BINNENLAND. niets nog haar hoop geeft dat de be nauwende nevelen weldra sullen op trekken. Wat aangaat de muziek van dit num mer kan ik verwijzen naar het gezegde betreffende die der vijfde scène. De dramatische beteekenis van dit tafreel, gaat echter die van het vytde te boven. Want hoewel ook deze scène tot den gang der handeling niet afdoet, ja deze schijnbaar noodeloos vertraagt, voert zij een nieuwe factor in, die de span ning van den belangstellenden toehoor der beduidend moet verhoogen. Van nu af toch wordt zijn geest niet meer alleen jb&zig gehouden door de vragen of en hoe Odysseus zijn doei zal bereiken, maar tevens, en in niet geringe mate door de vraag naar het wanneer. Den goeden verstaander zal dit halve woord yoldoende zijn. De landing van Odys seus op Ithaka, wordt ons in de negende scène voorgesteld. Zacht en geruischloos bereikt men de kust want de held mag niet worden gestoord in de sluime ring welke over hem gekomen is. Be hoedzaam draagt het scheepsvolk hem aan land, waar ook de rijke geschenken worden neergelegd, welke koning Aiki* noös den hoogvereerden gast bij zijn heenvaart aanbood. Onmiddellijk nemen de geleiders den terugtocht aan en Odysseus, bij zijn ont waken zich geheel verlaten en, naar hy meent, op vreemden bodem bevinden de, roept tegen zijn veronderstelde mis leiders de wraak der goden af. In zijn radeloosheid verschijnt h smPalias Athene die hem van zijn schromelijken waan ontheft, en hem tevens bekend maakt, hoe het leven zijne gade verbilterd, zijn eigen leven bedreigd wordt doordeeer- loosen, uit wier midden Penelope juist heden eenen tot echtgenoot zal moeten kiezen. „Doch" zoo stelt de godin der wijsheid en der krijgskunst hem ge rust „ick führe dich verborgen unter ste als Settler hiny und dann harre des Augenblick's der zuni Racheramt dich ruft\ Aldus geschiedt, en wel dra is de groote strijd volstreden Feest gejuich en dankoffers... imaar dit is 't onderwerp der laatste scène. Eerst nog een enkel woord over de muzikale behandeling der hier beschrevene. Het nummer begint met een bas- solo, waarin de stuurman van het phe- akisch schip zijn gezellen tot behoed zaamheid aanmaant; de gezellen be groeten vervolgens den aanbrekende** dag: een dubbel-kwartet dat zich met het voorgaande verbindt tot een muziek stukje van stil melodisch karakter, op een zacht bewogen rythmus natuurlijk en ongedwongen daarheenglijdend. Odyêseus' ontwaken, zijn wraakgeroep enz., zijn als recitatief behandeld; even zoo, althans voor 't grootste deel, de daaraan sluitende terechtwijzingen en onthullingen van Pallas Athenedie echter worden onderbroken door een hoogst gelukkig aangebrachten juichsang van Odysseus', als hij zijn lang en vurig begeerd Ithaka herkent, een ontboeze ming welke ons de geheeie volheid van zijn geluk doet meêgevoelen want op dat oogenblik is hij nog onbewust yan het gevaar dat zyn echtelijk geluk, ja zijn leven bedreigt. Ontzagwekkend is het uitbreken van zijn toorn, als hem de snoode plannen zijner verraderlijke yijaaden worden ontdekt en de ge weldige uiting van zijn wraakgevoel en zijn ongeschokt vertrouwen in de hulp der goden zijn als de laatste penseel streken, welke het beeld voltooien van den om onverschrokkenheid en wijsheid beroemden held. De slotscène eindelijk heeft tot taak: de schitterende overwinning door Odys seus op zijne uit- en inwendige, bezielde en onbezielde vijanden behaald, op pas sende wijze te bekronen. Het koor vertegenwoordigt hier het volk van Ithaka, vol vreugde over dea terugkeer van |zijn geliefden koning, wiens jongste heldendaad aller geestdrift heeft ten top gevoerd. Doch spoedig verstomt de hoogopstijgende jubeltoon want zie, daar treedt ze nader, de trouwe, zwaarbeproefde echtvrieadinne. Ze schreit, maar 'tzyn niet meer die bittere tranen van folterend zielewee 'tzijn vreugdetranen, de dierste gave, welke zij den smartelijk verbeiden vriend als eersten welkomstgroet kan aanbieden. De gevoelens van liefde, vreugde ea dank, die de gelukkig hereenigden be zielen, lossen zich op in een innig gebed tot den almachtigen Zeus, wiens goeder- tierendheid na bange winterstormen dezen lieflijken lentedag deed aanbreken. De algemeene vreugde viert haar hoog tijd in een groot offerfeest ter eere van alle beschermende goden des Vaderlands. Ten slotte enkele aanteekeningen over het aandeel dat de muziek neemt in de ontwik&eliug dezer laatste scèae. By het eerste koor behoeven we niet stil te staan; het levert niets op vaa buiten gewoon belang. Het daaraanvolgende gedeelte echter, de ontmoeting tusschen Odysseus en Penelope, verdient ten volle de opmerkzaamheid zoowei nu van den lezer als straksbij de uitvoering, van den toehoorder. Bruch heeft in den loop van zijn werk geen blijk gegeven een voorstander te zijn van z. g. leitmotieven (herhaaldelijk terugkeerende melodieèü of melomie frag menten welke door de meeste e& -Wag- nersche componisten ter ksrakteriseeriag van bepaalde personen of toestanden worden aangewend). Toch bewyst hij hier de gelukkige werking daarvan bij wèldoordachte toe passing, niet te miskennen'. De ontroe ring der beide hoofdpersonen, bij het elk&ar 'weerzien na lange scheiding, tracht hy ons te doen mêegevyelen door het aanwenden van een reeds vroeger, vóór den eigenlijken aanvang van het werk n. m. in de orkestrale inleiding ge hoord thema. Deze gedachte is zoo gelukkig en zoo exclusief-juist, dat het inderdaad zou te betreuren zijn wanneer zij voor den toe hoorder verloren ging. Daarom heb ik er hier de aandacht op willen vestigen en daarom ook stelde ik ia 't begin mij ner bespreking een nader terugkomen op de inleiding in 't verschiet. Van het slotkoor zal ik niet veel zeg gen; ik zou daarbij, op het voetspoor van den componist ia herhalingen moe ten vallen, en die zijn gewoonlijk ver velend. Bizonder mooi of belangwekkend vind ik dit nummer niet maar by het slotkoor van een uitgebreid toonwerk is meestal toch onze geest te vermoeid om nog naar iets anders te vragen dan naar levendigen gang en breede klankont- wikkeliag. Deze beide eigenschappen nu kunnen aan dit slotkoor niet ontzegd worden. Moge de uitvoering dezer toonschep- ping een helder licht doen vallen op de talryke schoonheden welke er in verbor gen liggen. Dan zullen de kunstlievende leden van Toonkunst een avond van verheffend genot doorbrengen ea de medewerkenden aan de uitvoering zullen zich de voldoening bereideneen edel kunstwerk uit onzen tijd te hebben doen kennen, waardeeren en liefhebben. PHILIP LOOTS. Na wij vernemen heeft de heer W. Küppers te Haarlem, door het ontbin den der ürma Küppers Laurey het eigendom en het recht verkregen, de uitgaaf van De Nieuwe Haarlemsche Courant annex Zondagsllad} de exploi tatie der fonds-artikelen, benevens de boekdrukkerij behoord hebbende tot ge noemde ontbonden firma, van af i Jan. 1893, voor eigen rekening voort te zet ten. Voor het nieuwe jaar is ook een nette portefeuille-almanak rondgezonden door den heer C. Boon Pz., Sigarenhan delaar, Anegang alhier. Van den heer J. H. Warnier alhier ontvingen wij een wandkalender 1898, die met zeer veel zorg is bewerkt en den goeden naam, dien de heer Warnier heeft voor fraai drukwerk, in alle op zichten handhaaft. Nu mond- en klauwzeer onder het vee in den omtrek nog niet verdwijnt, maar telkens weer hier ea daar uit breekt, achten wij het niet ondienstig nogmaals te waarschuwen tegen het ge bruik van ongekookte melk, daar de melk der aangetaste koeien voor een deel in Haarlem wordt verkocht. Vooral voor kinderen is deze melk, onge kookt, zeer gevaarlijk, terwijl.het koken haar geheel onschadelijk maakt. Zyn wij goed ingelicht, dan moet bij het gerechtelijk onderzoek ge bleken zijn, dat de dood van den stal meester van den heer Carié, den heer Persïna, moet geweten worden aan een hartkwaal, waaraan de overledene reeds geruimen lijd lijdende was. De wond nem toegebracht bij het standje met de studenten was bij zyn dood geheel ge nezen. Rhïb% Bij het afrijden van de W&- genbrug te Den Haag is Zaterdagavond in de gracht geraakt paard en wagen met goederen vaa de vrachtrijders tus schen Den Haag en Delft, De Neuve en Moll. Een bejaarde man, die achter in den wagen zich bevond, moet er bijtijds zijn uitgesprongen maar de koet sier geraakte mede in het water en kon slechts met moeite uit zijne benarde positie worden gered. Hem werd, daar hij kwetsuren had bekomen, door de politie hulp verleend. Het paard is levenloos opgehaald, en de wagen werd, nadat de goederen er zoo goed moge lijk, doch natuurlijk nogal beschadigd, waren uitgehaald, op het droge gebracht. Te Rotterdam brak Vrij dagavond een felle binnenbrand uit in het benedenhuis aan de Rottestraat 12, waarin is gevestigd de tapperij, slijterij en i-bottelarij van J. Friggen. De brand ad in de kamer, achter de gelagkamer gelegen, doordien de vrouw des huizes, die hare kinderen uitkleedde, met een brandende lamp tegen een kast deur stiet, waardoor de lamp brak en viel. Zij snelde de straat op, om hulp roepende, doch aan hare vier kinderen, 8, 5, 3 en x£ jaar oud, denkende, keer de zij terug, en had nauwelijks tijd hen te redden, zoo snel nam de brand in omvang toe. Haar man was afwezig. Nadat vier spuiten gedurende drie kwar tier uur3 hadden gewerkt, was de braad gebluscht, de binnenkamer uitgebrand en de gelagkamer onder water gezet. De waterschade is aanzienlijk. De inboe del is slechts voor ƒ1500 verzekerd, Dezer dagen werddoorde post bij den burgemeester van Waspik een ongefrankeerde brief bezorgd aan het adres vaa C. Timmers, besteller aldaar, wiens woning de vorige week door brand werd vernield. Genoemde brief hield verschillende bedreigingen in tegen Timmers, o. a. dat de onbe kende na het opbouwen der woning deze weer in de asch zou leggen enz., benevens eene beleedigiog, gericht aan den burgemeester. Het is thans gelukt de waarschijnlijke schrijfster op te sporen in de persoon van de dochter van Timmers zelve. Vermelding verdient dat de woning van Timmers reeds tweemaal in éen jaar door brand is vernield. Bij Beilen is de sneltrein die Zaterdag xx.n van Meppel naar Groningen vertrekt ontspoord. ,Geea der Aeizigers is ernstig gedeerd. Sinds j. 1. Maandag wordt te De Leek vermist de knecht van C. S., die zich dien dag op het ijs begaf, ten einde naar eene naburige plaats te rijden. Men vreest dat hij verdronken is. Zijn lijk is echter nog niet gevonden. Donderdag geraakten te Galdrop (N.-Br.) drie jongens bij het schaatsenrijden op de rivier de Dommel te watereen van hen, tien jaar oud, verloor daarbij het leven. Wederom ontvingen wij een nieuwjaarsattentie van de heeren Gebrs. Houtman, sigarenfabrikanten te 'sHer- togeabosch, Behalve hun naamkaartje zonden de heeren ons een fraai album, waarin een aantal land schappen voorkomen. Bij ieder landschsp komt een ge dichtje voor van dea heer J. R. van der Lans. Ongetwyfeld hebben de heeren Hout man hunne afnemers ook nu weer ten zeerste aan zich verplicht. Het bericht dat de predi- kant van de Ned. herv. gemeente te Stiens na de godsdienst-oefeningen ge legenheid geven zal tot debat, blijkt erg overdreven. Er zal nl. Donderdag eene bijeen komst in het kerkgebouw worden ge houden van lidmaten en van hen, die lidmaat wenschen te worden, terwyl verdere belangstellenden niet worden buitengesloten. Dan is er wel gelegen heid tot debat, doch of de sprekers van de Volkspartij hiervan gebruik kunnen maken voor hunne zaak, wordt betwij feld. Zoolang men blijft op godsdienstig terrein, dan zeker staat voor elk de ge legenheid tot debat open, waarvan reeds een enkele maal door een predikant van andere richting gebruik werd gemaakt. KOLONIËN- BATAVIA, 29 November. De Gouverneur-Generaal, den Raad van Indie gehoord, en in aanmerking nemende de noodzakelijkheid om aan de toepasselijk verklaring der Europeesche wetgeving op de Chineezea op Java en Madoera eene wijdere strekking te geven dan tot heden is geschied, heeft goed gevonden en verstaan: sadere bepalin gen vast te stellen betreffende het bur gerlijk- en handelsrecht en enkele on derwerpen van strafrecht voor de Chi- neezen op Java en Madoera. Omtrent de onlusten te Dobo, merkt de lavabode op: „De Aroe-eüanden vormen met de Kei-, Tenimber-, en Zuidwester-eilanden eene afdeeling van de residentie Am- boiaa, en op zich zelf eene oaderaf- deeling met een" posthouder, thans den heer Erntsente Dobo op het eiland Wammer, de belangrijkste handelsplaats van de geheeie groep. Uit het telegram is het niet duidelijk welk fanatisme tot den moord heeft gedreven, daar op Wammer heidenen, christenen en mo hammedanen onder de bevolking wor den gevonden. Dobo wordt van Soera- baija om de acht weken en van Am- boina om de twaalf weken door eene stoomboot van de Paketvaartmaatschap- pij aangedaan* Men schrijft van Sumatra's West kust dd. 23 Nov. jl. Door den heer Yzerman is eene begroo ting ingediend van ongeveer 2 millioen voor den aanleg van de lijn Fort de Koek—Paijacombo. De noodige opme- tingea zijn reeds gedaan. De grootste helling op die lyn wordt 65 per mille terwijl de geheeie lijn pl.m. 400 M. moet dalen. De heer Yzerman denkt over een half jaar met deze lyn te beginnen en de ingenieur Delprat, thans te Solok, wordt waarschijnlijk met de uivoering belast. Van de bevolking van Paljacomba en omstreken zijn vele rekesten bij den re sident ingekomen tegen eene spoorlijn^ daar de kar re voerders honderden in getal daardoor hunne broodwinning verliezen. De vorige week is de tunnel by So lok 800 M, lang in zooverre gereed gekomen, dat de eerste trein reeds er door is gereden.; In de Atjehschc Ct. van 18 Nov. leest men De vijand heeft weer zijn oud hand werk opgevatnu en dan worden onze werkers, die het terrein om de verster kingen open kappen, door hem bescho ten. De posten Lamdjamoe, Siroen; Lambaroe en Lamreag hebben gisteren en heden een schietbeurfc gehad. H. M. stoomschip Bali vertrok gis» teren van de reede van Oleh-Lehomte Soerabaya buiten dienst te worden gesteld. De gouverneur vertrok gistere» na middag per gouv. stoome? Condor via Telok Semawé naar Edi. Voor de benting te Blang schoot een Europ. fuselier een Atjehschen vruch ten verkooper dood. Toen hij op een tweeden Atjehor aanlegde, werd hij gegre- den. Gevraagd, waarom hij den Atjeher heeft doodgeschoten, gaf de man het leuke antwoord dat hij daarmede een goed werk had verricht. Men segt dat hij lijdende is aan krankzinnigheid. Te Siroen werd gisteren een Eur. sergeant door een vijandelijken kogel zwaar in de borst getroffeneen Eur. fuselier, die zich daar in de rivier baad de is verdronken. In de Aijehsche- Ct. van 19 Nov. leest men: Met den terugkeerenden stoomer Reael zal vermoedelijk morgen of overmorgen een groot gedeelte van die expeditio naire koloane, op 10 en 13 September jl. derwaarts gedirigeerd, van Edl terug komen. Slechts eene compagnie van het 15e bataljon infanterie, onder commando van den kapt. Scheib, waarbij zijn inge deeld de luitenants Van de Siepkamp, Van Swieten en Ermerins, zal te Edi in garnizoen blijven; zoodit de terug- keerende troepen zullen bestaan uiteem peloton cavalerie, onder commando van den in luitenant Schrassert Bert, he detachement artillerie, commandant 10 luitenant Smit en 2 comp. infanterie onder de kapt. Bals en Kamerman. In tegenstelling met dejSoekaboe- mische, heeft de Kedirisehe Landbouw- veieeniging de regeering geadviseerd de verhouding tusschen werkgevers en werknemers op Java wèl doorg^ene koe lie-ordonnantie te regelen. Zij meent dat alleen daardoor in het toenemende ge- forex aan werkvolk zal kunnen wordeB voorzien. Letteren en lenst. Inhoud Eigen Haard afl. 12 (no. 49^ 50, 51 en 52). Herberts menu's. Een uurtje rust, (met plaat). Het rouw kleed. Sinterklaas. Het veertigjarig jubilaeum van de Rijkstelegraaf. St. Nicolaas op dea Atl. Oceaan, (met af beelding). Filet de Lioa sauce Madeire De heldendaad van Mary Qimmoas. In Morpheas' arm, (met pl.) Wat maakt ontevreden? De zoogenaamde Valtherburg. Kardinaal Lavigerie. De geschiedenis van een kamerdienaar. Het oude fort en graf van kapitein Tak, (met gravuren). Een jubilé. In Memoriam. De waterkiosken te Parijs, (met afbeelding) De landengte van Panama en F. de Lesseps, (met af beelding en portret). Eene groenland- sche vertelling. Smeltende sneeuw in. het bosch, (met plaat). Ervaringen in Panama. De Madonna del Gran» duca van Rafael, (met plmt). Wulfy. Een verschoppeling. Verscheiden* heid. Advertentien. dat hij Nadine en haar zoontje voorloopig in een hotel onderdak had gebracht, maar dat hy had beloofd om haar binnen een paar dagen een beter verblyf te zullen verschaffen. Hy had Nadine weten te bewegen om voor zyne nicht door te gaan en den naam van Teska Silberkoff aan te nemen. Op dat tydstip besefte ik niet, welke zijn beweegreden hiervoor was, maar later leerde ik die kennen. Het was om alle mogelybheid te vermijden, dat haar identiteit later zou worden aangegeven door den Duitscher en zyne Vrouw, die met haar van Tobolsk naar Hamburg hadden gereisd. Hy had hen daar niet ontmoet, daar zy naar Londen waren door gereisd. Hy vond de vrouw en het kind van myn neef in het hotel, door den graaf aangewezen. Vyftien dagen na hun aan komst namen zij hun intrek in het paviljoen aan den Boulevard Lannes. Vyf of zeB maanden lang heette het voor Nadine, dat ik in St. Petersburg was opgehouden. Daarna was my een diplomatieke zending opgedragen naar Griekenland, waarmee weer drie 3. vier maanden verliepen. Nadine, wier liefde voor den graaf nu juist niet hartstochtelijk was geweest, maar die verrukt was met den titel van gravin, berustte met gelatenheid in mijne afwezigheid, zeer voldaan en tevreden nu zy meestereB was in een bekoorlyk huis, met geld ruimschoots ter harer beschikking, terwyl niemand haar voorschreef, hoe dit te gebruiken. Zoolang zy tevreden was en mij niet lastig viel, was het my geheel onverschillig of zy in Parijs bleef of naar haar geboorteland terugkeerde, waartoe ik haar door bemiddeling van Koskavitch, had willen bewegen. Op dat tydstip dacht ik evenwel bijna nooit aan haar. Ik was verpief onder den zwaren druk van myne teleurstelling, dat ik te vergeefs gepoogd had u te winnen. Ik vroeg den geneesheer nooit naar haar en uit eigen beweging sprak hy nooit over haar. Aldus was de stand van zaken toen het Ivoren kastje in myn bezit kwam. Ik vertelde uwjvaderjeen leugen toen ik hem mededeelde, dat ik het aan den dokter had afgestaan. Ik deed dit om tyd te winnen en myn plan vast te stellen, Myn doel was om het lot den prys voor uwe hand te doen worden, toen hy nog geen vijf minuten by my was. In zulk een kort oogenblik kon ik evenwel niet besluiten hoe te handelen. Toeval lig kwam het denkbeeld by my op om te zeggen, dat ik het kastje aan Koskavitch had afgestaan. Toen laatstgenoemde zag, dat er nu voor my kans was om u tot vrouw te zullen krygen en daar door zelf achteraf zou worden gezet, bekende hy alles, zeide dat myn neef een wettigen zoon had (wat voor my steeds verborgen was gehouden) en toonde my de documenten tot staving zijner bewering, welke papieren hij later in myne tegenwoordigheid ver nietigde. Ik zal niet stilstaan by eene beschrijving van mijn afgryzen, berouw en wanhoop. In myn woede gevoelde ik neiging om Kos kavitch een kogel door het hoofd te jagen. Toen myn woede eenigszins was bekoeld, vertelde hy ray kalm, dat voor ik kon huwen, Nadine sterven moest. Dit denkbeeld vervulde my met een onbeschryfelyk afgrijzen. Hij begon mij mede te deelen, welk plan hy had gevormd om haar uit den weg te kunnen ruimen, maar ik wilde niet naar hem luisteren. Ik verliet hem en sloot mij in mijn eigen kamer op. Ik zal u niet vermoeien met eene bischryviag vaa daa zielestryd die volgde en hoe ik my langzamerhand in het plan van den dokter vast- wikkelde, dat alvorens ik het voorwerp van mijne verteerende,, hartstochtelijke liefde kon huwen, Nadine moest hebben opgehou den te bestaan. De hartstocht, die my geboeid hield deed elk ge voel van medelyden en berouw zwygen; alle andere gewaarwor dingen werden er door uitgedoofd. Ik luisterde naar het plan van den dokter. Hy had zyn keus laten vallen op vergiftiging als het middel om ons doel te bereiken. Hij bezat een vergif, dat naar hy zeid© pijnloos maar zeker werkte. Ongelukkig echter liet het sporen na en daar hij alleen Nadine bezocht, zou men hem wellicht van den moord verdenken; als hy tenminste zijn niet alibi kon bewyzen waartoe hij dus in staat moest worden gesteld. i( Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 2