ST. NICOLAAS in Haarlem DE BARON VAN HERM. INGEZONDEN. DOOR Een Naneef vau den Schoolmeester Als je St. Nicolaasavond weer ziet ver schijnen, Dan denkt een eerzaam huispapa//kon (ik maar verdwynen!" Want in dien tyd slaat, och heereje, Elk huisgenoot een gat in zyn porte- (monnaie. Maar als hy dan denkt aan dien nyve- (ren stand, Der winkeliers, die ieder van alles voor liet in het land, Daar begrypt hij, dat men ook anderen (moet laten loven En is bereid, voor St. Niklaas een fer (men duit te geven. En wanneer hy dan al de fraai ver dichte winkels ziet, Dan denkt hy aan wat het hem kost (verder niet, En voelt duidelijk en klaar, Dat eens in het jaar, Het geld toch moet rollen, voorwaar. Hy gaat er op uit dan, zyn vrouw aan (den arm, Zyn dochter aan d' andere, genoeglijk en (warm, Zoo ging ook ik uit, nog maar kort is ('t gele* We waren met vyven, verheugd en (tevrêen, Myn tasch was vol bank en myn beurs (was vol schijven, Ik dacht«wat daar nu wel van over (zal .blyven?* In de Lange Veerstraat kwamen we, By de weduwe VAN ZIJL, En zoo'n fraaie keuze luxepost Vindt men in geen twintig myl. Daarop gingen we, prettig, bly, Naar de HANDELMAATSCHAPPIJ Op het Spaarne en kochten daar Dekens, bedden, flink en zwaar. Voor de «smul" nu wat genomen, Ras zag Sinterklaas ons komen, By den heere te. VAN EDEN, Damstraat 20 'tis beneden, Kochten daar, heel fijn, niet duur, Gember, paling in het zuur. We gingen weer naar den Anegang, Waar druk gepraat was en gozang, SLAGERS winkel trok ons aan, Om een moment er voor te staan. Een keurige bontverzaamling was 't, Artikel dat een ieder past, 't Zy bleek, of rood, ot middelsoort. Een mooi stuk bont een elk bekoort. «Wat ruik ik daar?" riep mijn vrouw (en ze vloog, Van vreugde bykans vijt voet omhoog, «Wat heerlyke odeur «Wat kostlijke geurP «Het is of 'k een bloementuin speur 1" Ik zei«ei, mijn lieve, dat is by VAN (DIJK, De prjjzen zyn laag en de keuze is rijk, Hebt ge soms iets noodig in parfumerie. HÜ heeft zeker keuze voor drie I" Goed, we gaan weer verder op En komen by HASS1XK, Wat 'k in 20A daar zag, Blyve u een verrassink. Ga maar kyken, ik voorspel Licht loont het de moeite wel. Wat dringt daarginds een menschenhoop? Wat is daar wel voor moois te koop. Ha 't is bij GUNST, ik vat het al, Hoe druk die het wel hebben zal. Want in de fjjne luxe, zie. Daarin zoekt hy zyn evenknie. Naar 't magazijn van FRANS Co. Breng ik myn dames. «Ha, ziezoo, Myn lieven, is nu hier zoowaar, Geen bontverzameling by elkaar? Intusschen koop ik even maar, By BERTRAM een lekkere sigaar." Gij komt hier goed met alles klaar, Maar kom nu voort, by hiér en daar, We komen anders nooit gereed. Neemt elk een arm, en geen bezwaar, De Houtstraat is toch breed Nicedemus," zegt myn vrouw zacht Én zy kykt mij strak in de oogen, Hoe is 'tmooglyk, dat je nog lacht? Nu je my zoo hebt bedrogen Ik sta stil van verbazing en zeg, plechtig (als een vader, O vrouwmeasch, verklaar u eens nader Ei," Vraagt ze, «we zouden wat koopen (voor den kleinen Jan, Wat speelgoed, of wat er anders voor (hem wezen kan En nu zyn we in de Tweede Houtstraat Me dnnkt, dat het daar toch niet aangaat I" Gy vrouw, onernstig, vluchtig wezen Begon 'k, maar zij sloot mij den mond Won je me hier de les gaan lezen Maar ziét, daar in denzeltden stond, Daar riep ze met een blyden trek Daar is DE LANGE EN VAN EK!" Welnu, wat heb ik je gezeid," ,Zoo vroeg ik," 'twas wèl overleid. Hier kun je speelgoed koopen vrouw Zoo keurig als men ooit maar wou. En naast hem is de schoenenwinkel Van D. DE JONG. Ik stap er in En by der deurbel zacht getinkel Daar fluister ik den eignaar in Wil fijne dameslaarsjss zenden." Waarop ik weer de deur uitrende, Want in den spiegelruit daar zag, Ik myne dochter naar my stareD, En daar ze voor haarzelve waren, Zy daarvan nog niets weten mag. We gaan nu weer, Wy alle drie, De Houtstraat neer En groeten wie Ons daar ontmoet. Het weer is goed, De straat is hard, Weg alle smart 'tls Sint Niklaas, Met bly geraas, En juichgeroep, Passeert ons meenge vroolyke troep. Dra keer ik weer. Wat zien myn oogen? Weg zyn myn dames, weg 1 gevlogen 1 Ga ik bij FER WERD A even staan, Dan komen ze dood onschuldig aau. O, leuke schalken, weet ge 't niet, Dat 't oog eens mans toch alles ziet P J. H. DE JONG, Gr. Houtstraat 2 Verkocht u vast een cachenez, Ee handschoenen, gevoerd met bont, Een das en boorden of wel fronts, Waar ik al laDg gebrek aan lée. Een stroom van licht Verblindt 't gezicht In PEEK en CLOPPENBURGS magazijn. Daar vindt ge kleeding voor groot (klein, Jassen Die passen, Kleeren Voor heeren, Alles is er naar den laatsten smaak, Billyk, solide daarop rust de zaak. Naar een boekhandel, Richt zich thans onze wandel, In Groote Houtstraat 105, Is D. J. VAN DER WILKS verblyf. Verlangt gy een photographie, Een boek, iets van papetejer, Ga dan mee," zoo zegt ze paaiend, En zij gaat my er al voor. Maar myn dochter, zich verraaiend, Gaat met snelheid er van door. Raad waar zij zoo heen gaat loopen By VERMEULEN my iets koopen. Werdt tervolgd.) Wie wat deeglyks hebben wil voor den (Sinter, Neme een kijkje bjj de firma WINTER Die in de Koningstraat een en dertig (en acht Geopend is van 's ochtends vroeg tot (den nacht. Zóo raar kun je het zeker niet droomen, Of je kunt het er naar je verlangen (bekomen, Je meubels, je bedden, je schoeisel, je (kleeren, Ook kun je van afbetaling daar proïi (teeren «Man," zei myn vrouw, «kijk eens aan, Laat ons eens daar binnengaan". En ze wees op den winkel van (KOELEWMN, Waar alle huismoeders gaarne zyn. Daar werd door ons ham en worst be- (steld, Heerlyke kaas en boter, voor billijk geld, Intusschen wipte myn dochter over naar (SIMON VERSTEEG, Die voor het repareeren van alle moge lijke artikelen een goeden naam verkreeg. Vaarwel nu, Koningstraat, Veel tijd bracht 'k hier reeds zoek, Maar voor ik u verlaat, Tuur ik naar caoutchouc, Bewerkt tot speelgoed, sterk, solied, Bij velen vindt men 't niet, Maar wel by LEEMANS, Nummer vier, Wat vindt men verder hier Ook matjes, kleedjes, sproeiers, doek Alles van 't nuttig caoutchouc. Over de Groote Markt wandelen wy Kalm en rustig, gelukkig, In vroolyk gesprek gaan ons velen voorby. Ook zij, die oud zyn en krukkig. St. Niklaas kent leeftyd nog stand, By strekt over elk, 'tis gelukkig, Zijn zeegnende hand. By WEILL ZOON, vindt solied en fijn Meu alle soorten keurig bont, Van marter, blauwvos, hermelyn Een ijsbeer kykt er woest in 'trond. Geen nood, hi) is niet erg te duchten Maar koopt er gauw een mof of kraag, Want zijt ge daarin nu nog traag, Dan zult ge ras van koude zuchten. Wat een herrie Bij dien PERRY! Ja, de winkel staat er vol En men sprinkt er, En men dringt er, Voor de toonbank, 'tisheusch dol! Ieder wil er iets toch koopen En by hoopen Komen menschen aangesneld En besteden er hun geld Aan d'artikelen, wenschlyk noodig, Geen van allen overbodig. Bij ANTON ROSSE in het ruime nsagazyn, Vindt men cadeaux, eenvoudig of fijn, Behoeften voor schildren en teekenen. Zonder de luxe-artikelen te reeknen «Heb je een mantel noodig, vrouw «Kom dan hier eens kyken, «In den winkel QUATEE SAISONS, «Ziet m' er velen pryzen. «Doe gy nu ras uw keuze maar, i «Dan zyt ge voor den winter klaar I" Wed. J. A. van Zijl, Korte Veeratraat 18. Handelsmaatschappij, Spaarne 68. K. van Eden, Damstraat 20. J. M. Slager, Anegang 46. A. van Dijk, 29. H. M. Hassink, 20a. H. H. Giiust,- 14. A. Frans en Co., Groote Houtstraat S. Bertram, Ferwerda en Tieman, u J. H. de Jong, a Peek en Cloppenburg, D. J. van der Wilk, Wed. de Lange en v. Ek, a D. de Jong, Koaiagstraat 39. 47. 44. 4. Barteljoris8traat 265 16. 12. 20. A. Winter en Co., J. B. Koelewijn, Simon Versteeg, J. L. Leemans. N. Weill en Zoon, Perry-magazijn, inton Bosbo, Aai Qaatre Saisons, 10. 12. 8. 2. 88. 105. 147. 145 Gebr. Vermeulen, 10. «Napels zien en dan sterveD," zeggen de Napolitanen, en ook in andere steden hebben de inwoners zulk een groot idee van de plaats hunner inwoning. Ja, misschien was dit ook het geval met de bewoners van het dorpje Louche in Frankryk en in dat geval kan ik niet zeggen, dat ik het met hen eens ben. Weliswaar was ik er slechts een drietal zomermaanden en Louche is misschien evenals de menschen waarvan men zegt, dat men hen eerst goed moet kennen om van hen te houden. Oppervlakkig beschouwd is er echter niets bizonders aan Louche. Het ia een badplaatsje in het zuiden en het strand bestaat natuur lijk uit zand. De wegen evenwel, min der natuurlijk, bestaan ook uit zand, waarin de wielen van de hotelrytuigen iedere omwenteling een paar duim Vooruitgaug zonder geraas zeer aangenaam, maar een snelheid van drie myien in het uur kan kwalyk vooruitgang worden genoemd. Als er windeis (en in die streken is dat byna altyd) dan krjjgt men zand in zyn haar, oogen, mond, op zyn tafelen zelfs tusschen de witte lakens. Er zyu geen boomen om iemand togen dat zand te beschutten. Het landschap lijkt heel weinig op het werk der natuur, maar veeleer op de eerste landschapteekening van een kind, dat er geen aanleg voor heeft. In weerwil van dat alles heet Louche door door fashionable, zoodat het alleen door zeer deftige personen placht te worden bezocht. Louche is slechts een dorpje maar bezit twee eerste-rang hotels, met eerste- rangspry zen. Voor mij waren die echter niet hoog, want ik was in een der hotels oberkellner. Dat was in «de Gouden Leeuw", het andere hotel heette «Grand Hótei". In dit laatste hotel, dat een onderne ming was van dezelfde maatschappij di« den «Gouden Leenw" exploiteerde, (wat evenwel niemand wist) hield zekere meneer Grogram verblyf, de eenige Engelschman in Louche baiten my. Dit feit, gevoegd by de omstandigheid dat hy zeer slecht fransch sprak, maakte onze verhouding vriendschappelijker dan het stand anders zou hebben verschil van gedoogd. Grogiam had met een kwakzalverij veel geld verdiend, maar sedert hij zyn zaak had overgédaan aan een ander, hield hij zich alsof hy zfch nooit met zaken had ingelaten. Zijn eerzucht was, opgenomen te worden in de hoogste krin gen en om voor een aristocraat door te gaaD, wendde hy een onverschilligheid voor, die een Indiaan niet kwalyk zou hebben gestaan en die alleen werd afge wisseld door hevige uitbarstingen van een slecht humeur, veroorzaakt naar hy zeide door een maagkwaal, waarvoor hy in Louche genezing kwam zoeken. Hy kende een aantal anecdoten over de engelsche aristocratie; en vertelde mij die somtyds, alsof hy zelf er een rol in had gespeeld aan my die jaren lang oberkellner in een der deftigste hotels van Londen was geweest en een parvenu even gemakkelijk herkende als een valsche shilling. Hy bewoonde een zit kamer op de eerste verdieping en zou voor een hotelier zeker een gewenschte gast zyn geweest, wanneer hy niet op alles aanmerking had gemaakt, niet zoo zeer omdat alles hem onvoldoende voor kwam, dan wel omdat hy van meening was dat een aristocraat zulks aan zijn stand was verschuldigd. Dientengevolge was de heer Noir, de directeur vau het Grand Hótel er niet verdrietig om, dat de heer Grogram na een verblyf van veertien dagen aankondigde, dat hy plan had om te vertrekken. Grogram kwam naar den Gouden Leeuw, om my te vertellen, dat hy zjjne kamers had opgezegd. «Voor een Fransch- man mag het hier goed zyn, een En gelschman, die gewoon is in de hoogste kringen te verkeeren, kan er zich niet mee vergenoegen." «Het is jammer dat u zoo haastig is geweest, meneor Grogram, gaf* ik ten antwoord, want ik weet dat morgen de baron van Herm, een Engelschman en gevolg in het Grand Hotel zullen ko- men. Een eDgelsche baron 1" riep hy, «dan zal ik dadelyk myne kamers weer in huren en dadelyk ging naar het Grand Hotel terug, om die schikking te treffen. Maar de heer Noir weigerde en zeide dat het hem bizonder speet, maar dat hy toen de heer Grogram de kamer opzeide, onmiddellijk had geseind aan baron van Herm, om dezen de kamer aan te bieden. Hy kon dat aanbod niet weer intrekkeD. Grogram vloekte en maakte zich zoo boos, dat zyn maagkwaal er bepaald veel erger door is geworden. Er zat evenwel niet anders op, dan met pak en zak naar den Gouden Leeuw over te gaan en dit deed de heer Grogram dan ook, meenende dat dit den heer Noir verbazend zou hinderen. Noir evenwel lachte in zyn vuist, dat de directeur van den Gouden Leeuw Gules, myn patroon, hem aldus van een las eigen gast af hielp, terwjjl de Maatschappij er toch geen schade bij had. Den volgenden dag kwam de baron van Herm met zyn vrouw, kinderen en dienstpersoneel in het Grand Hótel aan. Onmiddellyk trachtte de heer Grogiam, kennis met de familie aan te knoopen. Hy groette den baron als hy dien tegen kwam, hetgeen deze beantwoordde als hy met de barones wandelde, maar waarvan hij geen notitie nam als hy alleen liep. Toen probeerde hy het met de kinderen, maar daar dezen altyd speelden in gezelschap van bedienden, kon hy ook met hem geen gesprek aan- knoopen. Toen hy hun een fraaie ver zameling schelpen zond, kreeg hy die met een beleefde dankbetuiging terug. Dit hinderde hen geweldig. Hy gaf my duidelijk te kennen, dat zyns inziens de baron en zyn echtgeaoote geen ecute aristocraten waren en niet wisten, hoe zy zich moesten gedragen. Ik wist, dat mijnheer Noir zeer met zyne nieuwe gasten was ingenomen, daar zy zeer gemakkeljjk waren en weinigeiachend. Een dag of wat later ontving meneer Grogram met de post een pakje, dat wel een boek scheen te zyn. Hy nam het mee naar zyn kamer en liet my een kwartier daarna by zich komen. Toen ik binnen trad, keek hy op van hot boek, waarover hy gebogen zat en riep uit «Ga zitten en luister naar het nieuws. Ik heb wel gelyk gehad, ik zei u im mers, dat die baron van Herm geen echte aristocraat was Ik keek hem verbaasd aan, niet be grijpende waar hy heen wilde. «Luister", zeide Grogram, terwyl hij met de hand sloeg op het boek dat voor hem lag, «ik begon aan dien baron van Herm te twyfelen en heb daarom in Londen een exemplaar besteld van het boek «De Engelsche Adel". Dat boek heb ik nu hier en daarin" hier verhief hy zyn stem tot een hoogte van triomf «daarin is van een baron Van Herm niets te vinden." Ik was verslagen. Het was waar, in de geheele lyst was geen baron »van Herm te vinden, «Aha riep Mr. Grogram, «nu zal de heer Noir toch wel spyt hebben, dat hy een goeden gast uit zyn kamers heeft verjaagd, om een troep oplichters te herbergen. Natuurlijk zai die zooge naamde baron met zyn gevolg er niet aan denken om de rekening te betalen Zoo ingenomen was Grogram met zyne ontdekking, dat hy my verzocht voor tolk te spelen by meneer Gules en dezen te vertellen, hoe zyn doodvijand en concurrent Noir (nota bene 1) er met den zoogenaamden baron van Herm was ingeloopen. Myn patroon zette een ge zicht, alsof hy er heel bly om was, maar toen Grogram was heengegaan, keek hy my bezorgd aan en zeide «We moeten Noir waarschuwen". Des avonds slopen we weg in het duister, opdat niemand de goede verhouding tusEcnea Gules en Noir zou te weten komen, daar zy immers voor groote vijanden doorgingen. We hadden het «De Engelsche Adel" bij ons en ver telden aan Noir, welke ontdekking Grogram had gedaan. Tot onze verwondering maakte dit op den heer Noir niet zooveel indruk als we gedacht hadden. Hy glimlachte zelfs en zeide: «Al wat ge daar zegt, is volko men waar en meneer Grogram heeft gelyk". Dat waB vreemd, maar ik viel bijna omver toen by daaraan fluisterend toe voegde «Baron van Herm is een lid van de engelsche koninklijke familie, die incog nito reist. Ik mocht dat aan niemand zeggen, ook niet aan u, Gules, maar ik denk," vervolgde by, zich toornig tot my wendend, «dat nu alles door de domheid van uw landgenoot wel uit zal komen I" «Ik denk, dat ik hem wei totzwjjgen kan brengen en hem wegkrijgen," ant woordde ik. «Dat zal je geen nadeel zyn", her vatte de heer Noir. Ik ging naar den heer Grogram en joeg hem een doodschrik op bet lyf, door hem te vertellen wat een kolos salen misslag hy had begaan, door Hunne Koninklijke Hoogheden uit te maken voor oplichters. Nooit zou hy, zeide hy, ooit weer een woord erover spreken en hy hoopte, dat zyn gedrag in de toekomst Hunne H. H. zou overtuigen, dat hij mq goed onderdaan was enzoovoorts. Ik be greep, dat hy op het punt was door verbazende onderdanigheid en eerbied hun incognito toch te vernietigen." «Het is te laat, meneer Grogram," zeide ik, «Hunse Hoogheden weten alles Hy barstte bykans in trannen uit, zoodat ik werkeiyk medelyden kreeg, «Nu meneer Grogram," zeide ik, „gjj kunt alles nog in orde brengen door dadelijk Louche te verlaten en nooit een woord van de zaak te reppen. In dat geval verplicht gij Hunne Hoogheden nog aan u. Waarschijnlijk zult gy nader van hen hoorea Dat kon ik gerost zeggen, daar men van koninklijke familiën altyd veel hoort. Hy dacht evenwel, dat hy van hen per soonlyk nog eenig bericht mocht ver wachten en dat temde hem geheel en al. «Haal my een rytuig," zeide hy, «ik vertrek onmiddellyk" en twintig minuten later had de heer Grogram, Louche ver laten. «Denk er om," zeide hy, toen hy heenging en my een krakend papiertje met een cyfer er op, in da hand drukte, «dat ge mij niet vergeet, als er gelegen heid is den ahem den baron aan mij te herinneren!" Hy reisde af en ik heb hem nooit weergezien. Wel heb ik la*er vernomen, dat hy door zyn verlangen naar adellyke kennissen straatarm was geworden. Een adellyke schelm had hem verblind en bewogen om byna al zijn geld in eene onderneming te steken, waarvan de adel lijke heer voordeel had. Een jaar later sprong de onderneming en de heer Grog ram was zyn geld kwyt en hield nog precies genoeg over, om in een klein dorpje heel zuinigjes te leven. Arme man Naar James Payn. Voor den inhoud deter rubriek stelt de JRedactk zich niet aansprakelijk.) Mijnheer de Redacteur Daar de aanhangige aanvraag tot ver lenging der gasconcessie der I. C. G. A. hier ter stede nog steeds onafgedaan is, kan 't wellicht nuttig zijn een klein overzicht te geven van de uitkomst der stedelijke gasfabriek te Delft over het jaar 1891. GASPRODUCTIE. De totale hoeveelheid vervaardigd gas bedraagt volgens de aan wy zing van een fabrieksmeter 1746920 M3., en is ge middeld per 100 KG. steenkolen 28 M». GASPRIJS. Bij besluit van den gemeenteraad van 16 December 1891 werd de prys van het gas voor beweegkracht vastgesteld op 5 ets. per M3. De prys van het gas voor andere doeleinden bleef onveran derd 8 ets. (By beslnit van den gemeen teraad van 1892 is de prijs echter gere duceerd tot 7 ets.) COKES. De gemiddelde verkoopsprijs bedroeg 51.8 ets. per HL. Per 100 KG. gedis tilleerde kolen werden verkocht 45.2 KG. cokes. Het netto voordeel van de cokes rekening bedraagt per 100 KG. steen kolen 55.8 ets. Idem per M3. vervaar digd gas 2 ets. KOOLTEER. De middenprjjs bedroeg ƒ2,075 per 100 KG. Rendement per 100 KG. steen kolen 4.77 KG. Netto voordeel per 100 KG. steenkolen 9.9 ets. Netto voordeel per M3. vervaardigd gas 0.35 ets. AMMONIAK. Contraetsprys 26 ets. per KG. Ren dement per 100 KG. steenkolen 9.8 liter. Voordeel per 100 KG. steenkolen 5.5. Voordeel per M3. vervaardigd gas 0.19 cents. B A T NT. GASREKENING. Partic. gasverbruik 1174095 Ml ad 8 ets. Partic. gasveibruik 42812 Ms. h 9 ets. Buitengemeenten Gasverbruik van de openbare verlichting 296708 Ms. ad 8 cents. Cokes, teer, ammoniak enz. ƒ93927.60 3853.68 23736.24 u 53545.72 AF. La 8ten. Steenkolen Rente 175068.24 ƒ57991.59 1928.35 Traktem., enz. 39281.92% Aflossen, reke ning 4000.00 Uitkeeringreke- ning 18000.00 121201.89% voordeelig saldo f 53861.34% Om deze winst te behalen, heeft de gemeente bijgedra gen aan gas ƒ28736.24 Loonen lantaarnopstekers 3628.76 dus met ƒ27365.00 Dit bedrag moet dus afgetrokken wor den van 't voordeelig saldo en wordt dit dan 26295,77%. Hierby moet dan niet uit het oog worden verloren, dat de<

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 6