WEDSTRIJDEN.
Op de TJr an iavan H a m-
b\»rg, teljmuiden iu quarantaineliggende,
is Maandagochtend de stoker overleden,
vermoedelijk aan cholera.
Het schip wordt voorloopig niet uit
de quarantaine ontslagen.
Onze correspondent teljmuiden meldt
ons aangaande dit geval nog
Dit stoomschip werd Maandag morgen
te s uur in de Voorhaven vastgemeerd,
om het bezoek van den quarantaine
dokter af te wachten. Toen juist de
dokter ten 10.30 ure aan boord was,
stierf een dér bemanning, waarschijn
lijk aan .cholera, waarvan alle verschijn
selen aanwetig waren. Onmiddellijk is
de inspecteur van den geneeskundigen
dienst ontboden. Zoedra deze gearrireerd
was, zou be loten worden hoe te han
delen.
Voor een voldoende onder bewaking
en buiten communicatie stellen vaa het
stoomschip, dat slechts weinige meters
van den publieken weg gemeerd ligt,
is tot op het moment niet gezorgd
IJ muiden bezit evenmin een dokter ais
een apotheek. Waarom niet een oorlogs
schip hier gestationeerd, waaraan de
bewaking is opgedragen en waar aan
boord een dokter aanwezig is, om on
middellijk hulp te bieden.
(iV. R. Cl.)
Naar wij vernemen, wordt
het uitbreken der cholera aan boord
der Jason toegeschreven aan besmet
drinkwater, te Altona ingenomen.
De geneeskundigen, door de regeering
Vrijdag naar 's Gravenzande gezonden,
ijn Zaterdag naar de residentie terug
gekeerd. Onder toezicht van den ge
neeskundigen inspecteur is de behande
ling der zieken in de barak aan dr,
Ten Cate opgedragen.
(A. R. Cl.)
De Zaandamsche politie
heeft de hand gelegd op een kermis
reiziger, die daar aan een ander f 40
en een gouden ring had ontfutseld. De
aanhouding had Zaterdagavond te Am
sterdam plaats, terwijl de verdachte in
de Warmoesstraat wandelde. Ongeveer
f '33 en de ring werden nog in zij a
bezit gevonden. Hij heet Van Praagd,
en lis gesteld ter beschikking van den
officier van justitie te Haarlem.
Onder voorzitterschap van
den luit.-kol. De Sitter, werd Maandag
middag te 's Hage een raad-informatie
gehouden in zake den jager M°, die, na
zeer oproerig op de chambree te zijn
geweestden sergeant-majoor zijner
compagnie te liji wilde gaan.
Was eerst het plan, dat de
weg voor de tram van Purmsrend naar
Alkmaar door de Rijp, Graft en Noord-
eind van Graft zou leiden, dezer dagen
is eene andere richting ter sprake ge
komen en wel van Beemster, langs Rijp,
door Schermerhorn, Schermer naar Alk
maar. Deze weg heelt meer kans van
slagen, omdat bij de nitvoering niet
zooveel moeilijkheden te winnen zullen
zijn.
De Sche veningsche Sport
tentoonstelling werd Zondag ji. bezocht
door 5588 betalenden. Van 21 tot 28
Aug. gingen 53,069 en van 1 Juni tot
28 Aug. 426.929 personen'door de tour
niquets.
De schipper van een be lo
gisch schip, die Zondag te Dordrecht
naar het gasthuis werd gebracht, als
lijdende aan cholera nostras, is her
steld. Voorzichtigheidshalve is het schip
ontsmet.
De politie heeft streng gewaakt tegen
alle verkeer van da schepelingen met
den vasten wal. De havenmeester zou
het schip beneden de stad by den in
gang van het Mallegat doen brengen.
Nabij de halte Usseloo is
Zondagochtend een landbouwer door
den' trein der Hollandsche IJzerec Spoor
overreden de ongelukkige^ hoorde door
doofheid niet het bellen van den machi
nist. Hij overleed kort na het ongeluk.
Uit Rukfen (N. B.) wordt ge-
meld, dat gemaskerde personen des
nachts in de woning van de kinderen
Pietersen te Zegge hebben ingebroken.
De dochter, die alleen te huis was, zag
nit haar bed licht in de kamer, en
denkende dat er brand was, sprong zij
verschrikt op, doch werd door twee
zwarte kerels gegrepen.
Het meisje gilde het uit van schrik;
een der indringers gaf haar nu meteen
mes twee sneden over den arm, terwijl
zij onder doodsbedreiging om geld
vreegen. Het meisje riep nu uit alle
macht om hulp, ,waarop de inbrekers,
op een loos gerucht, ijiing de vlucht
namen. De politie doet streng onderzoek.
Men schrijft uit Mid de 1-
burg
Bij vele militairen deden zich Zater-
ag en Vrijdag gevallen van hevige
kramp in den buik voor, gepaard met
diarrhee. Hit was soms zoo erg, dat
de manschappen ineenzakten ea moesten
worden weggedragen naar het hospitaal.
Het geheele aantal lijders bedroeg 130
4 140, zoodat het hospitaal propvol
was, en ook reeds velen werden ver
voerd naar d; hulpkaaerne, waar enkele
zalen voor ziekenzaal ingericht werden,
Het drinken van koud water werd
door de officieren van gezondheid aan
de manschappen ten strengste verboden,
zoodat thee uit het cantinef#nds werd
verstrekt. Des middags is daar aange
komen de dirigeerende officier van ge
zondheid ie kl. uit Dordrecht, tot het
instellen van een onderzoek. Maandag
zou de generaal majoor, chef van den
geneeskundigen dienst, verwacht worden.
De Maandagavond ontvangen Mid-
delburgeche Courant meldt hieromtrent
Ofschoon sedert 11. Zaterdag nog
eenige gevallen voorkwamen, is de
ziektetoestand onder de militairen in
het garnizoen Middelburg veel verbe
terd; het grootste gedeelte is weder
hersteld.
De plotselinge daling in de tempera
tuur na de gehcerscht hebbende warmte
is als de meest vermoedelijke oorzaak
van die ongesteldheid aan te nemen.
Dat deze moet worden gezocht in het
nuttigen van minder geschikt voedsel
is niet waarschijnlijk; aan de bereiding
der spijzen in de kazerne wordt de
meeste zorg besteeden het is toch
niet te vermoeden, dat alle ongesteldon
buiten de kazerne iets zouden genuttigd
hebbenwaardoor de ongesteldheid
ontstond.
Nog minder is de ziekte toe te
schrijven aan gebruik van water, af
komstig van eene kortelings na lang
durig© droogte gevallen regenbui, daar
de drie verschillende kazernen van
water worden voorzien uit drie ver
schillende bronnennl. duinwater in
de Noordstraat, water uit de stadspomp
in de Munt aan de Waag en welwater
uit de stadsraanege in de hulpkazerne
op het Molenwater, terwijl in al deze
gebouwen ziektengevallen voorkwamen.
Bij een wedloop van Brussel naar
Antwerpen en terug (100 KM.)- legde
de eerstaankomende Sommers, van de
„Sport pèieste" te Brussel, den afstand
9 uur en 57 minuten af. Bij aan
komst viel hij bewusteloos neer.
De mededingiog van den tweeden
aankomende, Deraemaker, werd on
geldig verklaard, omdat hij een eind
weegs gespoord had. Daardoor werd
Vandewaele, van de „Antwerp Harriers
Union," tweede, in 10 u. 25 m.
Lïttsrsn en Hsnsi»
Men leest in de favabode
De heer Willem Potharst, eerste rol
van het Giaad Tné&tre te Amsterdam,
schrijft dat hij bereid is voor f45000
Vjsars uit te komen met een tooneel-
gezelschap van 15 artisten van den
eersten en tweeden rang, die voor twee
jaren moeten worden geëngageerd en
vrije passage moeten hebL-en iste klasse
heen en terug. Er zou dan te Batavia eene
vereeniging moeten worden opgericht
«iet een bedrijfskapitaal van 50000
voor 2 jaren eu 50000 in portefeuille,
terwijl te Amsterdam een te goeder
naam en faam bekend stamde bankier
en een dito notaris zouden moeten
worden aangewezen. Wanneer uiterlijk
half Januari 1893 het geld te zijner
beschikking wordt gesteld, kan de heer
Potharst half Mei met den troep op
reis gaan; hij stelt zich dan voor elke
week 2 of 3 avonden te Batavia en 2
of 3 avonden elders te spelen.
Mocht iemand de zaak ter hand
nemen, dan zullen wy gaarne onze
tusschenkomst verleenen, maar iatus-
schen zullen wij den heer Potharst
maar schrijven, dat zijn plan niet voor
uitvoering vatbaar is.
De bekende uitgever en eigenaar
van het te Milam verscaijaeade blad
Secoioaangemoedigd door het sucees
van zijne eers;e prijsvraag, waaraan de
„Cavallecia rusticana haar ontstaan te
danken heeft, heeft twee jaren geleien
opnieuw eene prijsvraag voor eene opera
van éea bedrijf uitgeschreven. Daarop
zijn 6o werken ingeleverd, waarvan de
in Venetië bijeengeroepen jury cr dade
lijk 46 verworpen en 14 aan een nader
onderzoek heeft onderworpen, met dit
gevolg dat de opera uFest& Mariaa'
(raatrozenfeest) van Coronaro uit Vicen-
za met den eersten en „Don Paéz"
van Boëzzi uit Rome met den tweeden
prijs is bekroond.
RECHTSZAKEN-
De officier van justitie bij de arron-
dissements-rechtbank te Rotterdam heeft
hooger beroep ingesteld van het op den
19a dezer door de arrondissements
rechtbank gewezen vonnis, waarbij de
heer J. C. Nygh is vrijgesproken van
het hem bij dagvaarding ten laste ge-
Omtrent den wedstrijd dien de Hol
landers Vrijdag jl. tegen „East York
shire (eigenlijk tegen „East-Brialiogton-
Qu*y") speelden, verneemt men nog het
volgende
De; wedstrijd werd gespeeld te Brid
lington. Het cricketveld maakt het
middenterrein uit van een wielerbaan,
zooals in Engeland, zeer dikwijls het
geval is. De grond was in uitstekenden
toestand en het weer was ook zeer
gunstig. De Engelschen, die het opgooien
hadden gewonnen, verkozen eerst te
batten. Zij maakten 157, waarvan de
topscorer er 44 had. Hierna gingen de
Hollandera in en maakten 149. Van dit
totaal maakten de heeren Eijken, De
Haas, Posthuraa, Harrison en Nolet
resp. 19, 18, 24, 46 en 11.
Ook Zaterdag werd (tegen Bridlington)
te Bridlington gespeeld.
KOLONIËN-
BATAVIA, 29 Juli.
Aan een onder dagteekening van 22
dezer van dea goeverneur van Atjeh
ontvangen telegram wordt het volgende
ontleend
Vermits de spoorbaan tusschenLam
baroe en Lamreng op 19 en 20 dezer
door kwaadwilligen, die op een afstand
van 150 meter hadden post gevat, on
veilig w&s gemaakt, werden de vijan
delijke pasitiëa ea de achtergelegen
kampongs op den 2ien d. a. v. door
geschutvuur uit bedoelde posten en uit
Lampeneroet, in vereeniging met de
tusschen Lambaroe en Lamreng in
stelling gekomen bergartillerie, getuch
tigd, waarna met eene compagnie van
het 12e bataljon infauterie en met deta
chementen getrokken uit de bezettingen
der posten Lampermei en Lxmbaroe
naar het voorterrein werd uitgerukt.
Het mocht gelukken den vijand te
verjagen en zijne stellingen te slechten
tot nabij Kaboel gekomen, hetwelk
zwaar versterkt bleek, keerde de troep
geheel ongehinderd terug.
Wij leden bij deze gelegenheid een
verlies van 6 dooden en 7 gewonden
(allen minderen), terwyl de Atjehers,
onder welke vele lieden uit de XII en
XXV moekims zich bevonden, volgens
de tot dusver iogekofiaen berichten,
minstens 19 dooden en 7 gewonden
telden.
Van den goeverneur van Celebes
en onderhoorigheden zijn de volgende
mededeelingen ontvangen
In den nacht van 7 op 8 Juni jl. te
2 u. 5 m. werd te Bima eene zeer
hevige aardbeving in de richting van
het Oosten naar het Westen waarge
nomen, die tien minuten aanhield. Te
2 uur i7 m. werd een tweede aardschok
in dezelfde richting gevoeld, die slechts
eene halve minuut duurde en minder
hevig was. Een kwartier daarna nam
men tot 5 u. 10 m. des morgens eene
zeer zachte golvende aardbeving waar
gepaard - met eene zeebeving, die te 3
u. zich kenmerkte door het met hevig
geruisch opspringen van het water by
den ingang van de baai van Bima,
welk geruisch twintig minuten aanhield
en op twee uren afstands zich duidelijk
liet hoeren. Onmiddellijk daarop begon
het water zeer snel te stijgen, zoodat
men te 5 ure des voormiddags in plaats
van eb den hoogsten waterstand had.
Te 8 ure 10 min. des voormiddags
werd weder een zachte aardbeving in
de richting van het Oosten naar het
Westen gevoeld, die vijftien seconden
duurde.
Volgens berichten uit Reo zouden
aldaar ten gevolge vau de hierbedoelde
schokken eenige huizen zijn ingestort.
Aan het verslag der voornaamste
gebeurtenissen in het goevernement
Atjeh en Onderhoorigheden, loopende
van 5 tot en met 18 dezer, wordt het
volgende ontleend:
Groot-Atjeh. Aan de beschietingen,
waaraan ©nze posten nu en dan bloot
stonden, werd telkens door granaat-en
geweervuur een einde gemaakt.
Op den 70a dezer werden door het
vuur van Larajoag drie Atjehers gedood,
terwijl op den ioen d. a. v. door
schoten uit Tjot Iri drie vijanden ge
wond werden.
In den nacht van 13 op 14 dezer
rukte uit Siroen een detachement om
de loopgraven, die de kwaadwilligen
ten Z.O. van deze versterking hadden
aangelegd, te dichten, hetgeen over eene
lengte van 200 meter geschiedde, zonder
dat men met den vijand in aanraking
kwam-
Ia den avond van den 13werd
door de matéc'aausséis eene bende
Atjehers op de vlucht gejaagd met
achterlating van éea doode en eenige
gewonden.
Volgens nader bericht werdeu bij den
uitval van Boekit Karang op 2 dezer
(zie Javasche Courant van 19 dezer
No. 58) éen Atjeher gedood en drie
Atjehers gewond.
De cholera eisohte zoowel binnen als
buiten de linie nog verscheidene slacht
offers.
Onderhoorigheden. Noordkust. De
versterking te Segli werd byna dagelijks
beschoten, het gelukte evenwel met
behulp van het geschut het vijandelijk
vuur telkens spoedig tot zwijgen te
brengen en de benden te verdrijven.
Den 146a dezer des avonds te halt
elf ure trachtte eene vijandelijke bende
ter sterkte van ongeveer vijf en twintig
man langs het strand naar de uoorder-
fa.ee van de versterking te sluipen. Een
geweerschot van dea schildwacht was
voldoende om haar op de vlucht te
jagen
lingen (Kota Bras en Kota Mebedilï
een-en-twintig dooden en zes gewonden
terwijl nog drie Atjehers werden vermist!
Onder de gesneuvelden waren lieden
uit Pedir, Ajer Leboe, Gigieng, Endjoene
en Samalanga. 6
In dén nacht van 9 op 10 dezer
werden op sloepen van Hr. Ms Ceram
welke vonr de kust van het landschap
Kerti op brandwacht lageD, van het
strand eenige geweerschoten gelost
welke door een paar salvo's werden
beantwoord.
Te Ajer Leboe schijnt een soort van
miltvuur onder het vee te zijn uitge-
broken.
Westkust. De versterking en de passar
te Melaboeh werden nu en dan be
schoten.
De regens lieten zich nog altijd
wachten; dagelijks woeien hevige wes
telijke winden.
De gezondheidstoestand was over het
algemeen stalionnair. Het gemiddeld
ziektecijfer bedroeg per dag 25 tegen
26 en dat van beri-beri 11 tegen 13
gedurende deu vorigen verslagtijd.
Het sterftecijfer was hooger.
Uit Kot a-Ra ija woidt het vol
gende aan de favabode geschreven:
De belangrijkste ontmoeting met den
vijand in den laaisten tijd was die nabij
onze versterking te Segli, waar zich eene
bende Atjehers in een beating had ge
nesteld die het den onzen zoo lastig
mogelijk maakten.
De commandant te Segli, de kapitein
der infanterie Van Heum, besloot aan
den vrijpostigheden een ein^e temaken
en het gelukte hem niet alleen de benting
te nemen en den vijand daariut te ver
drijven, doch hem bovendien gevoelige
verliezen toe te brengen daar hij 1,
dooden achterliet. Van onze zijde be
kwamen we slechts twee licht gewonden
Eene tweede minder belangrijke ont
moeting had plaats dicht bij onzen pwst
te Boekit Karang, wau een troepje
Atjehers door de bezet ing overvallen.
Zij werden zoo overrompeld dat zij
daarbij vergaten een paar doodeu .bene
vens hunne wapens, w. o. een Beanmnc
tgeweer, mede te nemen.
Te Melaboeh drong een troep Atjehers
nachts het établissement van den
aannemer nabij de benting bianen ea
onthaalde den slachter op een paar
klewanghouwen.Opdiens hulpgeschreeuw
kwam een detachement uit de benting
toesnellen, dat den vijand, die vrij sterk
in aantal scheen, dwong h;t terrein te
ontruimen, met achterlating vau 5 dio
den en medeneming van 10 gewonden.
Ook onze brave m iréchaussees Heten
zich niet onbetuigd en schoten onder
de brug nabij de versterking te Lira*
peacroet ia den nacht vaa i3 op 14
Juli een Atjeher neer, waarbij twee
donderbussen hun ais buit in handen
vielen.
Sedert eenige dagen is een gedeelte
van dit korps bewapend met nieuwe
karabijnen, die in zooverre van de tot
heden doer hen gebruikte cavalerie-
karabijoen afwijken, dat zich daar au
eene bajonet bevindt, die langs den loop
kan worden neergeslagen.
De gezondheidstoestand war ia de
laatste dagen vermoedelijk tengevolge
vaa de buitengewone hitte, ongunstiger
en vooral onder de bewoners vaa
Nesoeh kwamen verscheidene gevallen
van koorts en waterpokken voor.
Ook de berri-berri blijft nog steeds
gretig om zich hoengrypen ca evacuatie
is tot nu toe het eenige geneesmiddel
dat onze medici daartegen weten voor
te schrijven.
Te Semarang is de vergunning
ingetrokken, door de politie aan Ssquah
gegeven, om met zijnen reclamewagen
rond te rijden en redevoeringen tot
het volk te houden, aangezien hij zien
daarbij uitlatingen veroorloofde tegen
Blijkens latere berichten bekwam de j het bestuur, die minder gepast zijn
vijand bij gelegenheid van de vroeger j in het logement ontvangt hij evenwei
medegedeelde overrompeling zijner stel- nog druk bezoek.
zal ik u onterven ten gunste van oh, oh 1" en de oude man
deinsde achteruit en viel tegen den grijzen muur en drukte zijne
handen tegen zijn borst, terwijl het koude zweet op zijn bleek
gelaat parelde.
De beide jongens sprongen op hem toe, maar alvorens hem te
hebben bereikt had hij zich weer hersteld.
„Het is niets," zeide hij met zijne gewone vriendelijke stem,
„een onbeteekenende ongesteldheid. Ik wensch u beiden goeden
morgen, en verzoek u mijne woorden in gedachtenis te houden."
Nauwelijks was hij weg, of George trad op zijn neef toe en legde
zijn hand op zijn arm.^
„Waarom twist gij toch altijd met mij, Philip? Het einde is
altijd zooals nu; het loopt steeds slecht voor u af."
Het eenige antwoord evenwel van Philip was, dat hij hem
ruw van zich afduwde, en door de deur verdween in de richting
van de vijver. George zag hem na met een eigenaardigen glim
lach, die nog eigenaardiger was door de verwrongen trekken van
zijn gezwollen gelaat.
HOOFDSTUK II.
Hoe de familie Caresfoot te Bratham kwam.
Het 13 moeielyk om zich een meer eigenaardige studie voor
te stelten en leerzamer in barer gevolgen dan de beschouwing
jran de voornaamste karaktertrekken van verschillende familien,
zooals die zich door een reeks van geslachten vertoonen.
Het is een onderwerp, dat uit den aard der zaak meer en min
der waarde heeft, naarmate wy meer of minder van onze voor
ouders weten.
Wanneer wij nu en dan eens een blik werpen op de oude
beschilderde doeken, waarvan sommige dikwijls zelfs geen
naam dragen, maar die nog slechts bestaan om te spreken van
het werkelijke leven, het genot en verdriet, de zonden en deug
den, welke gewoond hebben in de personen, welke die ruwe
portretten voorstellen, en in ons zei ven, dan zien wij misschien
trekken, die na zes geslachten worden teruggevonden in den
kleinen knaap op onze schouders of in de dochter, die naast ons
staat. Op dezelfde wijze zijn wij somtijds in staat gesteld, deels
door overlevering, deels door andere middelen om in ons zelf of
in onze kinderen karaktertrekken zich sterk te zien ontwikkelen,
die de familie reeds eeuwen geleden kenmerkten.
Als plaatselijke ©verleveringen en dergelijke familiegeschie
denissen eenig vertrouwen waard zijn, dan valt er niet aan te
twijfelen of de Caresfoots van Bratham Abbey hadden de
eigenaardigheden van hun karakter ongeschonden bewaard van
vader op zoon ondanks de voortdurende inmenging van nieuw
bloed ten opzichte van de moeder.
De geschiedenis van de familie Caresfoot behelsde niets bizon-
ders. Sinds onheuehelijken tijd waren zij bewoners van Bratham,
ja wellicht van den dag af, dat het bestaan van het dorp een
geografisch feit was geworden; eerst na de uitroeiing van de
kloosters evenwei begon zij eenig aanzien in die landstreek te
verwerven. Bratham Abbey had het aJgemeene lot gedeeld en
was door Hendrik VIII aan een zijner hovelingen, een zekeren
sir Charles Varry geschonken. Twee jaar lang liet de eigenaar
zich niets aan zijne nieuwe bezitting gelegen liggen, maar op
zekeren dag verscheen hij in het dorp, en reed naar het huil
van Caresfoot, dea meest aehtenswaardigen landbouwer van hel
dorp, wien hij verzocht hem Abbey House met de daarbij be-
hoerende landerijen te laten zien. Het was op een donkeren
namiddag in November, en toen de landbouwer en zijn ver
moeide gast de drassige landerijen waren ©vergestoken, en hel
gröote, grijze huis hadden bereikt, begonnen de dampen en de
schaduwen van den avond reeds een sluier over het gebouw te
werpen, zoedat dit, eenzaam als het daar lag, nu een alierdroe-
vigsten, somberen indruk maakte.
„Dat is het hier wel."
„Het is hier zeker nat en dampig, mijn vriend zeide sir
Charles met eene huivering, en wierp een blik op den vijver,
waarin de regen neerdruppelde.
„En eenzaam ook, nu de monniken weg zijn."
„Ja, en men zegt, dat de geesten van de dooden in het oude
gebouw rondspoken," en de landbouwer liet zijn stem dalen tot
een angstig gefluister.
Sir Charles maakte het teeken des kruizes, en mompelde:
„Dat wil ik best gelooven," daarna wendde hij zich weer tot
zijn begeleider:
„Weet gij ook soms iémand vriend, die de abdij met al de
rechten en landerijen zou wiUen koopen?"
Wordt vervolgd'.)