NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
a&AAP POHHOS©!F,
löe Jaargang.
Dinsdag 29 November 1892.
No. *2885.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
ST. MCOLAAS
in Haarlem
STADSNIEUW 8.
Stukken van den Raad.
FEUILLE rON
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsklad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37^.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. FEEBEBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangêre G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONESSuccParijs 31 bis Faubourg Montmartre.
DOOR
Een Naneef vau den Schoolmeester.
II.
-Wel vrouw," zei ik, „hoe is je onze
(wandeling bevallen?
^Heel best," zei ze, „hoor 1 Ea ik spreek
(voor ons allen,
„Want Geertrui en Karei en Willem
(en Kee
„De heele familie wil vanavond mee I"
„Vooruit met de geitl*
Riep ik zonder spijt.
En vóór nog de torenklok zeven ea
(slaat,
Marcheerden wij reeds met ons zessen
(op straat.
In de Warmoesstraat is veel gewandel
Maar o©k heelwat handel.
Daar heb je den KINDERVRIEND, al
(mijn leven
Ik dacht dat mijn jongens daar bleven
(kleven,
En om hoeveel mooi speelgoed ik
(d'eignaar ook vroeg,
Die drommelsche bengels hadden nóg
(niet genoeg.
Toen we eenmaal uit den winkel
(waren,
Begint mijn vrouw om zich te Btaren,
Aandachtig of ze soms iets zocht.
Ik vlaag„O, appel mijner oogen,
Zou ik wellicht ook weten mogen,
Wat wel uw oog hier zoeken mocht
Op deez' beleefde aanspraak zegt ze
(geen boe of ba,
Maar stuift zoo naar den overkant,
Wij ailsn gaan haar aa.
Voor 't MAGAZIJN van RIET en MAND
(WERK houdt ze stand,
!t Is nummer 15 rechterhand.
Natuurlijk wordt ook daar gekocht
En gaan wij weder wij er,
Zoo heeft de wandeling ons gebroc'nt
Voor 't huis der firma MEIJER.
Wie kent er de Katoenbaai niet
Een wijziging is in 't verschiet,
Het ondergoedren magazijn
Zal ee-lang nu gevestigd zijn
In Groote Houtstraat zes en tien,
Je kunt het in de kranten zien!
Inmiddels is er uitverkoop,
Nog drukker wordt er hu de loop,
Wie daar nu van wil profiteeren.
Late d'occasie niet passeeren.
Op den hoek der Spekstraat
Mijn Karei met den neus in de ramen
(staat
En rust niet vóór we bij VAN CITTERT
(ZONEN
Een paar fraaie kinderwerkjes hebben
(bekomen.
Daar glanst op de Groeimarkt een
(schemerschijn,
En er gaat slechts éen kreet op „wat
(zou dat zijn?"
Wij met ons ze^ea, op twaalf beenen,
Spoeden ons in ongeregelde linie daar
henen.
Het is de beeltnis van St. Niklaas
Voor des heeren KCIJPERS raam,
We koopen er marsepein, speculaas
En van chocolade ons aller naam.
Toen maar weer voort, de tijd staat
(niet stil,
En moeder nooit laat naar huis toe wil.
Beitel, hamer, zaag,
Ziet een jongen graag
E« een flinke timmerdoos
Elke jongen steeds verkoos.
Bij HEENK in de Damstraat kunt gij ze
(vinden,
Vertel 't aan uw ouders maar, jonge
(vrinden
Hoe fonkelt daar het licht zoo hel?
't Is BRAAKMANS etalage,
Met sierlijk cartonnage,
Den inhoud lust een ieder wel.
't Is chocolade- en suikergoed,
Zoo lekker als het wezen moet,
En zou er bovendien niets zijn
O, ja, taai taai en marsepein.
Als wij de Damstraat weer uitgaan,
Komt er een bende feestvierders aan,
Een hoop nieuwsgierigen er achteraan,
Ik ga beschermend voor mijn familie
(staan.
Maar daar krijg ik een stomp
En een slag met een klomp,
En ik raak van de been,
En hemel en aarde lijken tijdelijk éen.
Snikkend beurt mijn vrouw me omhoog,
De woeste bende is weer henen,
Maar als ik rondtuur met mijn oog,
Zijn ook mijn kinderen verdwenen.
Ik maak mij angstig, ongerust,
Maar word dra door mijn vrouw gesust.
„Blijkbaar," zegt ze, „zijn de kindren
(er van door,
„Daar de absolut» vrijheid hen voor
zeker meer bekoor,
„Zijn ze op hun eigen houtje naar de
(winkels maar gaan zien.
Och, wie zou ook zulk
één uitstap aan de dreumessen verbiên
Samen, gearmd als jongelui,
Gaan we verder. Wat een ui
Nu dan maar naar KARTHAUS heen.
Licht is daar ons kroost meteen.
Bij Karthaus is ons kroost niet te
(vinden,
Maar des te meer fraaie artikelen,
(vrinden
In glas en kristal, porcelein en leer,
Ja, welke artikelen al aiet meer I
Hier komt in mijn schat
Een geweldig gat,
Maar daarvoor heb ik dan ook wat!
Bij DEETMAN Barteljorisstraat,
Een schoone collectie dassen staat
Ik kan de verzoeking niet weerstaan,
Er even een paar in te slaan.
Inmiddels koopt mijn vrouw voor de
(huishouderij,
Bij JAN LOMANS wat aan de overzij.
„O huwlijkstrouw, hoe schoon zijtgijl"
Zoo jublen wij straks allebei.
Wanneer mijn echtgenoote en ik,
Weer verder zijn een oogenblik.
Ia HEERES EN VAN ALPENS ma
gazijn,
Daar help ik haar kiezen een mantel
(fijn,
Terwijl zij bij SdUIMIAW kijkt ot
(een overjas,
Zeer keurig en billijk, mij sierlyk pass'.
En wat zien daar onze oogen
Daar komen aangevlogen
Ons viertal deserteurs,
Zij zeggen lachend, vroolijk,
En tegelijk zoo oolijk:
„We hebben veel gezien papa,
Mama,
Maar plat is onze beurs
We waren bij DE HAAN ZOON,
In Groote Houtstraat, weet u we),
En kochten daar, heel fijn en schoon,
Papier de luxe, een keurig vel,
Met fraaie enveloppen,
Het kostte niet veel moppen.
Bij HARTMAN toen een stoel gekocht.
Ma had gezegd, dat het wel mccht,
Van stevig bamboesriet
Voor onzen kleinen Piet.
Toen zijn wij naar VAN DECRZEN
(gegaan,
In de Zijlstraat op het hoekje
En schaften daar mooie pantoffels aan,
Voor oom Jan. Was het buiten ons
(boekje
En hier papa, hier zijn voor u,
Wat lekkere sigaren nu.
We kochten ze met grooten spoed
Bij BOON in d'Anegang,
Zooals u weet, daar zijn ze goed
En duren daarbij lang.
Ik had willen brommen maar er kwam
(niets van
Zulke drommelsche beDgels, wat doet
(men er an
Er werd op d' ontvluchting niet verder
(gelet,
We gingen naar huis toe en weldra
(naar bed.
Wordt vervolgd.)
De Kindervriend, Warmoesstraat 14 en 28.
Adri van Breemen, 15.
Firma Meijer, a 6.
P. van Cittert Zonen, Spekstraat 14.
J. Kuipers, Oude Groenmarkt 26.
H. W. H. Braakman, Damstraat 13.
G. J. Heenk, u 35.
J. P. Karthau?, Groote Markt 810.
S. J. Deetman, Barteljorisstraat 35.
Jan Lomans, 24.
De Firma Heeres en Tan Alpben, KruiBBtr. 40,
J. G. Schumann, 33.
De Firma de Haan en Zoon, Gr. Houtstr. 187.
H. M. Hartman, 78.
H. J. van Deurzen Jr., Zijlstraat 53.
C. Booa Pz., Anegang 10.
Haarlem, 28 Nov. 1892
Op het Stadhuis in de groote Raads
zaal had gisteren Zondag, te ongeveer
een uur eene eigenaardige hulde plaats
van de ambtenaren dezer gemeente aan
den afgetreden secretaris, den heermr
A. A. Land.
Laatstgenoemde, die aan huis een
verzoek had gekregen om te een uur
bij den burgemeester op het Stadhuis
te komeB, weid bij zijne aankomst al
daar in de vestibule door de heeren P.
van der Eist en J. Schouten, de oudste
ambtenaren ter secretarie, opgewacht en
naar de Raadszaal geleid.
Hier werd hij toegesproken door den
gemeente-ontvanger den heer J. C. Ger-
lings, den oudsten ambtenaar na mr.
A. J. Enschedé, die door ongesteldheid
was verhinderd aan de huldebetooniug
deel te nemen. De heer Gerlings zeide,
dat hij tot den heer Land het woord
richtte met ee« gemengd gevoel. „Mo
gen wij u gelukwenschen met de schit
terende wyze waarop, u tot griffier der
Staten is verkezen, wij betreuren het
dat wij in u verliezen een beproefd se
cretaris, die uw ambt sinds zeven jaar
met groote toewijding hebt waargeno
men, dat wij in u moeten derven een
flink kameraaj.
Ik wensch u voorspoed in uwe be
trekking en in uw huisgezin en ik hoop,
dat u ook in de toekomst een open
oog zult hebben voor Haarlem en nog-
eens een herinnering wijden aan het
korps gemeente-ambtenaren.
Beschouw dit geschenk als een gering
blijk van erkentelijkheid voor de aan
gename dageD, die wij met u hebben
doorgebracht."
Het geschenk bestaat uit een fraai
zilveren theeservies vergezeld van
een keurig bewerkt album, waarin de
namen der 39 gevers. De heer Gerlings
wees er op, dat het keurig etui waarin
het geschenk is besloten, eene attentie
is van den leverancier den heer P. van
Santen alhier, terwijl de bekende calli-
graaf, de heer M. A. van den Berg,
het album heett bewerkt.
De heer Land, antwoordende, bracht
allen zijn hartelijken dank voor het
inderdaad ODgedacht en onverwacht
geschenk en den heer Gerlings voor
zijne vriendelijke woorden. „Toen ik na
myne ziekte overwoog of ik secretaris
dezer gemeente blijven, dan wel mijne
kansen beproeven zou om te trachten
Mr. Jacobi als griffier der Staten op te
volgen, woog bij mij de overweging
zwaar, dat wanneer ik in mijne sollici
tatie mocht slagen, de gemeente-amb
tenaren zou moeten missen. Ik meende
namelijk, dat wij die ztven jaar aan
genaam samen gewerkt hadden en tot
mijne voldoening, meende ik onlangs
toen gij myne heeren, mij met mijne
beDceming kwaamt gelukwenschen, bij
U dezelfde opinie op te merken. Ik
dank u allen zeer."
Hierna reikte Mr. Land allen de
hand en dankte hen nogmaals. Hier
mede was deze hnldebetooning voor
zeker uit het hart tot het hart komende,
afgeloopen.
Door den heer H. van den Berg, lid
van den Raad alhier, is het volgende
voorstel gedaan
De ondergeteekende heeft de eer, naar
aanleiding van het door hem op 31 Oc
tober, 11., by de behandeling der begroo
ting, in zake de verhooging van het school
geld gesprokene, het volgende voorstel aan
de goedkeuring van den Raad te onder
werpen
Be Gemeenteraad van Haarlem,
Overwegende dat de baten, die de ge
meente van het onderwys ten goede komen,
niet in verhouding staan met de steeds
klimmende uitgaven, die de finantiöele
krachten te boven gaan;
Overwegende het groot aantal leerlin
gen aan verschillende inrichtingen van
onderwys, wier ouders niet in deze ge
meente wonen
Overwegende het steeds stijgende cyfer
der belastingen;
Overwegende de door de lste en 2d©
afdeeling van den Raad en door de com
missie van finantieo, by de behandeling
der begrooting over 1893 genite wenschen;
Noodigt Burgemeester en Wethouders
uit, om zoo spoedig mogelyk een voorstel
aan den Raad in te dienen tot verhooging
der schoolgelden aan verschillende inrich
tingen van lager onderwys en wel voor
zoover het lager onderwys betreft, aan d©
burgerschool voor jongens en meisjes en
de opleidingsschool voor meisjes tot het
middelbaar onderwys en voor zoover het
HOOFDSTUK II.
Isabel's familie.
«Het is van Isabel I Zy is op weg naar Parys, en zal morgen
ochtend hier zyn."
Mevrouw Chetwynd en haar dochter zagen elkaar verbaasd in
het gelaat, terwyl Warrie een oogenblik met het doperwten dop
pen ophield, en op zijn beurt hen beiden verbaasd aanzag.
«Dat is een mooie geschiedenis," vervolgde Nell.
«Wy wenschten juist elkaar geluk dat Isabel hier niet was om
ft® zien hoe treurig wy er aan toe zijn en bom daar komt
als uit den hemel hier neervallen
//Natuurlyk denkt zy, dat wy nog in het appartement wonen,
waar wy voor haar vertrek woonden, anders zou zij niet zoo
onverwachts zyn gekomen."
»Wy moeten er voor haar iets op vinden. Op de derde verdie
ping is een kamer te huur. Ik zal dadelijk Ba ons middagmaal
naar beneden gaan om ze te bezichtigen."
Nell verdween in de keuken. Evea na zeven nur verkondigd©
een driemaal herhaald kloppen aan de buitendeur de komst van
het hoofd der familie. !,Hy werd door zyne vrouw binnengelaten,
die hy teeder omhelsde, terwyl hy na het salon te zyn binnen
getreden zyne stiefdochter op dezelfde wyze begroette. Warrie
kreeg een tikje op het hoofd. Daarna strekte Leslie Chetwynd
zich met langzame bewegingen op de sofa uit, ging achterover
geleund liggen, slaakte een diepe zucht en sloot de oogen.
z/Wat ziet ge er vermoeid en afgetobd uit, lieve," zeide zyn
vrouwtje zachtjes en op een toon vol teederen angst, terwijl zy
zich naast hem neerzette, en een van zyne teDgere, witte handen
greep.
z/Ik ben vermoeid en uitgeput Lizzie," was het antwoord met
nadruk uitgesproken, wen krank krank naar lichaam en ziel,
en zoo ellendig
z/Kom Leslie, zoo moet je Diet spreken," aldus vertroostte de
kleine vrouw hem. //Houd volle moed. Er zullen wel weet betere
dagen voor ons komen."
//Natuurlijk," zeide Nell, en bracht de soep binnen.Spreek nooit
van sterven als er nog een patroon op uw revolver zit. Alle wol
ken hebben immers een zilveren rand."
vEn een laan moet al heel lang zyn, als er geen kromming in
ia," voleindigde Warrie, die zyn deel bybracht van de algemeene
troostredenen welke moesten worden genit om de verflauwende
geestkrachten van dezen zoo hard werkenden en naar zyn eigen
oordeel zoo slecht behandelden man op te wekken.
„Schnif maar aan da tafel vader," vervolgde Nell, //wanneer
ga uw middagmaal hebt gehad, zult ge wel weer opknappen*"
#Ja lieve, g'i zyt zwak en hongerig," voegde zyn vrouw er
klagend by. „Ik vrees, dat gy te hard hebt gewerkt."
//Als een negerkreunde de martelaar.
«En zeker een karig déjeuner gehad."
z/Vreeselyk. Gewoon weg afschuwelyk. Maar wat kan men voor
anderhalven franc verwachten
Eindelyk wist Chetwynd te besluiten om ook aan den disch
plaats te nemen, en getroostte hy zich de moeite te gaan zitten.
Hy was een 6lank, flink gebouwde man met een zeer aristocra
tisch niterlyk, en opvallend bevallige en hoofsohe manieren. Evenals
zyne vrouw scheen hij jonger dan hy was; niemand zou hem
ongetwijfeld voor Isabel's vader hebben aangezien. Hy was twee
en veertig jaar en zyn dochter was geboren toen hij twee en
twintig jaar oud was. Nog geen enkele gryze haar was zichtbaar
in zyn blonde, weelderige chevelure, evenmin in den zydo-
achtigc.D, goudblonden baard, die zacht en glanzend was als ge
sponnen zyde. Zyne gelaatstrekken waren zeer regelmatigzyn
gelaatskleur bizonder blankliy had een kleine mond, rechte
neus, laag breed voorhoofd, en dezelfde mooie bruine oogen als
zyne dochter. Hy was bizonder vriendelyk in zyn spreken en
manieren, en buitengewoon beleefdhy was beleefd tegenover
zyne eigen vrouw en in zyn eigen huis en dat zegt veel. Hy zou
er evenmin aan gedacht hebben om haar of zyne kinderen een
kus te geven met zyn hoed op, dan hy er aan zou hebben gedach t
om erwten met een mes te eten-
Onder het middagmaal merkte hy de afwezigheid der cande-
labres op.
//Ik zie, dat ge weer in de treurige noodzakelijkheid hebt ver*
keerd om een van die afschuwelijke banken van leening te b©