BINNENLAND. Rechts zaken. WEDSTRIJDEN. Wetgevende Macht. Letteren en Kunst. GEMENGD NIEUWS. KOLONIËN. Te Lemmer heerschteWoens- dagavond een toestand alsof er een troep bandieten over de plaats was losgelaten. In den voormiddag van dien dag had den een aantal Bunschoter visschers tegen het stormweder eene schuilplaats in de haven te Lemmer gezocht. Door deze lieden, die de herbergen druk be zochten, werden de grofste balddadighe- den gepleegd, zoodat de hulp der politie moest worden ingeroepen. Deze werd eerst mishandeld, doch door haar krach tig optreden, daarbij loffelijk door tal van personen uit het publiek bijgestaan, wist zij meester van het terrein te blijven. Vele malen was de politie, door de Bunschoters met messen bedreigd, ge dwongen van de blanke sabel gebruik te maken. Vier der belhamels werden in het arrestantenlokaal opgesloteneen hunner bleek door een sabelhouw zóó gewond te zijn, dat geneeskundige hulp noodig werd geoordeeld. Tot laat in den nacht duurde het tumult voort en het volk was eindelijk zóó woedend geworden, dat het alleen aan het beleidvol en krachtig optreden van de politie te danken is dat er geen dooden gevallen zijn. Vele ingezetenen hadden reeds intijds de buitendeuren gegrendeld. Voor het gerechtshof te Leeuwarden is het hooger beroep behandeld, ingesteld door T. Nawijn, oud 30 jaren, hoofd der o. 1. school te Beets, van het vonnis der rechtbank te Heerenveen, waarbij hij is schuldig verklaard aan smaadschrift en veroordeeld tot ƒ50 boete, bij niet be taling te vervangen door 20 dagen hech tenis, omdat hij in het Friesch Volks blad van 10 April 1.1. een door hem onderteekend hoofdartikel heeft doen plaatsen, getiteld „De Nood te Beets" en aan het slot van dat artikel schreef „Er wordt weer gewerkt door de arme „stakkers, en onderwijl zit een „smoor dronken" commissielid in de tram „en wordt te Beetsterzwaag afgehaald „met zijn wagen waarop een rustbe waarder met hem naar huis rijdt", hiermede doelende op het lid der com missie, den heer Toering. De advocaat-generaal, jhr. mr. van Panhuys, vorderde bevestiging van het vonnis. De verdediger, mr. P. J. Troelstra, betoogde dat beklaagde dat artikel niet geschreven had om te beleedigen maar in het algemeen belang, waarop hij con cludeerde tot vrijspraak. Na re- en dupliek werd de uitspraak bepaald op 8 December a.s. Door Amstels Kegelclub te Amsterdam zal van 11 December 1892 tot en met 15 Januari 1893 een groot internationaal kegelconcours worden gehouden op de kegelbanen van het Café Neuf. Het con cours zal bestaan uit: Afd. I. Korps wedstrijd (nieuwelings wedstrijd). Afd, II. Groote internationale korps wedstrijd: konings- en prinsen wed strijd; personeele en vrije wedstrijd. Voor den nieuwelingswedstrijd te hou den op Zondag 11 en 18 December zijn uitgeloofd: le prijs een groote verguld zilveren medaille; 2e prijs eene verguld zilveren medaille; 3e prijs eene groote zilveren medaille en als 4e prijs eene zilveren medaille. Voor den internationalen korpswed- strijd, te houden op 25 en 26 December 1892 en 1 Januari 1893, zijn beschik baar gesteld als: le prijs groote gouden medaille; 2e prijs groote verguld zilveren medaille3e prijs verguld zilveren medaille; 4eprijs zilveren medaille en 5e prijs bronzen medaille, alsmede eene groote verguld zilveren medaille voor dengene, die in den korpswedstrijd het hoogste aantal punten werpt, en eene zilveren medaille voor de consolatie; tevens zal aan de vijf afgevaardigden, hehoorende tot de prijswinnende korpsen, als souvenir wor den aangeboden voor den len prijs eene gouden medaille, voor den 2en en 3en prijs eene verguld zilveren, voor den 4en prijs een zilveren en voor den 5en prijs eene bronzen medaille. Voor den konings- en prinsenwedstrijd te houden Zondag 8 Januari 1893, zijn beschikbaarals koningsprijs eene ver guld zilveren medaille en eene zilveren medaille als prinsenprijs. Aan dezen wedstrijd kan alleen wor den deelgenomen door twee afgevaar digden van elke clubdie in den grooten korps wedstrijd het hoogste aantal punten hebben behaald. Als prijzen voor den personeelen wed strijd, van 11 December 1892 tot en met 15 Januari 1893 te houden zijn uitge loofd eene gouden medaille, twee ver guld zilveren en twee zilveren medailles als le, 2e, 3e, 4e en 5e prijs, benevens een consolatieprijs zilveren medaille. Voor den vrijen wedstrijd zijn diverse fraaie kunstvoorwerpen aangekocht, ter wijl bovendien voor de vijfkaarts (serie) kaarten, behalve eene verguld zilveren medaille voor het hoogste aantal punten daarop, diverse fraaie kunstvoorwerpen voor de meeste negens, achten, zevens, zessen, vijven, vieren, drieën en tweeën zullen worden uitgeloofd. TWEEDE KAMER. Zitting van Vrijdag 2 November. Aan de orde is de verdere behande ling van het perequatie-ontwerp, tot verlaging van de grondbelasting op de ongebouwde eigendommen van 7 tot 6 pet., en het amendement der heeren Ruys, Van der Borch en Zijp, strekkende om de grondbelasting op de ongebouwde eigendommen te heffen naar 5 pet. van de belastbare opbrengst. De heer Goeman Borgesius sprak het vermoeden uit, dat het amendement wel zal worden ingetrokken na de stel lige verklaring des Ministers, dat anders de perequatie mis zou loopen. Over het algemeen ging hij met het betoog des Ministers mee, doch kwam er tegen op dat verlaging van de grondbelasting tot 5 pet. gelijk de Min. had gezegd „tegen de afspraak" zou zijn. Intusschen, vooral de argumenten op bezwaren de schatkist rakende, mogen hier tegen het amendement gelden. In tusschen kwam spr. er tegen op, dat door 5 pet. de grondeigenaars het meest zouden worden gebaat. Perequatie ge schiedt om billijkheid te verkrijgen tegenover allen. Ook kon hij niet toe geven, dat dan de grens, wat de zorg voor de gemeenten aangaat, zal worden overschreden. Het Pdjksbelastingstelsel moet aldus zijn ingericht, dat steun aan gemeenten mogelijk blijkt. De Minister heeft gezegd eigenlijk geen groot voor stander der perequatie te zijn, doch dit ontwerp slechts te beschouwen als een fundament, waarop de nieuwe regeling (nog bij den Raad van State aanhangig) zal worden gebouwd. De Min. heeft van dit ontwerp gezegd, dat hij een vast percentage wil stellen, doch niet voor schatting der belastbare opbrengst. Over tien jaren zal dus nog 6 pet. worden geheven, maar dan van de pachtwaarde der gronden. Zou het nu niet beter zijn geweest (wilde spr. vragen) om een voudig een schrap te halen door de grondbelasting en in de vermogensbe lasting eene verhooging van 6 pet. voor 1 den grond op te nemen. De heer Bahlmann protesteerde er tegen, dat de verlaging tot 6 pet. eene bevoordeeling zou zijn; het is slechts eene restitutie aan hen, die gedurende veertig jaren teveel hebben betaald. Spr. ontkende, dat de Min. zich schrap kan stellen tegenover dit amendement. Want wordt dit verworpen en trekt de Min. het ontwerp in, dan ware dit tegen de afspraak, bij de Vermogensbelasting ge maakt, nl. tot verlaging van de grond belasting. En zelfs had men verlaging tot 5 pet. op het oog, waarom is den Min. anders bij de belasting-ontwerpen meer gegeven dan hij behoefde? De heer Rutgers van Rozenburg kwam ten sterkste op tegen den aandrang tot verdere verlaging en gaf den Min. in overweging zich ook „als wachthond voor de Schatkist" vooral schrap te stellen tegen het amend.-Ruys c. s., Consolatie is hier niet noodig en de quaestie van gelijkmaking wat roerend en onroerend goed betreft, is hier niet aan de orde. De heer Lieftinck stelde als amend, voor art. 1 te lezen«Te beginnen met 1893 wordt de belasting op ongebouw de eigendommen, in afwachting eener nadere wettelijke regeling van de ge- meent.-financiën, enz.» Spr's bedoeling is, nu reeds vastheid te geven aan de gedachte van hulp aan de gemeenten, die door de Reg. moet verleend worden. Met deze wijziging kan spr. met de ver laging tot 6 pet. meegaan. De heer Tydens verdedigde de ver laging tot 5 pet. nog eene onbillijk heid voor den landbouwer, die in de aangenomen belasting-ontwerpen maar luttel voordeel heeft kunnen zien. Bij zijne verdere verdediging van het ontwerp hield de Minister de door hem ontwikkelde argumenten tegen hetamen- dement-Ruys c. s„ dat hij beslist on aannemelijk noemde, vol. In het toe komstig ontwerp, dat vast percentage tot grondslag heeft, zal ruimte worden gelaten voor verbetering van den grond. Men heeft aequivalenten genoemd, doel die houdt de Min. met beide handen vast, waar hij ze dringend noodig zal hebben voor verlichting van den druk van het personeel, Inhoud van „Eigen Haard" aflevering 11. Duizend gulden, Indische schets door J. II. de Veer. Aardappelen rooien (met plaat naar de schilderij van D. A. C. Artz, in het bezit van den heer J. T. Cremer te 's Gravenhage.) De vallende sterren en haar verband met de kometen. Marinus G. van Doorn, door W. F. Margadant (met por tret). Aan zee, door A. C. L. De Noordpoolreis van Hansen. De Zaan- landsche Oudheidkamer te Zaandijk (met afbeelding). Borstbeelden van be schilderd pleister, afkomstig uit de groote-Oasis, naar G. Maspero (met af beeldingen). De Vogelverschrikker, naar het Fransch van Henri Fèrre. De portretten der ouders van Prins Willem I, door mr. S. Muller Tz. Morgen schemering in de opvoeding der vrouw, door F. W. van Eeden (met teekening van Mej. W. Keuchenius). Mounet- Sully door H. J. M. (met afbeelding). Kleurenharmonie bij damestoiletten. Portret van Héléne Fourment door Ru bens. Elise van Calcar (met portret).- Eene herinnering, door Mr. J. E. Heeres. Dahomy, exit (met afbeeldingen en portret van generaal Dodds). Een bezoek op de „Santa-Maria" Bos nische spreekwoorden. Een duel, (met afbeelding naar de pleistergroep van Henri J. Teixeira de Mattos). Een mooie Novemberdag, door G. C. Joseph. Joachim, door S. van Milligen (met portret). Rustige rust (met plaat naar de schilderij van Bennewitz van Loefen). Op de anatoimeles. De geboorteplaats van Columbus. Verscheidenheid. Feuilleton: Het kaartenkasteel. Aan allen, die ter gelegenheid van het tachtigste jaarfeest van Jonathan zich vereenigden om zijne beeltenis te laten vervaardigen ten behoeve van het Rijksmuseum, heeft ds. J. P. Hasebroek de volgende dichtregelen „ter dankzeg ging" gezonden: Deed tachtig jaar het hoofd des ouden [mans niet buigen, 't Zinkt onder 't wicht van 't meer dan [tachtigvoudig goed, Dat God en mensch hem schonk, waar- [van die jaren tuigen, Hoe blinkt de lange weg, [beschenen [door dien gloed! Ook uw Gedenken aan mijn jubel noopt [tot danken, En wekt in 't hart een stroom van zoete [erkentnisklanken. Hen zegenend, wier hand aldus mijn [grijsheid tooit Met Alpenrozen, op haar wintersneeuw [gestrooid." Ter benoeming als kapelmeester van het muziekkorps der dd. schutterij, te vens leeraar hoofd der instrumentale afdeeling van de gemeente-muziekschool te 's-Boseh, zijn in alphabetische orde op de voordracht geplaatst de heeren F. Blumentritt, muziekdirecteur te Rotterdam; Leon C. Bouman, muziekdi recteur te 's BoschD. Couwenhoven, kapelmeester der stafmuziek van het 8e regiment infanterie te Arnhem; M. J. Ogier, vroeger solo-klarinettist van het stafmuziek der grenadiers en jagers. De heer Bouman heeft het verlangen te kennen gegeven voor [de benoeming niet in aanmerking te komen. De Gaulois deelt eenige bijzonderheden mede omtrent de vlucht van Arton. Eenige dagen na den 14en Juli schreef Arton een brief aan baron de Reinach om hem te verzoeken, zijn invloed aan te wenden opdat de regeering den ijver der politie wat zou matigen. Die brief heeft zekere bedreigingen moeten bevatten, want sedert dien was Arton niet meer te vinden en nam tel kens eene andere gedaante aan, zoodat hij onherkenbaar was. Niet alleen ver anderde hij telkens zijn naam en zijn uiterlijk, maar hij wist zich ook eene geheel nieuwe doopakte enz. te ver schaffen. Hij is het laatst te Keulen gezien, waar hij zich waarschijnlijk metterwoon heeft gevestigd, wetende dat hij daar geheel veilig is. De nacht van Donderdag op Vrijdag is te Tilleur kalm voorbijgegaan. De mijnwerker, die Donderdag ge kwetst werd, is overleden. De toestand van de andere gekwetsten is ernstig. In de mijnen van het bassin van Luik werd Vrijdagmorgen nog gewerkt. De werk staking te Herloz houdt aan. De officier van justitie is te Tilleur verschenen en heeft de lijkschouwing bevolen van den mijnwerkerdie gedood werd. Er zal volgens het gerucht een nieuw onderhoud plaats hebben tusschen de afgevaardigden der werkstakers enden directeur van de mijn. De vrouw, die gekwetst was, over leed in het hospitaal. Er zijn in het geheel drie slachtoffers. De mijnwerker die een kogelwonde aan het hoofd bekwamverkeert in ernstigen toestand. Het gebeurde te Tilleur veroorzaakt groote opschudding. De rechter van in structie heeft in het hospitaal de ge wonden ondervraagd. Vrijdag is er eene vergadering van mijnarbeiders met de directie. Ten gevolge van een onder houd tusschen de gedelegeerden der werkstakers te Tilleur met de directie der mijn Herloz, is een schikking tot stand gekomen. De gedelegeerden ver bonden zich dat het werk Maandag her vat zal worden. Vrijdagavond was alles rustig. Te Ougrie is een persoon aangehou den, die Donderdagochtend de werk stakers tegen de gendarmes opzette en een brigadier met een bijl bedreigde. Te Tilleur moesten op bevel van den burgemeester alle koffiehuizen en her bergen te zeven uur sluiten. De cholera blijft hevig woe den te Courgain, Portel en Etaples. In een officieel geneeskundig verslag aan het gezondheidscomité van de haven van Londen wordt verklaard, dat het uitbreken van cholera in het aanstaande voorjaar met bijna volkomen zekerheid kan worden te gemoet gezien. At h anas, de beruchte Turk- sche rooverhoofdman doet weer van zich spreken. Hij heeft met zijn bende een groot grondeigenaar uit den omtrek van Saloniki, Chaireddin-bey, weten op te lichten. De roovers werden spoedig nagezet door een compagnie voetvolk, er ont stond een hevig {gevecht en verschei den leden der bende werden volgens bericht uit Konstantinopel gedood. De overigen slaagden er echter in zich op Grieksch grondgebied te bergen, waar bij zij den ongelukkigen Chaireddin medevoerden. Te Gracia, Spanje, is eene fabriek van valsche munt ontdekt. Twee mannen en eene vrouw zijn in hechte nis genomen, ook verdacht van betrok ken te zijn bij den diefstal van 32.000 pesetas, met behulp van een valsch stuk aan de Bank van Spanje voor eenigen tijd gepleegd. D e New - York H er aid heeft een paar maal getracht bij Bismarck gehoor te krijgen, maar te vergeefs, ten laatste had het blad hoop, Bis marck's nieuwsgierigheid te prikkelen, door hem den bekenden „inoculated reporter" Stanhope, den man die na te zijn ingeënt alles heeft gedaan om te Hamburg de cholera te krijgen, te zen den. Maar zelfs dit lokaas was niet vol doende. Het blad vindt dit wel wat ondank baar, omdat het Bismarck nogal verde digd heeft. Aan het slot zijner opmer kingen zegt het blad: Bismarck heef! geweigerd Stanhope te ontvangen; zal de Keizer hetzelfde doen? Volgens het Tageblatt is Karei van Beieren, broeder van den vermoede- lijken troonopvolger, sinds Maandag plotseling uit Munchen verdwenen. Vreemde geruchten loopener wordt zelfs gezegd dat hij zou zijn opgelicht bij een wandeling in de bergen. Bijzon derheden ontbreken. De Nicaragu a-m annen he fa- ben de hoofden bijeen gestoken, ge bruik makende van den ongunstigen toestand der Panama-zaak. In New- Orleans is de nationale handelsconfe rentie voor het Nicaragua-kanaal bijeen gekomen. Alle Staten waren vertegen woordigd. Het gewezen Congreslid Converse hield eene rede ten gunste van het kanaal, dat hij noodig noemde voor de verde diging der V. S. Het zou ook oorlogen voorkomen en den handel doen bloeien. Hij zette uiteen dat men den onmid- dellijken aanleg van het kanaal moest verzekeren onder controle en bescher ming der V. S. De senator Morgan zal het standpunt der regeering uiteenzetten. Alle woord voerders zijn het er over «ens, dat aan de V. S. vergunning moet worden ge vraagd voor de uitgifte eener leening van 100,000,000. Eene beursspeculatie wordt echter door de ontwerpers, naar zij verklaren, volstrekt niet beoogd. De vorst van Montenegro Is opgetreden als dichter. Volgens een telegram uit Weenen heeft de vorst een gedicht ter perse gezonden. Het telegram zegt evenwel, dat de titel van het gedicht isDe zan ger en.Is die titel werkelijk zoo, of is in het telegram de andere helft van den titel vergeten. De zanger en. is maar een halve zin. Het is te hopen dat de vorst der Zwarte Bergen geen halve dichter is. De stcom boot-agenten te New-York verzetten zich krachtdadig tegen het bij den Senaat ingediende voorstel, strekkende om alle landver huizing hierheen voor den tijd van een jaar te verbieden. Zij betoogen dat deze maatregel ondoeltreffend zou blijken, daar de landverhuizers in Canada zouden kunnen landen om overland de Unie te bereiken. Tevens wijzen de agenten op de onmogelijkheid om tusschen sa lonpassagiers en tusschendeks onder scheid te maken. Zulke beperkingen zouden vele stoomboot-maatschappijen ruïneeren en de tentoonstelling te Chicago grootelijks benadeelen. Batavia, 4 November. Aan het verslag van de voornaamste gebeurtenissen in het gouvernement Atjeh en onderhoorigheden loopende van 11 tot en met 24 October jl., wordt het volgende ontleend Groot-Atjeh. Slechts een enkele maal werden onze posten te Siroen, Boekit- Karang, Pakan-Kroeng-Tjoet enLamteh beschoten, zonder dat ons daardoor ver liezen werden toegebracht. Met het open- kappen van het voorterrein nabij de posten Lambaroe, Lamreng, Lampene- roet, Siroen en Boekit-Karang weri voortgegaanwaarbij de tot dekkb cl er kappers uitgezonden detachemente meermalen genoodzaakt waren eeni» salvo's af te geven om het vuur de vijands tot zwijgen te brengen en deze te verhinderen naderbij te komen. Op 13 October geraakte een brigad marechaussée tusschen Lamteh en Se bang slaags met eene, vermoedelijk ui sluikers bestaande bende, welke me behulp van een uit Lamteh gezond® patrouille werd verdreven; bedoeld brigade bekwam bij deze gelegenheii 6 licht gewonden. Onderhoorigheden. Noordkust Nabij onze post te Segli viel niets Lij zonders voor. Op de vijandelijke ver sterkingen werden nu en dan eenig granaten verschoten. Op den llden October overleed Toekoi Laksamona, radja van Edjoeng. Dei 21 sten dier maand vertrok van Öleh-lel eene compagnie infanterie naar Telol Samawé om de bezetting uit te maker van den te dier plaatse op te richter: post. Den 22sten gingen de troepen aar wal, waar de noodige barakken vooi hunne ontvangst op aanwijzing en onder leiding van den resident Scherer dooi de onderhoorigen van den radja in ge reedheid waren gebracht. In tegenwoordigheid van den civieler en militairen gouverneur, ambtenara en officieren van zee- en landmacht, lie de resident Scherer met groote plech tigheid en onder een saluut van 21 scho ten van Hr. Ms. Semarang des namiddag! om 5 uur de vlag hijschen en bezii nemen van het door den radja ten be hoeve van onze vestiging afgestane em placement. Oostkust. Door de expeditionnaire kolonne werd voortgegaan met het doen van verkenningen en het houden van oefeningen. Den 19en October vertrok de civiele en militaire gouverneur per stoomei Koerier naar Edi, om de bij ordonnantie van 10 September 1892 {Staatsblad no: 203), vastgestelde bepalingen tot verbe tering van het toezicht op de scheep vaart ter Oostkust van Atjeh in werking te brengen, hetgeen den 21 en d. a. vi geschiedde. Het weder was over het algemeen regenachtig en koel, de gezondheids toestand over het algemeen gunstiger. Het gemiddeld ziektecijfer bedroeg per dag 9 tegen 12 en dat van de beri beri 9 tegen 8 gedurende den vorigen verslagtijd. Het sterftecijfer was station] nair. In het Avondblad van het Handek blad van Vrijdag komt een merkwaar dig stuk voor van den heer A. Pierson Dit stuk luidt in zijn geheel als volgt, Wij plaatsen de vertaling der brieven er onder. Iets nieuws over de annexatis van Elzas-Lotharingen. (Ingezonden). Aan de Redactie Een mijner Fransche vrienden schrijft mij, onder dagteekening van 27 Novem ber jl. „Je tenais essentiellement a pouvoir vous fournir les preuves des détails sin guliers que je vous ai donnés surl'an- nexion de la malheureuse Alsace-Lorrai ne. Enfin mon camarade (X) a bien voalu m'envoyer une copie de la lettre de M. (Y) en me priant de ne pas publier les nomsII est a désirer que vous nous rendiez le service de mettre au jour ces faits curieux et je serais enchanté que la révélation vint -du dehors.. J'éspère que vos journalistes voudront bien imprimer la lettre en fran9ais."('li Om aan den wensch van mijn cor respondent te voldoen, neem ik de vrij heid hier den brief onvertaald te laten volgen, dien hij mij in afschrift toezond. De brief waaraan de dagteekening' ont breekt, is blikbaar kort na het einde van den Fransch-Duitschen oorlog ge schreven. Hij is afkomstig van een thans overleden Zuid-Duitscher, maar die in Frankrijk zich had laten naturaliseeren en die, bij zijn leven, in de geleerde wereld eene buitengewoon hooge plaats heeft ingenomen. Volgens zijn bericht heeft men in 1871 met EIsas-Lotharin- gen als rondgeloopen. Frankrijk mocht het niet behouden. Dat alleen stond vast; maar wie zou er zich over ont fermen? Wie zou het aandurven? Het is ten slotte aan Pruisen verbleven, om dat Pruisen het aan niemand heeft kun nen overdoen. Ziedaar de bevreemdende mededee- ling. Ik weet niet of zij ooit te voren het licht heeft gezien. Zij verkrijgt be lang wegens de drievoudige omstandig heid, vooreerst, dat zij door den aan- geduiden geleerde is overgebriefdvoorts dat deze zelf haar ontleende aan het schrijven van een Duitschen gezant bij het hof van Beieren, en eindelijk dat men haar niet voor een los gerucht heeft gehouden, maar ernstig genoeg heeft geacht, om haar onder de oogen te brengen van Thiers. De als Franschman genaturaliseerde geleerde schrijft: „Après Sedan j'ai montré a Thiers.- qui me disaitJe signerai une paix quel" 9

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 10