POLITIEK 0Y1RZICHT. avond eon brutale diefstal gepleegd. Door opschuiving van een raam, is uit de woning van den petroleum-handelaar H. K. een blikken trommel ontvreemd, waarin o. a. eene bojq van 100 aan baar geld was geborgen, waarmede de ingeslagen petroleum moest worden be taald. Uit een door de politie ingesteld onderzoek is gebleken, dat de diefstal is gepleegd door een 18 jarig vrouws persoon. Deze bekende de daad te heb ben bedreveD, n. b. met de bedoeling K. in zyne nering te benadeelen -en daar door de zaük van hare zuster, die ook in petroleum handelt, doch niet zooveel verkoopt als de bestolene, vooruit te stations. Oorspronkelijk liep de spoorweg Woensdagmiddag werd het hofje van Vesvelt in de Groote straat te 's Gravenhage in rep en roer gebracht door hevig gillen van een paar vrouweD, die bloedend vluchtten, achtervolgd door een in die buurt ongunstig bekend staand persoon. Deze persoon, sedert een drietal jaren als koloniaal uit Indië teruggekeerd, had nl. reeds meermalen by zyne moeder, die in genoemd hofje woont, twist ge zocht, doch tot handtastelijkheden was het tot nog toe zelden gekomen. Woensdag echter, wetende dat zyne zuster, en haar vrijer voor eenige dagen bij zyne moeder waren komen 4.inwonen, had hy een scheermes weten machtig te worden en kwam hy onverwacht bij zijne moeder aankloppen. AlvorenB hy echter zoo ver gekomen was, vluchtte zyne zuster, die hem zag aankomen en in onmin met hem leefde, het hofje uit, doch zy Btruikelde over een voorwerp dat in den weg stond, zoodat haar broer haar geheel in zyne macht had. De woestaard ontzag zich niet het meisje, dat niet den minsten weerstand kon bieden, eene vry diepe snede aan het hoofd toe te brengen. Nog echter niet voldaan zijnde, verwondde hy daarna zyn oude moeder en zijn aanstaanden zwager, waarna bij zich verwijderde, om eenige oogenblikken la ter terug te keeren, kennelijk met even slechte bedoelingen. In dien tusschentyd had hy er een borrel op genomen. Bij zyne terugkomst in het hofje werd hy echter door een politie-agent gegrepen, die, geholpen door eenige burgers, hem neir het commissariaat overgebracht, De drie gewonden werden tegen den avond, na io het ziekenhuis te zijn verbonden, eveneens naar het commissa riaat geleid, ten einde een veehoor te ondergaan. Men schrijft uit Baarn aan het Edbld. //De bewoners van Baarn ten westen van het station en die van Soest en Soestdijk zyn zeer verstoord op de direc tie der H ollandsche Spoorwegmaatschappij die eensklaps en schijnbaar zonder reden het bekende klaphekje aan het station Baarn heeft doen afsluiten. z/Velen, die aan den korten weg ge wend waren, moeten zich nu een grooteu omweg getroosten. En waarvoor Ge vaar levert het niet op. Ten minste voor zoover mij bekend, zyn er nog nooit OBgelukken voorgekomen. Vreesde men dat, dan had de directie er iemand kun nen plaatsen en voor den doorgang des noods, evenals voor den toegaDg tot het perron, 2ets. kunnen eischen. Wy vestigen op dit bericht de aan dacht, omdat het andermaal bewyst, dat de overal rijzende moeilykheden met de overwegen der spoorwegen eindelijk eens voorgoed moeten worden uit den weg geruimd. Want men klaagt niet alleen te Baarn, maar in bijna alle pl aan de spoorwegen gelegen. Wy denken o. a. aan Haarlem, waar het geheele Noorderkwartier door den spoorweg is afgesneden en de burgery al jarenlang op het bouwen van een trapjesbrug of tunnel aandringt. De oorzaak van den tegenwoordigen onhoudbaren toestand is de uitbreiding der gemeenten in den omtrek van de byna overal langs de bebouwde kom der gemeenten. Het verkeer met het station bepaalde zich dus geheel tot éene zyde van den weg en zy die den spoorweg moesten overschrijden, behoorden tot de uitzonderingen. Langzamerhand is dit echter anders geworden. Overal zien wij thans aan gene zyde van den spoorweg een nieuw kwartier verryzen, en yoor de bewoners van dat kwartier is het oversteken der baan een groote last. Te Haarlem by v., waar de overwegen mid- dën door het rangeerterrein loopen, be draagt het dagelyksch oponthoud, dat door het verkeer wordt ondervonden, uren. Dat daar nog geen trapjesbrug over den spoorweg en nog geen tunnel er onder is gemaakt, toont weer aan, dat de //Hollanders wel pruttelen, maar niet overkoken.' De belanghebbenden te Baarn schijnen het niet by pruttelen te zullen laten. Zy zijn van plan zich te richten tot den B-aad van Beheer der Hollandsche Spoor wegmaatschappij; eu als dat niet helptj tot den Minister. Wy hopen, dat hun poging mag sla gen, en het bekende hekje te Baarn weer spoedig even lustig mag klepperen als voorheen. Slechts éen reden van sluiting zou gelden, nl. als het hekje werd gesloten omdat het overbodig was geworden door den bouw van een tunnel. Woensdagavond te k6 uur is de wisselwachter Hammink nabij het station te Almeloo, by het rangeeren tusschen de buffers geraakt. Hy was onmiddellijk een lyk. Van de twee bieten v aarders die Dinsdag te Rozendaal in de kajuit van hun scheepje werden gevonden, was de een, C. Bierbooms, Woensdag nog in leven. Hy lag in het gasthuis nog bui ten kennis. De dokters vreesden voor bloedvergiftiging en wanhoopten aan zyn behoud. Eene brandende petroleumlamp, die in de kleine ruimte haar viam verspreidde, is de oorzaak van dit ongeluk. Woensdagmiddag wilde te Brakel een jonge man, T. K., zich met eene roeiboot naar de overzijde der Waal Midden op de rivier ontglipte hem een riem, en bij een poging om dezen te grijpen, sloeg hij overboord, Hoewel er van den wal onmiddellijk hulp kwam, mocht men er niet in slagsn hem te redden. Hy werd door den stroom medegevoerd en verdween in de diepte. Zyn lyk is nog niet gevonden, In verschillende weilanden onder Roon heeft men de staarten der paarden afgesneden. Woensdagochtend werdop de rails van de Geld.-Overys. Locaal- spoorweg tusschen (Wehl en Didam het lyk van een jongmensch gevonden. De ongelukkige is vermoedelijk Dinsdag avond door een der laatste treinen over reden. Het hoofd was geheel van den romp gescheiden. Een troep beruchte bekken snijders en baldadigen, ten getale van méér dan 30 man, kwamen verleden Zondag middag uit Osch de rustige ge meente Lith in rep en roer brengen. Nadat zy een bezoek aan het naburige Kessel gebracht hadden, waarschynlyk om hunnen //gids" te halen, kwamen zij joelende en tierende van daar terug en pleegden allerlei baldadigheden tegen ge bouwen en personen, rukten venster af, en wierpen de straatlantaarns en ruiten van particuliere huizen in. Zy bezochten ver schillende herbergen en winkels, bij den een betalende, by den ander niet. Som mige, zich van niets kwaads bewuste ingezetenen, werden tdoor hen onverhoeds by de borst gepakt en geslagen. Eindelyk, 's avonds ongeveer 10 uur, trokken zy af, door Lithooyen, hier en daar kenteekenen van hun bezoek ach terlatende, als afgerukte heiningen, hek werken, latten, enz. De volgenden morgen kwamen een paar martfehaussées uit Osch eon onder zoek instellen en eenige getuigen hooren. Naar men verneemt, zal tegen enkele belhamels proces-verbaal worden opge maakt. De politie te Lith bestaat uit éen ge meente-veldwachter. Natnurlykkan deze, zonder assistentie, tegen zoo'n bende niets uitvoeren. D i n s d a g v o o r m i d d a g is de landbouwer de Jonge te Bruinisse ver dronken gevonden in eene sloot, waarin hij waarschynlyk den vorigen avond door de duisternis in terecht gekomen was. De komst der socialisten heeft in het dorp^ Eist (Betuwe) even als in andere gemeenten in de Betuwe, zeer veel onrust veroorzaakt. Nadat een deel der bevolking zijnen afkeer van de socialistische beginselen had betuigd door de colporteurs van het blad Voorwaart% in den verkoop daarvan te verhinderen, zoodat zelfs de politie tusschenbeide moest komen om hen te beschermen, vaardigde de.burgemeester, baron Van der Feltz, eene proclamatie uit, waarin de ingezetenen met nadruk werden uitgenoodigd de [colporteurs rustig hunnen gang te laten gaan, daar zij evenals ieder ander recht op be scherming van de oveiheid hadden, en dus de aanvallers hunne straf niet zon den ontgaan. Gedrukte liedereu werden daarop verspreid, waatin de burgemeester ea de politie op onwaardige wijze werden bezongen. Verscheidene avonden ach tereen reeds doorkruisten troepen volks in alle richtingen het dorp, onder het zingen van vaderlandslievende en van de bovenbedoelde schimp-liederen, ter ijl ook de socialistischgezinden zich niet onbetuigd lieten, en het alleen aan het bezadigd optreden der politie, die met rijkspolitie uit Nijmegen is ver sterkt, te danken is, dat formeele vecht partijen achterwege blijven. Met spanning zien evenwel de rus tige burgers het einde tegemoet. Financiesle Mededeelingen. Het Weekblad van Broekman em Honders bevat o. a. de volgende opgave van minder courante of incourante fondsen, in de week, tot den datum van 15 November loopende, door hun tusschenkomst verhandeld. Asuid. Crediet-Vereeniging to8 pet. Oblig. Gezam. Buskruit- makers van N.-Holl. Utrecht en Zeel Aand. Nederl. Zuid-Afri- kaansche Landbouw-Maats. Oblig. Paleis voor Volks vlijt (Uitgestelde Schuld). Aand. Dagblad van Z.-Holl. en 's-Graven'a. te 's-Gravenh. Aand. „Zeerust" te Sche- veningea (Expl.-Maats. van) Aand. Amsterdam - Deli- Compagnie 1886/88 Aand. Koffieplantage Mij. Hansa Oblig. Ned; Ind. Cultuur- Maatschappij Aand. Nederl. Indische Gas-Maats. te Rotterdam. Scrip. Boxtel-Wezel Spoor weg (van le Hyp. Obligat. Aand. Kon. Ned. Locaal Spoorweg-Maats, te Apeld. Inkomsten Olig. Nederl. Zuid-Ooster-Spoorweg-Maats. Stoomb.-Reed. v. h. sl. v. schep, ah. N.-D. en te IJmuiden. (resfcant.-bew.). Aand. Hollandsche Sui kerraffinaderij Aand. Kon. Ned. Grof smederij te Leiden. Aand. Guarantie Kapitaal Spaarbank Amsterdam Aand. Arnhemsehe Ver- zek. Mpij. tegen Brandschade Aand. Nederl. Verzek.- Maatschappij op het leven, tegen invaliditeit en onge lukken te 's-Gravenhage (Eerste) Letteren en Kunst. 995 12 ?5 IO 23O IOO 104 schriftelyk te verantwoorden. Hy eischt derhalve de veroordeeling der Maat schappij, om hem als schadevergoeding te betalen een bedrag van 5000 in ééns, subsidiair eene jaarlijksche nitkee- ring van ƒ250 gedurende zyn leven, benevens teruggave van het bedrag zyner stortingen in het pensioen- en wedawenfonds. Deze vordering, die door mr. N. F. van Nooten namens den eischer werd ingesteld, werd bestreden door mr. E. N. de B:auw, die, zoo er van contractbreuk sprake kon zyn, meende, dat deze door eischer wae gepleegd. Volgens pl. had de beklaagde ruimschoots tyd gehad zich schriftelyk te verantwoorden, terwyl hy ten slotte de Maatsch. het recht toe kende hare beambten te ontslaan. Over 4 weken neemt de rechtbank in deze zaak een beslissing. 99Ï 0-103; 50 pet. ƒ18. 30 694 96 109 De firma Nijgh van DItmar geeft iefs nieuws uit op het gebied van kin derlectuur. Het zijn de afbeeldingen van standbeelden onzer beroemde mannen, waarbij de heer Johan Gram bijschrif ten gat. De platen, zes in getal, zijn keurig in kleuren gedrukt bij de firma Van Olphen Co. alhier. De nienwe opera van Mascagni i/De Rantzou's" moet te Florence de verwachtingen overtrofien hebben. De heerlijke melodieën in koren en solo-par tijen werden door scènes van de hoogste dramatische kracht atgewisseld. De opera vond grooten by val en de componist werd verscheidene malen voor het voet licht geroepen. Het libretto is geschreven door Targiani-Tozetti en Menasci. Met uitzondering van het lste bedrijf hebben zy het bekende tooneelstuk van Erckmann- Chatrian gevolgd. Vooral de Dnitsche pers hondt zich ijverig met Mascagni bezig. De Köln. Zeitung meent dat, al moge de stof dezer nieuwe opera wat de dra matiek aangaat niet volkomen bevredigen, er trots alle gebreken in het stuk vele momenten voorkomen die de kritiek ten gunste van den componist stemmen. Mascagni's talent is duidelijk geworden. Hy toont groote zekerheid in zyne com positie en orkestratie. De toehoorders bly ven steeds ia spanning. De opvoering werd telkens door laid handgeklap en het //da capo'' geroep onderbroken, wat voor hen die het werk ernstig beoor- deelen wilden, zeer storend was. De zangers droegen allen het hnnne tot een goed' geheel bij. Het koor was uitstekend. Paolo Ferrari dirigeerde uitmnotend en met veel vuur. De Pergola-schouwbnrg was propvol en de opera zal nog wel vele opvoeringen beleven. RECHTSZAKEN- Voor de rechtbank te Utrecht is de volgende zaak behandeld A. de Waart, oormalige ladingmeester by de Maat' schappij tot Exploitatie van Staatsspoor' wegen te Feyenoord, en den lOen De camber 1891 nit den dienst ontslagen. bij de rechtbank tegen dit ontslag opgenomen. Het ontslag is hem gegeven wegens eigendunkelijk verlaten van den dienst, met weigering om zich hierover te verantwoorden. De aanleiding hiertoe is geweest, dat hy in den avond van 16 November 1891, op het station Feyem noord, de onder hem gestelde werklieden een half nur vóór het einde van den dienst heeft weggezonden en toen zelf ook is heengegaan, hoewel er nog een wagen steenkolen moest worden geladen. De onderstationschef, die De Waart vruchteloos daarover ter verantwoording heeft geroepen, heeft toen dat werk zelf moeten doen. Tegenover den adjunct-inspecteur, die drie dagen later een onderzoek naar het genoemde feit heeft ÏDgesteld, heeft De Waart geweigerd zich te verantwoorden en verklaard dat hy een nieuw onder zoek verlangde, mits daarbij niet tegen woordig waren de districts-inspecteur, de adjunct-inspecteur en de stationschef daarentegen wel de rijksopziener op de spoorwegdiensten. Hy heeft bovendien gezegd//Ik schorB my en doe geen dienst meer." Hy is daarna niet meer in dienst gekomen. Het ontslag, dat hierop volgde, wordt door hem onrechtmatig genoemd, omdat volgens artikel 80 van het reglement betreffende liet personeel geen straf wordt opgelegd dan nadat de betrokken persoon in staat gesteld is zich te verantwoorden, en geen ontslag wordt gegeven dan nadat hem de gelegenheid is gegeven zich In de zitting der commissie van don belgischen Senaat voor de grondwetsher ziening is een voorstel ingediend ten gunste van het algemeen kiesrecht. Hierover zal in een volgende zitting worden gestemd. De voorsteller, de heer de Koning, wil het kiesrecht ook aan de vrouwen verleenen. De algemeene rapporteur voor de fran- sche staatsbegrooting heeft zyn ontslag aangeboden omdat hy zich met het aan genomen amendement-Turel niet kan vereenigen, nl. tot afschaffing van belas ting op de zoogenaamde hygiënische dranken. Het ontslag is evenwel niet aange- nome. De correspondent van de N. R. Cl* meldt uit Parys het volgende: De verwachtingen van „\e tont Paris", dat Woensdagmiddag als voor eene //première" was opgegaan naar de zitting der Kamer, zyn niet ^verwezenlijkt ge worden. De galery en de tribunes waren over- en overvol. Zaterdag kon men op de quaestuur der Kamer reeds geen kaart meer krygeo, maar de zitting heeft niet opgeleverd wat zy beloofde, en de zoo ongunstige voorteekenen hebben zich ten goede gekeerd. Over het ontwerp, hou dende wijzigingen in de wet op de druk pers, zal het ministerie-Loubet niet val len, ten minste zoo was de indruk, welke werd bevestigd door hetgeen ik bij het uitgaan vernam, dat de voorgestelde wyzigingen met eene meerderheid van 40 k 50 stemmen zouden worden aan genomen. Het had Woensdag een oogen- blik den schyn, alsof eene late avond zitting zou volgen, ten minste te ruim vijf uur werd de vergadering voor een kwartier geschorst, maar te half zeven, toen de socialist Jules Roche de tribune beklom, onder protest vaa vele leden, die de sluiting verlangden, werd op diens voorstel met de stemmen van rechter- en uiterste linkerzyde, of juister gezegd met de handen voor want de stem ming geschiedde bij opsteken der han den de zitting verdaagd tot morgen. Merkwaardig om de schitterende wel sprekendheid waarvan zij getuigde was de rede van den graaf de Man, die drie kwartier lang de aandacht van vergade ring en publiek wist te boeien en op- ge wassen bleek ook tegen de heftige in terrupties van linkerzyde en centrum. De rechterzijde kon en met recht haren afgevaardigde telkens weer toejuichen. Het meest verwonderde my dat deze redo' eene in den vorm voortreffelijke philippica tegen den modernen staat, door den voorzitter niet als geheel buiten de orde werd onderbroken. Eene bittere repliek volgde van den graaf de Douville- Mallefeu, een wilden republikein, die met zyn aanval tegen het koningschap bij de gratie Gods, met uitdrukkingen als #des rois infames" of //maudit Bour bon Louis XVI", de leden der rechter zijde deed opspringen van hunne zetels, en ten slotte door den voorzitter verhin- Toen overviel hem een aanval van woede. Met een stok, die in den hoek der kamer stond, sloeg hij alles wat breekbaar was, stuk, den spiegel, een buffet met glas, schilderyen aan den wand. Een laatste slag deed de hanglamp met groot geraas op de tafel neerstorten en daarop den stok wegwerpende, nam John Bellamy de vlucht zonder verder om te zien naar de verwoesting, die hy had aangericht en zonder te bedenken, dat Caresfoot by zijn thuiskomst nu noodwendig moest ontdekken, dat men in zyn kamer gedrongen was. Zelfs de brandkast had hy niet gesloten en de valsche sleutel zat er nog steeds op. Langs denzelfden weg als dien hy gekomen was verliet hy het huis weer, op den tast en nu en dan een lucifer aanstekend om zich te oriënteeren. De nachtlucht verfrischte zyn brandend hoofd, maar kalmeerde zyne opgewondenheid niet en luid vloekend over de mislukking van zyn plan, snelde hy door den tuin naar den ingang, waar hij het hek wel dichtgetrokken, maar niet geslo ten vond. Zonder te weten wat by deed, liep hij den straatweg op in de richting van Philips woning. Het weer was nu opgeklaard. Wel woei er nog een flinke wind, maar de lacht was helder en vol sterren, In de verte schemerde het licht van de herberg//de Tnrk" en toen Bellamy dichter by kwam, hoorde hy dansen en zingen. In de dol opgewonden stemming, waarin by verkeerde, besloot hy om naar binnen te gaan en zich een roes te drinken en reeds had hy de hand aan den deurknop, toen opeens het gelnid van een rijtuig dat naderde, hem in de ooren klonk. Hy tnurde voor zich nit om te zien wat het was, maar zag nog niets dan eene zwarte massa, die allengs opdoemde uit den nacht. Plotseling herinnerden zich zyne verhitte en verwarde her sens, dat GeQrge Caresfoot met een rijtuig was uitgegaan en de zucht naar wraak, nog geprikkeld door de teleurstelling welke hy zooeven had ondervonden, kwam weer met vernieuwde kracht by hem op en inplaats van binnen te gaan, verschool hij zich achter een boom en wachtte. Weldra kwam het rytuig voor de herberg en by het licht van een lantaarn welke de herbergier voor zyn deur placht te branden, zag Bellamy dat het een jachtwagentje was en onmiddellijk her kende hy in den voerman George Caresfoot, hoewel deze een pet diep over de oogen getrokken had. Het rytuig reed stapvoets toen het voor het koffiehuis kwam, waarschynlyk om de argwaan van de koffiehnisbezoekers niet op te wekken en Bellamy achter den boom te voorschijn springende, riep zoo luid hij kon //halten greep den boom, waaraan de strengen der beide paarden waren vastgemaakt. Instinctmatig trok George de teugels aan, zoodat de paarden stilstonden. Toen, zyne bezinning herkrijgende en gevoelende welk gevaar er gelegen was in het stilstaan voor de herberg, sloeg hy met de zweep naar den aanvaller, dien hy niet had herkend. Op hetzelfde oogenblik hoorde John Bellamy een halfgesmoorden gil» die evenwel spoedig werd gesmoord. De paarden trokken weer aan, schichtig en trappelend, maar Bellamy klemde zich vaster aan den disselboom vast en riep uit al zyn maeht z/Hulp, hulp, hulp!!" Daar binnen in de herberg verstomde het gezang en gedans. Als een razende sloeg George op de paarden los, die ongewoon aan znlk een kaBtiiding, steigerden en trappelden zonder voort te schieten, tot groot geluk voor sir John, die anders zeker verplet terd zou zyn geworden. Het volgende oogenblik werd de deur van het koffiehuis geopend en in den lichtglans die uit de gelag kamer naar buiten scheen, stonden een vyftal personen, die door elkander riepen wat er te doen was. z/Grypt de paarden riep Bellamy hygend en de tuinman van Caresfoot vooruitspringend, vatte een der steigerende dieren by het gebit, zonder te bemerken dat het zyn meester was, die op den bok zat. Uit het wagentje klonk weer een luid geroep om hulp, geuit door een vrouwestern en het volgende oogenblik sprongen twee mannen op den wagen toe en rukten het portier open. //Wat gebeurt hier riep de herbergier met forsche stem. //Wie zjjt gy Brengt licht, spoedig I" Terwyl men de paarden in bedwang hield, werd een lamp utt het huis gehaald en de herbergier lichtte in den wagen by. //Mise Caresfootriep hy, daarop terugdeinzende, //zyt gy het //Help mij riep Aögela, //men wil mij ontvoerenen zij verzette zich wanhopig tegen lady Bellamy, die haar den mond wilfle dichthouden. /,Dat is hier niet richtig, mannen riep de herbergier en ter- wyl hy met krachtige handen de andere dame aanvatte die hy nog niet herkend had, sleurde hy haar daartoe genoodzaakt door haar verzet, uit het wagentje. //Lady Bellamy I het is lady Bel lamyriep een der dienstboden vaa Caresfoot, toen haar gelaat zichtbaar werd. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 2