeling der officieuse „Temps"
„De Aldabra eilanden worden door den
minister Ribot niet betwist aan Enge
land, dat er reeds tal van jaren zijn vlag
doet wapperen. Maar onze minister van
buitenlandsche zaken heeft in over
eenstemming met den minister van
marine gebruik gemankt van het voor
enkele weken gerezen incident by het
bezoek van een engelsch schip aan de
Aldabragroep, en de Gloriosa eilanden
doen bezetten. Deze eilanden vormen in
den indischen archipel een gewichtig
strategisch punt, gelegen in het gebied
waar Frankrijk invloed heeft, halfweg
tusschen de Comoren en Diego Suarez.
„Omstreeks 8 dagen geleden is door
den minister van marine aan den com
mandant van een fransch adviesjacht,
dat op de kust van Zanzibar kruiste,
last gegeven zich naar de Gloriosa-eilan-
den te begeven.
i/Wy gelooven dat eveneens is beslo
ten, zoo dit niet reeds heeft plaats ge
had, ook de eilanden Amsterdam en
Saiot-Paul te bezetten."
De Gloriosa-eilanden liggen op 45°
O. L. en 12o Z.Br., en bestaan uit het
eiland Gloriosa, Lys en het Groene
Eiland. Uit een aardrijkskundig oogpunt
behooren zy tot den Malgache Archipel.
De afstand tot de Comoren en Diego-
Suarez bedraagt ongeveer 262 KM., en
worden door gelyken afstand van do
Aldabra groep gescheiden. Uit een strate
gisch oogpunt zijn zij een aanvulling van
de sterke stelling van Diego-Suarez,
waarvan zij de oostelijke voorwacht vor
men. De bewaking der fransche vlag zal
worden toevertrouwd aan een Frïnsch-
man, Caltaux, die op de eilanden een
handelshuis gevestigd heeft.
In ons vorig nomtner is ge
meld dat er te Neisse zeven soldaten by
het /.wcmuien zijn verdronken. Volgens
nader bericht is hot gebeurd by eene
zwemoefening van ongeveer 200 man
infanterie met volle bepakking. Een der
soldaten begon te zinken, hield zich vast
aan zijn nevenman, die hierdoor werd
medegesleept en weer een ander medetrok,
hetgeen zoo van den een op den ander
voortging, tot er tien in de diepte waren
verdwenen. Toen zy waren opgehaald,
bleek het dat er nog slechts drie leefden.
In de zaak-Wolff c. 8. is
Wolfï (firma Hirschfeld Wolff) ver
oordeeld tot tien jaar gevangenisstraf
en vyf jaar verlies vau eer. Loipziger tot
tien jaar tuchthuisstraf en vijf jaar ver
lies van eer. Szamatolski ia vrijgesproken.
Een treffende plechtigheid
vond Woensdag op „White Lodge" in
liiclimoHd Park plaats. Namens 7500
vrouwen en meisjes, voor het meerendeel
uit de arbeidende klasse, stelde lady
Aberdeen, aan prinses Mary van Teek
een fraai bewerkt medaillon met het
miniatuur portret van haar overleden
bruidegom, den oudsten zoon van den
prins van Wales, ter hand.
Een merkwaardig voorval
meldt men uit Brescia. Toen de direc
teur van het krankzinnigengesticht te
dier plaatse, als gewoonlijk, zyno mid
dagronde deed, maakte hy zich meester
van een schaar, verklarende dat hy
hiermede de schedels der patiënton
wenschte te openen, om den aard hunner
ziekten te onderzoeken. De ongelukkige
was gek geworden, en werd opgenomen
in het gesticht, waarvan hy eenmaal
directeur is geweest.
Donderdag vond men io oen
klein bosch by Kopenhagen hot lijk
van den als zeer solied bekenden ban
kier Eduard Brandes, directeur van „la
Gazette de la Bourse", en do broeder
van den bekenden auteur Georges Bran
des. De bankier had Zondagavond 1.1.
zyne woning verlatenbij zyn lyk
vond men een flacon, die zwaar vergif
bevatte. Dit voorval is des te merkwaar
diger, daar zijne zaken in den heston
staat verkeerden, zoodat men nog steeds
naar de reden dier wanhopige daad
Z08kt.
Te Lissabon heerscht naar
Dalziel seint, groote hitte. Er hebben
zich verscheidene gevallen van chole
rine voorgedaan. Erger blyft de toestand
in de Ver. Staten. Te Philadelphia is de
temperatuur I02o in de schaduw. Op de
vlakte is de temperatuur nog hooger. Er
zyn 40 personen door een zonnesteek
getroffen. Drie van hen ziju overleden.
Een vertegenwoordiger van Dalziel
heeft de volgende antwoorden gekregen
van bevoegde psrsonen in Londen, op
eet vraag betreffende de verspreiding
dei cholera. Sir Richard Quain zeide:
„Zoolang gy de menschen kunt beletten,
water te drinken, dat besmet is met cho
lerakiemen, is er niet veel gevaar voor
een cholera-epidemie." Sir Wm. M'Cor-
mack was van oordeel, dat verbeterde
gezondheidswetten in Londen een groot
beveiligingsmiddel waren. De medische
raadgever van den Connty Conncil vreesde
niet, dat de cholera te Londen zou ver
schijnen, niemand wa3 daar trouwens
bevreesd voor, zeide hy. Overigens wordi
cholera in Engeland op dezelfde w\js
bestreden als elk andere besmettelijke
ziekte.
In het Journal des Débats berispt dr.
Daremberg de overheid opnienw over de
lichtvaardigheid, waarmede zy de oor
zaken van het optreden der cholera
rondom Parys geheim houdt. Hij houdt
zyne bewering staande, dat de ziekte
uit kiemen der cholera van 1884 ont
staan is.
Voor*s deelt dr. Daremberg mede, dat
in het instituut Pasteur onlangs proeven
zyn genomen ter bevestiging van Koch'g
ontdekking dat de cholera-bacil door een
weinig zuur gedood wordt. Dr. Christmas
vond dat de cholera-bacillen in Seine-
water in een kwartier sterven als men
6 decigram citroenzuur voegt by eiken
liter water. De typhus-bacil sterft bjj
toevoeging van 9 dgr. Men is daarom
zeker, volkomen onschadelijk drinkwater
te hebben als men 1 gram citroenzuur
by eiken liter voegt.
Die drank is aangenaam en kan zeer
goed met wyn gebruikt worden. Ze is
tevens goedkoop, daar 1 KG. citroenzuur
slechts 3 fres kost.
De Li em ze i, een Hongaarsch
blad, meldt dat een Rus, Hendiger ge
naamd, beschuldigd wordt van spion-
ueering. Leden van den Rijksraad
en van den Galicischen Landdag zp,
volgens dit blad, by de zaak betrokken.
Te Mamboia had een leeuw
hevig huis gehonden in een iolandsch
dorp. De stamhoofden gingen gedurig op
de jacht, maar kondea het dier niet mees
ter worden. In hun nood begaven z\j
zich naar een engelechen zendeling en
verzochten hem het beest te willen doo-
den. De zendeling gaf hun strychnine
en daarmede werd net roofdier vergiftigd.
Sedert dien tijd was de zendeling in
de oogen der inboorlingen een groot held.
De indruk, dien zy vau zyne buitenge
wone macht verkregen hadden, was trou
wens nog versterkt, doordat tien hyena's,
welke zich aan den dooden leeuw hadden
te goed godaan, insgelyks dood in het
bosch gevonden werden.
In Amerika zyn door eeni
ge officieren der Yereenigde Staten proe
ven genomen mei bommen, welke gevuld
waren met nitroglycerine. Deze bommen
zyn uitgevonden door dr. Joel G. Justin
van Syracuse (Vereenigde Staten). De
proeven voldeden uitstekend.
Er werd een bom geworpen tegeneen
houten borstwering, die met een stalen
plaat van ruim 3 duim dikte bedekt was
en in den rug gesteund werd door een
laag klei ter dikte van 16 voet. De bom
vloog door het staal en hout heen en
ontpkfte in de klei. In een oogwenk
was de goheele borstwering verbrijzeld.
VARIA.
Twee kleine meisjes zien een neger
in bakkerskostuum. „Kijk, daar is een
zwarte bakker. Ik wist niet, dat die er
waren."
„Zeker, domme meid," zegt de ander,
„die bakken alleen bruin brood."
In een rechtbank zou onlange een zaak
van onzedelyken aard worden behandeld.
Voor den aanvang zei de rechter, ziende
dat er vele dames in de zaai waren:
„Met het oog op den aard der zaak,
verzoek ik alle fatsoenlijke vrouwen om
hoen te gaaD."
Niemand bewoog zich. „Deurwaarder
zeide toen de rechter, „de fatsoenlijke
vrouwen zijn heengegaan, wees zoo
goed om de anderen de denr uit te zet
ten
Eene dame logdo haar valsch gebit op
een stoel en ging een oogenblik daarna,
er niet meer aan denkende, op den stoel
zitten.
Met een gilletje sprong ze op.
„Wat is er mevrouw?" vroeg de ka
menier.
„Ik heb my gebeten." zei de mees
teres.
Ik hoor, dat er een familielid van
u gestorven is. Was het een verre bloed
verwant?
Nog al tamelyk, zoowat honderd
mijlen.
Een schatryfc Amerikaan, reizende in
Rusland. „Dat ziet er leelijk uit, nu ben
ik by den Czaar te eten gevraagd en heb
mya leven nog niet verzekerd!"
Vreemdeling. Praat me niet van dien
worstelaar. Tweehonderd kilo oplichten
't is ook wat, ik kan met myn rech
ter hand een trein tot staan brengen!
SportsmanWat Is u dan een beroeps-
athleet?
Vreemdeling. Neen, treinmachinist.
Bluf. Verbeeld je, X. is zoo dik, dat
hij in tien jaar zijn voeten niet heeft ge
zien.
O, dat beteekent niets. Ik ken iemand,
die zoo groot is, dat hy op een stoel
moet gaan staan als hij zijn hoed wil af
nemen.