BINNENLAND.
Dsberichteu.
POLITIEK OVERZICHT.
9EMEMD NIEUWS.
Inhoud van De RoÜandsehe Lelie
van 11 dezerHoofdartikel Gewonde
harten (slot). Eene receptie buiten.
Eene herinnering door Elsie. Sonja
Kovalevsky. Naar Aan Carlotta de
Cazanello. Bewerkt door Una. V.
Mopsje. Novelle van Emil Roland.
(Slot). Nergens rust. Nieuwjaars
morgen. Handwerken. Bij Jona
than. Een democratisch president. De
heer en mevrouw Cleveland. Een be-
soek aan het Witte Huis I. Vragen
bus. Correspondentie. Week
kalender. Advertentiën.
Gedurende de maand De
cember zijn by het koloniaal werfdepot
aangenomen 97 personen als81 Neder
landers, 5 Belgen 7 Duitschers, 2 Luxem
burgers, i Oostenrijker en 1 Franschman,
ea werden van de verschillende korpsen
33 man overgenomen, zoodat het totaal
der werving in die maand 130 militairen
bedroeg, aan wie aan handgeld werd
uitbetaald 32,625.
Ia die maand werden naar Oost-Indïë
uitgezonden in 3 detachementen 6 offi
cieren, 12 onderofficieren en 130 minde
ren, terwijl 1 officier en 4 onder-offi
eieren afzonderlijk vertrokken.
Git Oosï-Xadie keerden te Harderwijk
2 onder-officieren en 11 miliciens terug
en uit West-Iadië 3 soldaten, die met
paspoort of met pensioen den dienst
verlieten.
De persoon P. van D., vroe
ger reiziger, thans soldaat by het kolo
niaal werfdepot, is door de maréchaus
see te Vechel aangehouden en ter bi-
schikking van den officier van justitie
te 's Bosch gesteld, als zijnde verdacht
van verduistering van 1350 ten nadeele
van zijn vroegeren patroon.
De gemeente 'tZandt (Gr.)
tracht op alle mogelijke wijzen aan
dacht te trekken. Na eerst een minder
jarige tot secretaris te hebben be
noemd wat nogal tot geschrijf aan
leiding gaf verklaarde de voorzitter
dezer dagen de schoolcommissie on-
aoodig, met welke meening de Raad
niet mééging. En nu weder zijn een
paar besluiten genomen, die aan de
vergetelheid behooren te worden ont
rukt.
In de instructie voor den gemeente
secretaris is nl. eene bepaling opgeno
men, voorschrijvende welke uniform
deze ambtenaar bij plechtige gelegen
heden mag dragen. De bedoeling van
deze bepaling schijnt te zya, den secre
taris de bevoegdheid te geven tot het
dragen van een wapen, hetgeen vol
gens de wapenwet geoorloofd is, indien
dit wapen behoort tot de voorgeschre
ven ambtskleediug. Een der leden
maakte de hilariteit verwekkende op
merking, dat hij er niets tegen had,
wanneer de secretaris er op gesteld
was zich in een harlekijnspak te steken.
In het ontwerp van een nieuw regle
ment voor de Raadsvergaderingen had
den Burg, en Weth, de bepaling opge
nomen, dat de leden op hunnen zetel
plaats nemen met ongedekten hoofde
(het schynt dus wel geoorloofd, den
hoed of de pet weer op te zetten als
zij gezeten zijn) en dat er gedurende
de vergaderingen niet mag gerookt en
gees ververschingen mogen gebruikt
worden. Het verbod van te roofeen viel
echter niet in den smaak van de meer
derheid der leden.
Tegenover de opmerking van den
voorzitter, dat hij de vergaderingen niet
wïl beschouwd hebben als gezellige
byeenkomsten, maar als zoodanige waar
gewerkt wordt, bracht een der leden in
het midden, dat indien men rookt, men
daarom toch niet feestelijk by elkaar
Is, terwijl een ander het rooken ver
dedigde door te zeggen dat hij onder
het rooken altijd kalmer bleef. De roo-
kers hebben den strijd gewonnen.
Men schrijft uit Dordrecht
In het ijs op de rivier voor onze
stad heeft Diasdag een groote oprui
miüg plaats gehad. Tegen half ééo in
den namiddag, met het begin van de
eb, kwam de Freija van denMoerdyk,
om het ijs te breken. Het vaartuig,
daartoe door de gemeente afgehuurd,
liep, onder commaKdo van den haven
meester, het Mallegat in en begon daar
met zijn ijsploeg de vastzittende ijs
massa stuk te sla&is. Daar er een flink
tij ging, werden de losgemaakte schotsen
dadelyk door den stroom medegevoerd.
Tegen half vier was het geheele Malle
gat los ea begon de Freija tegen het
op sommige plaatsen zeer dikke ijs
voor de stad op te tornen. Te vijf uur
had zij de spoorbrug bereikt, zoodat
het ijs over de halve breedte der rivier
drijvende was en met de eb afdreef.
Hierdoor is de handelskade nu uit zee
te bereiken.
Terwijl dit aan de eene zyde van de
brug plaats had, zag men aan de andere
zijde, recht voor de stad, waar het ijs
nog vastzit, voetgangers de rivier over
gaan. Slechts op enkele punten is dit
nog mogelijk, want de fa son heeft
Maandag een breede geul gemaakt tot
bij de Bomkade. Daar de overtocht te
voet nu niet meer zonder gevaar kan
plaats hebbes, heeft de politie het leg
gen van planken verboden. Het ge-
meenteveer naar Zwijadrecht wordt be
diend per schouw.
Te Papendrecht werd het veer weder
bediend door de Hendrika en niet
door het gewone veerbooije. Na 5 uur
doet de schietschouw dienst. Boven
Papendrecht zit de rivier nog vast. Van
/het Papendrechtsche veer tot de Noord
is blank water.
Tegen den gezagvoerder van de Jason,
die Maandag het ijs van de rivier ver
brak, is proces-verbaai opgemaakt,
wegens het vernielen van het looppad,
dat by verordening verboden is.
De peilschaal aan het Katerveer
teekende Dinsdagavond 6 uur 0.34
M. boven A. P., gewassen iadelaat3te
24 uur 9 c.M., wind N.-O. De passa
giers gaan te voet over het ijs, voor
vee, voer- ea rijtuigen met de pont
door de gemaakte gleuf.
Te Reenen gaat men thans van en
naar de Betuwe ook met voertuigen
over het ijs in den Ryn.
Uit Wageningen meldt men van
10 dezer, 's avonds. Het ijs in de rivier
is onveranderd vast. Alleen bevindt
zich bij het Lekskesveer eea open plek
van circa 800 meter lengte. Rijnhoogte
6.90 M, boven A P. Gewassen ia één
etmaal 34 c.M. Voor rij- en voertuigen
acht men hier het ijs nog niet sterk
genoeg. Te Opheusden passeert mende
rivier met kar en paard.
RECHTSZAKEN-
In een buitengewone zitting van de
zwolsche rechtbank, werd Maandag be
handeld de zaak van den heer Willem
Gerrit Boele, sigarenfabrikant en lid van
den Raad der gemeente Kampen. Be
klaagde was niet verschenen en verstek
werd tegen hem verleend.
Hij stond terecht voor het volgende
feitIn de openbare zitting van den
Raad der gemeente Kampen werd door
den voorzitter, mr. L. W. Ebbinge, met
het oog op het vergevorderde uur
het was omtrent half vijf voorgesteld
de zitting tot den volgenden dag te
schorsen. Alle leden konden zich daar
mede vereenigen behalve de heer Boele.
Hij noemde zulk een voorstel onwettig.
De voorzitter gaf hierop metseenige
stemverheffing te kennen, dat zulk een
voorstel wel wettig was. De heer Boele
antwoorddedat hij evengoed kon
schreeuwen als de voorzitter, waarop
deze te kennen gaf, dat hij gaarne
hierin de meerderheid van den heer
Boele wilde erkennen. Toen de voor
zitter daarop den heer Boele uitnoo-
digde om zijn fatsoen te bewaren, voegde
deze hem toe„hou jij je fatsoen be
roerde bliksem".
In deze zaak waren gedagvaard de
voorzitter mr. L. W. Ebbinge, H. M.
L. Oudendijk, wethouder, mr. P. Roe-
bert Tak, lid van den Raad, J. G.
Hissink, secretaris der gemeente, H.
Kuilert, officieel verslaggever, H. W.
Wilmerink, uitgever van de De Aan
wijzer, Aangezien de heer Boele niet
was verschenen, werden de getuigen
décharge niet gehoord. Deze waren de
heeren W. Meulenkamp, wethouder, A.
A. C. van der Mijle, G. Ph» Zalsman,
H. de Graaf, A. van der Veen, W. E.
Penning, G. H. Keizer, leden van den
Raad, A. Werf, concierge en gemeente-
bode en K. Hendriks, gemeentebode.
Alle getuigen bevestigden de te laste
gelegde beschulding.
Het O. M. betreurde het, dat de ware
eensgezindheid niet in den gemeente
raad van Kampen gevonden wordt, nog
betreurenswaardiger noemt de off. het
feit, dat een gevolg dier wederzijdsche
kibbclaryen ter openbare terechtzitting
van de rechtbank moet behandeld wor
den, Spr. had zooveel liever gezien, dat
die kibbelarij geheel binnen de murea
van de raadzaal was beëindigd. Onge
lukkigerwijze bevat echter het regle
ment van orde van den Raad der ge
meente Kampen geen bepaling, die van
toepassing is op zulk een vergrijp tegen
de goede orde. Binnen het bereik van
dit reglement vallen slechts zij, die zich
gaan bewegen buiten het onderwerp,
dat in behandeling is. En deze qualifi-
catie van dergelyke beleedigende woor
den, als door den heer Boele zijn gebe
zigd, zou onjuist zijn door al te groote
mildheid van opvatting. Hij had dan
ook gelast, dat de zaak strafrechtelijk
zou vervolgd worden. Het reglement van
orde der gemeente Kampen bracht hem
tot dia harde maar toch inderdaad on
afwijsbare noodzakelijkheid.
Het O. Me meende dat hier drieërlei
behoort onderscheiden te worden
10. of de uitdrukking een beleedigend
karakter draagt; 20. of de gebezigde
woorden strafbaar zijn, en 30. of het
bewys van het ten laste gelegde is ge
leverd.
De eerste vraag meent spr. zeer zeker
toestemmend te moeten beantwoorden.
Iemand, die een burgemeester, in de
rechtmatige uitoefening zijner function,
de woorden „beroerde bliksem" toe
voegt, maakt zich stellig aan ergerlyke
beleediging schuldig.
De tweede vraag, of de gebezigde
woorden strafbaar zijn, is niet zoo ge
makkelijk. Er is een paralel getrokken
tusschen art. 47 der gemeentewet en
art. 97 der Grondwet. Ea nu moge het
waar zijn, dat beide artikelen betrekking
hebben op eenzelfde aangelegenheid, de
inhoud is toch een geheel verschillende.
Art. 97 der Grondwet luidt„De le
den der Staten-Generaal zya niet ge
rechtelijk vervolgbaar voor hetgeen zij
in de vergadering hebben gezegd, of aan
haar schriftelijk hebben overgelegd,"
terwijl art. 47 van de gemeentewet van
den volgenden inhoud is s „Zy zijn niet
gerechtelijk vervolgbaar wegens de s em
of meening, door hen in de vergadering
geuit." Uit de vergelijking van beide
artikelen blijkt alzoo, dat de leden der
Tweede Kamer een onbeperkte bevoegd
heid bezitten om uiting te geven, aan
hetgeen door hen wordt gedacht, terwijl
bij de leden van den gemeenteraad die
vrijheid slechts tot zooverre sterkt, als
er verband tusschen de gesproken woor
den en het aanhangig voorstel is te leg-
gen.
De officier meende, dat hier het be-
leedigend karakter der woorden mag
aangenomen worden, en beweegt zich
hier volkomen in de lyn van de uit
spraak van het gerechtshof en de op
dat stuk bestaande jurisprudentie van
den Hoogen Raad.
30. Of het bewijs van het te laste
gelegde is geleverd Ongetwijfeld. Ware
dit niet reeds het geval door het onder
ambtseed opgemaakte proces-verbaal,
het getuigenverhoor heeft genoegzaam
aan het licht gebracht dat door den
heer Boele de geïacrimiaeerde woorden
zijn gebezigd. Nu wordt door de 11
getuigen décharge wel verklaard dat
zij die woorden uit den mond van den
heer Boele niet gehoord hebben, maar
verklaren, waarop het hier toch juist
aankomt, dat ze door hem niet ge
sproken zijn, dat kunnen ze niet.
Met het oog op den leeftijd van be
klaagde achtte de off. v. justitie het
opleggen eener geldboete wenschelljk;
en met het oog op de flnancleele po
sitie van beklaagde meende hij dat
deze niet gering moest zijn. Wegens
eenvoudige beleediging van een ambte
naar tijdens de rechtmatige uitoefening
zijner functiën vroeg hij derhalve bekl.
veroordeeling tot 100 boete, subsidiair
14 dagen hechtenis.
Tengevolge v»n den huldigen toe
stand in Frankrijk, heeft het ministerie
Dinsdag besloten om at te tredeu. Het
ontslag is bij den president ingediend,
die het bij den afloop van den Kabinet-
raad heeft aangenomen. De heer Carnot
heeft daarna den minister-president Kibot.
verzocht onmiddellijk wijziging te bren
gen in het kabinet. Het oud ministerie
zal in zijn geheel aanblijven met uit
zondering van Loubet en de Freycinet.
De samenstelling zal nu zijn als volgt
voorzitter en binnenlandsche zaken
Ribotbuitenlandsche zaken Develle,
(thans landbouw); oorlog,generaalLois-
sillon. De minister Bourgeois (justitie)
Tirard (flaancië-j), Dupuy (openbaar
onderwijs, eeredienst en schoone kun
sten), Siegfried (handel, posterijen en
telegraphic) en Viette (openbare werken)
zullen hunne portefeuille behouden.
Viga zal Develle als minister van
landbouw opvolgen.
Jamais (marine) zal geen deel van
het kabinet uitmaken.
Bij het heropenen van de Kamer
zitting hebben Dinsdag te Parijs geen
ernstige rustverstoringen plaats gehad.
Te diie uur waren eenige groepen
nieuwsgierigen op de Place de la Con
corde bijeen. Zonder moeite werden z(j
uit elkaar gedreven. Eenige personen,
die het verbod om te blijven staan,
niet navolgden, werden gearresteerd.
Onder hen bevindt zich een twaalftal
anarchisten. De kamerzitting werd ïo t
dezen dag gepresideerd door het oudste
lid, den heer Pierre Blanc. Voor
deze dag was (slechts aan de orde het
kiezen van een voorzitter en verdere
waardigheid bekleeders. Na zeer rumoe
rigs en levendige disenssien werd be
noemd tot voorzitter Ca.imir Perier met
254 van de 408 stemmen. De verdere
benoemingen zija tot heden uitgesteld.
In den Seaaat zijn Levoy, de voor
zitter en de vier onder-voorzitters her
kozen.
Ook is Dinsdag de behandeling der
Panama-zaak voor het Hof aangevan
gen. Een stenographische dienst is inge
steld om bij het onderzoek de debatten
voor het Hof op te nemen.
Het verhoor begon met Charles de
Lesseps, Fontane, Cottin en Eiffel.
De Lesseps, antwoordde op de vraag
van den voorzitter, waartoe de som van
600,000 (r. aan toonder bestemd was,
dat hij eene mededeeling op dit punt
niet noodzakelijk achtte. Toen echter
de voorzitter aandrong, wilde Lesseps
spreken. Doch de advocaat.generaal viel
hem in de rede, zeggende dat Lesseps
reeds Maandag bij instructie dienaan
gaande eene verklaring had afgelegd en
dat hij eene herhaling nutteloos oor
deelde. Hierop zeide de voorzitter:
Indien men geen licht wenscht, dan
s ook eene openlijke behandeling on-
noodig. Ik raadpleeg mijne collega's.
Het hof, mijne heeren, is van oordeel,
dat wij den heer Lesseps moeten onder
vragen." Lesseps zeide hierop dat,
toen het wetsontwerp voor de loten bij
de Kamer werd gedeponeerd, Baihaut
hem vroeg om voor hem een millioen
betaalbaar te stellen in verscheidene
gedeelten. Van dien dag af tot op het
oogenblik der goedkeuring van het ont
werp, ontviog Baihaut 275,000 fr., dzar
echter het ontwerp niet in zijn geheel
werd goedg keurd, werd er 725,000 fr.
niet gestort. De advocaat-generaal nam
deze verklaringen onder alle voorbe
houd aan.
Lesseps verklaarde verder dat de syn
dicaten moesten beloond worden en dat
men moest doorgaan onder deCaudijn-
sche vorken der bankiers. HugoObern-
dörfer ontving een commissie-loon; en
bij elke uitgifte moest men veel beste
den, om zich geen vijanden te maken
op de Beurs. Over Reinach sprekende,
verklaarde h(j dat deze tuk was op
winst, en dat hij wel het werk wilde
zien slagen, maar tevens veel geld er
mee verdienen. De som van 975,000 fr.
aan schuldbekentenissen aan toonder
kwam voort uit het geheime fonds der
Panama-maatschappij, waarvan 600.000
gestort was bij Herz. Toen hierbij
de advocaat-generaal tot Lesseps het
verzoek richtte om geene namen te noe
men, aangezien de instructie nog niet
gesloten was, protesteerde de voorzitter,,
zeggende„Ik ondervraag mijnheer De
Lessepshij moet dus antwoorden." De
president vroeg hierop, waarom Lesseps
al die vorderingen niet atweeswaarop
het antwoord luiddeDit was even on
mogelijk als het horloge te weigeren,
wanneer het u met bet pistool op de
borst wordt afgeeischt. Nadat de voor
zitter nog bad doen opmerken dat men
de politie had om zich to laten bescher
men, werd de zitting opgeheven.
De pruisische begrooting over het
jaar 1892 wijst op een tekort van 58
millioen mark.
Uit Belgrado wordt aan den Eclair
gemeld, dat in Montenegro een opstand
uitgebroken is. In negen dorpen zon de
bevolking zijn opgestaan en reeds zou
er een bloedig gevecht hebben plaats
gehad waarin velen gewond werden.
De afgezette gemeentebesturen van
Semendria en Tschak in Servie hebben
een oproer uitgelokt tegen de nieuw
gekozenen. Twee agenten werden ge
kwetst.
Naar het olflcieus heet, zoujde zending
van Sir Ridgeway naar Marokko niets
anders beoogen dan vriendschappelijke
betrekkingen te vestigen tusschen En
geland en Marokko; maar de corres
pondent van de Times te Tanger seint,
dat Engeland aan den Sultan een ulti
matum zond betreffende den moord van
een Britschen onderdaan te Tanger door
de inlandsche politie. Binnen 2 maal
24 uur moet de Sultau zich bereid ver
klaren tot schadevergoeding.
Twee oorlogsschepen met troepen en
geschut z:ja Dinsdag uit Buenos-Ayres
vertrokken, om zich ter beschikkiog té
stellen van den door het goeveruement
naar Corrientes gezonden bemiddelaar.
Maandag ontstond er een gevecht tus
schen 5000 opstandelingen en de 3000
man van den goeverneur van Santa
Lucia. Van Caseros rukten 3000 op
standelingen aan. De uitslag was nog
onbekend.
De fransche Noorder-s poor;)
wegmaatschappij, die ook hare ry tuigen
laat ryden over het traject Parijs
BrusselAmsterdam, heeft besloten, over
haar geheele net eleetrische verlich-
vaa een vrouw van dertig jaar, maar grijze haren liepen door
haar hoofdhaar, en haar gelaat droeg de sporen van vermoeidheid
en verbystering. Sherlock Holmes nam haar op met dien snellen,
alzienden blik, hem eigen.
//Gy moet niet bevreesd zyn," zeide hy geruststellend, boog zich
tot haar over en klopte haar op den bovenarm. //Ik twyfelerniet
aan of wjj zullen de zaak spoedig in orde hebben gebracht. Ik
zie, dat gy hier van morgen met den trein syt gekomen."
,/Kent gy my dan?"
z/Neen, maar in den palm van uw linker handschoen heb ik
de tweede helft van een retourkaartje bespeurd. Gij zult wel vroeg
van huis zyn gegaan, en toch hebt gy nog een flinken afstand in
een dog-cart langs een moeielyk berydbaren weg moeten afleggen,
alvorens gy aan het station waart."
De dame ontstelde plotseling en staarde myn metgezel verbijs
terd aan.
z/Het is volstrekt niets geheimzinnigs, geachte dame," zeide hy
glimlachende. //De linkermouw van uw manteltje is bespat met
modder op niet minder dan zeven plaatsen. De sporen zyn nog
zeer versch. Alleen eea dog-cart werpt op die manier den modder
op, en dan nog wel als men aan den linkerkant van den koet
sier zit."
//Hoe uwe verklaringen ook mogen luiden, gij hebt volkomen
gelyk," zeide zy. //Voor zes uur ben ik reeds van huis gegaan,
was twintig minuten over zessen te Leatherhead en kwam hier
met den eersten trein aan Waterloo-station aan. Mynheer, ik kan
die spanning niet langer verdragen en zal nog krankzinnig wor
den als£dat zoo voortgaat. Ik kan my tot niemand wenden een
uitgezonderd, die zich myner aantrekt, en hij, de arme man, kan
mij weinig hulp bieden. Ik heb van u hooren spreken mynheer
Holmes; door mevrouw Farintosh, die door u in haar bitteren
nood is geholpen. Zij heeft my uw adres opgegeven. O mijnheer,
denkt gy niet, dat gy my zoudt kunnen helpen, en tenminste
een weinig licht brengen in de dichte duisternis, die my omringt.
Voor het oogenblik is het my onmogelyk om u voor uwe diensten
te beloonen, inaar over een week of zes zal ik getrouwd zyn met
het beheer over myn eigen inkomen en dan zult gy my niet on
dankbaar vinden."
Holmes begaf zich naar zyn lessenaar, ontsloot dien en haalde
een smal boekje te voorschijn, dat hy raadpleegde.
//Farintosh," zeide hy. //O ja, nu herinner ik mij de geschiede»
nis, het betrof een halsketen van opalen. Ik meen, dat het voor
uw tyd was Watson. Ik kan alleen maar zeggen juffrouw, dat ik
my gelukkig zal achten dezelfde aandacht aan uw zaak als aan
die van uwe vriendin te kunnen wyden. Wat de belooning betreft,
myn beroep vindt zijne belooning in zichzelf; gy moogt my even
wel de onkosten, welke ik verplicht zal zyn te maken, vergoeden
wanneer het u het beste past. En nu verzoek ik u om mij den
toestand zoo duidelyk mogelyk bloot te leggen, opdat mij dat
behulpzaam zal zijn by het vormen van eene opinie."
//Helaas!" antwoordde onze bezoekster. Juist het afschuwelijke
van myn toestand ligt in het feit, dat myn vrees zoo vaag is en
myne vermoedens op zulke kleine gegevens rusten, die een ander
onbeteekend toeschijnen, zoo zelfs, dat hy, by wien ik boven alle
andèren het recht heb hulp en raad te zoeken, alles wat ik hem
vertel, beschouwt als verbeelding van een tydeiyk overspannen
geest. Hy zegt dat wel niet, maar ik kan het opmaken uit zyne
geruststellende antwoorden en afgewenden blik. Ik heb echter ge
hoord mynheer Holmes, dat gy een diepen blik hebt in de menig»
vuldige ondeugden van het menschelyk hart. Gy kunt my raden
hoe ik moet handelen te midden van de gevaren, die my om»
ringen"0
z/Ik ben geheel aandacht, juffrouw".
//Myn naam Is Helen Stoner en Ik woon samen met myn stief i
vader, den laatsten overgeblevene van een dor oudste, saksisch©
familiën in Engeland, de Roylotts van Stoke Moran, aan den west»
kant van Surrey".
Holmes knikte met het hoofd. //Die naam is my bekend,#
zeide hy.
z/De familie behoorde vroeger tot een van de rykste in Enge
land en de landgoederen strekken zich uit tot over de grenzen in
Berkshire aan den noordkant en tot in Hampshire aan den west
kant. In de laatste eeuw evenwel waren vier erfgenamen achter
elkaar vat; een weelderige, verkwistende natuur en de ondergang
van de familie werd voltooid door een speler in de dagen van
het regentschap. Er was niets anders overgebleven, dan een paar
akkers grond en het tweehonderd jaar oud? huis, dat met een
hypotheek zwaar was belast.
Wordt vervolgd,)