5e familie ©aresfoot.
n,
Jaargang:.
Maondusr 24 October 1^92.
No. 2854.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIEN:
Dit nummer bataat uit
twee bladen.
FEUILLETON
DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37|.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
By Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEHEBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, SuccParijs 31 bis Faubourg Montmartre.
EERSTE BLAD.
Bij dit Nummer der Courant wcrdt
aan hen, die op het Geïl. Zondagsblad
inteekenden, No. 41 van dat Tijdschrift
toegezonden.
De Directeur- Uitgever,
J. C. PEERS800M.
STADSNIEUWS.
UaAKLKM, 22 Oct. 1892
Door den Commissaris der Koningin
in Noord-Holland zijn benoemd tot
zetters voor 's Rijks directe beltstingea
te Bloemendaal, de heeren J. H. Bijvoet
en N. Rouweas Benaebroek, B. van
der Eist en G. StamHeemstede, M.
Vester en M. TibboelScheten, H.
Blom en A. Stut; Hiaderamerliede en
Spaarnwoude, J. A. Kaub en C. van
Dregt; Spaarndara, B. Schomten en G.
A. Melchior.
Op het Museum van Kunstnijverheid
alhier is het wapenbord va» Philip de
Goede, Hertog van Bourgondie, stichter
en grootmeester der orde van het Galden
Vlies, waarvan het origineel ia de hoofd
kerk te 's Hage haagt aan een der
muren van de aidceliag houtsnijwerk
bevestigd.
Dit belangrijk werkstuk uit den bloei-
ijd der Renaissasse is in de oorspron
kelijke kleuren opgewerkt eu met wapen
schild voorz:en.
Het schild werd geschilderd door de»
heer J. Kuijper, leeiaar aan de school
voor Kunstnijverheid, alhier.
Des Zondags is de toegang vrij.
Een eigenaardig* tentoonstelling wordt
gehouden in de Groote Houtstraat 25.
Voor het eene venster staat de inzen
ding van marmer mozaik op de sport-
tentooDstelling te Scheveningen van de
fiimt O-inga te Aoeldoor*, voor het
andere die van de fi.ma Rigutto en Co.,
alhier.
Op de bovengenoemde tentoonstelling
werd de firma Ö-singa wel, Rigutto niet
bekroond, cn reen hoeft door deze
xpositie willen doen uitkomen, dat de
jury in deze heeft misgetast.
Als leeken in het vak van de fabricage
van m*rmei reo?a.ik, mogen wij alleen j
met behoedzaamheid onzen iodruk
mededeeien, den iödruk dat inderdaad
Rigutto en Co. de kroon spannen.
Merkwaaulig rnsg het heetes, dat de
firma Osiaga hare Inzending heeft afge
staan, terwyl het doel dezer expositie
haar bekend is.
"Woessdag 16 November treden de
bekende altisten madame J^nny Thé
nard en de heer G-orge de Meij uit
Parijs, met literaire voordrachten i.i
onzen schouwburg op.
Vrjjdagavond vergaderde ia een der
bovenzalen van Café Brinkmaan de
kiesvereeniging „Vooruitgang" alhier
onder presidium van hareu voorzitter
Mr. Th. de Haan Hugeoholtz.
Ia de plaats van wijlen den heerM.
Wijt werd tot bestuurslid gekozen de
heer Mr. A. J. van Thiel, die de be
noeming verklaarde te aanvaarden' Daar
na werd overgegaan tot bespreking van
de voorloopige candidatea, in de afdee-
licgea der kiesvereeniging gesteld, to.
vervulling van de vacature in den Ge
meenteraad ontstaan door het aftreden
van dea heer D. de Clercq.
De vier voorloopige caadidaten wor
de» ia alphabeiische volgorde besproken
het zijn de heeren D. And.é de la Porte,
G. E. L. Hijmans, H. L. Janssen van
Raaij en H. F. van Thiel.
Dc heer W. L. Schram vraagt het
wootd over de candidatuur André
de la Porte, e» begint met een woord
van hulde te brengen aan het afgetre
den lid dea heer de Clercq. Gaarne
zou spreker ia de lij a door dea heer
de Cieicq aangegeven, gebleven zijn
door eea candidal van dezelfde richting
voor te stelle». Bij de gewichtige vraag
stukken die in den laatsten tij d in den
Raad aan de orde komen was de steun
des heeren de Clercq voikomen op hare
plaats. Na deze kiesvereenigisg niet
iemand van dezelfde lichting stellen
kae, beveelt spreker dea heer André
de la Porte aan, als een geleerd en zelf
standig ma», met een hart voor de
billijke verlangens waarmee men in den
Raad aankomt. Hij is bekwaam in
schoolzikesa ea zon door zijne kunde
daaromtrent ia dea Raad welgeplaatst
zijn. Een vorige maal had hij van de
toen afgevallen candidate» de meeste
stemmen.
Komt ter sprake de candidatuur-
Hijmans. Niemand vraagt aanvankelijk
daarover het woord. De heer J. G.Tuijtel,
bestuurslid, laat daarover eea woord van
protest hoores. Een van diegene*, die
deze omdidatuur in de af eelisgec
voorstelden, behoorde haar nu hier aan
te bevelen. Spreker cleelt mede, dat
ia zijne Afdeeliog vsn den heer Hij mans
is gezegd, dat hij een stipt on accuraat;
n.an is en ook Raadszaken goed zal
behandelen, terwijl hij van de gaskwestie
bepaalde studie heeft gemaakt.
De heer A. II. van Tubergeu merkt
op, dat hem een schijnbaar verwijt wordt
gemaakt, aangezien hij ia de 3e stfd.
de candidatuur-Hij mans heeft gesteld.
Het is evenwel sprekers gewoonte niet,
in het openbaar te spreken. Volkomen
kan hij onderschrijven wat de heer
Tuijtei heeft gezegd. De heer Hij mans
heeft ee?ï wa*m hart vo :r dezgem :cute,
is onafhankelijk en heeft zich op de
hoogte gesteld van een brandende
kwestie, de giskwestie.
Thans verlangt de heer A. Merens
JCzd. het woord over den candidaat
den heer Janssen van Raay, dien
spreker de eer had voor te stellen
in de 3a afdeeling. Spreker heeft
dit gedaan uit volle overtuiging
des hartenzonder le vragen of we
hadden een sDciaal-democraat, anti
revolutionair, of liberaal man, maar
alleen of we eea man kregen, die nuttig
kan zija voor de stad en voor den
Raad.
De keuze van den heer Janssen van
Raay acht spreker nuttig. Zijn persoon
is van algemeene bekendheid. Door de
uitgave van het Jaarboekje heeft hij
getoond bekend te zijn met Haarlems
belangen tot in kleine bizonderhedeo
toe. Van de betrekking die hij inUdië
vervuld heeft, weet spreker dat hij zoo
goed als representeerde een Minister
van Waterstaat, Handel en Nijverheid.
Ook daarom zal het goed zijn hem in
den Raad te breegen. Ten opzichte van
het onderwijs 3taat hij hoog, in de gas
vraag evenzx». Wellicht zal de heer
Panuekoek, die- hem ia Iadie goed heeft
gekend, in dat opzicht meer van hem
weten te zeggen.
De heer Pannekoek zegt nu, dat z. i.
de indische carrière van den heer
Janssen van Raaij weinig heeft te maken
met het lidmaatschap van den Raad.
Aan het door den heer Merens ge
sprokene, wil bij nog toevoegen dat
de heer Janssen van Raaij de kunst
verstaat, met weiaig geli veel te doen.
eea talent dat ia Haarlem zeer te pas
komt.
Hierna vraagt de heer Coenraad vau
Cuijk het wootd, ter aanbeveling van
de caüdidaluut van Thiel. Spreker deelt
j mede, dat vele kiezers plegen te zeggen
dat het zoo jammer is, dat er b.jna
j «ooit een geboren Haarlemmer canöi-
1 daat wo;dt gesteld en bijua altijd iemand,
die ra* buirea is gekomen. Zoodoende
(is mea gekomen a?j- den heer Van
Thiel. Deze is fabrikant en volkomen
onafhankelijk, daar zijne ciiet-telè zien
geheel buiten Haarlem bevindt, et zij a
juist fabrikanten, die de hand aan den
ploeg v/eten te slaan en iets totstan d
brengenjuist zulke maanen van de
praktijk dragen een warm hart toe aan
wat in Haarlem geschiedt en wat er te
verrichten is. Spreker beveelt daarom
den heer Van Thiel met vertrouwen
aan.
Hierop wordt tot stemming overge
gaan. De heer de la Porte verkrijgt 13,
de heer van Thiel, 12 de heer Janssen
van Raay 15 en de heer Hijmans 4
stemmen Bij tweede vrije stemming
ve:sn>ereu die cijfers ia respectievelijk
14 13, 15 en i, terwijl een stem, waar-
schija.ijk bij nbuis is uitgedacht op
mr. A. J. van Thiel. Hierdoor valt bij
de he.stemming de heer van Thiel af
en wordt gekozen tusschen de heeren
André de la Porte en Janssen van
Raay.
Met 24 van de 45 stemmen wordt
de heer D. Audié de la Porte gekozen
tot candidaat van „Vooruitgang". De
heer Janssen van Raay verkreeg 18
stemmen. Drie briefjes waren in blanco.
De verkiezing is, zooals men weet,
vastgesteld op 1 Nov. e.k.
In den kunsthandel van den heer D.
J. van der Wilk, Groote Houtstraat
105, is geëxposeerd een Stilleven van
Mej. Hermin» van der Haas.
Over het gisteren gecoistateerde
geval van cholera asiatica alhier ver
nemen wij rat de overledene reeds
Dinsaag leed aan ernstige diarrhee en
daaiover geen dokter had geraadpleegd,
terwijl hij Donderdagmiddag spyzen erï
dranken heeft gebru kt, welke in die
omstandigheden niet anders dan gevaar
lijk konden zijn.
Wat het geval van cholera nostras
betreft, werd door een oazer geseesheeren
opgemerkt, dat zulke gevalle* ia het
gure en natte najaar altijd voorkomen,
ook waoaeei van cholera asiatica «ergens
sprake is. Dit geval bevat derhalve niets
verontrustend.
Intusschen is de barak ia dea tuin
van het gesticht van „St. Johaanes de
Deo" op dit oogenblik volkomen ge
reed en van alles voorzien. Het voort
durende slechte weer heeft de bouw
noodwendig moeten vertragen.
Wij deelden over de barak reeds
vroeger een en ander mede ea voegen
daar alleen aan toe, dat de inspecteur
van het geneeskundig Staatstoezicht ia
Noord-Holland, Dr. Dozy, Vrijdag, (gis
teren) de barak onder geleide van den
gemeente-architect gezien ea daarover
zijne tevredenheid te ke»*en gegeven
heeft.
Op diens weosch wordt de badkamer
zoodaning ingeiicat, dat deze tot op
140 graden kan worden verwarmd, zoo
dat ook de in 1866 zoo uitstekend ge
bleken behandeling n et overmatige hitte
kan worden toegepast.
Eea harde weg leidt van uit de Jan
de Braijstraat naar het gebouw. Des
avonds wordt die weg verlicht. De lan
tarens daarvoor, zoomede de verlichting
van het gebouw zelf, die zeer goed is,
werd bezorgd door de firma P. de No
bel Co., alhier.
Heden is een tweede geval van cholera
asiatica voorgekomen bij mej. v. M.
Moier-pad 6, vau w.»lk geval heden-
eehteod door dr. Wijrhoff aangifte is
gedaan. De paiieule is reeds overleden
evenals de bonne, welke volgens be
richt in ons vorig nummer aan cholera
nostras lijdende was.
Vooral omdat het tegen den winter
gaat, bestaat er voor verdere uitbrei
ding der ziekte gering gevaar. Men
koestere dus geen angst of overdreven
vrees. Wil men een bepaalden leefregel
in acht nemen, des te beter. Een onzer
meest geziene doctoren heeft de volgende
voorbehoedsmaatregelen aan de leden
van een ziekenfonds aanbevolen, maat
regelen die iedereen kan opvolgent
„Een eerste raad is wees niet bang,
want de vrees maakt het lichaam ziek
en daardoor meer vatbaar voor een aan
val der ziekte. Ieder moet de levens
wijze volgen, waarbij hij zich doorgaande
gezond gevoeld heeft, maar waken tegen
alles wat het lichaam zou kunnen ver
zwakken, tegen het vatten van koude én
het aanhouden van natte kleederen en
natte schoenenhij wake vooral ook
tegen onmatigheid in eten en drinken.
Wat betreft het eten moet men nim
mer iets gebruiken dat het minste spoor
van bederf vertoont, als b. v. aan vruch
ten schimmel of beginnende rotting j
zoo ook onrijpe en scherp zure vruchten
zijn schadelijk mosselen en garnalen
zijn mode te ontraden ook het gebruik
van iong, zuurachtig bier is schadelijk.
De melk, die men gebruikt, moet ge
kookt worden. Men zorge dat het water,
hetwelk om te drinxen en hetwelk voor
het bereiden der spijzen gebruikt wordt,
zoo zuiver mogelijk zijmen moet daar
om het gewone welwater voorat koken.
Water uit de NortODpompen en ook
regenwater kan, onderzocht en goedge
keurd zijnde, gedronken worden zonder
vooraf gekookt te zijn. Wanneer men
water ujinkt moet dat niet al te koud
zijn en niet in groote hoeveelheid te
gelyk gedronken worden.
Een ernstige raad ia vooral ook zorg
te besteden aan het rtinhouden van het
j lichaam en van de woning en in het
bizonder op de reinheid van het privaat
(toe te zien.
Zeer aantebevelen is voovï! ook in
44)
HOOFDSTUK IX.
Den volgenden dag was het onstuimig weer, en vertoonde zich
de wisselvalligheid van het engelsche klimaat in al haar verrader
lijkheid. In plaats van het zaobte zomersche weer van den vorigen
te hebben, moesten de bewoners van het graafschap Marlahire
zich weer in den guren kouden winter verplaatst ziea.
Onder deze omstandigheden moesten onze vrienden hunne wan
delingen in de buitenlucht opgeven, en hun genoegen zooken in
Abbey House met haar aantal leege kamers, waar zy zich bezig
hielden met het opsporen betreffende lang vergeten gedenkschriften
Van Caresfoots Hit vorige eeuwen. Toen zy hierin geea genot meer
vonden, zetten ey zich neer in de kinderkamer by het vuur, en
vertaalde Angela uit haar geliefde, klassieke meesters, vooral uit
Homeras, en dat met een gemakkelijkheid en zo# vleeiend, dat
Arthur er verbaasd over was. Of wanneer dit begon te vervelen»
dan las hy haar voor uit werken van de eerste schrijvers, die zy
nog nauwelyks bad geopend, waut al was haar #pv#eding in
zekereD zin volmaakt geweest, Shakespeare en Milton waren
altyd vermeden.
Onnoodig is het te zeggeD, dat daar haar dichterlyk gevoel sterk
was ontwikkeld, deze onstertolyke schryvers voor Angela een bron
van groot genot waren.
z/Hoe is het mogelyk, dat mynheer Fraser ze u nooit heeft laten
lezen t" vroeg Arthur op zekeren dag, terwyl by zyn bosk sloot
daar hy //Hamlet" bad uitgelezen.
//Hy zeide, dat ik ze beter zou kunnen waardeeren, als myn
geest er de voorbereiding voor had genoten door eene grondige
studie der letterkunde eu nataurwetenschappen, en dat het zeer
oaverstaadig zou zijn om mya verhemelte met zoetigheden te
streelen, alvorens myn smaak was ontwikkeld."
De dag na dit gesprek over letterkunde was merkwaardig in
twee opzichte»; ten eerste keerde het weer plotseling om, zoodat
het een schoone, zomersche warme dag was, en ten tweede werd
op Abbey H#use bericht, dat, dank zy voornamelyk de zorgvuldige
verpleging van lady Bellamy die onbevreesd voor de besmetting
tot gre#te bewondering van ai hare bureo vrijwillig hare diensten
had aangeboden George bniten gevaar was. Vooral Philip was
zeer verheugd over dit bericht, want ware zyn neef gestorven, dan
zenden de landgoederen worden weggeschonken zooals in bet tes
tament van zijn oom stond aangegeven, en hy wist dat George
geen testament had gemaakt. Ook Angela trachtte als een goed
meisje zich ook over dit bericht te verheugen, ofschoon zy innerlyk,
na het onvoegzame gedrag van haar neef tegenover haar hem
byna haatte, zoover als met haar vriendelyke inborst was overeen
te brengen. Alleen Arthur was cyoisch onversohillig; hy haatte
George en gaf daar openlyk blyk van.
Nu braken er voor de beide geliefden een twaalftal gelukkige
dagen aan. Er was geen sprake van Arthurs vertrek, daar Philip
hem by verscheidene gelegenheden had verklaard, dat bet huis ter
zyner beschikking was zoolang hy er wilde blyven. De hemel was
in die dagen bla*w, of slechts hier en daar met zomerwolkjes ge
vlekt, «venals Arthur en Angela's verhouding was gevlekt en
beschaduwd met de diepere tinten van ds steeds aangroeiende
liefde e* hartstocht. Helaas, in dit ondermaansohe is de hemel
nooit geheel blauw.
Tot dusverre was er echter tusschen hem nog van geen liefde
sprake geweest, geen kus of aanmoedigend woord was gewisseld
slechts waaneer hunne handen met elkaar in aanraking kwamen,
da» doortrilde het hua zonderling en steeg het bloed Angela naar
de wangen, maar hunne oogen verrieden nog niet het zoet geheim.
Angela was niet meer hetzelfde meisje als de Angela, die wy
eenige weken te voren ontmoetten. Eene verandering, waaraan
geea naam is te geven, had in haar gelaat en manieren plaats
gevonden de vriendelijke glimlach, eens zoo vroolyk, was zachter
en liefelijker geworden.
Wordt vervolgd.}