POLITIEK OVERZICHT. y*n 60 B Z 3809, een bankbiljet van f 25 HR 2852 en een bankbiljet van /25, JH 1392, welke brief niet aan het adres is bezorgd. De officier van justitie te Zieriksee yerzoekt opsporing en bericht. De katwijksche bom K W 23 Adriaiia^ schipper A. den Haas, die Donderdag te Katwijk aankwam, had aan boord het lijk van den scheeps jongen Guyt, die Maandag op zee over boord geraakte. Hoewel hij na korten tijd door de bemanning werd opge* yischt, was hij reeds dood. Uit schipluiden schrijft men aan de N. RCt. van Donderdag Het detachement grenadiers en jagers sterk 1 officier, 2 onderofficieren, 3 korporaals en 56'manschappen, is nog steeds hier ingekwartierd. De ingezetenen zijn allen trotsch op hunne kommensalen en zouden ze eigenlijk niet meer willen missen; zij vinden de grenadiers en jagers kranige kerels. De manschappen gedragen zich uitmuntend en toonen met recht deel uit te maken van een keurkorps. Jhr. D. Barchman Wuytiers, de detachements-commandant zorgt als een vader voor de onder zijn bevelen staande militairen, zonder echter de tucht uit het oog te verliezen, want het niet opvolgen van hun plicht werd reeds twee malen door hem naar eisch ge straft. De soldaten beijveren zich echter om hun zwaren dienst, vooral met het gure weder, naar behooren te doen. De schilderhuizan zijn thans geverfd en van kijkgaten met glas voorzien een achttal zeer doelmatige lantaarntjss zijn aan de manschappen verstrekt, ten einde bij het aflossen der posten, waarvan som mige in weiden en met houtgewas be groeide kaden staan, des nachts dienst te doen. Wie met het terrein bekend is, verwondert zich, dat de manschappen in de laatste duistere en regenachtige nachten hunne posten zoo goed hebben kunnen bereiken, hetgeen evenwel eenige malen ten koste van een nat pak ge schiedde. Aan de soldaten zijn flinke laarzen en jassen verstrekt. Heden was het voer het detachement een minder aangename dag, daar hun humane com mandant door den generaal majoor, be velhebber in de 3e militaire afdeeling, op de meest eervolle wijze ontheven werd van zijne detacheering, oordeelen- da, dat men in den sector Delft, waar twee officieren het bevel voerden, met éen officier kon volstaan, nu een der officieren, .te Delft gestationeerd (de ie-luitenant der grenadiers Hagedoorn), bereden was geworden. Donderdag zyn aandeKo- nïnklijke maatschappij „de Schelde" te Vlissingen een 60-tal werklieden be dankt, welk aantal door het vertrek van de Gedeh op Zaterdag, nog zal ver meerderen. Vlissingen gaat dus, wat „De Schelde" betreft, een donkeren winter tegemoet. Op de hofstede „De Hoop» te Renswoude, viel de eenige inwonende zóón van den zolder. De oppassende man was dadelijk een lijk. Woensdagmiddag had d landbouwer G. P. te Renswoude het ongeluk van den zolder te vallen, met het treurig gevolg dat hij onmiddellijk op de plaats dood bleef. Te Simonshaven werd in den nacht van 26 op 27 October in braak gepleegd bij zekeren Jods. De dief ot dieven schenen het voornamelijk op de geldkist gemunt te hebben, waarin circa duizend gulden geborgen was. Al het geld is verdwenen, en bij het aanbreken van den morgen vond men de ledige kist aan den openbaren weg. Het is de justitie nog niet gelukt, den dader of de daders te ontdekken. De Schrinkkaagpolder. groot ongeveer 90 H. A., is geheel onder water geloopen. In den Schermeerpolder staat het water ruim f© cM. boven het gewone peil.Nog steeds moeten de molens wegens windstilte werkloos blijven. Veel land in het zuidelijke deel staat blank, en de schade is aanzienlijk. Heeft men vroe ger niet willen overgaan tot het stichten van een stoomgemaal in dit groote meer, met eene belastbare oppervlakte van pi- m. 4444 bunder, thans zal het denkbeeld weer met kracht op den voorgrond treden. Woensdag en Dinsdag hebben te 's Hertogenbosch des avonds weder voiksoploopen plaats gehad. Daartoe gaf het volgende aanleiding De politie heeft Dinsdag twee personen opgebracht, die zich aan overtreding eener plaatselijke verordening schuldig maakten en weigerden hun naam op te geven. De arrestatie van den een gaf geen aanleiding tot moeilijkheden, doch de ander verzette zich zoodanig, dat de agenten van hunne wapenen gebruik maakten, en den arrestant aan het hoofd verwondden. De wond is van weinig beteekenis, doch bij het volk doen al lerlei verhalen, het een al erger dan het andere, de ronde. Het volk wil zich vooral wreken op een gewezen politie agent, naast wiens woning de overtre ding plaats had en die een politie-agent waarschuwde. Woensdagavond trok een troep van meer dan duizend man, meestal straat bengels, zingende' de straten door, tot dusver zonder verder gevolg. Woensdagavond, is te Hoo- ger-Smilde eene kleine boeren behui- zinge, bewoond door en in eigendom toebehoorende aan de familie Kortwijk, afgebrand. Men vermoedt dat hier eene kwaadwillige hand in het spel is. Men meldt van Donderdag uit IJselsteinWoensdag werd nog een jongen van circa 15 jaren door de cholera aangetast. Hij is reeds des nachts overleden. Ook deze jongen was woonachtig in de Voorstraat, waar de sinds Zondag aangegeven gevallen alle voorkwamen. Te Brakel heeft zich een geval van cholera asiatica voorgedaan bjj een ongeveer veertigjarig man, die reeds is overleden. 7.30 en ^7.40 per ton betaald. Steur- haring gold 9 60 en 10 per 1000 en f7'75 /8 per kantje (met de ton.) Nieuwediep, 27 October. Door korders werden hier heden 10 tot 60 groote, 10 tot 30 kl. tongen, 10 tarbotten, 3 steuren, 2 tot 6 roggen, :o mandjes kl. schol en 1 tot 3 manden schar, en door trekkers 300 tal haring aangevoerdgr. tong gold 70 a 50 cent, kleine id. 25 cent, tarbot f 13 ƒ8, de steuren 17, 13 en 10, rog 1.20 per stuk, kl. schol 3 per mandje, schar I.50 per mand en ha ring ƒ4 a ƒ3.25 per tal. Létteren en Kunst» Met belangstelling deelen wij mede. zegt een der Bossche bladen, dat aan onzen stadgenoot, den kunstschilder A, J Derkinderen, door de firma Brinck St Cie., te Amsterdam, vertegenwoordi gers van een der grootste Engelsche tegelfabrieken, opgedragen is, het ver vaardigen der teekeningen voor een kruisweg, die in Engeland zullen worden overgebracht op tegels, om in dien vorm de kerk van het gesticht der Eerwaarde Broeders van den H. Johannes de Deo te Haarlem te versieren. De heeren Brinck fit Cie. mag een woord van lof niet worden onthouden voor hun initiatief ten deze, waardoor opnieuw bewezen zal worden, hoe tegelversierin gen, met smaak en kenni3 aangewend, in vochtige gebouwen van groot belang kunnen worden voor inwendige decoratie, De heer Derkinderen heeft de teeke ningen voor de twee eerste staties reeds gereed. VISSCHERIJ- Katwijk aan Z e e, 27 October, De haringhandel is in den laatsten tijd zeer levendig en er worden flinke prij zen besteed. 2 partijen pekelharing werden io publieken afslag gebrachtde eene werd opgehouden voor 12, de andere (groot 112% ton) verkocht v 12.30. Voor 2 partijen ijle haring werd KOLONIËN- Onlangs werd in Indië aanbesteding gehouden van de levering van levens middelen enz. voor de troepen in Atjeh over de jaren 1893, '94 en '95. Inge schreven werd door de firma De Lange Co. voor 3,350,724,60door den Chinees Thio Tiauw Siat voor 3,260,502,60. Een verschil dus van ongeveer f 90*000 of nog niet 3 pCt. Bekend is, dat de firma De Lange Co., sedert verscheidene jaren op uitstekende wijze aan hare verplich tingen als leverancier in Atjeh heeft voldaan; beambten der firma zijn zelfs met de Militaire Willemsorde versierd geworden, omdat zij, in het belang der geregelde verzorging onzer troepen, hun leven in de waagschaal stelden. Bovendien heeft de Regeering zeker meer waarborg tegen smokkelhandel, wanneer een te goeder naam en f&am bekend staand Nederlandsch handelshuis, dan wanneer (in het algemeen gespro ken; wat weten wij omtrent de per soonlijke hoedauigheden van Thio Tiauw Siat?) een Chinees een belangrijk deel van de vaart tusschen Atjeh en de Straits Settlements in handen heeft, en komt het ons alleszins rationeel voor, dat de indische regeering over het gering verschil van 2Ï pCt. is heenge stapt en de leverantie aan den vroe- geren aannemer heeft gedund. Wij zya het ten deze geheel eens met de indische dagbladen, waaruit de Kamerleden, die blijkens het voorloopig verslag op de indische begrooting aan merkingen op den loop der zaak maakten, hunne wetenschap hebben geput. Men zou volgens het verslag gaarne vernemen, waarom deze leverantie niet gegund is aan den iaagsteninschrijver? Is dat niet vragen naar den bekenden weg Was de gouverneur-generaal dan verplicht, de levering aan den laagaten inschrijver te gunnen, of moest hij, naast de financieele, ook andere bel&n gen in aanmerking nemen (Heeft men hier den vreemden Oos terling willen weren, aldus werd verder gezegd, dan ware het, naar het Bcheen, beter geweest dat vooraf door de voor waarden van aanbesteding te doen." Stelt men niet op deze wijze de kwestie verkeerd Als de „vreemde Oosterling" eens b. v. voor een millioen gulden lager ingeschreven had, zou het financieel belang den doorslag hebben gegeven, wat thans niet het geval was. Het ls, naar ons inzien, het zelfde geval als met aanbestedingen hier te lande: men sluit den vreemdeling niet uit, maar geeft by gering geldelijk verschil te recht de voorkeur aan den landgenoot. (Rbld.) In een door 73 fransche afgevaardig den bijgewoonde vergadering herinnerde Clemenceau aan den loop der werk staking te Carmaux en bestreed hij de scheidsreehtelijke uitspraak. Er werd met algemeene stemmen een votum uitgebracht voor het verleenen van amnestie. In eene Woensdagavond gehouden vergadering der mynwerkers is het be sluit van het comité, waarbij de uit spraak van den minister Loubet ver worpen wordt, met eenparige stemmen, goedgekeurd. De vergadering besloot de werkstaking voort te zetten. Eene delegatie van werkstakers die niet tot het syndicaat behooren, is aan het comité voor de werkstaking komen vragen, hoe lang deze nog wel duren zou? Het comité antwoordde hierop, niet te weten of de mijnwerkers geneigd zonden zyn nog langen tijd te wachten met het hervatten van den arbeid. De werkstakers te Carmaux zijn per telegraaf in kennis gesteld met het votum der Kamer, onder bijvoeging dat de minister van Openbare Werken ver klaard heeft dat zoodra het werk in de mijnen hervat zoude zijn, aan de ver oordeelden gratie zou worden gegeven, In de fransch commissie voor de douanen heeft de heer Ribot de tege moetkomingen aan Zwitserland gerecht vaardigd, zich beroepende op de trac- taten door drie mogendheden met Zwitserland gesloten, waardoor Frankrijk in eene ongunstige verhouding verkeerde, benevens opoverwegingen van politieken aard. In de Kamer heeft Basly zijne inter pellatie gehouden over de conflicten tusschen Fransche en Belgische werk lieden in het departement van Pas de Calais. De minister van openbare werken heeft geantwoord, dat een besluit van eenen gemeenteraad geenen invloed kan hebben op den gang van zaken in eene werkplaats en dat de tegenwoordigheid van buitenlandsche werklieden in mijaen geenszins dezeltde bezwaren oplevert als bij spoor weg werken. De minister werd weder beantwoord door den afgevaardigde Lalargue, die de kapitalisten met groote heftigheid aanviel en door het centrum en de rechterzijde herhaaldelijk in de rede werd gevallen. Lafargue heeft verklaard dat de daling der arbeidsloonen het gevolg is van de mededinging der vreemde werklieden en in verband hiermede het voorstel gedaan, iederen werkgever een patent van 2 francs te laten betalen per vreem den werkman in zijnen dienst, en boven dien een bedrag, gelijkstaande met hot verschil tusschen het loon, dat aan de vreemde en dat hetwelk aan de binnen landsche werklieden moet worden be taald, dus gelijk aan de winst, welke de werkgever maakt op de loonen, door in plaats van Fransche, vreemde werk lieden in dienst le hebben. Eene motie in dezen zin is door Lafargue ingediend. Yan Donderdag wordt uit de franscke Kamer nog nader gemeld, dat zij de orde van den dag heeft aangenomen naar aanleiding van het voorstel van Basly om de regeering uit te noodigen, de fransche mijnwerkers te beschermen met het doel om voor het land de steenkolen |te verzekeren, die het noodig heeft voor zijne verdediging. Het hierboven vermelde voorstel van Lafarque is naar de bureaux verzonden. Terrier heeft voorgesteld om amnestie te verleenen voor gebeurtenissen tijdens de werkstakingen voorgevallen. Viette verklaarde zich voor het verleenen van gratie maar tegen amnestie. Bij stem ming werd het voorstel-Terrier ver worpen met 324 tegen 198 stemmen. Op verzoek van Loubet werd een gemotiveerde motie van orde voorge steld door Dumay om de troepen uit Carmaux te doen terugkeeren, verwor pen. Daarna is de zitting opgeheven. Een particulier telegram uit Londen aan de iV. R. Cl. vermeldt het vol gende Rome-rule. Hij behandelt daarin 0. i_ de mogelijkheid dat Gladstone eenige honderden pairs zal kunnen benoemen ten einde de aanneming van zijn Home rule-ontwerp in het Hoogerhuis door te drijven. Lord Salisbury betoogt dat het Huis der Lords, krachtens een meermalen toegepast gewoonterecht bevoegd is het nemen van zitting door zulke nieuwbenoemde lords te weigeren waaneer daaruit het voornemen der regeering blijkt, om de onafhankelijk- beid van het Hoogerhnis aan te randen. Hij voegt er bij dat het scheppen van pairs onnoodig is, want het Hoogerhuis zou zekerlijk den volkswil eerbiedigen, wanneer die de invoering van Rome-ruk inderdaad verlangde, hetgeen hij echter ontkent. Hij zegt dat er geen ander middel bestaat om den velkswil omtrent constitutioneele gewichtige aangelegen heden te leeren kennen, dan de be voegdheid van het Hoogerhuis om maatregelen te verwerpen, die het strijdig met den volkswil acht. Dien waarborg tegen ongro jdwettige en overhaaste wetten vindt men in vele constitution van andere landen terug, 0. a. ook ïu de nederlaudsche. Verscheidene iersche nationalisten, waaroider O'Keliy, stellen een proces van laster in tegen den gewezen engel- schee regeeringsspion Le Caron en tegen diens uitgever, naar aanleiding van las terlijke aantijgingen in Le Caron's dezer dagen uitgegeven gedenkschriften. Volgens lo opende geruchten zoude er in het engelsche ministerie een ernstig verschil van raeening bestaan ten op zichte van Oeganda. Eenige ministers zouden zich verzetten tegen de ont ruiming van dat gewest ea met hun ontslag dreigen indien zy niet wordt uitgesteld. Ook zou Gladstone aan de andere ministers gezegd hebben dat hij niet dan bij uitzondering, met het oog op zijn gezondheid, in het Lagerhuis kan optreden. De Rijksdag in Berlijn zal volgens keizerlijk besluit in de Reichsanseiger openbaar gemaakt den 22a November hare eerste zitting houden. Het cfficieele bladteWeeaen »aakt bekend, datSzecheiy zal aftreden als gezant te Berlys. Het ©fiicieele blad te Budapest behelst een eigenhandig schrijven van keizer Frans, meldende dat Szechery als gezant te Berlijn voorloopig zal worden vervangen door Tezervazy. Donderdag heeft in Hongarije's hoofd stad de laatste zitting plaats gehad van de Hongaarsche Delegatie. Ter gelégenheid vaa het zilveren huwelijksfeest van den Koning en de de Koningin van Griekenland hebben deze van de bevolking treffende blijken van aanhankelijkheid ondervonden. Ei hadden schitterende feestelijkheden plaats. De $orrespende?icia te Madrid ver klaart dat, bijaldien de onderhande lingen tusschen Spanje en Frankrijk niet tot de gewenschte uitkomst leiden, Spanje daarvoor niet aansprakelijk kan worden gesteld. Bij het openen der bulgaarsche So- branja heeft de prins verklaard dat het land in eenen regelmatigen staat van ontwikkeling verkeert en tevens met nadruk gewaagd van de bewijzen van vriendschappelijke gezindheid, welke hij, op zijne reis in het buitenland heeft ondervonden. Ik hoop, vervolgde de prins, dat het dappere bulgaarsche volk als overwinnaar zal te voorschijn komen uit den strijd voor de verdedi ging van zijne rechten en de w&arbor- ging zijner autonomie. Dé prins sprak verder over de hartelijke ontvangst, door hem genoten bij den Keizer van Oos tenrijk en de Koningin van Engeland; terwijl hij tevens zijne vreugde er over te kennen gaf dat de sultan zoo wel willend gestemd is voor Bulgarije, het* Lord Salisbury heeft in de Nationalj geen nog meer heeft bijgebracht tot Review een artikel geschreven over het versterken van den vtiendschaps- tusschen mijne dochter en u nimmer sprake zyn.# Hij had de laatste woorden sneller uitgesproken, als wilde hy schielijk een einde aan het gesprek maken. Arthur was doodsbleek geworden, hy wankelde toen Philip hem daar zoo onmeedoogend en plomp alle hoop op het zoo gewenschte geluk ontnam en greep zich vast aan de leuning van een stoel, om niet te vallen. „Ik begryp u niet, ik begryp u niet," zei hij toen stotterend en met bevende stem, en hy wilde er nog iets bijvoegen, maar zyn geluid schoot te kort. Door schrik overmand liet hy zioh op den stoel, waaTaan hy zich vasthield, neervallen en zat nu Philip aan te staren met een zoo strakken blik, dat deze zich onrustig op zyn stoel heen en weer bewoog, voortdurend langs hem heen, maar nooit hem in de oogen ziende. Er heerschte een oogenblik stilte tusschen de beide mannen. Beiden verwachtten, dat de ander iets zou zeggen, maar Philip nam zich stellig voor, geen enkel woord te uiten voordat Heigham gesproken zou hebben. Zoo was dan Arthur, die het woord weder opvatte. Zy stem beefde nog, maar nu niet meer van schrik, doch van mannelijke droefheid. „Ik vreesde zooeven, dat ik u verkeerd had verstaan, maar daarop durf ik niet hopen, nu ik zie, dat u my zelfs niet wilt aanzien. Gy wilt mij Angela dus niet geven, gy wilt ons beiden het geluk onthouden, dat in de toekomst ons zoo tegenlachte. Ik heb, dunkt my, het recht om te vragen naar de redenen, die u voeren tot dit noodlottig besluit." „Ik ben u geen rekenschap verschuldigd," zeide Philip meteen mislukte poging om toorn te veinzen. „Zeker niet," antwoordde Arthur met gedwongen kalmte. „Maar een verklaring mag ik van u eischen. Wanneer gij, na de houding die gy de vorige week tegen mij hebt aangenomen, nu gesproken hadt van een uitstel van ons huwelijk, dan zou ik my daarby hebben neergelegd. Uw besliste weigering doet mij evanwel den ken, dat er een bizondere oorzaak is voor uw onbegrypelyk ant woord en als man, die zichzelven wil blyven respecteeren, moet ik op eene nadere verklaring aandringen." Philip begreep, dat hij thans brutaal moest optreden, wilde hij Arthur bewegen om heen te gaan. „Jonge man," zei hy op stren gen toon, „gy eischt wat gy zelfs niet het recht hebt om te vra gen. Uw inclinatie voor myne dochter voert u te ver. Laat het u voldoende zyn, dat ik myne goede en gewichtige redenen heb voor wat ik u gezegd heb. Zet alle plannen uit uw hoofd en, wat ik u verzoeken mag, handel als eerlijk man en tracht niet mijne dochter te vleien met een hoop, die ik u verzeker, dat gij niet koesteren moogt." Arthur stond op. Zijn gelaat droeg thans niet meer de sporen van smart en teleurstelling, maar had eene uitdrukking vaD man nelijke fierheid, die Philip zijns ondanks de oogen deed neerslaan. „Mynheer Caresfoot, nog nooit zoolang ik leef, heeft men my be hoeven te herinneren, dat ik my tegenover een vrouw als eerlyk man heb te gedragen. Maar gy kunt en moogt niet van mij eischen, dat ik hot beeld uwer dochter uit mijn hart zal verban nen. Gijzelf waart het, die mij in uw huis hebt hebt genoodigd, uwe vriendelijke gastvrijheid en uwe welwillende houding ten mynen opzichte, gaven mij reden om te hopen, dat gij mij eenige vriendschap toedroegt. Uit uwe besliste weigering moet ik opmaken, dat ik my heb vergist, of dat er tusachen den dag, waarin gy my gevraagd hebt uw gast te zyn en den dag van heden, iets is voorgevallen, dat onze verhouding heeft veranderd. Ik heb mij nimmer iets te verwyten gehad, wat u tot zulk een ommekeer heeft kunnen nopen, maar dit zeg ik u, dat gy niet ridderlijk handelt door myn verzoek af te wijzen zonder eenige verklaring te geven van uwe zonderlinge houding." „Mynheer!" riep Philip opstaande, „gy beleedigt my in m|jn eigen huis." „Ik beleedig u niet, ik zeg u alleen de waarheid, die ieder eerlijk man u voor zou houden. O, mijnheer Caresfoot, gy weet, dat Angela my liefheeft, gy hebt dat althans kunnen weten; ik zeg u, dat ik haar liefheb, zooals geen ander haar liefhebben kan. Durft gij het geluk van twee menschen aldus verbreken zonder een enkel woord tot opheldering?" Philip was slecht, maar toch? aarzelde hy een oogenblik. De geestdriftvolle woorden van den jongen man troffen hem en wel licht zou hy van gedachte zijn veranderd, wanneer hij niet op dit moment lady Bellamy de laan naar het huis had zien oprij den. De herinnering aan de belofte, die hy haar had gedaan ec vooral de gedachte aan de verwezenlijking van het ideaal, datbjj sedert zoovele jaren had gekoesterd, het terugkoopen van het erf zijner vaderen, verjoeg de aarzeling en heftig zeide hy„Ge hebt mijn antwoord, ik kan daaraan niets meer toevoegen." „Weet wel, dat ik myn liefde om uwentwil niet zal onderdruk ken," zei Heigham, terwyl hy naar de deur ging. „Vaarwel." Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 2