GEMEN&D NIEUWS. spoed het noodige te verrichten tot ontruiming van het door ons ten noor den van de nieuwe grenslijn te Oostkust geoccupeerd gebied. De statistiek over het nu in behan deling zijnde jaar 1890 wijst als zielen tal der iolandsche bevolking op Java en Madura een totaal aan van 23,609,312, zijnde 888,636 oi 3.91 pCt. meer dan in 1889. Onder de mededeelingen van staat kundigen en algemeenen aard vindt men vermeld, dat naar aanleiding van een door den gouverneur van Noord Borneo en Laboean gedaan voorstel om in gemeenschappelijk overleg maatre gelen te treffen tot tegengang van zeeroof en menschenroof in de zeeën Noord-Borneo, de gouverneur-ge neraal zoowel met den resident der Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo als met den gouverneur van Celebes en onderhoorigheden in overleg is getreden nopens de vraag wat in die richting zou kunnen worden gedaan door het voeren van vuurwapenen en ammunitie door inlandsche vaartuigen in die wa teren aan controle te onderwerpen, Meer in het bizonder valt omtrent Java en Madura het volgende mede te deelen De politieke rust bleef op Java en Madura gedurende 1891 ongestoord, en de wijze waarop het Mohammadaansche godsdienstig leven zich uitte deed de bevolking nergens met het bestuur in botsing komen. De verstandhouding met de inland sche hoveu op Java bleet goed, Hier en daar nam in 1891 het aan tal misdrijven en overtredingen toe, voor een deel wellicht ten gevolge van ongunstige ©economische omstandighe den, zooals bijv. uit Soerakarta, Rem bang, Kadoe en Madioen wordt gemeld, Over het algemeen was de staat der volksgezondheid in 1891 minder gunstig te noemen. De hier en daar onder de veestapel waargenomen ziekten, hadden in den regel een goedaardig karakter. Uitgenomen in Tagal en enkele andere bestuursafdeelingen, waar de oogst zeer gunstig uitviel, had in 1891 de rijstcul tuur nagenoeg overal in meer of minder belangrijke mate met de langdurige droogte te kampen, waardoor veel mis gewas ontstond en zelfs in eenige stre ken de beplanting der velden, dan wel de gebruikelijke tweede beplanting achterwege moest worden gelaten. Andere voedingsgewassen dan rijst slaagden in 1891 in de meeste gewesten over het algemeen vrij bevredigend, ofschoon ook daaivan vele aanplantin- gen wegens de droogte mislukten. De koffieproductie liet in 1891 overal op Java minder te wenschen dan in het voorafgegane jaar. Ook de suikercul tuur leverde op de meeste ondernemin gen niet ongunstige uitkomsten op, ter wijl de tabaksoogst, daar waar de teelt op uitgebreide schaal plaats heeft, groo- tendeels tegenviel, Te oordeelen naar de cijfers der in- en uitvoerrechten viel in den toestand van den handel gedurende het afge- loopen jaar in Cheribcn en Soerabaija noemenswaardige verbetering op te mer ken. De bij wijze van proef in de residentie Pasoeroean toegepaste maatregelen om te geraken tot eene kolonisatie van minvermogende Europeanen hebben nog te kort gewerkt dan dat een stellige uitspraak zou zijn te doen nopens het daarvan te verwachten gevolg. Als gewoonlijk hadden in eenige ge westen gedurende den westmoesson overstroomden plaats, die veel schade aan wegen en plantsoenen toebrachten. Vulkanische verschijnselen van groote beteekenis werden in het afgeloopen jaar niet waargenomen. Wat betreft Atjeh en Onderhoorig heden, over het algemeen is, sedert de mededeelingen voorkomende in het vorige verslag, geene '.verandering ge komen in den politieken toestand van dit gewest. De gezondheidstoestand was in 1891 over het algemeen bevredigend. Ia Juni 1891 (achtereenvolgens den i5en en den 2m) en op 17 Mei jl. wer den te Kotta Radja zware horizontale aardschokken waargenomen. De marine bleef met loflelijke toe wijding waken tegen overtreding van het verbod tegen in- en uitvoer ter Noord- en Westkust. Op de Oostkust gaf de uit Groot- Atjeh afkomstige bevolking van Simpang Oliën weder herhaaldelijk blijken van hare weinig vriendschappelijke gezind heid. De sterkte van het leger terwijl de formatiecijfers vrijwel dezelfde bleven nam gedurende 1891 toe met 856 onderofficieren en minderen, doch was bij het einde van het jaar 733 man be' neden de formatie. Wat het officierskorps aangaat leverde de aanwezige sterkte op uit. 1891 na genoeggeen verschil op met den toestand op uit. 1890. KOLONIËN- PARAMARIBO, 13 Augustus. Uit het officieel openbaar gemaakt verslag van eene reis naar de Lsiwa tot het verkennen van het terrein tusschen die rivier en de Tapanahoni en dat tusschen de Toso- en de Sarakreek, gedaan van Januari tot Mei 1892 door den heer W. L. Loth, goevernements- landmeter in Suriname, blijkt het vol gende Wanneer men de zuidelijke grens van dit terrein stelt op 2» Noorderbreedte en de westelijke grens bij de Prattie- kreek aan de Tapanahoni op 550 Wes terlengte van Greenwich, dan omvat het eene oppervlakte van 1.360,000 H.A., geluk aan die van de provinciën Drente, Gelderland, Noord- en tZuid Holland. Den isen Januari per stoomer Neder land naar de Marowijne vertrokken, vergezeld van de heeren W. J. F. Co pijn en J. C. Lambadie, als opzichters, en zestien arbeiders en 4 beambten van politie, deze laatsten om, zoo noodig, goudstroopers te verwijderen, kwam de expeditie na velerlei wederwaardigheden 16 Mei te Paramaribo terug. Het voornemen bestond om de Bon ninegers, gevestigd aan den linkeroever der Lawa, te bezoeken, de vestiging der concessionarissen aan de rivier te inspecteeren, een lijn door het bosch te kappen, beginnende van het Bonni- bosehnegersdorp Cottica recht west naar de Tapanahonideze rivier af te zak ken tói het eiland Drie Tabbetje, waar het groot-opperhoofd der Aucaners ge vestigd is, vervolgens de Fosokreek (zijtak der Tapanahoni) op ^te varen, door te marcheeren naar de Sarakreek, ten einde ook deze streek te verkennen met het oog op den eventueelen aanleg van een weg, en eindelijk de Sarakreek af te varen, om over de rivier Suriname te Paramaribo terug te keeren. Het resultaat van de verkenning wordt aldus door den heer Loth saam gevat Tusschen Lawa en de Goniuirivier zijn vele bergen met steile hellingen en tusschenliggende kreekjes, die hetzelfde voorkomen hebben als de bergen op het terrein E. Le Blond, waaruit veel goud verkregen is. Mijn tracé loopt over een gedepres' seerd gedeelte van het gebergte, daar de meeste kreken van het Noorden naar het Zuiden vloeien en de hoogere bergen en de oorsprong van deze kree- ken alzoo noordelijker moeten worden geacht. Tusschen de Gonini en de Tapana honi ontmoet men kreeken die meestal van het Zuiden naar het Noorden stroomen. De bergen hebben flauwere hellingen en slechts bij enkele ziet men kwarts- en ijzer-erts De Goninirivier met de Emma- ea Wilhelmina-rivieren zijn uitmuntende waterwegen om in de delta tusschen de Lawa en de Tapanahoni diep land waarts door te dringen. Als de Vosakreek gezuiverd is van daarin gevallen boomstammen, ,dan is zij ia den regentijd bevaarbaar tot on geveer 10 KM. ten zuiden van de voormalige werkplaats van de Maat schappij Lowodes. Het terrein langs de kreek, door de expeditie gevolgd, is grootendeels vlak, met enkele lage heuvels hier en daar, moerassig in den regentijd. Van de voormalige werkplaats van de Lowodes tot den rechteroever der Sara kreek moeten slechts twee hooge bergen met steile hellingen worden beklommen, het overige deel is zacht golvend en door kreekjes gesneden. De Sarakreek is in den regentijd be vaarbaar tot een dag reizens boven het punt waar ik aan den oever aankwam. In den drogen tijd échter zijn noch de Sara- noch de Tosokreek bevaar baar. Goudontginners die in de Tapanahoni onderzoekingen willen doen, zouden gebruik kunnen maken van een even tueel aan te leggen weg langs de Sara - en Tosokreken. Ik twijfel echter zegt de heer Loth aan het einde van zjjn verslag of het vervoer te land voordeeliger zoude zijn dan het transport te water over Albina. r'QUÏJEK OVERZICHT. Te Genua maken verschillende demo cratische vereenigingen toebereidselen, om vriendschapsbetoogingen te houden tegenover de bemanning van de fransche oorlogsschepen, die daar liggen. In onzen tijd van betoogmgen zou dit niet bizonder de aandacht behoeven te trekken, ware het niet dat deze soort van demonstraties door de overheid formeel is verboden. Komen derhalve de toebereidselen tot uitvoering, dan het te voorzien cat de autoriteiten tusschenbeide treden en de betooging goedschiks of kwaadschiks zullen belet ten. Er liep in sommige steden van Italië een gerucht, dat de regeeriag ten einde in het gebrek aan pasmunt te voorzien, biljetten van anderhalven frank (75 cent) zou uitgeven, een bericht dat veel onte vredenheid verwekte, daar men terecht niet op papieren pasmunt gesteld is. Later berichten schijnen het gerucht echter te logenstraffen. De handelsverenigingen voor den Kongo hebben bericht ontvangen om trent de 18 agenten aan de Lomani en den boven Kongo, aan wier hoofd Ho- dister stond. Aan de Stanley Falls terug gekeerd zijn er 9, door Arabieren gedood 2, aan ziekten gestorven 2, door een ongeluk omgekomen 1 en spoorloos verdwenen 4, onder wie Hodister zelf. Eene bevestiging van den dood van Hodister hebben de vereenigingen niet ontvangen. Twee stoombooten der ver eenigingen, de „Roi des Beiges" en de „Auguste Beernaert," zijn in veiligheid evenals de handelswaren der factorijen van Bena Kamba en Yanga. Londensche bladen meldden, dat de Regeering het engelsche infanterie- regiment dat te Cairo ligt, zou hebben teruggeroepen. Dit bericht vindt eenig geloof, omdat naar men weet het nieuwe kabiaet-Gladstone de ontruiming van Egypte in haar programma heeft opge nomen. Aan den anderen kantevenwel schijnt de maatregel wel wat vlug ge nomen voor een ministerie dat pas aan het roer is gekomen en op dien grond vindt het bericht ook tegenspraak. Spoedig genoeg zal blijken, wie hier gelijk heeft. Bij het aanvaarden der herbenoeming tot het presidentschap gaf de president Harrison een overzicht van den staat der nationale aangelegenheden en van den handel. Hij wijst op de vermeerde ring van het aantal koopvaardijschepen, geschikt om in geval van nood den Staat te dienen. Voorts spreekt hij over liet welslagen der politiek van recipro citeit, welke de mededingers in Europa beschouwen als eene bedreiging van hunne suprematie op handelsgebied. De protectionisten trachten den standaard der loonen te handhaven en te beletten, dat deze zinken tot het Europeesche peil. De president verklaart zicb. over tuigd dat net vrije aanmunten van zilver, in juiste verhouding tot goud, waardoor de gelijke geldigheid van beide metalen xou gehandhaafd blijven, be vorderlijk zou zijn tot welvaart. Alle productieve en commeideele natiën van de wereld verwachten weldadige resul taten van de munt-conferentie. De President ver klaar ten Blotte, dat op beide wereldronden de nationale en commercieele eer en invloed der Ver- eenigde Staten nooit hooger aange schreven stonden dan thans. Natuurlijk doen ook de republieken in Zuid- Amerika weer van zich spreken. Zooals wij in ons vorig nummer reeds onder de telegrammen meldden, loopt de revolutie in Honduras ten einde, De aan voeder der opstandelingen, gene raal Huilla is met acht medestanders gevat en zal, volgens de afdoende ma nier die in die streken gangbaar is, worden doodgeschoten. Wanneer alle woelige measchen ia Zuid Amerika dat zelfde lot moesten ondergaan, zou er zeker een fatale ontvolking plaats heb ben. In Venezuela moet nu anarchie, regeeringloosheid heerschen. Althans zoo luiden de berichten die de Regeering der Vereenigde Staten te Washington heeft ontvangen en die zoo geloofwaardig schijnen te zijn, dat de V. S. er twee oorlogsschepen, de Concord en de Keoiang zullen heenzenden om de Noord- Amerikanen die in Venezuela wonen, te beschermen. Dalzlel i s i n s t a a t m e d e t e deelen, dat het in buitenlandsche bladen opgenomen, bericht betreffende eene verloving van prinses Clémentine van België met den aartshertog van Oos tenrijk, ongegrond is. De roodvon k-o pideraie te Londen wordt zeer ernstig. Meer dan 3240 bedden in de ziekenhuizen zijn door lijders aan deze ziekte ingenomen, en als niet dadelijk in den toestand voorzien wordt, kunnen geen lijders meer worden opgenomen. Er wordt ernstig over ge dacht de Parijsehe morgue, die meer en meer een voorwerp van nieuwsgie righeid wordt, op te heffen. Het lijken huis wordt in het jaar door ongeveer een millioen menschen bezocht, waarvan er twee of drie bij toeval eenen doode herkennen. In het geheel worden er jaarlijks 1000 lijken naar de morgue gebracht; een vierde er van zijn pas geboren kinderen, die noch gephoto- grapheerd noch tentoongesteld kunnen worden. Van de overige 750, blijven er gemiddeld 80 onbekend. De identi teit van de overige 670 wordt op de volgende manier vastgesteld405 door het onderzoek, ingesteld door de beamb ten van de morgue, de andere 165 her kent men dadelijk. Van 55 wordt de identiteit na hunne begrafenis door de kleeren bewezen van 10 door een por tret, van 5 door de Anthropometric, 40 van de 680 blijven er over, die door het tentoonstellen herkend worden, alzoo een zeer klein percent. Dinsdagavond is in de Rue des Colonnes (Quartier de la Bourse) te Parijs een koperen bils ontploft. De buis was 15 centimeter lang en met ijzerdraad omwikkeld. Zij was geplaatst vóór de poort van het commissariaat van politie. Twee schipbreukelingen van 15 jaar. Een familie van Montpellier, bestaande uit de beide ouders en vier kinderen, twee jongens twee meisjes, waren den Zondag gaan doorbrengen op een buitentje, gelegen aan zee te Grau du-Roi de Palavas. Om drie uur in den namiddag begaven de kinderen zich naar een kreek aaa de kust en bemerkten daar een visscheraboot die op het strand lag. Spoedig kwam het denkbeeld bij hea op daarmee een tochtje te maken en zoo gelukte het hun eindelijk na veel inspanning de boot te water te brengen. Door een sterken wind naar zee ge- dreven, sprengen de beide meisjes van angst uit het bootje, en bereikten 1 lukkig, steeds badend door het ondiepe water, den kust. De beide broeders evenwel, die 14 en 15 jaar oud waren, bleven in de schuit, in de hoop wat verderop te kunnen landen. Maar de zee was ontstuimig en hoe golven rolden tegen het strand. De meisjes, het gevaar bemerkende waar aan de broers blootgesteld waren, liepen naar huis om hulp in te roepan. De ontstelde vader begaf zich ijlings naar het douanemstation vanwaar spoedig eenige booten vertrokken om de waag halzen binnen te halen. Na verloop van een uur keerden die echter terug zij hadden de schuit niet kunnen vinden, die ongetwijfeld door den hevigenwind met groote snelheid de open zee al verder en verder in dreef. Alleen op de duinen kon men nog het ranke vaartuigje zien rijzen en (kien, Zoo snel mogelijk liep men toen naar Gran-du-Roi om hulp te vragen, Al de aanwezige vissehera verklaarden zich bereid te trachten hen te redden. Bin nen weinige oogenblikken zetten acht oi negen scheepjes zeil en waren spoe in het ruime sop. Maar ongelukkig be gon de duisternis ia te vallenen al hunne pogingen waren te vergeefsch, terwijl ook nog de wind in hevigheid toenam, zoodat zij terug moesten keeren. Tot dusverre heeft men nog niets van de beide kinderen ontdekt. Een trein van Par ij s naar Boulogne heeft drie personen overreden; een kind dat op den spoorweg speelde, en de ouders die poogden de kleine te redden. Te Aix-1 es-Bains heeft de president der fransche ïepubliek, ah naar gewoonte, op het raadhuis den gemeenteraad en deputatiën van colleges ontvangen. Ook eene deputatie van kinderen van de openbare scholen. Een dier kleinen was in russische kleeder dracht ea las het volgen .e versje voor. Mijnheer de President. Papa m'a dit que la Russie De notre France était l'amie, Voilé, pourquoi je suis heureux D'être vêtu eorame chez eux Pour vous offrir ces humbles fleurs, Hommage de nos j tunes cceurs. Toen het kind geëindigd had, riep het: „Leve Frankrijk! Leve Rusland! Leve Carnot! Leve de republiek!41 De heer Carnot omhelsde het kind, zeggende: „In u omhels ik Rusland." JN. R. Cu Een sneltrein van West- hore is bij Riverside ontsppord. De locomotief en een wagen van een hoogte van 45 voet in de rivier. De stoker en mij veroorlooft u dat te zeggen, maar in hare tegenwoordigheid zouden maar zeer weinig vrouwen de aandacht der mannen trek ken. Ik weet wel, dat ik mijn geliefde (als ik er een had) niet gaarne een ganschen dag in haar gezelschap zon vertrouwen; gij wel «Ik weet het werkelijk niet; wat bedoelt gij toch?" //Wat ik bedoel, miss Lee, wel ik bedoel niets; wat zou ik an ders bedoelen dan alleen dat schoonheid een aantrekkingskracht is voor alle manneD; zij dient hun slechts tot een maatstaf van zede lijkheid en een toets voor het goede en kwade. De mannen ver schillen zooveel van de vronwen. Als een man een onzer trouw 13, dan is dat alleen omdat geen andere vrouw met grooter be koorlijkheden tusschenbeiden is gekomen. Men kan een man nooit vertrouwen." i/Welke vreeselyke denkbeelden houdt gy er op na." //Denkt gy dat? ik hoop van niet. Ik spreek slechts over het geen ik heb opgemerkt. Neem nu eens tot voorbeeld Fr&ulein von Holtzhausen. Hebt gy er niet opgelet, dat zoo lang zy in de kamer was de oogen van alle drie heeren op haar waren gevestigd, en dat zoodra zy weggaat een hunner haar volgt, hetgeen de anderen ook zouden hebben gedaan, wanneer hun de weg niet was afge sneden? Men mag het hun niet kwalijk nemen, het is niet dan natuurlijk. Iedere man zou het doen, wanneer het zulk eene beeld- schoone jonge dame betrof." //Ik heb er waarlyk niet op gelet, en om u de waarheid te zeggen meende ik zelfs, dat zy meer aandacht hadden voor u f Voor mywel myn beste miss Lee, ik zal niet beweren er goed uit te zien. Wat eene zonderlinge gedachte. Maar als ik zeg, dat gij gelijk hebt, dan is het weer een van myne theoriën ge grondvest op de resultaten van myn opmerkingsvermogen, maar de mannen vormen een niet erg belangrijk onderwerp tot gesprek, nietwaar? Laten wy over iets beters spreken het toilet by- voorbeeld." De arme Mary was echter te zeer ontrust en verward om over iets anders te spreken, zoodat zy in een diep stilzwijgen verviel; kort daarop namen de heer en mevrouw Bellamy en George afscheid. In dien tusscheatyd wandelden Philip en Hilda langzaam langs het kreupelhont, dat aan het huis grensde. //Waarom zyt gy in den tuin gekomen vroeg zy in het duitsch, een taal, die hy zeer goed verstond. z/Om met u te wandelen. Waarom spreekt gy tot my in het duitsch //Omdat ik dat gaarne spreek, en ik u volstrekt niet heb ge vraagd om met mij te wandelen. Men heeft u daar binnen noodig, zoodat het beter voor u zal zyn om terug te keeren." z/Neen, ik ga niet terug, Hilda, of gy moet my eerst iets be loofd hebben." „Noem my niet Hilda, wat ik u verzoeken mag. Ik ben juf frouw von Holtzhausen. Wat zoudt gy my willen doen beloven pik zou u gaarne van avond om negen uur in den koepel wil len spreken." tik geloof, mynheer Caresfoot, dat gy een weinig schynt te vergeten, wat gy my, uzelf en miss Lee verschuldigd zyt." f Wat bedoelt gy met iets aan miss Lee verschuldigd te zyn P" //Eenvoudig, dat zy liefde voor u heeft opgevat, en dat gy haar daarin heot aangemoedigd; gy behoeft mij niet tegen te spreken, i zy heeft het mijzelf verteld." //Onzin, Hilda, als gij my van avond een onderhoud wilt toe staan, dan zal ik u alles verklaren; er behoeft hier van jaloezie geen sprake te zyn." Zij trad met opgeheven hoofd op hem toe, en stampte met haai bekoorlyk voetje op het grintpad. z/Mynheer Caresfoot," zeide zy, //eens en voor alles, ik ben niet jaloersch, en wil u het onderhoud niet toestaan; ik heb te vee eerbied voor mijzelf en te weinig voor u," en zy was verdwenen Philips gelaat, zooals hy haar stond na te kyken, was niet aan genaam om te zien; het vertoonde een harden, bitteren trek. z/ls zy jaloersch? Ik zal die trotsehe schoone wel jaloerech doen worden," en in zyn woede sloeg hy met zyn stok een anjelier van den stengel. z/Wat doet gy daar nu, Philip? Dat zyn myne mooie, austra- lische anjelieren; tenminste ik meen dat het australische ays. Hoi kunt gy die nu gaan vernielen?" z/Kom Maria, ik plukte er een voor u. Wilt gy ze niet op japon steken Waar zyn de anderen //Zij zijn allen weg. Laten wij naar binnen gaan, het is W®| zoo heet, en vertel mij eens wat uwe meening is omtrent mevroun Bellamy." Wtrdt wervel f*)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 2