NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. familie glaresfooi. 10e Jaargang. Dondenlag 6 October 1892. No. 2839 STADSNIEUWS. „God is mijn lied". FEUILLETON HAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Voor Haarlem per 3 maanden1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37£. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. ADVERTENTIËN: van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers. Directeur-Uitgever J. C. PEEEEBOOI. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangére G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONESSucc.Parijs 31 fets Faubourg Montmartre. Haarlem, 5 Oct. 1892. Sr'Üe barak voor eveaiusele cholera- lijders, tot aen bouw waarra* eenigen tijd geleden door de» Raad werd be sloten, nadert bereids hare voltooiing. Zij wordt opgebouwd op de Parkl^an, is geheel va» hout ea kas uit elkaar worden genomea, zoodat zij de volgende week zal wi&rden overgebracht aar hare eigenlijke bestemming op een stuk gronds nabij het gesticht van St. Jo hannes de Deo aan de Maarten van Heemskerkstraat. Het dageiijksch bestuur heeft het namelijk beter geacht, de barak daar dan wel op de eerst aangeweoen plek aan de Kleverlaan, te plaatsen, en zeer zeker is vooral ook de thans aangewezen plek uitermate geschikt, omdat ten ge volge eener overeenkomst «et den Broeder-O verste van genoemd gesticht, de verpleging van eveatueele cholera- patiëaten door broeders van St. Johan nes de Deo zal geschieden. Aan betere handen konden de zieken zeker niet worden toevertrouwd. Wat de barak zelve betreft, zij wordt op een plaa v&n den gemeente-architect gebouwd door den heer G. P. J. Bec- cari. Het gebouw is 36 metor lang, bij 7& breed. Aae de eene zijde is een zaal voor mannes», aan den anderen kant eene vsGr vrouwe», langs beidt loopt een afzonderlijke gaug, terwijl tusschen die gangen eeR vertrekje D voor den dokter en lokaliteit voor apotheek zich bevinden. Aan de audere zijde van het gebcuw is ruimte behouden voor een keuken en een oppasserskamer. In de beide zalea kunnen 12 kribben worden geplaatst, zoodat 24 patiënten tegelijk kunnen worden verpleegd. AI de wanden zijn geïsoleerd, d. w. ze zijn dubbel ea er kan earbölpoeder tusschen wordea gestrooid. Van buiten wordt het gebouw «et caibolineum be streken, van binaeu geverfd ea vernist, terwijl het dak wordt geaspfealt. Laat ons tes slotte nog opmerken, dat de tsegang tot de barak zal zijn door de Jan de Braeijstraat, terwijl na tuurlijk volstrekt geeae communicatie zal bestaan tusschen de barak en het gesticht van St. Johannes de Deo. Voor den spoed die thans met den bouw is gemaakt, mag een woord van hulde niet achterwege blijven. Hopen wij evenwel, dat het gebouw geene diensten zal behoeven te bewijzen der kiesdistricten en de memorie van toelichting. Den velen die belangstellen in dit wetsontwerp, zal het boekje zeker wel kom zijn. Het kost 40 Cents. De uitgever H. D. Tjeenk Willink alhier heeft een nuttig werk verricht, door in bekaopten vorm en handig formaat uit te geven de nieuwe wets ontwerpen tot regeling van het kies recht, met de voorgestelde indeelisg Dinsdagavond gaf de Christelijke Zang- vereeniging „God is mijn lied" eene uitvoering in de Groote Kerk. In over eenstemming met het deel der vereeni- ging bevatte het programma uitsluitend composities van geestelijken inhoud en wel van de componisten Borfcniansky, Kunert, Haydn, Mendelssohn, W. v. d. Blij, Hindel en Rdssiger. Uit de keuze der voorgedragen nummers blijkt, dat men zeer terecht rekening houdt met den graad va» muzikale ontwikkeling bij uitvoerders en toehoorders. Dat dit zeer wel kan geschieden zonder in het onbeteekenende te vervalleD, behoeft niet nade? te worden uiteengezet. Ge heel het programma kenmerkte zich door eeavoud, ernst en adel. Wat ik van de uitvoering hoorde, deed snij een goeden dunk opvatten, vooreerst van den dirigent (namen die met het mu zikale gedeelte in verband staan, wor den op het programma niet genoemd) vervolgeus van den harmoniumspeler en ook tot op zekere hoogte van de koorleien. Deze laatsten evenwel, sche nen mij toe de goede wenken huns aanvoerders niet voldoende ad notam te nemen, aoodat de impulsie welke van den directeur uitgaat zich in de geheele voordracht te weinig voelbaar maakt om de belangstelling der toehoorders in de gewensckte spanning te houden. Kon men toch de koorzangers eens tot de erkenning brengen, dat bij een openbare muzikale uitvoering hnnne aandacht ep de eerste plaats aan den dirigent en niet aan het notenblad moet zijn gewijd. Wat zonden hierdoor onze nitvoeringen aan innerlijke» gloed, aan tintelend leven winnen l Behoudens deze opmer king, die hier overigens niet voor den eersten keer wordt gemaakt, mag ik verklaren dat in de vereeniging „God is mijn lied" met ernst en zorg wordt gestudeerd. Het ensemble klinkt goed. Ook over de afzonderlijke partijen valt goeds te zeggen, hoezeer men zichb.v. de tenorpartij wat frisscher vaa klank ea wat vaster van intonatie zou kunnen voorstellen. De nu en dan optredende solostemmen wijzen op te waardeeren krachten die in de vereeniging schuilen. Ia éen woord „God is mijn lied" ia eene vereeniging die men van harte een lang en voorspoedig leven kantoewen- schec, welk leven zij zich ongetwijfeld oek in het belang der kunst zal ten nutte maken. PHILIP LOOTS. 1 Dinsdagavond had in den Grooten Schouwburg alhier de eerste aangekon digde anti-spiritistische Séance plaats van den heer Richard Lané en meyrouw Ida Ltné-Neij, of liever alleen van laatst genoemde, daar zij in alle nummers de hoofdpersoon is.Wat betreft de naam anti- spiritistische séance, deze is niet geheel juist. Als men de proefnemingen ziet, dan begrijpt een ieder wel is waar, dat er van spiritistischen invloed geen sprake kan zijn, maar eene verklaring wordt niet gêgeven dan alleen bij de krachts experimenten in navolging van die van Miss Abbott, waarbij mevrouw Lioé aan de teesehouwers uitlegt op welke wijze men daarbij van de wetten der zwaarte kracht moet gebruik maken. De séance begon saet proeven op het gebied van het overbrengen van gedach ten. Mevrouw Lané begaf zich uit de zaal; iemand uit het gezelschap wees uit een collectie portretten er een aan, wees bovendien ook een persoon uit het publiek en een der vier hoeken uit het tentje ep het tooneel geplaatst aan, waarna mevrouw Lané geblinddoekt werd bianengeieid en met de hand van dengene, die de verschillende voorwer pen had uitgekozen, tegen haar voor- h®ofd gedrukt, ze ook weldra aan wees. Daarna gaf ze ons een staaltje van haar goed geheugen. Onder de toeschouwers werden ellenlange rollen met cijfers bedrukt verdeeld. Noemde men nu een der kleine cijfers jop welke bovenaan stonden, dan noemde mevrouw Lané ©ogenblikkelijk achter elkaar de serie cijfers, welke daaronder stonden gedrukt. Als derde nummer prijkte op het programma „Das gefesselte Medium". In een vierkant tentje op het tooneel werd mevrouw Lané door twee heeren uit het publiek vastgebonden op een stoel met de handen op den rug en met de beenen aan de zitting vastge bonden. Hierna werd het hokje gesloten en weldra zag men haar een hand door een spleet in het g©rdya steken. Kort daarop vlogen borden, schalen, aard appelen, een kleedingstmk enz. boven het tentje uit. Wordt nn het gordijn weggeschoven dan zit mevrouw Lané weer kalm vastgebonden op haar stoel. Nu wordt een persoon uit het publiek uitgenoodigd ©m contróle bij haar in het tentje uit te oefenen maar. ge blinddoekt. Hij vertelt ons dan hoe hij wordt betast, hem een klap in het ge zicht wordt gegeven, hem een peer in den mond wordt geduwd enz. Om nu het publiek ook uit de onzekerheid te helpen, wordt het gordijn weggeschoven en ziet men haar hare handen uit het touw loswringen zoodat zij het hierboven beschrevene kan verrichten, waarna zij hare handen weer in het touw steekt zonder dat de knoopen zijn losgemaakt. De tweede sfdeeliog begon met de krachtsproeven la systèrae miss Abott, welke zooals hierboven vermeld, werden verklaard door mevreuw Lané. De bekende proeven met een stoel en een biljartqueue werden hiervoor gebezigd. In nummer 5 kregen wij in het op schrijven van een zelfde getal als door een der toeschouwers was opgeschreven weer een staaltje te zien van het zoo genaamde overbrengen van gedachten. Het laatste nummer had veel succes. Onder de aanwezigen werden 8 leitjes verdeeld met de cijfers van 140 met verzoek op elk daarvan vijf weorden (in het duitsch) te schrijvendeze woorden werden een voor een door den heer! Lané hardop genoemd, waarna mevrouw Lané zich in het midden van den schouwburg plaatste en ze een voor een opnoemde. Om te bewijzen dat zij de woorden met de cijfers goed in kaar geheugen had, werden hierna uit het publiek de woorden ©f de cijfers door elkaar opgelezen, waarna zy onmiddellijk het bi] behoorende cijfer ef woord op noemde. Hierna was de seance ge ëindigd, welke een betrekkelijk goede belangstelling van het publiek was te beurt gevallen zij biedt dan oek af wisseling genoeg aan. Morgen, Donder dagavond zal een tweede seance worden gegeven, zoodat degenen, die Dinsdag waren verhinderd, ze dan kunnen bij wonen. VOLKSBELANG. Dinsdagavond had in de voorzaal van Felix Favore eene ledenvergadering van Volksbelang plaats. De waarnemend voorzitter de heer J. G. ten Bokkel, hoewel opmerkende dat het in eene democratische vereeni ging als Volksbelang de gewoonte niet is, elkander wederkeerig complimentjes te maken, wenschte een woord van hulde te brengen aan den heer D. de Clercq, die wegens verblijf buitenslands als voorzitter heelt moeten bedanken. Spreker prees zyn ijver hoewel die wellicht nu en dan wat al te ver ging en vooral met de financiën der veree niging weinig rekening hield. De heer de Clereq, die tevens oprichter van Volksbelang was, heeft voor haar veel gedaan. Uit het verslag over het afge- ioopen jaar, dat thans door den 2a- Se cretaris, tevens waarnemend penning meester dea heer W. F. Overhoff, wordt uitgebracht, blijkt dat de vereeniging 379 leden telt, doch dat hare financiën slecht staan. De kas toch heeft een nadeelig saldo van 222.75, in hoofd zaak voroorzaakt door de beweging, indertijd door de vereeniging in het leven geroepen, ten einde Zondagsrust voor bakkersgezellen te verkrijgen. Deze poging is mislukt, omdat de Haarlemsche Broodfabriek, naar luid van het verslag, niet heeft willen mede werken. Door den Secretaris wordt nu medegedeeld, dat een beriGht over den loop der zaak door hem is gezonden geworden aan de haarlemsche bladen en dat deze het alleen hebben opge nomen, behalve Haarlem* s Dagblad at als reden dier weigering opgaf, niets te willen opnemen wat der Broodfabriek onaangenaam kon zijn. Toen de voorzitter vroeg of iemand iets over dit verslag te zeggen had, stond onze verslaggever op en pro testeerde tegen de onware voorstelling, welke de Secretarie gaf van de reden waarom Haarlem's Dagblad het be doelde stuk niet had opgenomen. De juiste oorzaak was, dat de uitgever van Haarlem*s Dagblad htt stuk onderteelcend wenschte te hebben, daar het tegen een bepaald lichaam was gericht, wat de heer Overhoff niet wilde doen. Alleen om deze rede werd het niet geplaatst. Na eene vrij scherpe woordenwisse ling verzocht de voorzitter den secre taris, het ingebrachte bezwaar in de notulen op te nemen. Een voorstel tot statutenwijziging, hierop doelende dat in het vervolg de aftredende bestuursleden steeds herkies baar zullen zijo, werd verdaagd. Thans volgde een oogeDschijnlijk een voudig punt, dat echter zeer veel be zwaar opleverde, het benoemen van twee bestuursleden, in de plaats van de heeren D. de Clercq en A. Schagen. Eerst werd de heer W. C. Hennis ver kezen, die wegens bezigheden bedankte; daarop verklaarden ook de heeren Ree- ser, Schoolmeester en Beernink, die alleen steramen hadden verkregen, eene eventueele benoeming te zullen weige ren. Thans werd de heer Modoo Jr. be noemd, die eveneens bedankte. De heer Hennis stelde voor een paar leden van de pers als candidaten voor te stellen, hetgeen echter door de drie aanwezige verslaggevers werd ontraden, daar geen hunner zich eene benoeming zou kun nen laten welgevallen. Eindelijk verklaarden de heeren J. A. Nieman en P. C. Wezel zich bereid eene benoeming te aanvaarden en wer den zij dan ook gekozen. Ten slotte wordt medegedeeld, dat cutsussen zullen worden gehouden dcor de heeren mr. H. Ph. de Kanter, dr. P. G. Buekers, prof. Wijsman van Leiden, dr. G. A. Haremaker en dr. P. M. Heringa. Als sprekers zijn uitgenoodigd op te treden de heeren prof. Pekelharing, 30) HOOFDSTUK XV. „Maar in den hemel heerscht altyd het geluk.* „Ja? Ik kan mij niet begrijpen hoe het mogelyk is, dat er niets dan geluk heerscht als wjj er heengaan. Men laat er zoovelen achter, die men betreurt.* Fraser dacht een oogenblik na; die laatste opmerking was moeie- lyk te beantwoorden. Hy keek naar de wegdrijvende wolk, en zeide, hare denkbeelden volgende „My dunkt, dat uw wolk de schaduw is van een arend, die voedsel naa? zyne jongen brengt.* „En ik denk,* antwoordde zy vol vertrouwen, „dat het de schaduw is van een engel, die een kind ten hemel voert.* Weer zwoeg hy; haar denkbeeld was een weinig poëtischer dan het zijne. //Het is een kiis'd met eene bizondore begaafdheid,* dacht hy bij zichzelf. Alvorens hy zijn gedachtenloop had kunnen vervolgeD, verbrak zy dien door een geheel ander onderwerp te bespreken. z/Hebt gij Jack en Jill gezien Zij zijn zoo aardig.* „Wie zyn Jack en Jill?* //Wel, mijne raven natuurlyk. Ik heb ze gevonden in de holte van dien ouden boom aan het einde van het meer.* z/De boom aan het einde van het meerMaar de holte met het ravennest is wel vyftig voet boven den grond. Wie heeft ze er voor n uitgehaald z/Ik heb het zelf gedaaD. Sam gy kont Sam wel was te bang om naar boven te klauteren. Hij zeide, dat hy zou vallen of dat de oude vogels zyne oogen zouden uitpikken. Op zekeren morgen ging ik heel in de vroegte dus zelf met 6en zak om myn hals gebonden en klom zoo naar boven. Het was een moeielyk werk, en eens tuimelde ik byoa naar beneden, maar eindelyk had ik den tak by de holte bereikt. Deze schudde hevig; gy kunt u niet voorstellen, hoe vermolmd hy is. Er waren drie jongen in het nest, allen met groote snavels. Ik nam er twee weg, en liet er een voor de oude raven achter. Toen ik byna weer beneden was zagen de oude vogels mij, vlogen op my aan, sloegen my met hunne vleugels in het gelaat, en pikten 0, zy pikten my zoo vreeselyk Kijk eens hier,* en zij toonde hem een litteeken op haar hand; „daar hebben zy mij gepikt. Ik hield den zak evenwel stevig vast, en was eindelyk beneden, en ik ben bly, dat ik het gedaan heb, want wy zyn nu groote vrienden, en ik weet zeker, dat de beoze oude vogels verheugd zouden zijn als zjj wisten hoe goed ik hunne jongen opvoedde, en hoe zy in hunne manieren zyn vooruitgegaan. Maar wat ik zeggen wil, mynheer Fraser, vertel het niet aan Pigott; zij kan niet in boomen klimmen en vindt het niet goed, dat ik het doe. Zy weet niet, dat ik ze zelf heb gezocht.* Fraser begon te lachen. „Ik zal het niet vertellen, lieve Angela, maar gy moet voor zichtig zyn gy hadt kunnen vallen en aldus uw dood vinden.* „Dat geloof ik niet, mynheer Fraser, of het moest zoo beschikt zyn. God behoedt my zoowel als ik in een boom ben geklommen als wanneer ik my op den grond beweeg.* Nogmaals moest hy het zwygen bewaren; hy kon het niet wagon haar in haar vast geloof te schokken. „Ik zal met u naar huis wandelen, liefste. Vertel my eens, Angela, zoudt gy niet gaarne willen leer en „Loeren wat leeren „UHt boeken, en de talen, die andere volken, volken welke zyn uitgestorven, spreken en hebben gesproken, en het berekenen van getallen en afstanden.* „Ja, ik zou gaarne zeer veel willen leeren; maar wie wil my onder wy zen Ik heb tot voor twee jaar alles geleerd wat Pigott mij wist te leeren en sedert dien tyd heb ik alles trachten te leeren omtrent de boomen, de bloemen en de sterren; maar ik zie slechts, sla alles gade, maar begryp niets.* „Och, myn kind, de aanraking met de natuur is de beste op voeding, maar de geest, die hare schoonheden wil beseffen moet een grond van kennis bezitten om daarop te kunnen bouwen. Een onopgevoed mensch is zelden gevoelig voor de duizende schoon heden en wonderen van de velden rondom hem en den hemel boven hem. Als gy het wilt zal ik u onderricht geven, Angeht Ik werk feitolyk niet veel ei* het zal my zeer veel genoegen v;er«

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 1