NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. DE ZWARTE KOFEER. 10e Jaargang. Ma ndag 22 Augustus 1892. No. 2801- ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: Dit nummer bestaat uit twee bladen. STADSNIEUWS. BINNENLAND. FEUILLETON. HAARLEMS DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door liet gelieele Kijk, per 3 maanden 1,05. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37£. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat Ho. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 1—5 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentién worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers. Directeur-Uitgever J. C. P E E It E B O O M. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE dr Co., JOHN F. JONESSuccParijs Slbis Faubourg Montmartre. EERSTE BLAD. Bij dit Nummer der Courant wordt jun hen, die op het Geïl. Zondagsblad inteekenden, No. 34 van dat tijdschrift toegezonden. De Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Haarlem, 20 Aug. 1892. VERGADERING van den Raad der gemeente Haarlemop Woensdag 24 Aug. 1892, des namiddags te 1 uur De volgende stukken en punten zullen aan de orde worden gesteld. '£i. Mededeelingen en ingekomen stuk ken Goedgekeurde besluiten Aanbe steding Keneeraerbrug Verzoekschrift onderwijzer Buigerschool om ontslag Idem Bestuur afd. Haarlem Alg. Ned. Weikliedea-verbond, minimum loon en maximum werktijd; Jd. Ned. Luther- scbe Zondagsschool gebrülk' lokalen Miss. Comité tot exploitatie van staal- waterbronnenRekest Hoofdbestuur Schippers» ereenigiog „Schuttevaer", wij ziging verordening haven- en kaaigeld 2. Vaststelling ie suppl. kohier pi. dir. bel. dienst 1892; 3. Voorstel B. en W.W. instellen rechtsvord. legen J. B. la Pierre; 4. Id. id. grensregeling Heemstede5. Id. id. rekest Veieeniging „Witte Kruis* douche bid; 6. Id. id. nieuw Reglement Barbare Gasthuis; 7. Voorstel B. en W. W. en rapport Comm. v. financiën ver huring land Veerpolder; 8. Aanbevelin gen B, W. W. leeraars wiskunde enz. H. B. school mtl 5 jarigen cursus en voor stel eervol oefslag A. van der Voort Az. leeraar Gymnasium; 9. Voordracht id. id. leerares wiskunde meisjesschool voor M. O.; 10. li, id. i i. Onderwijzer 3e il. school IX; 11. Id. id. id. Onder wijzeres 3e kl Burgerschool; 12. Id. id. id. 3 h-ien College van Zetters; 13. Gas- rapport ovtr Juli. Heden hebben Burgemeester enWet- houders dezer gemeente beraadslaagd oyer de wijze waarop H. H. M. M.dë •Koainginnen bij haar bezoek aan Haar- lem zullen worden ontvangen. Het ontworpen programma wordt, aan H. M. de Koningin Regentes toe gezonden en zal eerst, nadat de goed keuring van H. M. daarop is verkregen, worden gepubliceerd. Door den minister van ^Oorlog is krachtens koninklijke machtiging bepaald dat het aan de militairen verguüd is, buiten dienst in het openbaar te rooken zoowel in kleine of dagelijksche dan wel in groote tenue; vóór het in werking treden van dit be sluit was het verboden in groot tenue te rooken. De tentoonstelling van zilverwerken die in het Museum vanKunstnij verhe'd wordt gehouden,is weder met eenige zeer belang rijke stukken toegenomen, namelijk met inzendingen van mevrouw Heshuijsen- Gerlings en den Heer J. H. Heshuijscn en met het zilveren theeservies dat door de leden der maatschappij van Nijver heid bij hét 25-jarig jubileum van zijn secretariaat aan den heer van Eeden werd aangeboden. De tentoonstelling der aanplakbiljetten van Cheret blijft steeds in kooge mate de belangstelling van altisten en leeken wekken. De toegang tot het museum is Zon dags vrij. De toegang tot de zilvertentóonstel- ling bedraagt Zondags tien cents. Aan de school voor Kunstnijverheid Is voor dë aideeling kunstnaald werk vcorloopig als assistente aangesteld me juffrouw M. Arnoldy die bij den a*u- vang van den nieuwen cursus in functie zal treden. Heden had aan het bureel der génie, Kinderhuissingel alhier, de aanbesteding plaats van het maken eeuer loods enz., bij het fort te Aalsmeer, onder beheer der genie voornoemd. Van de 6 inschrijvingen was dat van G. Verweij te Uithoorn het laagst, voor f14500, Te dezer stede overleed plotseling, de heer M. Wijt, sedert 1884 emeritus predikant der Ned. Herv. Gemeente. Laatstelijk stond hij als evangelie-dienaar te Beesterzwaag. De ontslapene be reikte den leeftijd van ruim twee en vijftig jaren. Bij den heer D. J. van der Wilk, Groote Houtstraat 105 alhier, is geëta leerd: „Boschgezicht", van van Borseleu. Jacobus Gerardus van der Jacht, oud 17 jaren, verdacht van diefa'al van on geveer 20 gulden uit een bus, in de tent van de Somnambule, op de kermis alhier, is door de politie te 's Hage aangehouden en herwaarts overgebracht. Hij heeft den diefstal bekend. INGEZONDEN. Aan mijne geachte medeburgers, in het bizonder aan hen die bij de Ge meenteraadsverkiezing in Augustus 1891 hun stem" op den ondergetekende hebben uitgebracht Onvoorziene omstandigheden nood zaken mij reeds thans, het mij verleden jaar verleende mandaat, als Raadslid, weder te uwer beschikking te stellen. Ik wil dit echter niet doen dan na van deze gelegenheid gebruik gemaakt te hebben om het een en ander in het raidden te brengen, omtrent de wijze waarop ik mijne betrekking als verte genwoordiger der geheele burgerij heb meenen te moeten opvatten. Zooals bekend, worden de burgers in ons vaderland verdeeld in twee soorten, nl. kiezende en niet-kiezende burgers, terwijl mei onze burgeressenevenals trouwens in ande. e landen, Amerika en Engeland uitgenomen, gecu rekening wordt gehouden. Reeds in mijn vëikieziogsprogram had ik het duidelijk uitgesproken en is het steeds mijn streven geweest voor deze niet-kiezers en vrouwen op te komen, omdat het mij bij herhaalde gelegen heden gebleken was, dat de belangen van deze „stommen" in den lande niet tot hun recht kwamen. Wij, leden van de Volkspartij, wên- schen een menschensamenleving, op samenwerking niet op concurrentie berustend, waarin het onmogelijk zal zijn dat de eene raensêh den andere voor zich „uitbuite;" waarin ra. a. w. niemand zich meester zal kunnen maken van andermans arbeidsproduct. Alle maatregelen dus, die de bevrijding van den niet-bezitter uit de macht van den bezitter kunnen bevorderen, hebben onzen steun. Dit sociale beginsel heeft mij geleid bij de waardeering der ver schillende onderwerpen, die aan het oordeel van den Raad worden onder worpen. Behalve dit beginsel, heb ik nog getracht op den voorgrond te stellen hoe wij als vertegenwoordigers der burgerij, den plicht hebben onze volkszonde, nl. het zich overgeven aan het gebruik van sterken drark, met alle ons ten dienste staande middelen te bestrijden en ons nooit door het treurig motief mogen laten leiden, dat het zoo gemakkelijk is uit deze volkszonde geld te slaan. Geldverkregen ten koste van eer, ge luk, vrede cn eendrachtgeld verkregen uit iets wat de volkskracht ondermijnt, deu geest verstompt, de energie en veerkracht verlamt, is duur geld. Naar het mij voorkomt mogen dan ook de gelden uit het vergunning»recht verkre gen niet anders gebruikt worden dan om de alkohol-pest te bestrijden, dus bij v. tot het opkoopen van vergunnin gen, voor kindervoeding, voor gratis verspreiding van anti-alkohol lectuur, voor vei spreiding van nuttige kennis, enz. Ten slotte heb ik getracht mijn mee ning ingaDg te doen vinden, dat men de belangen der gemeenschap niet krachtiger kan bevorderen dan door kennis (vooral natuurkennis) en weten schap zoo ruim en onbekrompen moge lijk te verspreiden, niet alleen op onze scholen maar ook onder de volwassenen en vooral ond;r het opkomend geslacht. Totnutoe is ten onzent, zeer ten nadcele van hec algemeen belang, kenois en wetenschap vrijwel het monopolie der Bezittende klasse, d. i. van op zijn allerhoogst 7 pet. van de bevolking. Het is dus niet te verwonderen, dat een inrichting, die werkt met 93 pet. doodgewicht, zoo laugzaam voorwaatts kruipt als onze hedendaagsche maat schappij. Wij moeten niet langer onze uitsluitende kracht aanwenden om die 7 pet. bevoorrechten van voortdurend beter conditie te doen wordenNeen, onze yqHc aandacht verlangen de 93 pet., dat is het volk, dat is de toekomst. Hopen wij, dat daartoe de a. s. kies rechtuitbreiding den gewen achten en hoog noodigen stoot moge geven! Mijne bescheiden pogingen om op deze verschillende terreinen eenige hulp van gemeentewege te verkrijgen, bleven, zooals bekend, zonder noemenswaardig resultaat, of werden dusdanig op de lange baan geschoven, dat uitstel gelijkluidend met afstel schijnt te worden ik breng slechts enkele punten in herinneringde krotten (het naderen der cholera zal waarschijnlijk meer helpen dan mijn waarschuwen), onvoldoende kostelooze geneeskundige hulp, toestand van de verwaarloosde kinderen, levensmiddel- onderzoek, lokaal voor volksvoordrach ten, kinderspeeltuin, pensioenen van de gemeentewerklieden, loon- eu arbeids- duur-bepalingen in de bestekken, het verleenen van monopolies, verkoop van gemeentegrond, het schoolbad, betere bezoldiging der gemeente-werklieden, prostitutie quaestie enz. Waren dus de directe gevolgen van mijne bemoeiingen geheel onbeteeken- end, tcch heb ik goeden moed dat de drang der tijden aan de nieuwe ideeën, volgens welke de maatschappij een zich steeds vervormend organisme is, waar van alle deelen op gelijke belangrijkheid mogen aanspraak maken, ook toegang tct Haarlem's Gemeenteraadsbesluiten zal weten te verschaffen en dat mijne aanwezigheid aldaar daartoe iets moge hebben bijgedragen. Wenschelijk ware het indien mijne plaats kon worden ingenomen dooreen ander lid der volkspartijopdat zij, die in den Raad tegen den stroom op moe ten roeien, hun invloed niet zien afne men, wat zeer zeker niet in het belang eener veelzijdige bespreking der aan hangige onderwerpen zoude zijn. Hiermede neem ik, onder dankzeg ging voor het mij geschonken vertrou wen, van u afscheid, in de vaste over tuiging mijn mandaat naar beste weten te hebben vervuld. Na burger-groeten: D. DE CLERCQ. Gósting bjGraz10 Aug. 1892. De leening der gemeente Haarlem- merliede en Spaarnwoude f 14500 A 3%, is volteekend. groot De minister van koloniën verleende Vrijdag een langdurig gehoor aan Arie van Duinen, den bekenden sergeant, die zich in Atjeh schitterend heeft onderscheiden. Op's ministers ver zoek gaf hij een uitvoerig relaas van zijne krijgsverrichtingen ia Atjeh, onder an deren van het gevecht te Lamith, waarbij hij zoo jammerlijk verminkt werd. Met groote belangstelling luisterde de minis ter naar dit verhaal, en uit het onder houd valt met zekerheid op te maken, dat aan Van Duinen de hem toege dachte onderscheiding van het ridder kruis der Militaire Willerasoide zal ten deel vallen. In de departements-lokalen werd de Atjehsche held, die er verscheidene oud- kameraden ontmoette, met de meeste hoogachting bejegend. Gedurende de maand Juli hebben 23 militairen het leger of de marine verlaten, die niet meer voor den krijgsdienst mogen worden'aangenomen,ol aan wie voor een bepaalden tijd het recht is ontzegd, om bij de gewapende macht of als militair geëmployeerde te dienen. 11 van hen behoorden tot het leger, 6 tot de mariniers en 6 tot de marine. De veld-artillerie van het garnizoen te Leiden hield Vrijdag aan de Maaldrift big Wassenaar oefeningen, bij een waarvan de officier S. het on geluk had, terwijl zija paard ia volle vaart was, van zija viervoeter te vallen, zoodanig dat hij laugen tijd bewusteloos bleef. Een trompetter werd naar Leiden om hulp gezondeü, dcch kwam onder weg een officier van gezondheid, ineen rijtuig gezeteD, tegen, die zich reeds j mede naar het terrein der oefeningen I begaf. De gevallen officier werd naar 34) HOOFDSTUK XXVI Ik deed alle raeeite ora hem over te halen naar Parijs te gaan. Zeer gstarre zou ik hem voor eenigen tijd uit den weg willen hebben. Ongetwijfeld, zoo dacht ik, zal er wel een aanwijzing of een vermoeden worden gevonden, in dien tusschentijd. Austin bleef echter bij ziju voornemen om te blijven. Wij waren over eengekomen, dat ik dienzelfden avond naar Parijs zou terugkee- ren, en den toestand zoo nauwkeurig mogelijk zou opnemen. Ik kon niet ontkennen, dat van Austin's standpunt dit het beste was, wat gedaan kon worden. Ik kon geen voldoende veront schuldiging vinden cm zijn verzoek te weigeren, en daar men in Southend niet in staat scheen te zijn om mij de gewcnschte inlichtingen te verschaffen, moet ik bekenneu er niet afkeerig van te zijn naar Parijs en Philip Harvey terug te keeren. Mis schien had ik daar meer succes. Ik cam dus afscheid van Austin of liever wij vertrokken ge- tijktij-'iig, ieder naar een verschillend station. Wat hadden wij beiden in de laatste acht en veertig uur niet verbazend veel ge reisd I Toch was ik lichamelijk niet vermoeid, hoewel ik geeste lijk zeer was uitgeput en gekweld door het mislukken van mijne pogingen. Het griefde mij uitermate, dat ik verplicht was dien man te ontvangen, mij met hem te onderhouden, en hem weer te laten gaan zonder hem te doen boeten voor de misdaad, die hij, zooals ik wist, had gepleegd. Het was wei zonderling, maar hoe meer de mogelijkheid be gon te verdwijnen, des te meer werd ik voor 'mij overtuigd, dat hij de moordenaar was. Nieiteniin moest ik met hem beraad slagen over 2ijn broeder, alsof ik ieder leugenachtig woord, d*t hij sprak, geloofde. Wij licpeu door eene stille straat, toen ons plotseling in de duisternis iets vooi bij vloog, op datzelfde oogenblik schoot mij een denkbeeld een hoop een mogelijkheid door het hoofd. Een wielrijder was ons zooeven gepasseerd. HOOFDSTUK XXVII. De ingeving. Op hetzelfde oogenblik wendde ik mij tot Austin Harvey. „Gij kunt wielrijden, nietwaar," zeide ik. Het was eene ingeving. Met een plotselingen vloek riep hij uit „Wees vervloekt. Wat weet gij Hoeveel Hoe weinig Hij gat mij een vuistslag op het gelaat en snelde weg. HOOFDSTUK XXVIII. Het spoor gevolgd Zoodra ik mij hersteld had van den-slag, die mij had doen duizelen,* vervolgde ik mijn weg. Ik haastte mij niet en stelde geen vruchtelooze poging in het werk, om den weggeloopen leensar te achterhalen. Ik was er nu zeker van, dat op den een of anderen dag alles terecht zon komen. Ik vertrok niet naar Parijs, maar begaf naar het andere sta tion en vertrok met den trein naar Southend. Tevergeefs zag ik uit naar den leeraar. Hij verscheen niet. Niettemin stapte ik n den trein. Op dat oogenblik kon ik hem niet tegenhouden maar gelukkig zou hij voor den volgenden morgen niet vér kunnen vluchten en ik moest .dadelijk een onderzoek instellen in zake het rijwiel. Ik heb dat denkbeeld eene ingeving genoemd. Dat was het niet. Het was een gelukkige samenloop. Toen ik den wielrijder zag voorbij snorren, had plotseling de gedachte mij getroffen dat de snelheid van zoo iemand vrij wat grooter is dan die van een rijtuig. Wordt vervolgd,)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 1