NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. J>e familie garesfoot löe Jaargang. Zaterdag 22 October 1892. No. 2853. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: STADSNIEUWS. MASCOTTA. llit OverveenBloemendaal. FEUILLETON HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37J. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen, Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE CoJOHN F. JONES, Succ., Parijs 31&is Faubourg Montmartre. Hel Bijvoegsel van het blad dat Zatcrdagvond verschijntzal bevatten Brave MenschenHaarlemmer Hal hij es No. CXLV. Binnen- en Buitefi' landsche berichten, Varia. Kleine advertentiën uit „het BlaadjeNoXL1 Advertentièn. enz. Haarlem, 21 Oct. 1892. Vaor de Donderdag door B. en W- gehouden aanbes'cedisg van het leggen van riolen en verbindiugsputtoa be stratingen in de beide projectwggen be westen de Pister Kiesstraat enz., zijn ingeleverd elf iaschrijvingsbiljetten. Het werk is geguad aad de Wed. Reijnders en Zooa alhier, voor eeae som van ƒ3973. In de vergadering der Haarlemsche Mannen-zangvereeniging „Crescendo4* van 19 Oct. jl. heeft de verkiezing plaats gehad van een penningmeester, ter vervanging van den heer J Mostert, die als zoodanig bedankt had. Benoemd werd de heer G. Moerbeek, thans bi bliothecaris en in diens plaats werd be noemd de heer G. Roling. Het eerstvolgend concert van Cres cendo zal waarschijnlijk plaats hebben op 3 November a. s. Op dit concert 'twelk weder zal worden opgeluisterd door de medewerking van het orchest van het Stedelijk Muziekkorps, zal o. a worden uitgevoerd het toonwerk „Co lumbus", voor koor, solo en orchest, waarmede Crescendo >eel succes heeft gehad te Amsterdam bij de Columbus- feesten. Wy merken hierbij op, dat de con certen van „Crescendo" uitsluitend toe gankelijk zijn voor de kunstlievende leden. Voor het kunstlievend lidmaat schap (ƒ3.'sjaars) kan men zich aanmelden bij het bestuur of de bekende boek- en muziekhandelaren. Naar ons gemeld wordt, zal door de gemengde zang ver eeniging „Kunst na den Arbeid", op Zoadag 30 October in de sociëteit „de Kroon" een Soirée Musicalc worden gegeven. Naar verzekerd wordt, is het pro gramma' door schoaae zangnummers op geluisterd en zullen door den directeur een paar nummers voor viool worden uitgevoerd. Tevens wordt er na de pauze door de leden der tooneelclub „Multatuli" een blijspel in 2 bedrijven ten tooneele gevoerd. Het operettengezelschap van den Artis-scnouwburg trad Donderdagavond voor het haarlemsch publiek op met de „Mascotta". Een vrij groot aantal operettenliefhebbers was door deze op voering naar den schouwburg gei©kt, waaruit valt op 5te maken dat of het operettengeare in 't algemeen öf dit zaDgspel in 't bizonder zich in de gunst van ons publiek mag verheugen. In hoeverre die volksgunst al dan niet verdiend is laat ik terzijde, voor eerst omdat er over de Operette als kunstsoort reeds genoeg is gepraat en geschreven ea ten tweede omdat ik te weinig operetten ken om de plaats welke „Mascotta" in haar soort inneemt met juistheid te bepalen. Een euvel is mij opgevallea dat zich waarschijnlijk bij alle tooneelstukken vau dit genre in gelijke mate zal doen gevoelen, omdat het niet in het werk zelf, wiaar bij de opvoerders schuilt n. m. dat de meeste operettenzangers, sprekende en zingende, niet volkomen hetzelide karakter weten te bewaren. Ea dit toch is t©t het teweegbrengen vaa een kunstindruk een bepaald ver- eischte. Kost het den toeschouwer reeds eenigen dwang zich met het tweeslach tig bestaaa der tooneelpersonen te ver zoenen, dan moet er van de zijde dier personen vooral niets bemerkbaar zijn wat tot de veronderstelling zou leiden dat ook zij zeiven met hun positie min of meer verlegen zyn. Om dit met een voorbeeld te verduidelijken zy die den heer S. v, Beem (Pippo) met belang stelling hebben gevolgd in zijn spel, zullen die belangstelling merkelijk heb ben voelen verminderen zoodra deze heer zyn stem van den spreektoon in den zangtoon moest doen overgaan. Wat bande zoo op eens uit actie en dictie die losheid en die innemende naiviteit? Wat anders dan het beklera- iend bewustzijn dat zijn vibreerend tenorgeluidje maar al te weinig geschikt was om zijn faam als „flinke boeren zoon" te rechtvaardigen I Natuurlijk was het bedoelde gebrek niet bij alle spelers even hinderlijk. Bij enkelen viel het zelfs in 't geheel niet waar te nemen zooals b. v. bij mevr. Buderman-v. Dijk, die met veel talent de titelrol vervulde. Ook de heer Kreeft (Vorst Laurent) wist, soowel zingende als sprekende, zich in zijn rol te handhaven, ondanks of misschien beter tengevolge van zijn weinig klankvolle stem, die zoo bij uitstek paste bij het door hem weer gegeven karakter. Aan den heer v. d. Stappen (Prins Fritellini) komt meer lof toe als zanger dan als acteur; het omgekeerde kan gezegd worden van den heer Kelly (Rocco) terwijl mej, Gorez (Fiametta) mij noch in de eene, noch in de andere kwaliteit veel stof tot prijzen geeft. Deze indrukken hebben echter alleen betrekking op het eerste bedrijf, later hebben zich wellicht nog wijzigingen voorgedaan. Het koor, dat meestal slechts eenstemmige liederen heeft voor te dragen, was zijn taak goed meester en ook ket orkest vervulde de zijne naar eisch. Ongetwijfeld zal het publiek een vroolijken avond hebben doorge bracht het eerste bedrijf althans bracht de lachspieren nog al eens in beweging trouwens alle hoofdpersonen die ik heb zien optreden, onverschillig of ze 't al dan niet met het „noodloot" te kwaad hadden, bleken min of meer behebt met de zucht om geestigheden beter gezegd aardigheden van verschillend allooi te debiteeren. PHILIP LOOTS; Donderdagavond origeveer half negen werd een alhier wonende huisknecht ongesteld en twee uur later kon hij niet meer voort en moest zich naar bed begeven. Geneeskundige hulp werd toen ingeroepen en Dr. S. Fyan constateerde cholera-verschijnselen en gelastte de onmiddellijke overbrenging van den patiënt naar de barak in het St. Elizabeths-Gasthuis, daar in de eigen lijke cholerabarak nog geen bedden aanwezig zijn. In den nacht verergerde de toestand van den zieke en hedenmorgen te on geveer 11 uur is hij reeds over leden. De kleederen, het beddengoed en andere zaken zijn verbrand en de excrementen ter onderzoek opgezonden naar Amsterdam. De overledene heel Volkeit Paradies en was 27 jaar oud. Wij vestigen er de aandacht van onze lezers op, dat dit eene geval geen angst behoeft aan te jagen. In groote, minder I gezonde steden dan de onze, heeft de ziekte geen vasten voet kunnen krijgen, I zoodat er ook hier alle reden bestaat 1 om te verwachten, dat h t zich bij dit j enkele geval zal bepalen. De meest uitgebreide voorzorgsmaat- regelen tegen het overbrengen van be- I smelting zijn door de politie genomen. Ook zijn heden bij sene kinderjuf frouw hier ter stede verschijnselen van 1 cholera nostras geconstateerd,welke echter nog geen reden tot gevaar opleveren- Gedurende de afgeloepen maand zijn door de politie alhier 39 personen ver- j volgd wegens dronkenschap op straat. In de maand Sept. van het vorig jaar was dit getal 34 dus 5 meer. Er was Donderdagavond zitting van den gemeenteraad van Bloemendaal Overveen. Al de leden waren present. In hun midden zat de burgemeester, zonder zijn keten. Voor wien den voor zitter niet kende zou dit moeilijkheid hebben opgeleverd, ware hij niet daaraan te herkennen geweest dat hij het meest sprak. Op de tribune zeven man publiek, een ongehoorde menschenstrooin voor Bloemendaals raadsvergadering. Uit de notulen van de vorige zitting, die de burgemeester als secretaris tevens, voor leest, blijkt ons hoe in die zitting is ingekomen een adres van de drie geneesheeren in de gemeente, met het verzoek verschillende zaken te behan delen en te onderzoeken, die betrekking hebben op den algemeenen gezond heidstoestand in die gemeeDte. „Die doctoren ook altijd met hun overdrijving, niet waar Een onderzoek naar den gezondheidstoestand in Bloe mendaalOverveen Belachelyk. 't Is immers de gezondste en reinste plaats die in heel Nederland te vinden is, een hollandsch Arcadia." We zullen het hooien. Naar aanleiding van het adres der medici hebben Burgemeester en Wethouders, behalve uitbaggeren van een sloot, etc., het water uit de gemeentepompen laten onderzoeken en onze stadgenoot de heer C. G. Loomeyer Jr., aan wiens bekwame handen dat onderzoek was opgedragen, heeft medegedeeld dat de pomp te Bloemendaal goed is, die te Vogelenzang afgekeurd moet worden omdat er te veel organische stoften, chloor en zwavelzuur in zijn, en dia te Overveen alleen redelijk drinkbaar water kan oplevereD, wanneer het in de' put door kool wordt gefiltreerd. „Wat is dat? geen goed drinkwater uit de gemeentepompen te Bloemendaal? En dat vlak bij de duinen Wacht maar, we zijn er nog niet. Nu komt er nog een rapport, uitgebracht door eene commissie uit den Raad, daartoe benoemd en bestaande uit de heeren Jhr. Barnaart, van Hooft en Gehrels, welke heeren zich hebben aan gegord om de hygiënische toestanden in de gemeente te onderzoeken. Goed, die Commissie is sp zekeren dag er op uit gegaan, in de verschillende buurten vergezeld door de daar geves tigde doctoren. In haar rapport brengt zij dan ook aan de doctoren dank, „om dat", zoo zegt het rapport woordelijk, „de doctoren haar hebben binnengeleid in de meest afzichtelijke krotten, die zonder dat wellicht tot de verborgen heden van Bloemendaal zouden hebben blijven behooren. „Zoo Dus Arcadia Arcadia is ook niet volmaakt. Luister maar, terwijl de voorzitter het lijvige rapport van de commissie voorleest. Ge tast onwillekeurig eens naar uw neus, zoo'n onwelriekende damp stijgt er op uit de beschrijving van wat de com missie met de doktoren hebben gezien in Arcadia. Beginnen wij met Overveen. Overal heet het: drinkwater slecht, beerputten te hoog aangelegd, onvoldoende geslo ten. Bij een der ingezetenen zijn stal-, regen-, wel- en beerputten als een doolhof door elkander. Elders vindt men een privaat, dat 's zomers ondraaglijke parfum verspreidt en dikwyls overloopt, in de keuken naast de provisiekast. Overigens wordt de rioleering slecht genoemd en gewezen op ïwee dooiloo- pende slooten, waar het vuil zich op hoopt in rustige rust. Prosit „Nu ja, dat is Overveen, maar te Bloemendaal is het toch wel beter!" Hooien wij wat het rapport van Bloemendaal zegt„Hier zijn toestanden die men wel in een der smerigste uit hoeken van het oosten, maar niet in het hartje van bet als zindelijk zoo hooggeroemde Holland zoeken zou. In eene woning vermengt zich het (drink) water van de Noitonpuï met het vloeibaar gedeelte der faecaliën. Elders in een kamer waar een vrouw zbk was stonden plassen van onbeschrijflijk vieze samenstelling op dsn vloer. In die buurt vroeg de Commissie aan een van de knapste vrouwen, of zij dien toestand dan niet eens had kunnen mededeelen aan den burgemeester of aan een veldwachter, waarop het ant woord luidde.- „in de zeven jaar dat ik hier woon, heb ik den burgemeester hier nog nooit gezien." De bergplaats voor puin te Bloemen daal ziet er al even onappetijtelijk uit. Op een grooten hoop ligt puin en stinkend straatvuil, mitsgaders stuk ken behangselpapier, denkelijk af komstig van de vörige schoonmaak. Ia geen zes maanden schijnt deze rommel te zijn opgeruimd. „Alzoo ook te Bloemendaal is het niet couleur de rose. Maar nu komt de derde buurt van de gemeente, Vogelen zang, nog 1" Ah ja, praat me van Vogelenzang. Herhaaldelijk vindt de commissie ook daar te hoog aangelegde en slecht af gedekte beerputten. „Eigenlijk" zegt zij, „is het in de kom der gemeente verbazend slecht." Er zijn verontrei nigde welputten en woningen die vijftig centimeters beneden den weg liggen. Maar het non plus ultra vindt men 43 HOOFDSTUK VII. Maar mijnheer Heigham" en zy liet haar stem dalen „er is een zaak, waarvoor ik u moet waarschuwen; mijn vader heeft somtyds zonderlinge bnien. Hij is vreeselyk bygeloovig, en meent nu en dan in verbinding te staan met wezens uit een andere wereld. Ik geloof, dat het alles slechts verbeelding is, maar ik vertel het u, dat gy m niet te veel zult verwonderen over hetgeen hy zegt of doet. Hy is niet gelukkig, mynheer Heigham." //Naar het uiterlyk te oordeelen niet. Ik kan mij niet voorstellen, dat iemand, die bygeloovig is, gelukkig kan zyD," gaf hy ten antwoord. //Waar zijn uwe raven vroeg hy een oogenblik daarna. //Ik weet het niet; ik heb ze gedurende de laatste twee weken zelden gezien. Zy hebben een nest gemaakt in een van de groote boomen aan den achterkant van het huis, eu ik denk wel, dat zij daar zullen zijn, of misschien zijn zy bezig met het zoeken van voedsel zij voeden altyd zichzelf. Gy zult het echter spoedig genoeg kunnen weteD," en zy liet een zacht maar doordringend gefluit hooren. Een minuut daarna hoorde men vleugelgeklepper, en de grootste raaf kwam zich, na eerst een minunt lang om haar heen te hebben gefladderd, op haar schouder neerzetten en streek met zyn zwart kopje langs haar gelaat. z/Dit is nu Jack, ik vermoed dat Jilly op het oogenblik op hare eieren zit. Vlieg nn weg, Jack, en ga uw wyfje opzoeken." Zij klapte in hare handen en de groote vogel spreidde de vleugels uit en vloog weg met een verwijtend, krassend geluid. z/Gij hebt groote macht over dieren, dat deze vogels zooveel van u houden." //Denkt gij dat? Het komt slechts omdat, daar ik zoo geheel alleen leef, ik tyd genoeg heb om al hunne gangen na te gaan, en vriendschap met hen te sluiten. Ziet gy die lijster daar? Ik ken haar goed; gedurende den vorigen, kouden winter heb ik haar gevoed. Als gy met uw hond wat meer achteruit wilt gaan, dan zult gij het eons zien." Arthur verborg zich achter dicht kreupelhout, en sloeg haar gade. Angela floot weer maar nu op een geheel anderen lood, met een verrassend gevolg. Niet alleen de bedoelde lyster, maar wel een dozijn andere vogels van verschillende soorten en grootte/ kwamen rood haar fladderen; sommigen zetten zich voor hare voeten neer, en eea zelfs, een klein roodborstje, daalde op haar hoed neer. Weldra liet zy ze weer van zieh gaan zooals zij had gedaan met do raaf, door in hare handen te klappen, waarna zij naar Arthur terugkeerde. z/In den winter zou ik u nog aardiger staaltjes kunnen laten zien," zeide zy. „Mij dunkt, dat gy eene toovenares zijt," zeide Arthur, verbaasd over het schouwspel, dat hy had gezien. Zy begon te lachen en antwoordde „De geheele toovenary bestaat hierin, dat ik vriendelyk jegens hen ben." HOOFDSTUK IX. Eene wandeling. Toen Arthur en Angela elkaar den volgenden morgen ten negen nre aan het ontbijt ontmoetten, zag eerstgenoemde, dat Angela iets kwelde. „Er is sleeht nieuws," zeide zy byna nog voor hy haar had begroet, „neef George is ernstig ongesteld door typheuse koortsen.* „Zoozeide Arthur wel wat koel. „My dunkt, dat het u nog al onverschillig laat." „Ik moet eerlyk bekennen, dat het zoo is. Ik verfoei uw neef, en het laat mij geheel onverschillig ol hij ziek is of niet, ja!* Daar zy geen antwoord gereed scheen te hebben, werd dit onder werp verder niet besproken. Na het ontbyt stelde Angela voor om eene wandeling te maken, want bet was mooi weer, naar eene heuveltop ongeveer op een myl afstands, vanwaar zij een prachtig gezicht over den om trek zouden hebben. Hy stemde natuurlyk gretig toe en weldra begaven zy zich op weg. Weldra waren zij in een levendig gesprek gewikkeld, waarvan

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 1