DE WONDERBARE «ING. HAARLEMMER HALLETJES BINNENLAND. GEMENGD NIEUWS. De oude Guichemerre, voormalig offi cier vaQ gezondheid, had vijftSg jaar lang de zieken van het dorp St. Léon behan deld. Hoeveel verkoudheden, maagstoor nissen, ziekten en eiektetjes van de lucht pijpen, had |hy in al die jaren niet be handeld. Langen tyd was hy i© de Streek de eenige arts geweest en men vereerde hem eo betaalde hem, niet alleen zyne visites, maar kocht tevens bij hem de geneesmiddelen, die hij daar er in den omtrek geen apotheker woonde, vol gens de wet mecht verkoopen. Maar helaas, sedert een paar jaar werd de oude man door tal van slagen getrofien. Een apotheker was zich in de bunrt komen vestigen en daardoor moest de oude arts niet alleen zyn medicyn- handel, die flink wat opleverde, laten varen, maar tevens moest hy ondervin den, dat de jjonge apotheker, die de nieuwste denkbeelden op geneeskundig gebied was toegedaan, de recepten van hem, Guichemerre, verachtte en dat niet alleen in zyn eigen gemoed, maar ook in gesprekken tegenover de menschen, die ze by hem brachten om ze te laten gereed maken. Het was waar, dat de oude man de kunst niet verstond om een verblindend recept te vervaardigen. Wat by voor schreef, waren bijna al tyd en onveran derlijk aftreksels en afkooksels, die wel licht vroeger de menschen genazen, maar waaraan de apotheker geenerlei kracht meer toekende. Hierdoor verloor de oude man een derde ssyner clientèle en de rest ver dween, toen een jaar later zich een jonge dokter te St. Léon kwam vestigen. Dat was de genadeslag. Doctor Albert Pré- ville was Paryzenaar, had perfecte ma nieren en een alleraangenaamste conver satie en kon een recept schrijven, neen maar, dat waB gewoon verpletterend. De -sude Guichemerre noemde een Verkoudheid een verkoudheid, maar hij gaf er een naam aan, dien niemand ooit had gehoord en schreef lange, ingewik kelde recepten, waarop de nieuwste en kostbaarste middelen voorkwamen. Derhalve vond ieder hem ongelooflijk geleerd «n verkoos zijn hulp verre boven die van den ouden Guichemerre, en deze die in de lange jaren van zyue praktijk te veel liefdadigheid beoefend en geduld tegenover slechte betalen gebruikt had, zag met sehrik het oogenhlik komen, dat hij tot de ellendigste armoede zou vervallen, die armoede welke betere dagen heeft gekend. Nu vooral, in dezen winter, was hy zeer terneergeslagen. Het zoontje van den veldwachter, dien hy bizonder ge negen was, was sinds 14 dagen onge steld en nog had men hem niet bij den driejarigen Robert gehaald. Zou ook deze laatste getrouwe hem ontvallen zyn Aanvankelijk hoopte hy nog, maar op zekeren dag zag hy doctor Préville op zyn vurig paard voorbijrijden, en stil houden voor het huisje van den veld wachter. Ben Zaterdagaïondpraatje. CXLX. Wanneer iemand een plannetje heeft, dat strekken kan tot den vooruitgang en bloei van Haarlem, dan zeg ik steeds gaarne: Vriend, laten we eens praten, want als er iets voor Haarlems voor spoed kan worden gedaan, dan ben ik uw man!" Nu is onlangs hier ter stede een boekje verschenen, getiteld /,Meer Tram wegen in Haarlem," en toen ik dat omslag las, dacht ik.- „wie zou dat boekje hebben geschreven Helaas, als schrijver stond aangegeven de heer //Nut van JtAl." Ik ken dien heer niet, volgens het adresboek bestaat hy ook niet en nu wil het mij maar niet duidelyk worden, waarom iemand die een goede bedoeling heeft daaraan zijn naam niet verbindt en niet rondweg zegt//Ik die dit schryf, ben Jan of Piet of Klaas." //Nut van 't Al" kan niemand en kan ieder wezen. Bij het lezen van den titel, kwam tegelyk de gedachte by my op, waarop eigenlijk de schrijver het nut van meer tramwegen wel baaeeren zon. De heer i/Nut van 'fc Al" laat ons daaremtrent niet lang in het onzekere. Reeds op de eerste bladzijden vertelt hy ons, dat //de uitbreiding die Haarlem in den laatsten tyd heeft verkregen, den weDsch heeft doen ontstaan en de behoefte heeft doen gevoelen naar meer middelen van ver keer." De toename der -bedrijvige be volking de grooten afstanden de toenemende drukte in de straten soms het weer de rusturen van den werk man dit alles noemt de schrijver op als motieven voor zyn smachten naar meer tramwegen Het spyt mij verschrikkelijk, maar ik kan die argumenten niet bizonder zwaar wichtig vinden. De toename der bevol king kan er nog door, maar de afstanden zijn nog niet zoo groot, of de bestaande tramlijn is wel voldoende. Deze lijn loopt midden door de stad heen en met het Be oude ns&a «tartte hierover tranen vto bittere droefheid. Nn was alles gedaan. Hjj koe dien dag niet eten, alles bleef hem voor de keel steken en in de groote kamer, die hy nit zuinig beid slechts zoo verwarmde dat hy precies van bevriezen bewaard bleef, zat hy dea ganschen dag onbeweeglijk stil en zca wellicht gewenscht hebben, dat hy maar sterven mocht, wanneer hy niet had moeten zorgen voor eene dochter die weduwe was en met haar zoontje by hem inwoonde. Dat zoontje was de speelmakker van Robert van den veldwachter. Maar ziet, daar komt vier dagen later, de gemeente-veldwachter de laan in naar het huis van Guichemerre en staat weldra voor den ouden man. Vergeef my, zegt hy aangedaan, *maar ik heb u niet gehaald by onzen jongen, omdat... omdat... enfio, wy hebben ongelijk en ik vraag u vergiffenis. Wat ik u bidden mag, kom toch by ons, de jongen wordt maar niet beter. Het bart van Guichemerre bonst van vreugde, maar voor den vorm maakt hy bezwaren. wIk weet niet of dat gaat, 'tis een kiesch geval tegenover een collega." //Daarvoor behoeft u niet bang te we zen," antwoordde de veldwachter. //Ik heb het hem gezegd en hy zal geen voet meer over den drempel zetten. Boven dien, de somnambule heeft ons gezegd, dat wij a moesten raadplegen De somnambule had bet dus geraden Guichemerre was vol vreugde en zeide zonder meer bezwaren tö opperen //Myn vriend, binnen een kwartier ben ik bij u." Toen de veldwachter weg was, was de onde man buiten zichzelven van vreugde. Eindelijk zou hy dan de ge legenheid hebben, om door een wonder dadige genezing zyn gelukkigen concur rent nit het veld te slaan en zelf zyne patiënten te herwinnen. Toen hij by den kleinen Robert kwam zag hy dadelijk, dat het kereltje zeer ziek was» Maar wat kon hem wel man- keeren Guichemerre voelde de pols en liet de tong uitsteken, maar werd er niet wyzer door. En hoewel hy tot de weenende moeder zeidewik zal hem wel genezen," wist hij volstrekt niet, wat hy het kind geven moest. Eindelijk schreef hij een recept en liet dat klaar maken in de stad, opdat de waanwijze apotheker van St. Léon het niet zou critiseeren. Maar het hielp niet. Daarop sehreef hy iets anders voor en toen dat niet baatte, weer wat andersde heele verzameling oude recepten die hy in zyn hoofd bad, werd voorgeschreven maar niets hielp. Ternauwernood kon hy zijn wanhoop verbergen. Intusschen was de geheele streek in beweging. Er werd belangrijk gewed. Zal bet kind herstellen zal het niet herstellen Doctor Pré ville verloor patiënten. Guichemerre evenwel ge voelde, dat hy hier zyn laatste troef uitspeelde. Als de kleine stierf, was hy onherroepelijk verloren. Dagen verliepen. Het kind bleef in afleggen van betrekkelyk kleine afstanden kan iemand als hy de tram benuttigt, spoedig overal komen waar hij wil. De rusturen van den werkman zijn een zeer slecht motief. Voor den werk man is een tramkaartje oen weelde, die hy zich onmogelijk geregeld kan ver schaffen. Heeft de heer //Nut van 't Al" wel eens een werkman op de be staande tram zien staan Ik durf wed den van hoogst zelden. Als voor die klasse uit de maatschappy een tram moet worden aangelegd, dan zullen de aan deelhouders jammeren Eindelijk gewaagt de schryver van het genot, dat in een //toertje met de tram" gelegen is. Nu wil ik niet ont kennen, dat de tramwagens hier plezierig en comfortabel zyn ingericht, maar het genot van een tramritje heb ik nimmer kunnen gewaarworden. Nu kan de heer z/Nut van 't Al" zeggen, dat dit niets bewyet en dat ik een ongevoelig crea tuur ben en dan is dat eene opvatting waartegen ik niets kan inbrengen dan de verklaring, dat ik weleecs voor nut, maar nooit voor plezier op de tram stap. Laat ons nu eens kyken, waar de schryver eigenlyk tramlynen wil gaan maken. Hij komt met niet minder dan vyf ontwerpen voor den dag, die genum merd zyn. No. 1 is een lyn van de Am- sterdamsche poort door de Spaarnwon- derstraat, 'langs den Burgwal, Hagestraat, Hoogstraat, Kaasmarkt, Damstraat, Klok huisplein. Stel u nu eens even een tramlijn voor die loopt langs den smallen Burgwal en door de drukke en smalle Damstraat. Ik geloof dat de bewoner van die ge deelten met recht zouden verzoeken, of zij asjeblief verschoond mochten blyven van het gevaar om verpletterd te wor- dsn. No. 2 is een lyn van de Bakkerstraat af, ter hoogte van de ambachtsschool. Deze moet loopenverlengde Kamper straat, Kamperstraat, Kampervest, kleine Houtstraat, Gedempte Oude Gracht tot Groote Houtstraat. Wie zou van deze lijn moeten gebruik maken De bewoner van het Rozenpri- eel. Niet die van de Kampervest, want voor dezen is de afstand te onbeteeke- nend, em daarvoor in een tram te stap denzelfden toestand. Gaiehemerre wist niet meer wat voor te schrijven, al zyn kennis was uitgeput en hy zou wel naar de somnambule zyn gegaan, wanneer hy alechts van hare discretie overtuigd was geweest. Weldra verklaarde hij op deftigen toon, dat als hy by den zieken jongen was, niemand meer in de kamer mocht blyven. Hij wendde eene nieuwe uit vindiog voor, van hem zeiven, waarmee hij het kind zou pogen te genezen. Ia werkelijkheid deed hij dit enkel en alleen, om zijne verlegenheid en oawe tendheid te verbergen. Op zekeren dag kwam hij van het station terug met een pakje, dat hij daar was gaan halén. Het was een locomotiefje, dat rollen, fluiten, sissen en ruoken kon als een echte machine, een cadeau van een vriend voor Guiche- merres kleinzoon. In het terugkomen ging hij bij den veldwachter binnen en bleef als altijd, met den kleinen Robert alleen. Het kind, dat nu voortdurend in zijn bedje lag, opende de droefgeestige oogjes en keek naar het kistje, dat Guichemerre op tafel had gezet en waaruit een geelgekleurd wiel te voor schijn kwam. z/Dat is mooi," zei het ventje, en het was of zyne oogen even fonkelden. z/Ja, hé zei de oude arts en pakte het locomotiefje geheel uit. Toen kreeg de kleine patient een klenr van plezier. #Zeg, kan het rollen vroeg hij. z/Dat zou ik denken," zei de oude man, nu werkelijk aangedaan. En toen hy dien dag de ziekenkamer verliet, de locomotief zorgvuldig in het kistje geborgen onder den arm, zagen de ouders van Robert dadelijk, dat hy zeer in zyn schik was. z/Hoe gaat het er mee meneer Gui chemerre. //Beter, veel beter. Van avond kom ik terag." Hij kwam 's avonds terug en den vol genden morgen en telkens weer en zyn verblyf in de kamer duurde telkens lan ger. Wanneer de ouders in spanning het oor aan de denr legden en luisterden, hoorden zij wonderlijke geluiden daar binnen. «Foef, foef, foef. Haat, roe! roe! roeWat is dat mooi I" Langzamerhand werd het kind werke lyk beter. Het praatte weer en was vroolijk. Er kwam weer leven in de dofie oogjes. Hy sprak van den arts als //papa Guissemè" en praatte tot zyne ouders over spoorwegen en gele wielen en zwarte schoorsteenen. Dan zat hy geluiden te maken. Foef, foef, foef, roe, roe, roe, wat is dat mooi De veldwachter begreep er niets van, maar hij begreep wel, dat zyn kind beter werd. Het at en dronk weer als een gezond kind. En de geheele gemeente was in opschudding over het merkwaardig geval. Op zekeren dagtoen Guichemerre weer in de kamer met de locomotief bezig was, barstte Robert opeens in een vroolyken schaterlach nit. Nu konden de luisterende oudera het niet meer uit houden en, zonder aan het verbod te pen. Meent nu de heer Nut van 't Al, dat de bewonérs van het Rozenprieel deftiglijk van de tram zullen gebruik maken; het Is my wel, maar ik durf een pari met hem aangaan, dat zij er op hnn voetjes naast zullen wandelen, wat niemendal kost. Lyn no. 3 loopi van de de Clercq- straat over de Leidschevaart en door de Keizerstraat naar het Verwulfl. Ik zie de bewoners van de Leidschevaart, die als ze ferm doorstappen, in zes minuten de Groote iHoutstraat kunnen bereiken, nog niet van een tram gebruik maken, om zoo'n kippenwandeling te besparen. Als het gebeurde, zou ik my voor myn stadgenooten gaan schamen No. 4 vangt aan by de Boll. Spoor (Zylweg) of aan de Delftstraat en loopt tot aan de Groote Markt. Alweer kan ik niet denken, dat men voor zoo lut tel schreden in eene tram zal stappen en ik vind deze lyn nog te meer over bodig, omdat de tramomnibussen van Haarlem naar Bloemendaal en terug voor kreupelen en lammen, blinden en dooven, mitsgaders voor de luien gele genheid genoeg aanbiedt om zonder in spanning genoemde punten te bereiken. De vyfde lyn eindelijk zou loopen van de Zylbrug langs de Kinderhuisvest door het Kenaupark en de Rozenstraat naar het Stationsplein. Na zou men zeggen, dat wij het met de bestaande lijn en de vyf nieuw ge projecteerde lynen in Haarlem wel zou kunnen doen. De heer Nut van 't Al is evenwel met geen kleintje te vreden. Wanneer zyn vijf lynen met goed gevolg worden geëxploiteerd, wil hy er nog drie by aanleggen en wel Burg walTurfmarkt, Oude Gracht, Kaas markt Donkere SpaarneKoudehorn, Hooimarkt, Ripperdapark, Rozelaantje en Stationsplein en Wyde Geldeloozepad, Molenpad, WilsonspleinWilhelmina- straat en Zijlbrug, welke laatste afstand een mensch met sterke longen nagenoeg zou kunnen beschreeuwen. Hoe de schryver van de brochure aan deze plannen gekomen is ik houd het er voor, dat hy een plattegrond van Haarlem genomen en daarover overal potloodstrepen heeft getrokken, die onze denken openden zy de deur en drongen de kamer binnen. //Drommels riep Guichemerre, en zyn locomotiefje grijpende verborg hy dat onder zyn jas en ging heen, zonder een woord te zeggen, beschaamd en verlegen. Nu was alles gedaan. Men moest het hebben gezienWat zou men om hem lachen. En Préville en de apotheker, wat zouden zij spotten met den arts, die kinderziekten geneest met speelgoed Diep aangedaan verborg Guichemerre het hoofd in de handen. Daar werd ge beld en trad de onderwijzer van St. Léon binnen. z/Mynheer," zeide deze, //de veldwach ter vertelt my daar juist, dat gy zijn zoontje hebt genezen met een doorn uit gevonden werktuig. Als correspondent voor een wetenschappelijk blad te Parijs, verzoek ik u mij wel te willen mede deelen, hoe die machine is samengesteld en hoe zy werkt." Guichemerre moest zich bedwingen om niet te lachen. De veldwachter bad het locomotiefje voor een nieuw uitge vonden instrument aangezienHy was gered. //Mijnheer," antwoordde hij ge wichtig, //dat kan ik nog niet doen. Eerst later stel ik my voor, publiciteit aan myne uitvinding te geven." Van dat oogenblik af was Guichemerre gered. Weliswaar bleef Préville eenige patiënten behoudenmaar de meesten lieten zich weer door Guichemerre op de ouderwetsche manier met de aftreksels en afkooksels behandelen. En wat het mooiste is zy werden er weer beter mee. Naar Jean Rameau. De heer Mr. B. van Royen heeft bedankt voor het hem aangeboden ambt van Commissaris der Koningin in de provincie Groningen. Te Amsterdam is sedert Vrijdag voortvluchtig een 16-jarig jong- menseh, Van L. genaamd, met ƒ1500, bestaande uit drie .zakken rijksdaalders, van een kantoor aldaar ontvreemd. Hy is waarschijnlijk in gezelschap van een jonkman van ongeveer geiyken leeftijd. Vr ij dagochtend te 8 uren is de schroefboot van Alblasserdam naar Rotterdam, beladen met vee, ten gevolge van den mist, op de hoogte van Slikker veer aangevaren door het veerbootje van Krimpen a/d Lek, tengevolge waarvan dit zoodanig lek werd, dat het op den droge moest worden gezet. De passa giers zyn in eene roeiboot overgestapt en aan wal gebracht. De goederenboot had eveneens schade bekomeD, en moest naar de werf gesleept worden. Te Willemstad werd een militair, nadat hy zes weken in arrest had doorgebracht, op vrye voeten ge steld. Men meende dat hij zich schuldig gemaakt had aan het ontvreemden van een paar postzegels en een stuk chocolade. By publicatie is door de firma Ant. Jurgens te Osoh eene be looning van 300 uitgeloofd voor degene, stad in de toekomst zouden doen we melen van ijzeren staven. Dat is nu alles goed en wel, zegt de praktische man die dit leest, maar wat kost die aardigheid? De lynen, zegt de schryver, zullen in het geheel 2!£ maal zoo lang zyn als de bestaande lyn van de Haarlemsche Tram weg Maatschappy en hy veegt er heel leuk aan toe, dat wanneer hy zich niet vergist, die Maatschappij is begonnen met een kapitaal van ÏOO.OOO; Wanneer hij zich niet vergistMaar, myn beste heer, hebt gy u daarvan dan niet eens op de hoogte gesteld? Men behoort toch met nadruk te kunnen spreken, wanneer men nieuwe plannen voordraagt Nn komt de schryver tot een verma kelijke conclusie. De geprojecteerde lynen zyn 2l/s maal zoo groot als de bestaande, laatstgenoemde kost een ton, dus de nieuwe lynen zouden 21/* ton kosten Hierhij vergeet de ontwerper even wel, dat er wellicht in de nieuwe lynen b. v. bruggen zouden moeten worden hersteld of vernieuwd, die het benoo- digde kapitaal nogal tamelijk zouden vèrhoogen. Dat kapitaal wil de schryver hebben gesplitst in aandeelen van ƒ25, opdat ieder Haarlemmer aan het gemeenschap pelijk werk zou kunnen deelnemen, en men moet het ook wel uit liefde voor de zaak doen, want de aandeelhouders krijgen volgens des schry vers berekening, maar een half percent. Er zullen dus 10000 Haarlemmers noodig zgn, die elk een aandeel nemen, om het kapitaal bijeen te krygen. Denkt de heer Nut van 't Al, dat hy er zoovelen vinden zal? O, wat is de schryver van dit boekje een optimist? Het gemeentebestuur zorgt voor den aankoop v*n materiaal en draagt de exploitatie op aan de Haarlemsche Tram way Maatschappy. Heel voorzichtig zet de schryver in een noot, dat hij in gee nerlei relatie staat tot die Maatschappy. De waarschuwing was zeker, voorzeker, allerstellig8t niet overbodig de lezer zou anders zoo denken, dat do schryver zelf met do onderneming millionair zou willen worden die aanwijzing kan doen van den dader,, die Donderdag nacht den moordaanslag heeft gepleegd op den opzichter der fabriek* Te Hoogezand mogen,naar aanleiding der aldaar voorgevallen be wijzen van wanorde (verbrijzelen van winkelruiten en het vuren met revolvers in de woningen van particulieren)'s avonds na 7 uur niet meer dan drie personen gezamenlyk op den openbaren weg zyn. Vyftien bereden maréchaussées houden hierop het toezicht. Den I7den dezer ontving do ltidépendance telegrafisch bericht uit Al giers dat de Villé iïOran in volle zee het wrak heeft gevonden van een drie* master-bark van onbekende nationaliteit. SaviB, de Russische Caglio- stro, die in het vorige jaar beweerde aanspraken te hebben op den Bulgaarschert troonis uit Siberië ontsnapt, waarheen hij was verbannen. Hy was veroordeeld ia eene geheime zitting en onder bewa king van 20 personen naar Siberië ge zonden. Sinds hij ontsnapte, schijnt hy zich zelfs in Moskou te hebben vertoond. Aan een streng medisch onderzoek in de eerste haven van aan komst in Italië zyn onderworpen de schepen komende nit havens aan de Zwaite Zee, aan de Oostzee (Rusland), aan de Noordzee (Duitschland, waaron der begrepen Hamburg) en uit, die vas Frankrijk, Belgie, Nederland en Oosten- ryk-Hongarye. Voor genoemde schepen mogen geene linnen- of wollen goederen voor persoonlijk of huishoudelijk gebruik gelost worden dan die, welke geheel schoon of gedesin fecteerd zyn. Indien aan boord van die schepen ge durende de reis cholera' evallen waren voorgekomen of zich by aankomst ver dachte gevallen mochten voordoen, wor den zij naar de quarantaine-eilanden Asinara of Poveglia gezondenevenals plaats vindt bij schepen, die van geene schoone gezondheidspas voorzien zyn. Op IJsland is de winter reeds met volle kracht opgetredeu. Van 28 tot 30 October zyn in het oosten des lands ontzaglijke hoeveelheden sneeuw gevallen. Den 30sten October kwam een vreeselyke lawine neder by het dorp Seydisfjord, waarvan 7 jaren geleden een derde gedeelte door zulk een sneeuwval verwoest werd. Ditmaal zijn menschen en huizen gespaard gebleven, maar een aantal schepen zyn onder de huizenhooge sneeuw bedolven. De be» woners zyn uit de huizen gevlucht. De Vorst van Monaco zal op grond der fransche wet, welke be- leediging van de hoofden van andere Staten straf baar stelt, een vervolging doen instellen tegen het te Nice ver? schijnende blad VEolaireur. Van al te veel drukte houdt de schrij ver niet. Hij zegt het zelf. ffDe rit te stellen om de 7% b. 8 minuten, acht schryver al te veel drukte", staat er in de brochure. //Om het kwartier ware voldoende." Hoe de schryver deze groote tijds ruimte tusschen twee [opvolgende trams nu kau rijmen met do verklaring door hem op bladzyde 1 en 2 gegeven, dat de nieuwe trams bevorderlijk zullen zijn aan sneller afdoen van zaken en het bij slecht weer besparen van gezondheid hoe hy dat met elkander overeen kan brengen, mag hy met zyn eigen geweten in orde broDgen. Ik weet wel, dat ik als ik een kwartier op een tram moest wachten, veel lie 'er ging loopen en in dien tyd driekwart van Haarlem had doorkruist en wat de //besparing" aan gezondheid betreft, als ik bij slecht weer een kwartier op een tram moet wachten, ben ik zes weken lang zwaar verkouden. Op bladzyde 12 voorkomt de schrijver de mogelijke kritiek op zijn werk. Hy zegt daar, dat er vele zyn, die in hun hoofd van alles het beste hebben ge* borgen, maar waarvan nooit iets uifc> gaatalleen wanneer een ander wat ten beste geeft, dan wordt dat met luider stem door hen afgekeurd." Ik zal my dus maar moeten getrooff- ten, dat de heer Nut van 't Al my wellicht ook onder die categorie rang schikt. Maarals ik het boekje van den heer Nut van 't Al nogeens doorblader, dan komt de gedachte by my op, ik kan 't niet helpen, maar het wil mij niet loslaten dat de schryver ons eigenlyk een beetje voor den mal houdt, dat hy ons op zyn hollandsch gezegd, wat staat te besabelen. O grappenmaker, guit, oolijkert van een Nut van 't Al I Wondt ge ons er zoo laten invliegen, met nw negen tram lijnen in een stad van 52000 zielen! Schalk, wat zoudt ge ons beetgenomen hebben Laten we er samen eens har- lijk over lachen en neem mo niet kwalijk (neen, heusch, houd het my ten goede) dat ik er maar niet zoo klakkeloos inf gevlogen ben FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 6