Lsttsren en Kunst» Onze Kustverdediging. POLITIEK OVERZICHT. ÖEIENÖD NIEUWS. cholera notras overleden, een man van ongeveer 70 jaar. Maandag werd voor het eerst geneeskundige hulp iageroepen en Donderdag bezweek de lijder. De geneeskundige inspecteur, dr. Lubach, is van het gaval in kennis gesteld. Ten gemeentehuize aldaar is gratis carbol verkrijgbaar, terwijl eene barak voor 6 bedden wordt aanbesteed. De „Figaro" deelt de prijzen mede, door Zola voor zijne boeken gemaakt. Aanvankelijk kreeg hij tien [centimes per regel d. i. voor vijf deelen ongeveer 18,800 fr. „La Faute de 1' Abbé Mouret" werd voor 1500 fr. gekocht door een Russisch blad. Na het succes Jvan „r Assommoir" begon Zola zijne voor waarden te stellen; „Nana" 20,000 Ir, „Pot-Bouille 30,000 fr. „Germinal 1' Oeuvre,jLa Terre" 20,000. Daarop voor 0Le Réve" 25,000, „La Bê;e humaine" 25,000, „1'Argent" 30,000, „Li Debèele' 30,000. Voor „Le Docteur Pascal" zal 35,000 fr. betaald warden. De romans hebben gewoonlijk 18,000 regels, de prijs loopt dus tussehen 1 en 2irs.den regel. Dit alles geldt nu nog alleen de uit gaaf door bladen en tijdschriften, de uitgaaf „en feuilleton." Hiermede werd voor 19 deelen ongeveer 30,000 fr. ge maakt. Charpentier had een contract met Zola, dagteekenend van na „La Cu* rée;" gedurende tien jaar moest Zola jaarlijks twee manuscripten levenen tegen 500 francs per maand vast geld. Wel dra verscheurde Charpentier edelmoedig- lijk dit contract en betaalde per ver kocht exemplaar: eerst 40 centimes later 60. In het geheel nu zijn er van Zola's boeken 1,338.000 exemplaren verkocht, waarvoor Zola, naar de be rekening van de „Figaro, "800,000 francs gekregen heeft. Het vertalingsgeld wordt op 200,000 francs geschat een totaal dus van 1,300,000 francs voor 19 deelen en 20 jaren zwoegens. Het is zoowel voor den leek als voor den vakman op krjjgsgebied aan geen twijfel onderhevig, dat wij Nederlanders veel belang hebben bij een oordeel kundige en goed ingerichte verdediging onzer kust, wanneer wij bedenken, dat in oorlogstijd zeer waarschijnlijk zal worden beproefd, ons land van die zijde te naderen. Weliswaar zijn de punten, waar onze eigenaardige, zachtafglooiende kust voor groote oorlogsschepen te be reiken is, door zware forten verdedigd, men denke slechts aan den Maasmond, IJmuiden en den Helder, maar met het tegenwoordige vèrdragende geschut zou een vijandelijke vloot, van diep uit zee, dicht aan de kust gelegen plaatsen kun nen bombardeeren, alhoewel men zich van een dergelijk bombardement (men denke slechts aan den grooten afstand, weinig zichtbaarheid van het doel, onvast standpunt van het vijandelijk geschut enz.) geen al te schrille voorstelling behoeft te maken en het bombarde ment eener open stad alleen in de uiterste gevallen zou plaats hebben, daar het door iederen ridderlijken vijand toch als strijdig met het volkenrecht zou worden beschouwd. (Lees hierover de brochure van maj. van Beek contra Tindai). Gesteld echter, dat wij van de zee zijde zouden worden aangetast, dan zou onze marine op-verre-na niet zijn op gewassen tegen die van een der groote mogendheden, b. v. van Engeland, van Duitschland of van Frankrijk. Met het oog daarop is het van veel belang te weten, of er middelen be staan, die in dftze leemte kunnen voor zien, en oi die middelen nog niet drin gend aanvulling en verbetering behoe den, zoowel in stoftelijken als in moree- len zin, om ons bij een eventueelen oorlog zooveel mogelijk te beveiligen tegen een aanval van de zeezijde. Van hoe groot gewicht het is, om een vijandelijk leger bij de pogingen tot landen tegen te houden, hierop wijst ons „de stelling van Amsterdam." Wan neer dit zeker wel niet volmaakte „laatste bolwerk onzer hope" door den vijand de duinen doortrekkende, spoedig kan worden bereikt, zou er geen tijd zijn om maatregelen te nemen, die altijd in d^ laatste oogenblikken nog noodig blijken de met zooveel kosten ia orde gebrachte fortenketen zou spoedig ge forceerd zijn. Het vordert daarom van onze marine vooral een geduchte taak om eene eventueele landing zooal niet geheel te beletten, wat toch wel onmogelijk zou blijken, dan toch zoo lang mogelijk te vertragen, teneinde gelegenheid te geven, voldoende troepen, munitie en vivres binnen de Amsterdamsche stelling te concenteeren. Het destijds in dit blad zoo uitvoerig omschreven plaa om een spoorweg-batterij langs de kust te heb ben zou mede kunnen dienen om lan dingen te verhinderen, maar er zouden uit den aard der zaak een groot aan tal van zulke rollende batterijen moeten zijn, daar de groote uitgestrektheid der kust van Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland den vijand punten genoeg zou aanbieden om sloepen met man schappen aan wal te zenden. Het is daarom zaak, dat men den kern der vijandelijke scheepmacht, de groote pantserschepen zelve, aantaste ,en daarvoor is geen geschikter middel denkbaar dan de torpedoboot. Een ieder heeft wel eens van de vernielende macht dezer kleine oorlogs bodems hooren gewagen en vooral voor een land, welks schatkist niet in staat is, het een voldoende vloot te doen bezitten, zjjn zij van onberekenbaar nut. Zij toch tasten de groote oorlogsbo dems in volle zee aan en een enkele hunner projectielen is vaak voldoende om het grootste pantserschip te vernie len of te doen zinken. Zelfs in Engeland, waar men, ia 't be zit van kolossale oorlogsschepen, met zekere minachting op de torpedoboot neerzag, begint zich thans eene stroo ming ten gunste van dit aanval- en ver dedigingsmiddel te openbaren, daar men het groote nut ervan, meer en meer gaat inzien. Wij, Nederlanders zullen daaruit de les trekken om onze kleine verdedigings middelen ter zee steeds meer te volma ken, want voor ons ligt hier in het kleine het groote. De reden, waarom men de torpedo boot in Engeland steeds met scheeve blikken aanzag, lag in de weinige be trouwbaarheid die men aan hare zee waardigheid toekende en zeker had men daarin niet geheel ongelijk, daar zelfs oorlogsvaartuigen van grootcr soort niet tegen het verradeljjke element zijn op gewassen, men denke slechts aan onzen rammonitor Adderwelke bij vrij kalme zee met man en muis verging. Nochthans is de torpedoboot zeker wel in staat om een geduchtea schakel te vormen in de rij onzer kustverdedi gingsmiddelen, vooral wanneer zij op treedt ip onze zeegaten en riviermon dingen. Wat de ondervinding betreft, welke men met dit verdedigingsmiddel heeft, deze mag zeker nog lang niet voldoende worden geacht, wanneer men bedenkt dat zee-oorlogen in den laatsten tijd weinig voorkwamen en men zich alleen kan beroepen op den laasten chileenschen opstand waarbij een oorlogschip door zulk een werktuig naar den kelder ging. Wel kan men meer zeggen van de zoogen. zeemijnen, zijnde kisten of trommels met springstof gevuld, welke onder water liggende of drijvende, door de aanvaring van een vijandelijk vaar tuig ontploffen en aldus hunne vernie lende werking verrichten, of van den wal af door electriciteit worden ont stoken. Deze laatste wijze is wel merkwaardig en verdient een oogenblik onze nadere beschouwing. Aan land bevindt zich een bepaalde observatie-post, waar men de beweging der vijandelijke schepen kan gade slaan en dit wel doormiddel van een „Camera Obsoura" of donkere kamer, die een helder beeld van het zee-oppervlak op een scherm geeft. De daarmede belaste militairen weten op welK punt zoo eene voor 's vijands oog verborgen zeemijn zich bevindt duiden dit door een stip op het scherm nauwkeurig aan. De zeemijn heeft in wendig een eleccrisch ontstekings-appa- raat, dat door draden met bedoelde post verbonden is, alwaar zich een electrische stroomopwekker, meestal een inductor, bevindt; wanneer de plaats van het vijandelijk schip dat op het scherm duidelijk zichtbaar is en waarvan men zich verder door geschikte middelen kan vergewissen, samenvalt met het noodlottige, op het scherm aangegeven punt, dus zich boven of onmiddellijk nabij de zeemijn bevindt, wordt de electiische stroom gesloten en de ont ploffing vindt plaats, waardoor zware schade aan, soms geheel buiten gevecht stelling of vernieling van het schip het gevolg kan zjjn. Met een dergeljjke mijn werd in den laatsten russisch-turkschea oorlog een groot oorlogsschip totaai vernield ben, zoomede in het in orde brengen vau den vernielden weg tussehen Pen- garon en de grens met Martapoera. De daar wonende bevolking zal al hare krachten moeten inspannen om schade aan huizen, erven en aanplant ter herstellen en zal dus mogelijk ook nog den weg kunnen in orde maken. In den nacht van 13 op 14 Juli jl. werden in de afdeeling Djembr&nja (Bali) twee lichte schokken van aard- beviog gevoeld in de richting van het Oosten naar het Westen, terwijl in den morgen van laatstgenoemden dag op den Vlakkenheek (afdeeling Kroë, residentie Benkoelen) eene horizontale aardbeving werd waargenomen, die ongeveer seconden aanhield en zich bewoog in de richting van het Zuiden naar het Noor den. Blijkens een van den resident van Timor en Onderhoorigheden ontvangen rapport werden in dat gewest de na te melden aardschokken waargenomen: 10. te Waingapoe, afdeeling Soeraba en Onderhoorigheden, in den middag van 6 April jl., een horizontale schok in de lichting vak N.W. naar Z.O., ge durende ongeveer 12 sedonden 20. te Larentoekz, afdeeling Laren- toeka en Onderhoorigheden, in den middag v&n 8 Juni jl. een horizontale schok, voorafgegaan door doffe knallen, in de richting van N. naar Z., gedu rende ongeveer 2 minuten 30. te Trong, onderafdeeling Solorj in den namiddag van 8 Juni jl., een zachte horizontale schok in de richting van Z. naar N., gedurende 2 3 con den. Te Larentoeka deed de aardbeving eene inlandsche woning instorten. KOLONIËN* BATAVIA, 9 Aug. Van den resident der zuider- en oos- t eraf deeling van Borneo is het volgend rapport ontvangen: Ik heb de eer Uwe Excellentie te berichten dat in den nacht van Woens dag op Donderdag 29—30 Juni jl. het water in de Riam (afdeeling Martapoera) plotseling en buitengewoon begon te stjjgen, zoadat geheel Pengaron weldra overstroomd was. 's Morgens te 5% uur stond het water gelijk met den vloer van de controleurswoning. Tegen den middag stond het anderhalve meter in die woning. Te Pengaron zelf zijn een achttal inlandsche woningen door den bandjir geheel vernield of medegevoerd en een aantal andere onbruikbaar ge worden. Menschenlevens zijn voor zoo ver tot nog toe bekend niet te betreu ren. Aan gouvernementsgebouwen werd geen schade van eenig belang berok kend; alleen het archief van den con troleur is ontredderd, daar het water 2 Meter hoog in het kantoor heeft gestaan. De assistent-resident is naar de geteis terde streken en kon tot nog toe slechts een voorloopig rapport uitbrengen. Vol gens dat rapport hebbea het meest gele den de bovenstroom van Pengaron gele gen kampongs AnUrakoe, Soeagei Pinang en Blimbing, waar nagenoeg alles door den stroom moet zijn medegesleurd of vernield. Doch ook benedenstrooms van Pengaron en evenzoe in Riam Kznan, welke rivier alsmede buiten hare oevers is getreden, is veel schade aangericht. Hoe groot die schade is, kan thans nog niet worden begroot. Daar echter een goed deel van de reeds geoogste en opgeschuurde padi is weggespoeld en een ander déél bedorven, zoo is het te voorzien dat directe en indirecte hulp van bestuurswege noodzakelijk zal blij ken. De directe hulp zal moeten bestaan in het verschaffen van voeding en van zaadpadi aan de meest geteisterden en de indirecte in het afschrijven van be lasting voor hen, die alles verloren heb- Naar men meldt zullen de kosten van de nieuwe duitsche legerwetten minstens 100, misschien wel 150 millioen mark bedragen. Het congres der trade-unions, dat zooals bekend is te Glasgow vergaderde, heeft Zaterdag met 273 stemmen het parlementslid Terwick tot parlementair secretaris gekozen; ChisholmRobertson verwierf 174 stemmen. Op het congres is met algemeene stemmen het vearstel aangenomen, om het parlexnents-comité op te dragen een wet in te dienen te gen de laading in Engeland van vreem delingen zonder middelen van bestaan. Uit Pest worde bericht dat de dele gatiën tegen i October aldaar zijn bij eengeroepea. Een telegram aan de Hèrald uit Caracas meldt, dat generaal Mendoza. eene pro claraatie heeft uitgevaardigd, waarin hij mededeelt dat Ci*dad Bolivar en Puerto Caballo geblokkeerd zullen worden, Generaal Martin Vegos is overvallen en bij Petare geslagen door de troepen van Mendoza. De Staten Carabobo, Zamora en nog twee andere zijn nu geheel in de macht van Crespo. In de Zwarte Bergen (bij Afghanistan) is het nog lang niet in orde. De sheik heeft wel is waar aan de Engelsch- Indi8che regeering een brief geschreven, waarin hij aanbood zich te onderwerpen, maar tevens zoo heoge voorwaarden stelde, dat ze werden afgewezen. Indien hij niet toegeeft, zal de expeditie van generaal Lockbar den z9te tegen hem optrekken. De sultan van Marokko heeft den afgezanten der Angheriten, die naar Fez waren gekomen, brieven van pardon gegeven, en hoopt daardoor de opstan delingen voor zich te winnen, en van hun aanvoerder Hmam te verwijderen. „M. Buis, de mayor vanBrus- sel, heeft eenen brief gezonden aan de onderwijzeressen der stad, om haar te zeggen dat zij zich wat msdeaterwoe- ten kleeden. De brand dieVrijdag in de oliefabriek van Leduc, te Molenbeek St Jean, bij Brussel, Is mitgebroken, werd waarschijnlijk veroorzaakt door het springen van eene pUp. De kokende olie stortte op den vloer en weldra stood alles in lichterlaaie. Een machinist en een werkman kre gen lichte brandwonden, een brand weerman meer ernstige. Twee personen te Hu ddera- field in Engeland, die 5 jaren geleden door een dollen hond waren gebeten en door Pasteur waren behandeld, zijn thans plotseling aan de ziekte over. leden. Een politieagent als let- terkiindige is zeker een zeldzaam ver* schijnsel. Toch heeft zich dat voorgedaan en wel in Wales, waar een blad een prijsvraag had uitgeschreven voor het beste werk over de nationale literatuur. Het beste der ingekomen werken, een overzicht van de literatuurgeschiedenis van 1801 tot 1890, bleek te zijn van de hand van Charles Asittou, politie agent. Hem is dan ook de prijs (zes- honderd gulden) toegewezen. Gelukkig evenwel, dat niet alle politie agenten tevens schrijvers zjjn. We zouden overstroomd worden door dieven. Te Vineennes had dezer week een stoot waagstuk plaats. In tegenwoordigheid van een talrijke menigte, daagde de heer Mattre, veearts van het arrondissement, den heer Charles Ango, veehandelaar, nit, om met den dierentemmer Lorange, welke te Marigny voorstellingen gaf, de kooi, waarin zich de wilde dieren bevonden, binnen te treden. Op den avond, waarop de volvoering van het waagstuk bepaald was, was de geheele tent opgepropt met nieuwsgie rigen. Te negen uur trad de heer Ango met den dierentemmer Lorange, de kooi binnen. De wilde dieren bevonden er zich nog niet in, maar men verwachtte 1 het oogenblik dat hunne hokken zouden j geopend worden. Eenigen juichten den stoutmoedigej toe, anderen, bevreesd voor zijn leven, riepen hem toe„Trek u terugEin delijk gelukte het Lorange een oogen- blik stilte te krijge», om het publiek toe te spreken: „Dames en heeren," riep hij, „naar de u allen bekende weddingschap, heeft meneer Ango stipt gehandeld. Hij beloofde in ue kooi te zullen treden, en wel met mij; zie hem hier aan mijne zjjde. Hij heeft dus de weddingschap gewonnen." „Eu de leeuwen riep eeu toeschou wer. „Er is niet nadrukkelijk gesproken van het binnentreden der kooi in tegen- woordigheid der dieren." „Ja, ja, dat is zoo 1 dat is waar joelde de menigte, verheugd dat de weddingschap op deze wijze goed was afgeloopen. Natuurlijk weigerde de heer Maltre, den heer Ango den uitgeloofden prijs van 500 frs. te betalen, daar dit zijne bedoeling niet geweest was. Echter werd overeengekomen, dat be doelde som mede gebruikt zou worden tot opluistering van het feest, dat ter herdenking van de proclamatie der Ré publiek, den 22 Sept. a. s. gegeven zal worden. Te Parijs heeft weder een bruidegom op het beslissende oogenblik zijn bruidje vergeefs laten wachten. Toen de bruidegom kwam, verscheen hij in zijn werkpak en gaf te kennen, dat hij wegens een twist met den aan staanden schoonvader over de bruid schat, van het huwelijk afzag. Het arme in witte zijde gedoste en met oranje- bloesera getooide bruidje viel in zwijm, toen haar vader vertoornd over de een vriendin zou worden lastig gevallen, en onnoodig is het te zeggen, dat het een zaak van groot gewicht voor hem was om te weteD, hoe hjj haar zou behandelen. Hij bedacht, dat de veiligste manier zou zjjn om haar edelmoedigheid op den proef te stellen, en rond voor de waarheid uittekomen, maar wanneer hjj eene be slissing wilde nemen, dan was hjj te zwak om aldus zjjn schan- deljjke handelwjjze te bekennen aan het meisje, wier liefde hij be zat, en aan wie hjj zich gebonden achtte door de banden van eer, die door een gentleman als heilig worden beschouwd. Hjj bedacht met hoeveel toorn en verbazing zjj hem zou aan hoor en, zoodat hjj er den voorkeur aan gaf om het gevaar te loopen voor grooter rampen in de toekomst tegenover de zekerheid van eene onmiddelljjke schande. Het einde was, dat er een soort van vertronwelijken omgang ontstond met Maria, die, hoewel het arme kind er dikw jjls iets onverklaarbaars in vond, toch voor haar niet zonder bekoorlijkheid was, wijl daardoor in hare oogen de alledaagsche Philip een romanheld werd. Maria was evenwel niet in staat om als heldin op te treden tegenover haar geliefden held. Zjj was zelf veel te openhartig, en het kwam haar onbegrijpelijk voor, waarom hunne verhouding in zulk een geheimzinnig waas moest worden gehuld, en waarom als haar geliefde haar een kus gaf, dit met zooveel behoedzaamheid en voorzorgen moest geschieden alsof hjj op het punt stond een moord te begaan. Zjj was een zeer bescheiden meisje en verbaasde er zich inner- ljjk over, dat Philip liefde voor haar had opgevat een ding, waarop men zeer trotsch moest zijn, en zij vond het hard van het genot verstoken te zjjn hem openljjk haar verloofde te kunnen noemen, en hem aan hare vriendinnen voor te stellen, een denk beeld zoo verrukkeljjk voor een meisje. Op deze wijze, na steeds zjjn diplomatieke kennis in praktjjk te brengen en voortdurend de vernuftigste bedriegerijen te bedenken, wist Philip den toestand nog zes maanden aldus te doeu behou den, maar na dien tjjd was zijn positie verre van verbeterd. Hilda voelde hoe langer hoe meer het grievende van haar toe stand; Maria werd dageljjks ongeduldiger om hunne verloving pu bliek te doen worden, en wat het ergste was zjjn vader sprak hem herhaaldeljjk over miss Lee, totdat hij ten slotte van Philip de bekentenis wist te ontlokken, dat Maria en hij het heimeljjk reeds eens waren. Nu duurde het niet lang of de oude squire, een slimme man van de wereld, begon te vermoeden, welk beletsel bestond aan den kant van zjjn zoon om de verloving publiek te doen worden. Het was hem reeds spoedig duideljjk geworden, dat Londen eenige aantrekkelijkheid op Philip uitoefende. Dat dit evenwel een huwe lijk was, kwam nooit in zjjn hoofd ophjj had een te goed denk beeld van het gezond verstand zjjns zoons om te vermoeden, dat het mogeljjk kon zjjn, dat hjj zoo beslist zjjn erfdeel verwierp door zonder zjjne toestemming te huwen. Philips terughoudendheid en stijfhoofdigheid ergerden hem geweldig. „Devil" Caresfoot was er niet aan gewend in zijne plannen te worden gedwarsboomd; men had hem inderdaad in zjjn leven nooit gedwarsboomd, en hjj was niet van plan zich dat nu te laten welgevallen. Hjj had zjjn hart gezet op dit huweljjk, en er moest al een zeer verklaarbare reden zjjn om hem hiervan af te brengen. Toen hij nu de zooeven gemelde inlichting had ontvangen, zoide hij over dit onderwerp niets meer tot Philip, maar ging zjjn eigen plan uitwerken. Dienzelfden middag begon hjj het reeds ten uitvoer te brengen. Ten drie uur bestelde hij het rijtuig voor het tweespan, een voer tuig, dat zelden gebruikt werd, terwjjl hij het nadrukkelijk bevel gaf, dat de koetsier er vooral op moest letten of zijn pruik wel goed zat, en netjes was gekruld. Precies ten drie ure hield het zware open rjjtuig getrokken door twee stevige schimmels voor den ingang der vestibule stil, en de squire, die als gewoonljjk was gekleed met de ouderwetsche kui tenbroek, en met zjjn stok met gouden knop in de hand, stapte plechtig in het rjjtuig, en zette zich neer juist in het midden van de achterbank, niet achteroverleunende zooals het de gewotnte is in den tegenwoordigen tjjd, maar stijf rechtopzittendo. Het is on- mogeljjk om zieh iets meer indrukwekkends voor te stellen dan deze oude heer aldus gezeten, en in statïgen draf door de dorps straat rijdende; maar het schouwspel joeg de kinderen zulk een vrees aan, vooral omdat het zoo ongewoon was omdat de squire sinds jaren niet had gereden, dat deze hun nieuwsgierigheid be dwong, en zij onmiddelljjk bjj zjjn komst vluchtten. Zoodra het rjjtuig den oprjjlaan van Abbey House achter zicb had beval de squire den koetsier om naar Rewtham House te rjjden, waar hjj ook weldra aankwam. W»t4i vrvolgii)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 2