DE WONDERBARE «ING.
HAARLEMMER HALLETJES
BINNENLAND.
GEMENGD NIEUWS.
De oude Guichemerre, voormalig offi
cier vaQ gezondheid, had vijftSg jaar lang
de zieken van het dorp St. Léon behan
deld. Hoeveel verkoudheden, maagstoor
nissen, ziekten en eiektetjes van de lucht
pijpen, had |hy in al die jaren niet be
handeld. Langen tyd was hy i© de
Streek de eenige arts geweest en men
vereerde hem eo betaalde hem, niet alleen
zyne visites, maar kocht tevens bij hem
de geneesmiddelen, die hij daar er in
den omtrek geen apotheker woonde, vol
gens de wet mecht verkoopen.
Maar helaas, sedert een paar jaar
werd de oude man door tal van slagen
getrofien. Een apotheker was zich in de
bunrt komen vestigen en daardoor moest
de oude arts niet alleen zyn medicyn-
handel, die flink wat opleverde, laten
varen, maar tevens moest hy ondervin
den, dat de jjonge apotheker, die de
nieuwste denkbeelden op geneeskundig
gebied was toegedaan, de recepten van
hem, Guichemerre, verachtte en dat niet
alleen in zyn eigen gemoed, maar ook
in gesprekken tegenover de menschen,
die ze by hem brachten om ze te laten
gereed maken.
Het was waar, dat de oude man de
kunst niet verstond om een verblindend
recept te vervaardigen. Wat by voor
schreef, waren bijna al tyd en onveran
derlijk aftreksels en afkooksels, die wel
licht vroeger de menschen genazen,
maar waaraan de apotheker geenerlei
kracht meer toekende.
Hierdoor verloor de oude man een
derde ssyner clientèle en de rest ver
dween, toen een jaar later zich een jonge
dokter te St. Léon kwam vestigen. Dat
was de genadeslag. Doctor Albert Pré-
ville was Paryzenaar, had perfecte ma
nieren en een alleraangenaamste conver
satie en kon een recept schrijven, neen
maar, dat waB gewoon verpletterend.
De -sude Guichemerre noemde een
Verkoudheid een verkoudheid, maar hij
gaf er een naam aan, dien niemand ooit
had gehoord en schreef lange, ingewik
kelde recepten, waarop de nieuwste en
kostbaarste middelen voorkwamen.
Derhalve vond ieder hem ongelooflijk
geleerd «n verkoos zijn hulp verre boven
die van den ouden Guichemerre, en deze
die in de lange jaren van zyue praktijk
te veel liefdadigheid beoefend en geduld
tegenover slechte betalen gebruikt had,
zag met sehrik het oogenhlik komen,
dat hij tot de ellendigste armoede zou
vervallen, die armoede welke betere
dagen heeft gekend.
Nu vooral, in dezen winter, was hy
zeer terneergeslagen. Het zoontje van
den veldwachter, dien hy bizonder ge
negen was, was sinds 14 dagen onge
steld en nog had men hem niet bij den
driejarigen Robert gehaald. Zou ook deze
laatste getrouwe hem ontvallen zyn
Aanvankelijk hoopte hy nog, maar op
zekeren dag zag hy doctor Préville op
zyn vurig paard voorbijrijden, en stil
houden voor het huisje van den veld
wachter.
Ben Zaterdagaïondpraatje.
CXLX.
Wanneer iemand een plannetje heeft,
dat strekken kan tot den vooruitgang
en bloei van Haarlem, dan zeg ik steeds
gaarne: Vriend, laten we eens praten,
want als er iets voor Haarlems voor
spoed kan worden gedaan, dan ben ik
uw man!"
Nu is onlangs hier ter stede een
boekje verschenen, getiteld /,Meer Tram
wegen in Haarlem," en toen ik dat
omslag las, dacht ik.- „wie zou dat
boekje hebben geschreven Helaas, als
schrijver stond aangegeven de heer //Nut
van JtAl."
Ik ken dien heer niet, volgens het
adresboek bestaat hy ook niet en nu
wil het mij maar niet duidelyk worden,
waarom iemand die een goede bedoeling
heeft daaraan zijn naam niet verbindt
en niet rondweg zegt//Ik die dit
schryf, ben Jan of Piet of Klaas."
//Nut van 't Al" kan niemand en kan
ieder wezen.
Bij het lezen van den titel, kwam
tegelyk de gedachte by my op, waarop
eigenlijk de schrijver het nut van meer
tramwegen wel baaeeren zon. De heer
i/Nut van 'fc Al" laat ons daaremtrent
niet lang in het onzekere. Reeds op de
eerste bladzijden vertelt hy ons, dat //de
uitbreiding die Haarlem in den laatsten
tyd heeft verkregen, den weDsch heeft
doen ontstaan en de behoefte heeft doen
gevoelen naar meer middelen van ver
keer." De toename der -bedrijvige be
volking de grooten afstanden de
toenemende drukte in de straten soms
het weer de rusturen van den werk
man dit alles noemt de schrijver op
als motieven voor zyn smachten naar
meer tramwegen
Het spyt mij verschrikkelijk, maar ik
kan die argumenten niet bizonder zwaar
wichtig vinden. De toename der bevol
king kan er nog door, maar de afstanden
zijn nog niet zoo groot, of de bestaande
tramlijn is wel voldoende. Deze lijn loopt
midden door de stad heen en met het
Be oude ns&a «tartte hierover tranen
vto bittere droefheid. Nn was alles
gedaan. Hjj koe dien dag niet eten,
alles bleef hem voor de keel steken en
in de groote kamer, die hy nit zuinig
beid slechts zoo verwarmde dat hy
precies van bevriezen bewaard bleef,
zat hy dea ganschen dag onbeweeglijk
stil en zca wellicht gewenscht hebben,
dat hy maar sterven mocht, wanneer hy
niet had moeten zorgen voor eene
dochter die weduwe was en met haar
zoontje by hem inwoonde. Dat zoontje
was de speelmakker van Robert van den
veldwachter.
Maar ziet, daar komt vier dagen later,
de gemeente-veldwachter de laan in naar
het huis van Guichemerre en staat
weldra voor den ouden man. Vergeef
my, zegt hy aangedaan, *maar ik heb
u niet gehaald by onzen jongen, omdat...
omdat... enfio, wy hebben ongelijk en ik
vraag u vergiffenis. Wat ik u bidden
mag, kom toch by ons, de jongen
wordt maar niet beter.
Het bart van Guichemerre bonst van
vreugde, maar voor den vorm maakt hy
bezwaren.
wIk weet niet of dat gaat, 'tis een
kiesch geval tegenover een collega."
//Daarvoor behoeft u niet bang te we
zen," antwoordde de veldwachter. //Ik
heb het hem gezegd en hy zal geen voet
meer over den drempel zetten. Boven
dien, de somnambule heeft ons gezegd, dat
wij a moesten raadplegen
De somnambule had bet dus geraden
Guichemerre was vol vreugde en zeide
zonder meer bezwaren tö opperen //Myn
vriend, binnen een kwartier ben ik bij u."
Toen de veldwachter weg was, was
de onde man buiten zichzelven van
vreugde. Eindelijk zou hy dan de ge
legenheid hebben, om door een wonder
dadige genezing zyn gelukkigen concur
rent nit het veld te slaan en zelf zyne
patiënten te herwinnen.
Toen hij by den kleinen Robert kwam
zag hy dadelijk, dat het kereltje zeer
ziek was» Maar wat kon hem wel man-
keeren Guichemerre voelde de pols en
liet de tong uitsteken, maar werd er
niet wyzer door. En hoewel hy tot de
weenende moeder zeidewik zal hem
wel genezen," wist hij volstrekt niet,
wat hy het kind geven moest. Eindelijk
schreef hij een recept en liet dat klaar
maken in de stad, opdat de waanwijze
apotheker van St. Léon het niet zou
critiseeren. Maar het hielp niet. Daarop
sehreef hy iets anders voor en toen dat
niet baatte, weer wat andersde heele
verzameling oude recepten die hy in zyn
hoofd bad, werd voorgeschreven maar
niets hielp. Ternauwernood kon hy zijn
wanhoop verbergen.
Intusschen was de geheele streek in
beweging. Er werd belangrijk gewed.
Zal bet kind herstellen zal het niet
herstellen Doctor Pré ville verloor
patiënten. Guichemerre evenwel ge
voelde, dat hy hier zyn laatste troef
uitspeelde. Als de kleine stierf, was hy
onherroepelijk verloren.
Dagen verliepen. Het kind bleef in
afleggen van betrekkelyk kleine afstanden
kan iemand als hy de tram benuttigt,
spoedig overal komen waar hij wil.
De rusturen van den werkman zijn
een zeer slecht motief. Voor den werk
man is een tramkaartje oen weelde, die
hy zich onmogelijk geregeld kan ver
schaffen. Heeft de heer //Nut van 't
Al" wel eens een werkman op de be
staande tram zien staan Ik durf wed
den van hoogst zelden. Als voor die
klasse uit de maatschappy een tram moet
worden aangelegd, dan zullen de aan
deelhouders jammeren
Eindelijk gewaagt de schryver van
het genot, dat in een //toertje met de
tram" gelegen is. Nu wil ik niet ont
kennen, dat de tramwagens hier plezierig
en comfortabel zyn ingericht, maar het
genot van een tramritje heb ik nimmer
kunnen gewaarworden. Nu kan de heer
z/Nut van 't Al" zeggen, dat dit niets
bewyet en dat ik een ongevoelig crea
tuur ben en dan is dat eene opvatting
waartegen ik niets kan inbrengen dan
de verklaring, dat ik weleecs voor nut,
maar nooit voor plezier op de tram stap.
Laat ons nu eens kyken, waar de
schryver eigenlyk tramlynen wil gaan
maken. Hij komt met niet minder dan
vyf ontwerpen voor den dag, die genum
merd zyn. No. 1 is een lyn van de Am-
sterdamsche poort door de Spaarnwon-
derstraat, 'langs den Burgwal, Hagestraat,
Hoogstraat, Kaasmarkt, Damstraat, Klok
huisplein.
Stel u nu eens even een tramlijn voor
die loopt langs den smallen Burgwal en
door de drukke en smalle Damstraat.
Ik geloof dat de bewoner van die ge
deelten met recht zouden verzoeken, of
zij asjeblief verschoond mochten blyven
van het gevaar om verpletterd te wor-
dsn.
No. 2 is een lyn van de Bakkerstraat
af, ter hoogte van de ambachtsschool.
Deze moet loopenverlengde Kamper
straat, Kamperstraat, Kampervest, kleine
Houtstraat, Gedempte Oude Gracht tot
Groote Houtstraat.
Wie zou van deze lijn moeten gebruik
maken De bewoner van het Rozenpri-
eel. Niet die van de Kampervest, want
voor dezen is de afstand te onbeteeke-
nend, em daarvoor in een tram te stap
denzelfden toestand. Gaiehemerre wist
niet meer wat voor te schrijven, al zyn
kennis was uitgeput en hy zou wel naar
de somnambule zyn gegaan, wanneer hy
alechts van hare discretie overtuigd was
geweest.
Weldra verklaarde hij op deftigen
toon, dat als hy by den zieken jongen
was, niemand meer in de kamer mocht
blyven. Hij wendde eene nieuwe uit
vindiog voor, van hem zeiven, waarmee
hij het kind zou pogen te genezen. Ia
werkelijkheid deed hij dit enkel en
alleen, om zijne verlegenheid en oawe
tendheid te verbergen.
Op zekeren dag kwam hij van het
station terug met een pakje, dat hij
daar was gaan halén. Het was een
locomotiefje, dat rollen, fluiten, sissen en
ruoken kon als een echte machine, een
cadeau van een vriend voor Guiche-
merres kleinzoon. In het terugkomen
ging hij bij den veldwachter binnen en
bleef als altijd, met den kleinen Robert
alleen. Het kind, dat nu voortdurend in
zijn bedje lag, opende de droefgeestige
oogjes en keek naar het kistje, dat
Guichemerre op tafel had gezet en
waaruit een geelgekleurd wiel te voor
schijn kwam.
z/Dat is mooi," zei het ventje, en het
was of zyne oogen even fonkelden.
z/Ja, hé zei de oude arts en pakte
het locomotiefje geheel uit. Toen kreeg
de kleine patient een klenr van plezier.
#Zeg, kan het rollen vroeg hij.
z/Dat zou ik denken," zei de oude
man, nu werkelijk aangedaan.
En toen hy dien dag de ziekenkamer
verliet, de locomotief zorgvuldig in het
kistje geborgen onder den arm, zagen de
ouders van Robert dadelijk, dat hy zeer
in zyn schik was.
z/Hoe gaat het er mee meneer Gui
chemerre.
//Beter, veel beter. Van avond kom ik
terag."
Hij kwam 's avonds terug en den vol
genden morgen en telkens weer en zyn
verblyf in de kamer duurde telkens lan
ger. Wanneer de ouders in spanning het
oor aan de denr legden en luisterden,
hoorden zij wonderlijke geluiden daar
binnen. «Foef, foef, foef. Haat, roe! roe!
roeWat is dat mooi I"
Langzamerhand werd het kind werke
lyk beter. Het praatte weer en was
vroolijk. Er kwam weer leven in de
dofie oogjes. Hy sprak van den arts als
//papa Guissemè" en praatte tot zyne
ouders over spoorwegen en gele wielen
en zwarte schoorsteenen. Dan zat hy
geluiden te maken. Foef, foef, foef, roe,
roe, roe, wat is dat mooi
De veldwachter begreep er niets van,
maar hij begreep wel, dat zyn kind
beter werd. Het at en dronk weer als
een gezond kind. En de geheele gemeente
was in opschudding over het merkwaardig
geval.
Op zekeren dagtoen Guichemerre
weer in de kamer met de locomotief
bezig was, barstte Robert opeens in een
vroolyken schaterlach nit. Nu konden
de luisterende oudera het niet meer uit
houden en, zonder aan het verbod te
pen.
Meent nu de heer Nut van 't Al, dat
de bewonérs van het Rozenprieel deftiglijk
van de tram zullen gebruik maken; het
Is my wel, maar ik durf een pari met
hem aangaan, dat zij er op hnn voetjes
naast zullen wandelen, wat niemendal
kost.
Lyn no. 3 loopi van de de Clercq-
straat over de Leidschevaart en door de
Keizerstraat naar het Verwulfl. Ik zie
de bewoners van de Leidschevaart, die
als ze ferm doorstappen, in zes minuten
de Groote iHoutstraat kunnen bereiken,
nog niet van een tram gebruik maken,
om zoo'n kippenwandeling te besparen.
Als het gebeurde, zou ik my voor myn
stadgenooten gaan schamen
No. 4 vangt aan by de Boll. Spoor
(Zylweg) of aan de Delftstraat en loopt
tot aan de Groote Markt. Alweer kan
ik niet denken, dat men voor zoo lut
tel schreden in eene tram zal stappen
en ik vind deze lyn nog te meer over
bodig, omdat de tramomnibussen van
Haarlem naar Bloemendaal en terug
voor kreupelen en lammen, blinden en
dooven, mitsgaders voor de luien gele
genheid genoeg aanbiedt om zonder in
spanning genoemde punten te bereiken.
De vyfde lyn eindelijk zou loopen van
de Zylbrug langs de Kinderhuisvest
door het Kenaupark en de Rozenstraat
naar het Stationsplein.
Na zou men zeggen, dat wij het met
de bestaande lijn en de vyf nieuw ge
projecteerde lynen in Haarlem wel zou
kunnen doen. De heer Nut van 't Al
is evenwel met geen kleintje te vreden.
Wanneer zyn vijf lynen met goed
gevolg worden geëxploiteerd, wil hy
er nog drie by aanleggen en wel Burg
walTurfmarkt, Oude Gracht, Kaas
markt Donkere SpaarneKoudehorn,
Hooimarkt, Ripperdapark, Rozelaantje en
Stationsplein en Wyde Geldeloozepad,
Molenpad, WilsonspleinWilhelmina-
straat en Zijlbrug, welke laatste afstand
een mensch met sterke longen nagenoeg
zou kunnen beschreeuwen.
Hoe de schryver van de brochure aan
deze plannen gekomen is ik houd het
er voor, dat hy een plattegrond van
Haarlem genomen en daarover overal
potloodstrepen heeft getrokken, die onze
denken openden zy de deur en drongen
de kamer binnen.
//Drommels riep Guichemerre, en zyn
locomotiefje grijpende verborg hy dat
onder zyn jas en ging heen, zonder een
woord te zeggen, beschaamd en verlegen.
Nu was alles gedaan. Men moest het
hebben gezienWat zou men om hem
lachen. En Préville en de apotheker,
wat zouden zij spotten met den arts, die
kinderziekten geneest met speelgoed
Diep aangedaan verborg Guichemerre
het hoofd in de handen. Daar werd ge
beld en trad de onderwijzer van St. Léon
binnen.
z/Mynheer," zeide deze, //de veldwach
ter vertelt my daar juist, dat gy zijn
zoontje hebt genezen met een doorn uit
gevonden werktuig. Als correspondent
voor een wetenschappelijk blad te Parijs,
verzoek ik u mij wel te willen mede
deelen, hoe die machine is samengesteld
en hoe zy werkt."
Guichemerre moest zich bedwingen
om niet te lachen. De veldwachter bad
het locomotiefje voor een nieuw uitge
vonden instrument aangezienHy was
gered. //Mijnheer," antwoordde hij ge
wichtig, //dat kan ik nog niet doen.
Eerst later stel ik my voor, publiciteit
aan myne uitvinding te geven."
Van dat oogenblik af was Guichemerre
gered. Weliswaar bleef Préville eenige
patiënten behoudenmaar de meesten
lieten zich weer door Guichemerre op de
ouderwetsche manier met de aftreksels
en afkooksels behandelen. En wat het
mooiste is zy werden er weer beter
mee.
Naar Jean Rameau.
De heer Mr. B. van Royen
heeft bedankt voor het hem aangeboden
ambt van Commissaris der Koningin in
de provincie Groningen.
Te Amsterdam is sedert
Vrijdag voortvluchtig een 16-jarig jong-
menseh, Van L. genaamd, met ƒ1500,
bestaande uit drie .zakken rijksdaalders,
van een kantoor aldaar ontvreemd. Hy
is waarschijnlijk in gezelschap van een
jonkman van ongeveer geiyken leeftijd.
Vr ij dagochtend te 8 uren
is de schroefboot van Alblasserdam naar
Rotterdam, beladen met vee, ten gevolge
van den mist, op de hoogte van Slikker
veer aangevaren door het veerbootje van
Krimpen a/d Lek, tengevolge waarvan
dit zoodanig lek werd, dat het op den
droge moest worden gezet. De passa
giers zyn in eene roeiboot overgestapt
en aan wal gebracht. De goederenboot
had eveneens schade bekomeD, en moest
naar de werf gesleept worden.
Te Willemstad werd een
militair, nadat hy zes weken in arrest
had doorgebracht, op vrye voeten ge
steld. Men meende dat hij zich schuldig
gemaakt had aan het ontvreemden van
een paar postzegels en een stuk chocolade.
By publicatie is door de
firma Ant. Jurgens te Osoh eene be
looning van 300 uitgeloofd voor degene,
stad in de toekomst zouden doen we
melen van ijzeren staven.
Dat is nu alles goed en wel, zegt de
praktische man die dit leest, maar wat
kost die aardigheid?
De lynen, zegt de schryver, zullen in
het geheel 2!£ maal zoo lang zyn als de
bestaande lyn van de Haarlemsche Tram
weg Maatschappy en hy veegt er heel
leuk aan toe, dat wanneer hy zich niet
vergist, die Maatschappij is begonnen
met een kapitaal van ÏOO.OOO;
Wanneer hij zich niet vergistMaar,
myn beste heer, hebt gy u daarvan dan
niet eens op de hoogte gesteld? Men
behoort toch met nadruk te kunnen
spreken, wanneer men nieuwe plannen
voordraagt
Nn komt de schryver tot een verma
kelijke conclusie. De geprojecteerde lynen
zyn 2l/s maal zoo groot als de bestaande,
laatstgenoemde kost een ton, dus de
nieuwe lynen zouden 21/* ton kosten
Hierhij vergeet de ontwerper even
wel, dat er wellicht in de nieuwe lynen
b. v. bruggen zouden moeten worden
hersteld of vernieuwd, die het benoo-
digde kapitaal nogal tamelijk zouden
vèrhoogen.
Dat kapitaal wil de schryver hebben
gesplitst in aandeelen van ƒ25, opdat
ieder Haarlemmer aan het gemeenschap
pelijk werk zou kunnen deelnemen, en
men moet het ook wel uit liefde voor
de zaak doen, want de aandeelhouders
krijgen volgens des schry vers berekening,
maar een half percent. Er zullen dus
10000 Haarlemmers noodig zgn, die elk
een aandeel nemen, om het kapitaal
bijeen te krygen. Denkt de heer Nut
van 't Al, dat hy er zoovelen vinden
zal? O, wat is de schryver van dit
boekje een optimist?
Het gemeentebestuur zorgt voor den
aankoop v*n materiaal en draagt de
exploitatie op aan de Haarlemsche Tram
way Maatschappy. Heel voorzichtig zet
de schryver in een noot, dat hij in gee
nerlei relatie staat tot die Maatschappy.
De waarschuwing was zeker, voorzeker,
allerstellig8t niet overbodig de lezer zou
anders zoo denken, dat do schryver zelf
met do onderneming millionair zou willen
worden
die aanwijzing kan doen van den dader,,
die Donderdag nacht den moordaanslag
heeft gepleegd op den opzichter der fabriek*
Te Hoogezand mogen,naar
aanleiding der aldaar voorgevallen be
wijzen van wanorde (verbrijzelen van
winkelruiten en het vuren met revolvers
in de woningen van particulieren)'s
avonds na 7 uur niet meer dan drie
personen gezamenlyk op den openbaren
weg zyn. Vyftien bereden maréchaussées
houden hierop het toezicht.
Den I7den dezer ontving do
ltidépendance telegrafisch bericht uit Al
giers dat de Villé iïOran in volle zee
het wrak heeft gevonden van een drie*
master-bark van onbekende nationaliteit.
SaviB, de Russische Caglio-
stro, die in het vorige jaar beweerde
aanspraken te hebben op den Bulgaarschert
troonis uit Siberië ontsnapt, waarheen
hij was verbannen. Hy was veroordeeld
ia eene geheime zitting en onder bewa
king van 20 personen naar Siberië ge
zonden. Sinds hij ontsnapte, schijnt hy
zich zelfs in Moskou te hebben vertoond.
Aan een streng medisch
onderzoek in de eerste haven van aan
komst in Italië zyn onderworpen de
schepen komende nit havens aan de
Zwaite Zee, aan de Oostzee (Rusland),
aan de Noordzee (Duitschland, waaron
der begrepen Hamburg) en uit, die vas
Frankrijk, Belgie, Nederland en Oosten-
ryk-Hongarye.
Voor genoemde schepen mogen geene
linnen- of wollen goederen voor persoonlijk
of huishoudelijk gebruik gelost worden
dan die, welke geheel schoon of gedesin
fecteerd zyn.
Indien aan boord van die schepen ge
durende de reis cholera' evallen waren
voorgekomen of zich by aankomst ver
dachte gevallen mochten voordoen, wor
den zij naar de quarantaine-eilanden
Asinara of Poveglia gezondenevenals
plaats vindt bij schepen, die van geene
schoone gezondheidspas voorzien zyn.
Op IJsland is de winter
reeds met volle kracht opgetredeu. Van
28 tot 30 October zyn in het oosten
des lands ontzaglijke hoeveelheden
sneeuw gevallen. Den 30sten October
kwam een vreeselyke lawine neder by
het dorp Seydisfjord, waarvan 7 jaren
geleden een derde gedeelte door zulk een
sneeuwval verwoest werd. Ditmaal zijn
menschen en huizen gespaard gebleven,
maar een aantal schepen zyn onder de
huizenhooge sneeuw bedolven. De be»
woners zyn uit de huizen gevlucht.
De Vorst van Monaco zal
op grond der fransche wet, welke be-
leediging van de hoofden van andere
Staten straf baar stelt, een vervolging
doen instellen tegen het te Nice ver?
schijnende blad VEolaireur.
Van al te veel drukte houdt de schrij
ver niet. Hij zegt het zelf. ffDe rit te
stellen om de 7% b. 8 minuten, acht
schryver al te veel drukte", staat er in
de brochure. //Om het kwartier ware
voldoende."
Hoe de schryver deze groote tijds
ruimte tusschen twee [opvolgende trams
nu kau rijmen met do verklaring door
hem op bladzyde 1 en 2 gegeven, dat
de nieuwe trams bevorderlijk zullen zijn
aan sneller afdoen van zaken en het bij
slecht weer besparen van gezondheid
hoe hy dat met elkander overeen kan
brengen, mag hy met zyn eigen geweten
in orde broDgen. Ik weet wel, dat ik
als ik een kwartier op een tram moest
wachten, veel lie 'er ging loopen en in
dien tyd driekwart van Haarlem had
doorkruist en wat de //besparing" aan
gezondheid betreft, als ik bij slecht weer
een kwartier op een tram moet wachten,
ben ik zes weken lang zwaar verkouden.
Op bladzyde 12 voorkomt de schrijver
de mogelijke kritiek op zijn werk. Hy
zegt daar, dat er vele zyn, die in hun
hoofd van alles het beste hebben ge*
borgen, maar waarvan nooit iets uifc>
gaatalleen wanneer een ander wat
ten beste geeft, dan wordt dat met
luider stem door hen afgekeurd."
Ik zal my dus maar moeten getrooff-
ten, dat de heer Nut van 't Al my
wellicht ook onder die categorie rang
schikt.
Maarals ik het boekje van den
heer Nut van 't Al nogeens doorblader,
dan komt de gedachte by my op, ik
kan 't niet helpen, maar het wil mij
niet loslaten dat de schryver ons
eigenlyk een beetje voor den mal houdt,
dat hy ons op zyn hollandsch gezegd,
wat staat te besabelen.
O grappenmaker, guit, oolijkert van
een Nut van 't Al I Wondt ge ons er
zoo laten invliegen, met nw negen tram
lijnen in een stad van 52000 zielen!
Schalk, wat zoudt ge ons beetgenomen
hebben Laten we er samen eens har-
lijk over lachen en neem mo niet kwalijk
(neen, heusch, houd het my ten goede)
dat ik er maar niet zoo klakkeloos inf
gevlogen ben
FIDELIO.