BINNENLAND. POLITIEK OVERZICHT. ding des te eervoller, terwijl het de belangstelling bewijst welke Hare Majesteiten voor de duivensport koes teren. Maandag namiddag omstreeks 6 ure is brand uitgebroken in pêrcsei no. 188 aan de Oranjestraat bewoond door de weduwe Heijnsbergen ontstaan op een bovenachterkamer, vermoedelijk door onvoorzichtigheid met licht door de kinderen bii het zoeken naar St. Nico- laas-cadeautjes. Het bovenhuis is geheel uitgebrand, De politie met haar slagenwagen en spuit n van de brandweer hebbenden brand gebluscht. Alles was verzekerd. Bij vonnissen der Arrondissements- Rechtbank alhier van den 6n December 1892 rijn in staat van faillissement ver klaard ie M. Deegenaar, loodgieter, ziDkwer- ker en koopman te Beverwijk met in gang van 28 November jl. ae P. Kolijn, metselaar en koopman te Oude Wetering, gemeente Alkemade met ingang van 28 November jl. In beide faillissementen zijn benoemd tot Rechter-Commissaris de rechter mi. J. de Clercq van Weel en tot Curator mr. H. Ph. 't Hooft, advocaat en pro cureur alhier. Heden (Dinsdag) is de ongelukkige A. C. Balabrega overgebracht naar het Rijkskrankzinnigengesticht, te Medem blik. de De eerste gevallen van mond- lauwzeer zijn te Haarlemmetliede c. a, geconstateerd bij den veehouder Vink, in de aideeling Schalkwijk. De afdeellng Aalsmeer, van den „Bond der Ned. Onderwijzers" heeft met het oog op het gebeurde te Siochteren eene motie van afkeuring aangenomen, betref fende het onderzoek of sollicitanten voor het onderwijs, socialistische of ra dicale gevoelens hebben. De militairen ter observatie voor het mond- en klauwzeer, onder het rundvee vertrekken uit Haarlemmermeer. Slechts éen stal, die bij den landbou wer W. Slekker, is nog besmet verklaard alwaar een militair bewaker achterblijft, De minister van binnen landsche zaken brengt ter a'gemeene kennis, dat volgens de bij hem inge komen ambtsberichten in de vorige week als aan Aziatische cholera overleden! zijn aangegeven in Z u i d-H o 11 an dte Gouda i per soon; te 's-Hage, i persoon; te Riet veld, i persoon in Noord-Holland: te Weesp, persoon. {St.ci.) Met het oog op minder go derenvervoer kort vóór, tijdens en de a. s. kerstdagen, zullen de spoorweg maatschappijen verschillende goederen treinen opheffen op 2en kerstdag, voor al ook om aan het treinpersoneel meer yrije dagen te kunnen schenken. Volgens den regenmete der rijkslandoouwsahool te Wageningen bedraagt de gevallen regen over maand November 48% mM., tegen mM. in November 1891 en 101 mM. over dezeltde maand van 1890. Zondagvoormiddag kwa een man in beschonken toestand, met hij en boosdoener te zijn; hij stelde zich zoo woest aan, dat hij zichzelf met het mes aan de borst verwondde, waarom per raderbaar naar het Binnengast huis moest worden vervoerd na alvorens zijn verbonden. Vervolgens moest hij echter naar het Buitengasthuis over gebracht worden, omdat hg zich in eerstgenoemde inrichting onhandelbaar betoonde. Zondagmorgen omstreeks halfzeven is aan de Hoogewoerd te Lei den, op verzoek van den eigenaar, een heer uit eene woning verwyderd, die ia beschonken toestand op de bovenkamer was geloopen, aldaar eene ruit had ge broken en zich vervolgens, denkende dat hij tehuis was, te slapen had gelegd. Dat dit vreemde bezoek by de bene- denbewoners, toen zij tot de ontdekking er van kwamen, eenige ontsteltenis ver oorzaakte, kan men begrijpen, Ook bleek dat de vreemde gast zelfs deur der kamer, welke hij als zijn eigen kamer beschouwde, had op slot gedaan, zoodat een politie-agent met behulp van eene ladder, welke niet zoo dadelijk bij de hand was, slechts van buiten door het raam de kamer kon bereiken. Eerst toen bemerkte de indringer dat zich niet op zijne eigen kamer (welke een paar huizen verder was) en zich op eens anders legerstede bevond. Door Burg. en Weth. van Delft is den Raad eene nieuwe veror dening op de heffing eener plaatselijke directie belasting naar het inkomen aangeboden. De voornaamste bepalingen daarvan zyn: Te beginnen met 1 Januari 1893 wordt jaarlijks ia deze gemeente gehe ven eene plaatselijke directe belasting volgens eene naar het inkomen ge maakte classificatie der belastingschul digen. Belastingschuldig is ieder, die in den zin van art. 245 der gemeentewet binnen deze gemeente zijn hoofdverblijf houdt, of langer dan drie maanden verblijf, ,en wiens jaarlijksch zuiver in komen f 600 of meer bedraagt. De grondslag der classificatie is het jaar lijksch zuiver inkomen van den be lastingschuldige. Bij de schatting van het inkomen zullen de uiteriyke staat op de vertering mede in aanmerking genomen worden. De belastingschuldige die in de ID en hoogere klasse is aan geslagen, betaalt 100 pet.daar beneden 90, 80 pet. enz., zoodat de laagste klasse 15 pet. bedraagt.De rangschikking en aan slag geschiedt ambtshalve. Het stelsel van eigene aangifte legt bij reclame tegen eene ambtshalve ver hooging den bewijslast op het gemeen tebestuur. De groote moeilijkheid, daar aan verbonden, te ontgaan, is dereden waarom wordt voorgesteld een aanslag ambtshalve. De verordening zal in werking treden Jan. 1893. Zondag heeft de heer Mur- raij, inspecteur eener levensverzekering maatschappij te 'sHage, aan de poli tie te Rotterdam kennis gegeven, dat, toen j. 1. Zaterdagavond de spoortrein waarin hij gezeten was, het station D. P. alhier voorbijreed, de deur zijner coupé openwaaide, en daardoor eenige papleren die hij bij zich had, en waar onder eene enveloppe met /630 was, buiten den wagen geraakten. Hoewel hij aanhoudend gebruik maakte van de noodrem, had dit geen gevolg, en kon hij eerst bij aankomst te 's Hage van de vermissing kennis geven. L a a 1811. Zaterdag strandde nabij Scheveniugen een molensteenvisch, ook wel genoemd maanvisch, zonae visch, klompvisch oi zwemmende kop. Werkelijk ziet deze visch er uit alsof hij geen romp of staart heeft Zijn lichaam is eene rechtop staande eivor mige schijf; de punt van het ei is de snoet; aan ae ronde zijde, den staart, even groote aarsvin, vlak boven elkander. De borstvinnen zijn betrekkelijk klein en bevinden zich vlak achter de kieuw opening. De mond is voor dezen grooten visch zeer klein, en heeft zoewel in de boven- als in de onderkaak slechts éen grooten tand. De huid is met kleine, harde, scherpe, korrelvormige lichaampjes bezet, waaraan men al zeer spoedig de hand stuk schaaft. Deze visch heeft geen zwemblaas. De kleur is aan den rug loodgrijs, aau dea buik wit. Ziju vleesch wordt niet gegeten. Deze soort komt voor in tropische en subtropisch zeeën, en wordt van tijd tot tijd ook aan de kusten van Nederland aangetroffen; 0. a. ia ruim 30 jaar ge leden een exemplaar te Den Helder aangespoeld, dat 158 kilo woog. Zij voeden zich met wier, en kunnen 2% Meter lang worden. Over de levens wijze is, weinig bekend. Het exemplaar waarvan boven sprake is meet van neus tot staarteinde 1 Meter 35 centimeter en van de punt van de rugvin tot aan de punt van de staart 1 Meter 62 cen timeter, en weegt ruim honderd kilo. Vier man waren noodig om hem op eene kar te laden en naar den dieren tuin te 'sGravenhage te rijden, waar hij door den directeur voor het museum werd aangekocht. In het dorp Moorsche, bij de belgische grens, aan den kant van Etten by Breda, zijn 70 menschen ver giftigd door het gebruik van vleesch, van een aan miltvuur gestorven rund. Verscheiden zijn reeds gestorven, terwijl er nog een veertigtal ziek liggen. Men schrijft uit Brummen dat de 30-jarige stiefdochter van den houtzager S. te Rhienderen, Zaterdag avond omstreeks 8 uur vermoedelijk door de duisternis misleid, io de vrij diepe sloot aan de Knoevenoordstraat geraakt. Tegen middernacht werd haar lijk gevonden. Uit Enschede wordtvan December gemeld: De hoogst treurige toestand der brandweer, reeds zoo herhaaldelijk bij vorige branden gebleken, kwam ook nu aan het licht. Zy was hedennacht weder zoo vlug dat ruim een half uur, nadat aan de politie, in de directe nabijheid van den brand, was kennis gegeven, de eerste slangenwagen zonder lichten aan kwam en ook zonder lichten bleef. Wanneer er geen windstilte ware ge weest, zou de ramp niet te overzien zyn geweest; thans bleef de brand be perkt by het perceel der bakkerij vaa de Winkelvereeniging in de Langestraat. Treurig voor eene stad als deze, dat niet afdoende maatregelen worden ge nomen om hen, die tot de brandweer behooren, zoodanig te onderrichten dat ieder op de hoogte is van alle werk zaamheden, die toch niet veel betee- kenentreurig dat de gaslantaarns niet werden ontstoken, zoodat men ia den donker moest scharrelen; een half uur het aanvangen met het blusschen kwamen er eindelijk 3 brandende pe- troleumfakkels. Het perceel was verzekerd. mer, de 71 jarige Jacoba Bakker, met brandwonden overdekt in beschonken toestand op den grond lag, terwijl Leg ger bezig was hare brandende kleeren te blusschen. Nadat men den brand ge stuit had, werd dr. Wiersma ontboden, op wiens advies de vrouw naar het aca demisch ziekenhuis vervoerd werd, om daar behandeld te worden. RECHTSZAKEN- een groot mes in de hand, het politie bureau der 3e sectie te Amsterdam bin- nen. Het bleek een bekende dronkaard berinden zich de zeer groote rug-en de In een buitengewoon Po litieblad wordt gesignaleerd JohaanChris- tiaan Adolph Kneckens, zich noemende Ihmels, oud 32 jaren, kasteleia, die met zijne vrouw naar Nederland is gereisd. De Regeering van Bremen, vraagt zijne uitlevering wegens bedriegelijke bankbreuk. Opsporing en aanhouding wordt verzocht en onmiddellijk bericht aan het Departement van Justitie. Zaterdagavond, omstreeks 11 uur, bespeurden Legger en vrouw, wonende op eene bovenwoning in de Tuinstraat te Groningen brand in huis. De in de buurt surveilleerende politie agent werd terstond hiermee in kennis gesteld door vrouw Legger, en toen nu een onderzoek werd ingesteld, bleek het, dat de bewoonster der achterbovenka- Niet zelden gebeurt het dat personen met een donker verleden onder een valschen naam dienst nemen bij de ko loniale troepen, jaren onder dien naam dienen en soms sneuvelen. Een varensgezel P. d. B., die eenige maanden geleden ook beproefde om zich onder éen valschen naam te Harderwijk te laten aanwerven, liep door een eigenaardigen samenloop van omstan digheden m den val en nad zich Maan dag voor de arrond. recatbank te s Hage te verantwoorden. P. d. B. was als marinier weggejaagd en kon du3 nóch als koloniaal nóch als plaatsvervanger, of hoe dan ook, meer in militairen dienst komen. Het geluk of, als men wil het ongeluk diende hem. Hij vond in de Gra venstraat te 's Hage een paspoort met certificaat van goed gedrag, eigende zich dat toe, ging daarmede naar den commissaris van politie der ie af deeling, gaf aldaar voor, C. S. te hceten te wiens naam het door hem gevonden paspoort stond vroeg en verkreeg een bewijs van goed gedrag van de burgerlijke autoriteit en ging naar Har derwijk om zich te laten aanwerven. Tot zoover ging alles goed. Daar echter de cholera te 's Hage heerschte, werd de beklaagde te Harderwijk ter observatie in het hospitaal opgenomen en daar herkend als iemand die uit den dienst was weggejaagd. Na die ontdekking ontvluchtte bekl. uit |het hospitaal, ging te voet naar Frankrijk om aldaar dienst te nemen, werd echter niet aangenomen en keerde naar Ne derland terug om een bewijs van vrij stelling voor den dienst om te kunnen gaan varen. Hij werd toen gearresteerd en had zich Maandag te verantwoorden, De beklaagde bekende volkomen het hiervoren omschrevene. Het O. M. vorderde, ter zake van diefstal en valschheid ia geschrifte, de veroordeeling van den beklaagde tot 1 jaar gevangenisstraf. De toegevoegde verdediger, mr. Ph, R. Feith, concludeerde wat den ten laste gelegden diefstal betreft tot vrij spraak, omdat de elementen voor den diefstal ontbreken. Wei zijn de ele menten voor verduistering aan wezig, maar die is niet ten laste gelegd, Ten aanzien van het tweede punt der aanklacht riep pleiter de clementie van de rechtbank in, daar bekl. door eene onbezonnenheid ongelukkig was geworden. Als marinier dienende ter Sumatra 's-westkuat, had hij het ongeluk een korporaal met wien hij een nacht aan het passagieren was geweest een klap te geven en was daarvoor door den krijgsraad gestraft met 4 jaren ge vangenisstraf, met ontzegging van ooit weer in Nederlandschen militairen dienst te komen. Een toeval deed hem een goed paspoort vinden en daarin zag hij een redmiddel om zich er weer bo venop te werken en zijne vroegere fout uit te wisschen. Uitspraak Maandag a. s. programma van het heden namiddag ie den Muntschouwburg plaatsgrijpende .Concert populaire samengesteld uit kerkzangen en liederen van Nederland- sche en Viaamsche meesters, die Daniël de Lange's „a capella" zangers zouden vertolken. De faam die hen reeds voor uit gesneld was, en niet het minst de geestdriftige bewondering, die deze élite-zangers reeds gisteren namiddag, bij de algemeene repetitie in de stamp volle concertzaal der „Société royale de la Grande Harmonie," hadden verwekt; waren oorzaak dat ook in het „Théo atre de la Monnaie" alle plaatsen reeds lang voor den aanvang bezet waren. Behoeft het wel gezegd, dat ook hief de uitnemende hoedanigheden van de Lange's koor naar waarde geschat wer den dat de weergalooze homogeniteit en de smettelooze reinheid der stemmen, de nooit talende juistheid bij het inzetten, de heerlijke „pianissimo's" wegstervend als de galm van een orgelakkoord on der de gewelven eener noofdkerk, de godsvruchtige zoo op en top stilgerechte weergave der „Kyrie's, Agnus Dei's" en psalmen, de naieve en tevens guitige vertolking van liederen als „Petite Ci- musette, Madrigal" en „Entre vous fil- ies," kortom, de nooit te voren bewon derde voortreffelijkheid vaa dit koor, dat éen enkel instrument lijkt, ook hier het publiek in het hoogste stadium van bewondering en verrukking bracht. Aaa geestdriftige toejuichingen en bis-kre- ten heeft het niet ontbroken en, even als gisteren, heeft heden namiddag het koor, gevolg gevend aau de stormach tige bijvalskreten, het lied „Petite Camu- sette" ten tweede male gezongen. Na slot van het laatste nummer zyn de zangers nog, door den niet eindi genden storm van bijvalsbetuigingen ge noopt, voor het voetlicht verschenen, waarby aan de zangeressen elk een rui ker werd ter hand gesteld. Morgenavond zal het koor zichdoên hooren ia de Concertzaal van den „Cer- cle Artistique et littéraire" Letteren en Kunst Men schreef van Zondag uit Brussel het volgende: Met uitzondering van drie nummers, door het orkest uit te voeren, was he. By de vorming van het nieuwe fran- sche Kabinet schijnt ook te gelden de waarheid van den oud-Hollandschen spreukdrie keer scheepsrecht. Nadat het aan Brisson en Casimir Périer is mislukt om een geschikte combinatie te vormen, heeft de heer Carnot zich tot Ribot gewend. In een onderhoud heeft de afgetreden minister-president Lbubet aau Carnot verklaard, dat hy de zelfverloochening zoover zou drijven, eene portefeuille aan te nemen in de combinatie Develle, maar in geen geval gevoelde hij zich de rechte man om het presidentschap aan te nemen. De laatste berichten hieromtrent lui de n, dat Ribot geooeg medewerking heeft gevonden om er van verzekerd te zijn te zullen slagen. 'Op het oogenblik zijn in het nieuwe plan begrepen al de leden van het af getreden ministerie, met uitzondering van Ricard en Roche. De lijst is als volgt: minister-president en buitenlandsche za ken Ribot, binnenlandsche zaken Loubet, justitie en eerediensten Bourgeois, finan- ciëa Rouvier, oorlog Freycinet, mariQt Burdeau, landbouw De Ville, openba» werken Viette, handel Barrien, onder wijs Ch. Dupuy. Ribot heeft verslag gedaan van zijn< handelingen aan den president der re publiek, die hem met warmte geluk ge wenscht heeft. De samenstelling van he Kabinet wordt stellig Woensdag officieé bekend gemaakt. Nader wardt omtrent deze lijst noj gemeld, dat by de morgen (Woensdag officieel aan te kondigen sameostellinj van het nieuwe ministerie Siegfried za Door zyne familieleden werd hy met groote spanning verbeid, daar zyn langdurige afwezigheid hun schrik bad aangejaagd. Hunne verbazing was groot toen zy hoorden, dat het kastje zyn weg had gevonden naar graaf Pohitonoff. Vooral was Isabel zeer onaangenaam verrast door dit zonderling toeval. Dat de man, wiens aanzoeken, met zooveel aandrang gedaan, en die zij zoo onmeedoogenloos had verworpen, een rol speelde in hunne huise lijke aangelegenheden, scheen haar toe een slecht voorteeken te zyn. Toen haar vader bemerkte, hoe onaangenaam zy verrast was, trachtte hy den indruk by haar te verzachten, door haar onder het oog te brengen, dat hy nu met Koskavitch moest onder handelen. „Be graaf heeft met de geheele zaak niets meer te maken/' voegde hy er by. Des Maandags verliet Leslie ten half drie het huis met het oog op hun afspraak. Hy keerde een paar uur later terug zonder het kabinet en als een beeld der verslagenheid. „Weer eene teleurstelling!" riep hy uit, als antwoord op de vragende blikken van zyne familieleden. //Dokter Koskavitch heeft het kastje ten geschenke gegeven aan eene dame, en nu moet ik er haar over aanspreken. Hy zegt, dat hy het haar niet durft yragen, maar hy zinspeelde er op, dat als Let my de moeite waard was om te trachten haar te bewegen het my af te staan, ik het misschien zou krygenMisschien I Goede hemelEn ons geluk voor de toekomst hangt er geheel van af om hef t9 kunnen terugkrijgen of niet." „Wanneer gaat gij die dame bezoeken, liefste vroeg mevrouw Chetwynd. „Ik zal haar niet voor Donderdag kunnen spreken. Zij is naar het schynt vanmorgen uit de stad gegaan en zal niet voor Woens dag terugkomen. De dokter heeft gezegd, dat hy, zoodra zy terug gekeerd is, haar zal opzoeken om den weg voor my te banen en dan zal hy mij schrijven." „Alsof hy haar niet zou kunnen bewegen om hem het kastje te geven 1" riep Nell uit. „O, ik begryp zeer goed zyn motief, dat hy wil, dat i k onder handel. Zy is blykbaar een vrouw, die goed op haar zaken past, en niet voor niets van haar geschenk afstand zal willen doen. Zy zal er my voor willen laten betalen wat het kost; ik bedoel natuurlijk, wat het den graaf kost. Hy heeft er vijfhonderd francs voor gegeven. Misschien verwacht zy, dat Ik er zeshonderd voor geef." „Dus de dokter zou haar verteld hebben, wat het kost zeide Isabel. „Ik vermoed van wel; hy gaf my tenminste te verstaaD, dat zy de waarde kende. De zaak is, geloof ik, dat hy haar heeft gezegd, het zelf juist voor haar te hebben gekocht." „Dat zou mij niets verwonderen," zeide Isabel. Dokter Kos kavitch is tot alles in staat. Ik acht hem voor een slecht, begin selloos mensch." „Hij ziet er als een schavuit uit," was het kalme antwoord van Leslie. „Ik heb mijn leven lang nog nooit zulke duivelachtige oogen gezien, als die man heeft." Met den post van acht uur ontving Isabel twee brieven, een van lady Maitland en een van Edward Dennyson; er was er ook een van laatstgenoemde voor den heer Chetwynd, waarin hy dezen zyne toestemming vroeg tot zyne verloviüg met Isabel. Lad Maitland schreef in de hartelijkste bewoordingen en smeekte Isabi om vergiffenis voor hare rampzalige vergissing en bad haar zc spoedig mogelyk naar Rocklands terug te keeren. „Edward heeft voorgesteld om u te halen," vervolgde de schry ster, „maar ik zeide hem, dat dit niet comme ilfaut wa Wy moeten de vormen een weinig in acht nemen. Ik smeek echter, uw terugkeer niet lang uit te stellen, want hy maakt ni het leven zeer onaangenaam, en is in een woord cnverdrageliyl Ook de kinderen weeklagen en schreien om uw terugkeer, e Will en ik reikhalzen ©r naar om Edwards toekomstige vroui op Rocklands te verwelkomen." De brief van den geliefde was zeer lang. Het is geheel ove: bodig om den inhoud weer te geven. De lezer kan zich den i: houd zeer goed voorstellen, de zoo dikwijls herhaalde geschiedt nis, oud als de weg naar Rome, en toch altyd nieuw, altydwe kom, altijd aangenaam voor dengene, aan wien ze verteld word hetsy met behulp van de pen, de lippen of de oogen. Het eer. fluisterend uitgesproken in het paradijs, zal ze tot den Dag d< Oordeels steeds gretige ooren vinden, Isabel had den brief van lady Maitland aan hare stiefmoedf overhandigd en deze zeide na den inhoud te hebben gelezen: „Ik vermoed dus, dat wij u spoedig weer zuilen moeten ve liezen, lieveling Gy zult toch zeker in ieder geval niet vot Donderdag van hier gaan?" (Wordl 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 2