DERDE BLAD
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
KOLONIËN.
GEMENGD NIEUWS.
BBHOOBENDE BW
HAARLEM'S DAGBLAD.
YAN
Maandag 2 Jan. 1893.
Vergadering der Commissie voor am-
bachtsonderwijs op Donderdag 29 De
cember in de boekerij van het Museum
van Kunstnijverheid.
Aanwezig waren elf leden, waardoor
Amsterdam, Utrecht, 's Gravenhage,
Dordrecht, Alkmaar, Deventer, Meppel,
Groningen en Haarlem vertegenwoor
digd werden.
De voorzitter, de heer E. von Saher,
opent de vergadering, heet de heeren
welkom bij den arbeid die hen wacht,
en verzoekt den heer Snellebrand,
Secretaris, de notulen der vorige ver
gadering, die plaats had op 29 October,
voor te lezen. Na de goedkeuring neemt
de voorzitter het woord en wijst erop,
dat, aangezien de Commissie bij deze
tweede vergadering eene aanzienlijke
uitbreiding heeft verkregen en door
hem slechts voorioopig het voorzitter
schap was aangenomen, hij thans zijne
taak aan meer bevoegde handen wenscht
toe te vertrouwen, en verzoekt de Heeren
tot de verkiezing van eenen anderen
voorzitter over te gaan.
De heer Boersma uit 's Gravenhage
vermeent te moeten opmerken dat hij
het met den voorzitter niet eens is, dat
de vooszitter zijne taak met ijver en tot
aller voldoening heeft waargenomen en
stelt voor per acclamatie den heer von
Saher weder als voorzitter te benoemen,
aldus geschiedt.
De heer Snellebrand uit Meppel be
vindt zich in dezelfde omstandigheid en
beweert bovendien dat wegens den verren
afstand zijner verblijfplaats het wensche-
lijk zou zijn een van de andere leden
met het secretariaat te belasten.
De heer de Yries uit Groningen be
weert dat dit tot nog toe geen bezwaar
heeft opgeleverd en verzoekt de leden
der vergadering den heer Snellebrand,
die deze taak op zoo uitstekende wijze
heeft waargenomen, weder te benoemen.
Met algemeene stemmen wordt den heer
Snellebrand het secretariaat opgedragen.
Thans komt jin behandeling het hoofd
punt waarvoor deze vergadering werd
belegd.
De verschillende vakken worden met
het programma van eischen gesteld
door de commissie van de veredeling
van het ambacht en de toelichtingen
gegeven door de commissie van des
kundigen, nagegaan en aangevuld. De
commissie was door den omvangrijken
arbeid verplicht nog eene avondzitting
te houden.
In algemeene termen werd voor het
programma, dat als leiddraad voor de
onderwijskrachten moet dienen, vastge
steld dat
het onderscheid tusschen meester en
gezel in dier voege zal worden vastge
steld dat de meester geschikt moet zijn
dat wat hij maken zal zelf te ontwer
pen en zelf in teekening te brengen;
en dat men van den gezel begeert dat
hij het werk naar de teekening kan
maken.
Beiden moeten practisch en theoretisch
goed ontwikkeld zijn, beiden moeten tee-
keningen kunnen lezen, met andere
woorden beide moeten dus kunnen tee
kenen, doch zal het voor den gezel alleen
noodig zijn hem te laten teekenen met
het doel daardoor andere teekeningen
te leeren begrijpen.
In de vorige vergadering was beslo
ten een schrijven te richten aan de hoofd
commissie van veredeling van het am
bacht te 's-Gravenhage waarin bezwaren
werden gemaakt tegen den langen duur
die voor het afleggen der proeven van
bekwaamheid door de commissie van
deskundigen vastgesteld was. Het kwam
de commissie van onderwijs voor dat
de duur niet te lang was om het on
derzoek in te stellen, maar wel te lang
met het oog op hen die aan de proef
aflegging zullen deelnemen.
De gezellen zullen ernstige bezwaren
van finantieelen aard te overwinnen
hebben om zoo langen tijd te 's Graven
hage te vertoeven, maar ook zij, die
eigen zaken drijven, kunnen bezwaarlijk
zoolang gemist worden.
De commissie verzocht derhalve aan
de hoofdcommissie middelen te beramen
om aan deze bezwaren zooveel mogelijk
te gemoet te komen.
Het hoofdbestuur heeft dit schrijven
dan ook ernstig overwogen en voor
ioopig besloten, dat er pogingen zullen
worden in het werk gesteld om het ver
vaardigen der proefstukken naar teeke
ningen en gegevens door de commissie
voor deskundigen verstrekt onder be
hoorlijke controle gedeeltelijk in de
plaats waar de candidaat woonachtig is
te doen geschieden.
Verder werd in den loop der verga
dering in beginsel aangenomen dat
de commissie van onderwijs zooals deze
thans is samengesteld, zal werkzaam
blijven, teneinde de belangen van het
vakonderwijs in den meest uitgebreiden
vorm te behartigen.
In het afgeloopen jaar had Nederland
het verlies te betreuren van de navol
gende landgenooten, die aanzienlijke
ambten hebben bekleed of in de be
oefening van wetenschap of kunst zich
verdienstelijk hebben gemaakt:
A. Godschalk, R. K. bisschop te 's Her
togenbosch.
T. Schonck, oud-resident in Ned-Indië.
J. Heykamp, aartsbisschop van het
kerkgenootschap der Oud-Bisschoppe
lijke clerezy.
P. H. Witkamp, geschied- en aard
rijkskundige.
Jhr. Mr. D. van "Akerlaken, lid van
de Eerste Kamer.
E. (A. A. J. de Roy van Zuidewijn,
voorzitter van de Algemeene Rekenka
mer.
•T. H. Meijer, directeur van het Blin-
den-instituut te Amsterdam.
Mr. G. Turk, president van het Hoog
Militair Gerechtshof.
S. van Dissel, oud-inspecteur van het
inlandsch onderwijs in Ned.-Indië.
Dr. Ph. W. Korthals, Nederlandsch
botanicus.
Mr. J. de Wal, oud-hoogleeraar in
de rechtsgeleerdheid te Leiden,
t F. F. Steenberghe gep. Generaal-ma-
joor.
J. M. A. van Hellenberg Huber. gep.
generaal-maj oor.
H. J. Roeland, oud-hoofdingenieur
van den waterstaat en 's lands burger
lijke openbare werken in Ned.-Indië.
R. Wijnen, oud-resident in Ned.-Indië.
Jhr. A. G. A. ridder van Rappard,
schilder.
Otto van Rees, oud-gouverneur-gene-
raal van Ned.-Indië.
Mevr. Sophie de Yries, tooneelspeelster.
J. M. I. Brutel de la Rivière, gep.
vice-admiraal.
H. Camp, gep. viee-admiraal-titulair.
Mr. J. B. Hengst, oud-lid der Eerste
Kamer.
Mr. J. Moolenburgh, lid van de Eerste
Kamer.
W. A. Scholten, industrieel te Gro
ningen.
Dr. J. G. van Deventer, letterkundige
Mr. H. J. Smit, oud-lid van de Eerste
Kamer.
Dr. J. H. J. Schreinemaclier, lid van
de Tweede Kamer.
Mr. W. F. G. L. Francois, voorzitter
van het Gerechtshof te 's-Gravenhage.
H. K. L. Teyn, oud-gouverneur van
Atjeh.
Jhr. mr. Van Nispen, oud-resident van
Batavia.
H. J. R. Beijen, generaal-maj oor, lid
van den Raad van State.
F. G. van Bloemen Waanders, oud
minister van koloniën.
Dr. Matthias de Vries, oud-hoogleeraar
te Leiden.
Mr. J. J. Schneither, oud-resident in
Indië.
G. H. Bogaert, gep. vice-admiraal.
Mr. C. W. Opzoomer, oud-hoogleeraar
te Utrecht.
J. M. van Vleuten, oud-directeur van
binnenlandsch bestuur in Ned.-Indië.
Jhr. mr. P. J. A. M. van der Does de
Willebois, minister van staat, oud-minis
ter van buitenlandsche zaken.
J. W. van Borselen, landschapschilder.
Jhr. C. A. van Sypestein, oud-gouver
neur van Suriname.
Mr. D. de Ruyter Zijlker, oud-lid der
Tweede Kamer.
Mr. H. J. Brouwers, lid van den Raad
van State.
Mr. G. Diephuis, oud-hoogleeraar te
Groningen.
Mr. G. H. B. Boot, oud-minister van
justitie.
F. N. Nieuwenhuyzen, oud-vice-presi-
dent van den Raad van Ned.-Indië.
Mr. J. Dirks, oud-lid van de Tweede
Kamer.
Dr. L. J. Egeling, oud-inspecteui'van
het seneeskundig staatstoezicht in Zuid-
Holland.
Mr. M. J. de Lange, oud-lid van de
Tweede Kamer.
Mr. H. D. Levyssohn Norman, lid van
de Tweede Kamer.
Dr. B. Carsten, inspecteur van het
geneesk. staatstoezicht in Zuid-Holland.
Mr. P. van Bemmelen, lid van den
Hoogen Raad.
Jhr. Mr. E. A. J. D. Dibbets, oud
resident van Ned.-Indië.
G. W. baron Sweerts deLandasWy-
borgh, directeur van het postkantoor te
Rotterdam.
In het buitenland zijn o. a. overleden
Prins Gustaaf van Saksen-Weimar.
Dr. Ernst Brack e, hoogleeraar in de
physiologie te Weenen.
Mehemed Tewfik, khedive van Egypte.
O. Thibandier, aartsbisschop van Ka
merrijk.
J. L. A. de Quatrefages, Fransch an-
thropoloog en ethnoloog,
Kardinaal Henry Edward Manning.
F. Barbédienne, Fransch fabrikant van
bronzen voorwerpen.
Friedrich von Hellwald, geschied-en
aardrijkskundige.
Prof. Emile de LavaleyeBelgisch
staathuishoudkundige.
Kardinaal Simeoni, prefect der Pro
paganda.
Albert Victor Christian Edward, hertog
van Clarence (oudste zoon van den prins
van Wales).
Graaf A. E. de Nieuwekerke, gewezen
hoofd-intendant van schoone kunsten in
Frankrijk.
Karl SalvatorOostenrijksch aarts
hertog.
Antonius Anderledypater-generaal
der jezuieten-orde.
Prof. John Couck Adams, Engelsch
sterrekundige.
Dr. Max von Forkenbeck, gewezen
voorzitter van den Duitschen Rijksdag
en den Pruisischen Landdag.
Hans Hugo von Kleist-Pmtzow, hoofd
der conservatieve partij in Duitschland.
Henri Baudi'illart, Fransch staathuis
houdkundige.
Grootvorst Konstantyn Nicolajewitsch
(oom van den Czaar).
C. H. Spurgeon, Engelsch kanselrede
naar.
Sir George Paget, Engelsch genees
kundige.
Emilie Flygare-CarlenZweedsche
schrijfster.
Joh. Sverdrup, Noorsch minister-pre
sident.
Kardinaal Mermillod.
Jui'iën de la Gravière, Fransch vici-
admiraal.
Alovs Felleman, Duitsch genreschilder.
Lodewijk IV, groothertog van Hessen.
Prof. Freeman, Engelsch geschied
schrijver.
Goring Thomas, Engelsch componist.
Prins de Chimay, Belgisch minister
van buitenl. zaken.
Amalie B. Edwards, Engelsche roman
schrijfster en Egyptoloog.
Fr. M. von Bodenstedt, Duitsch dichter.
Eduard Lalo, Fransch componist.
AugustWilhelm von Hofmann, Duitsch
scheikundige.
Walt Whitman, Amerikaansch dichter.
George Klapka, gewezen Hongaarsch
generaal.
W. Field, New-York, grondlegger der
maatschappijen voor onderzeesche tele
graafkabels.
Johann Mac-Gregor Rob Roy), mede
werker van de Punchpenteekenaar.
Léon Cladel, Fransch schrijver.
A. M. G. Lemnander de Nieuwerho-
ven, Belgisch componist.
Geoffroy Dechaume, Fransch beeld
houwer.
Barzaghi, Italiaansch beeldhouwer.
Forbes Skeene, Schots geschied-
schrij ver.
Sir Morell Mackenzie, Engelsch ge
neeskundige.
Cialdini, Italiaansch veldheer en staats
man.
Victor Wilder, Fransch muziek-critieus.
Prof. Rudolf von Ihering, Duitsch
rechtsgeleerde.
Ernest Renan.
Dr. Eduard Herbst, oud-minister van
justitie in Oostenrijk.
Alfred Tennyson, Engelsch dichter.
Xavier Marmier, Fransch schrijver.
Albert Millaud, Fransch dagblad- en
tooneelschrijver.
George Bleibtreu, Duitsch schilder.
Robert Franz, Duitsch liederen-com
ponist.
G. A. Sootbeer, Duitsch staathuis
houdkundige.
Lothar Bucher, medewerker van Bis
marck.
Anna Charlotte Leffler, Zweedsche
schrijfster.
Prof. B. Windscheidt, Duitsch rechts
geleerde.
A. Ft-Schenschie, Russisch dichter.
Koningin-weduwe Olga van Wur-
temberg.
Th. A. Trollope, Engelsch roman
schrijver.
Ernst Klimt, Oostenrijksch schilder.
Kardinaal Lavigerie.
Jay Gould, Amerikaansch financier.
Dr. Werner Siemens, Duitsch electro-
technicus.
John Lemoinne, Fransch publicist.
Sir Richard Owen, Engelsch naturalist.
Jongstleden Woensdag zagen
de wegwerkers op den grindweg van
Harderwijk naar Uddel den te Nunspeet
algemeen bekenden bedelaar Arend
van den Brink, van Elspeet, een onge
woon langen tijd op eene en dezelfde
plaats zitten, in een akkermaalsbosch
dicht bij den weg gelegen.
Zij konden niet zien wat hij daar uit
voerde en gingen daarom eens naar
hem kijken. Op hunne vraag wat hij
daar zoo lang deed, gafhij ten antwoord,
dat hij een stuk brood had gegeten en
nu een oogdnblik uitrusten wilde.
Na verloop van een paar uren, toen
de man eindelijk verdwenen was, gingen
zij naar de plaats waar hij gezeten had
doch vonden eerst niets verdachts, tot
het op eens hun aandacht trok, dat de
grond op ééne plaats versch omgewoeld
was. Zij maakten toen dien grond open,
en vonden daar liggen in een papieren
zakje eene som geld, ter grootte van
ruim 10. Toen bij nader onderzoek
nog eene andere plek, niet ver van de
eerste, eveneens versch scheen omge
woeld te zijn, bleek hun dat de schat
nog veel grooter was dan zij hadden
kunnen vermoeden, want tot hunne
groote bevreemding vonden zij in ver
schillende zakjes daar begraven eene
menigte rijksdaalders en guldens, die
nadat ze die thuis hadden geteld, bleek
de niet onbelangrijke som van ruim
ƒ600 te bevatten. De bedelaar die on
gehuwd, thans ongeveer 66 jaren telt
en zeer gebrekkig is hij was als
kind in het vuur gevallen en mist daar
door alle vingers van eene hand had
die som met bedelen bij elkaar verza
meld, met de bedoeling daarvoor zich
eene plaats te bezorgen in een oude
mannenhuis.
Hij ging de geheele week uit bede
len, en kwam alleen Zaterdags te Els-
peet terug, waar hij bij iemand voor
dien dag en den volgenden Zondag voor
eene kleine vergoeding een onderkomen
vond.
Door tusschenkomst van den burge
meester. aan wien de gelden ter bewa
ring werden gegeven, zal men trachten
aan 's mans verlangen te voldoen.
Uji i B e r 1 i k u m wordt h e t v o 1-
gende gemeld
Werkloosheid! Welke plaats in het
noorden zou tegenwoordig daarvan ge
spaard blijven? Ook hier heerscht ze
in groote mate. Op eene bevolking van
ruim 2000 inwoners, loopen minstens
125 arbeiders zonder verdienste rond.
En elders in den omtrek is dit niet beter.
Dokkum en Franeker hebben reeds mi
litairen, de burgemeester van Ferwer-
deradeel, waai' vooral de werkeloosheid
groot is te Hallum, noodigt bij adver
tentie in de Leeuw. Ct. de grondge
bruikers en grondeigenaars beleefd, maar
dringend uit werk te verschaffen. In
Het Bildt is eene tijdelijke werkver
schaffing der gemeente, het afgraven
der bermen, thans afgeloopen, en de
werkeloosheid opnieuw ingetreden. En
"overal, vooral daar waai' de orthodoxe
kerkleer minder overlieerschend is, open
baart zich eene gisting, die bewijst, dat
er slechts eene aanleiding noodig is om
hier in Friesland eenen toestand te ver
oorzaken als tegenwoordig heerscht in
de provincie Groningen. En uitblijven
kan deze niet; komt hij niet dit jaar,
dan een volgend; de werkeloosheid toch
keert elk jaar in grooter omvang terug-
en de geest van ontevredenheid neemt
steeds breeder verhoudingen aan.
Hetzij hij bestaat in de drooglegging
van een deel der Zuiderzee, hetzij in
de ontginning van uitgestrekte heidevel
den of de duurzame verbetering van
verwaarloosde landerijen, een afleider,
die helpen kan, moet worden gezocht
om op den duur de rust in het noorden
van Friesland terug te brengen en voor
langen tijd werkloosheid te voorkomen.
Zooveel mogelijk echter wordt getrach t
Voorioopig in de chronisch terugkeerende
werkloosheid te voorzien. Zoo ook hier.
Eene commissie tot werkverschaffing
heeft zich gevormd. Deze is druk in de
weer geld te verzamelen; dooi' corpo
raties, particulieren en eigenaars is reeds
weinig minder dan 1000 bijeengebracht.
Men wil hiermede steunen het verbeteren
van landerijen, vaarten enz. en dus zoo
veel mogelijk de uitvoering van graafwerk
bevorderen.
Het is te hopen dat deze werkver
schaffing succes vinde; de moeilijkste
maanden toch, Januari en Februari en
de eerste helft van Maart, staan nog
voor de deur.
Evenals elders in Friesland, waar de
vlasbouw is in verval geraakt, zijn die
maanden voor den lossen veldai'beider
een tijd van volstrekte werkeloosheid.
Toen te Dirksland op den
tweeden Kerstdag zekere J. D. door den
gemeenteveldwachter, A. Maasdam, we
gens het maken van burengerucht, naar
zijne woning werd gebracht, werd dien
veldwachter door hem met een mes een
diepe wond in den rug toegebracht. Bij
de daarop gevolgde worsteling werd ook
J. D. gewond. De veldwachter staat alge
meen als een bedaard man bekend.
Batavia, 2 December.
Aan het verslag der voornaamste ge
beurtenissen in het gouvernement Atjeh
en Onderhoorigheden, loopende van 8
tot en met 21 November jl., wordt het
volgende ontleend
G r o o t-A t j e h. Onze posten te Kota
Pohama, Pakan-Kroeng-Tjoet, Boekit-
Karang, Siroen en Lamtih, zoomede de
detachementen en de onder hunne be
waking uitgezonden soldaten en dwang
arbeiders tot het openkappen van het
voorterrein, met welk werk waar noo
dig werd voortgegaan, werden nu en
dan op groote afstanden door den vij
and beschoten, zonder dat daardoor
echter verliezen werden toegebracht.
Onderhoorigheden. Noord
kust. Te Telok Samawé werd de rust
niet verstoord; met den bouw van het
tijdelijk kampement, waarin reeds een
gedeelte der aanwezige troepen onder
dak kon worden gebracht, ging men
voort.
Te Segli viel niets bijzonders voor;
onze post "werd een enkele maal be
schoten.
Oostkust. In verband met de goed
gezinde houding der verbondene radja's
ter Oostkust is de tijdelijke versterking
van het garnizoen te Edi met 2 com
pagnieën infanterie, enz. verminderd.
Zekere Nja Polim, die in den laatsten
tijd aan roof zich schuldig maakte, werd,
toen hij tegen zijne arrestatie zich ver
zette, door den mata-mata van den radja
van Edi neergeschoten.
Door lieden van Simpang Olim werd
den 7en November een te Edi thuis
behoorende prauw geroofd en naar Sim
pang Olim gevoerd; tot nog toe heeft
men de daders niet in handen kunnen
krijgen.
Westkust. Op den 9en November
werd eene kleine bezetting naarPoeloe
Raja overgevoerd en den volgenden dag
met het oprichten van een tijdelijk kam
pement begonnen.
In den politieken toestand der West
kust werd geen verandering waargeno
men; ook te Melaboeh viel niets bij
zonders voor.
Af en toe was het weder regenachtig
en de laatste dagen zeer warm.
De gezondheidstoestand was over het
algemeen stationair. Het, gemiddelde
ziektecijfer bedroeg per dag 21 tegen
21 en dat van de berri-berri 11. tegen
8 gedurende den vorigen verslagtijd.
Het sterftecijfer was hooger.
Particuliere berichten melden:
De zaken op Lombok blijven zooals
zij zijn, en de aanwezigheid van drie
oorlogsschepen is niet meer noodig. De
Java doet thans eene reis naar N. Guinea,
waar de inboorlingen eenen strooptocht
op Engelsch terrein gemaakt hebben,
waarover John Buil minder gesticht is.
De Atjeh is naar Soerabaja om te dokken,
terwijl alleen de Koningin Emma een
wakend oog houdt op Ampenan.
Den vorst op Lombok loopt het, naar
het schijnt, niet mee. Hoewel een groot
deel van het eiland hem nog getrouw
gebleven is, schijnt hij het toch op den
duur niet tegen de opstandelingen te
kunnen houden. Langzaam maar zeker
gaan de opstandelingen vooruit en, als
deze het eens blijven, zou het mij niet
verwonderen als ook Ampenan in hunne
handen viel, als wij ten minste voort
gaan met allen invoer van kruit en
wapens, voor Ampenan bestemd, tegen
te gaan.
Wat zullen wij doen? is de groote
vraag. Zooals het nu gaat, heeft het er
veel van of wij de kat uit den boom
kijken. Van eene expeditie wordt niet
meer gerept. Men is voorzichtig gewor
den, |na al de teleurstellingen inde laatste
jaren, vooral op Atjeh ondervonden.
Uit Chicago wordt gemeld
dat een tram, gevuld met passagiers,
in den ochtend van Donderdag j.l. in
botsing is gekomen met een locomotief
die eene snelheid had van 15 mijlen
per uur. Drig mannen en eene vrouw
zijn door den schok gedood. De 24
overigen zijn meer en minder gekwetst.
Het ongeluk moet aan de nalatigheid
van twee baanwachters te wijten zijn;
beiden heeft men gearresteerd.
Te Goblenz wierp zich Dins
dag een jong meisje van de aanleg
plaats der stoombooten in de Moezel.
De onderofficier H. Smidt, van het corps
grenadiers, sprong onmiddellijk en ge
heel gekleed, haar te hulp, waarop het
hem gelukte het reeds zinkende meisje
te grijpen, dat onder ijsschotsen was
geraakt. Onder groot gejuich slaagde
men er in, beiden met een bootje in
veiligheid te brengen. De reden, waarom
deze jonge dame zich van het leven
wilde berooven, was, dat zij straf duchtte
voor eene verkeerdheid door haarbegaan.
Uit Ruhrort meldt-men aan
de N. R. Ct.
Droog weder met bedekte lucht en
nagenoeg geen vorst. De havens zijn
ijsvrij; echter is de Rijn geheel met
zwaar drijfijs bedekt, zoodat de Rijn
vaart geheel gesloten is. Men vreest dat
met de strenge vorst op den Boven-Rijn
het ijs zich in het Binger Loch zal vast
zetten, met het gevolg, dat hier het water
buitengewoon zal vallen.
Kenmerkend voor de hier heerschende
toestanden is het verbod der havenpo
litie om te laden. Naar de verbazende
onkosten, die de steenkolen-exporteurs
aan staangeld op de reeds van de mijnen
afgezonden waggons en aan opslag heb
ben, wordt niet gevraagd.
In lading liggende schepen, evenals
die zich op stroom bevinden, worden
eenvoudig door daartoe aangenomen
sleepbooten verhaald, waarvan de kosten
ten slotte op de schippers worden ver
haald. Eenige firma's stoorden zich in-
tusschen niet aan het in het privaatei
gendom ingrijpende verbod, en waren
Donderdag druk aan het verladen.