gouden werken, ter waarde van pl. ra. 150. De dader is nog niet bekend. In een verslag van bet Ebld. over eeae vergadering Zondag in „Con stantie te Amsterdam gehouden, waarin T. Luitjes als spreker optrad, leren wij aan het slot het volgende: Het gebeurde te Winschoten werd vervolgens door spr. aan critiek oader- worpeu. Daarbij klaagde hij vooral over het ruwe optreden der huzaren, d.ie door den kastelein Stuvé waren opgehitst. Spr. vetkl&arde nog pertinent, dat by de botsbg bij de papier fabriek niet eerst door de arbeiders naar de mili tairen was geworpen, maar dat deze laatsten geschoten hadden op den troep, die niets deed dan een lied zingen, en eerst da&raa hadden de arbeiders ter zelfverdediging met steenes en steen- geworpen. Een maa die zich even voor een der vensters vertoonde, kreeg on* midddljjk een schot in de boret. Wie dit niet kan geloovea, zei spr., ga het maar vragen aan de verpleging in bet G«thuis te Groningen. Wie den toestand in het Noorden kent, aldus eindigde spr., weet dat men daar slechts wacht op het sein voor den algemeenen opstand. De plattelands volHng is uitstekend geschikt voorden gueiilla-oorlog. „Beter viud ik het van de arbeiders, zich dood te vechten op straat, dan dood te nongeren in de hutten". Deze toespraak werd met langdurige bijvalsbetuigingen begroet. Aan het de bat nam slechts éen spreker deel, die verklaarde dat te Utrecht 400 soldaten zich hadden vereenigd met de gelofte, eer hun handen te laten verbranden, dan te schieten op de arbeiders in het Noorden. Ten slotte spoorde de heer Coltof de aanwezige vrouwen nog aan, haar kin deren groot te brengen in haat tegen alle bezitters. Huu moet de gedachte ingeprent worden, dat er geen enkele goede onder de bezittende klasse is. „Haat tegen de bezitters moet het geloof der kinderen zijn". De vergadering ging hierna uiteen. Aan de deur werd eene inzameling ge houden voor de gewonden en de gevan genen in het Noorden. De N. R. Ct. van Maandag- avord bevat uit Wageningen het vol gende ingezonden [stuk: Geachte Redactie, De heer G. W. baros van Dedem spedt hoog spel. Ia de N, Rott. Courant dd. 14 Januari ae blad A vordert ZHWG. van de leden van den Raad, dat zij pertinent en openlijk zullen ant woorden op de volgende vragen „io. Heeft mr. G. W. baron van Dedem u op eenigerïei wijze verzocht, aangespoord of overgehaald om zijn zoon tot gemeente-ontvaDger te be noemen 20. Heeft hy zelfs met een enkel woord zijn zoon voor die betrekking by u aanbevolen P 30. Heeft hij, byaldïen hij met u of in uwe tegenwoordigheid die benoeming mocht hebben besproken, niet reeds voorlang en voor alles uitdrukkelijk uitdrukkelijk verklaard, dat, ingeval zijn zoon voor de betrekking ia aanmerking zou komen, hij ter openbare raadsver gadering, voor die benoeming bestemd, niet zou verschijnen? Wordt binnen 10 dagen geen ant woord ontvangen, dan zal de onderge tekende daaruit besluiten, dat op de eerste twee vragen een ontkennend, en op de derde vraag een bevestigend antwoord is gegeven, tenzij wordt ver meld, dat omtrent het laatste vraagpunt niets bekend is." ZHWG. wil daardoor een einde ma ken aan de schandelijke verdachtma kingen enz. enz." Als pertinent en openlijk antwoord daarop diene onderstaand getuigenis van het raadslid J. W. van Rooyen, een man van onverdachte goede trouw. De overige vijf raadsleden, die daaraan medeplichtig zijn, bewaren natuurlijk het stilzwijgen wel, en tegenover hen van wie geen steun was te verkrijgen voor de benoeming, was natuurlijk vooraf geen woord daarover gesproken. Van uwe onpartijdigheid mogen wij verwachten, dat u plaats zult verlcenen aan dit stuk, tegenover de uitdaging van G. W. baron van Dedem. Met hoogachting en dankzeggende voor de verleende plaatsruimte teekenea UEds dwdienaren^ D. J. AN URE AE» C' ENDT. C. BERGACKER. A. N. COSTER US. Op Woensdag 4 Januari heeft om dergeteekende zich begeven naar J. W. van Rooyen, raadslid tc Wageningen, die hem het volgende heeft medege deeld. Op Donderdag 29 December heeft hij (J. W. van Rooyen) een bezoek ontvangea van het raadslid J. van Beynum om te spreken over de aan staande benoeming van eenen gemeente ontvanger en hem te bewegen, zijn stem als zoodanig uit te brengen op den zoon van baron van Dedem alhier Van Rooyen heeft hiertegen verschil lende bezwaren geopperd, doch heeft op uitnoodiging van genoemden Van Beynum, beloofd, den volgenden dag, 's avonds, eene vergadedng te komen bijwonen in het „Oranje-hotel" te Wa geningen, om ongeveer acht uur, ten einde verder daaromtrent eene beslis sing te nemen. Op die ^vergadering waren tegenwoordig met J. W. vara Rooyen, de heeren baron Van Dedem, Suackers, Van Omme en Vaa Beyaura, allen raadsleden. Na herinnerd te zijn aan het doel der bijeenkomst, n. ra. een beslissing te nemen, op wien de stem door de daar tegenwoordig zijnde leden zou worden uitgebracht, stelde het raads lid Vaa Beynum voor om .tusschen twee personen, nl. den heer Van Dedem Jr. en Van Heeisum Jr. alhier, eene keuze te doen. Na verschillende besprekingen, werd aldaar het navolgende besloten; Baron Van Dedem zou gaan naar het op deze vergadering afwezig zijnde raadslid F. S. G. J. Roes, en indien die, evenals de op deze bijeenkomst aanwezig zijnde leden, genegen was om zijn stem uit te brengen op den zuon van baron Van Dedem, zou deze, al. baron Van De dem, niet ter raadsvergadering op Za terdag 31 December verschijnenwas echter de heer Roes eventueel daartoe niet genegen, dan zou baron Van De dem wel ter vergadering verschijnen en dan zouden de hier vergaderde leden hun stem uitbrengen op den heer Van Heeisum, alhier. Aan ondergeteekende is vrijheid ge geven door J. W. van Rooyen om hieraan, daar, waar ondergeteekende dit noodig acht, openbaarheid te geven en ten bewijze van goedkeuring onder teekend door {w,g.) J. W. VAN ROOYEN. De volgende verklaring is door den heer Van Rooyen afgegeven aan den heer Van Dam van Brakel, wethouder, „De ondergeteekende Jan Willem van Rooyen, lid van den gemeenteraad van Wageningen, geeft bij deze de verkla ring, G. W. baron van Dedem hem persoonlijk in de vergadering in het „Oranje-hoter over de benoeming van zijn zoon A. C. baron van Dedem heeft gesproken en hem, evenals de andere aanwezigen ter vergadering, verzacht op dezen te stemmen, en zich zoodanig over den heer G. de Haas, burge meester van Ophemert en No. i van de aanbeveling voor gemeente-ontvanger, heeft uitgelaten, hy niet van zich kon verkrygen dezen persoon mede te stem men en ia de gemeente te helpen brengen. Wageningen3 Januari 1893, {get.) J. W. VAN ROOYEN." A. N. COSTERUS. Zekere J. D., een schipper, liggende met zijn vaartuig in de Schie te Rotterdam, vervoegde zich Maandag avond omstreeks 7 uren bij een dokter op de Wijnhaven en verlaagde geld, omdat hij de vorige week, toen het paard van dien dokter op hoi geraakt was, geholpen had het tot staan te bren gen, waarbij hij, volgens zijn zeggen, schade bekwam. De dokter, niet voor nemens zonder ondersoek aan 's mans verlangen te voldoen, verwees hem naar den eigenaar van het paard. Hierover geraakt, sloeg de schipper er op los, bracht den dokter eenige slagen toe en wilde zelfs de dienstbode het laten ont geiden. Terwijl nu de te hulp geroepen politie naar D. zocht, werd in de Korte Wagenstraat een man gearresteerd, die bij eene vechtpartij in het logement „De Ster" in die straat eene ruit had ingeslagen en beproefd had de deur in te trappen. Deze persoon naar het bu reau in de Pauwensteeg gebracht, bleek de gezochte D. te zyn, waarom men hem na verhoor in bewaring hield. Hij was hierover zoo verbolgen, dat hy la ter ook op het politiebureau eene ruit insloeg, waarop hy ter voorkomingen van audere uitspattingen achter slot ge zet werd om strafrechtelijk vervolgd te worden. sedert meermalen pogingen aangewend om zich meester te maken van een deel van het huisraad, kieedingstukken en geld. Altijd echter had L., die dag aan dag de deuren zijner woning gegrendeld hield, de aanslagen weten te verijdelen. Maar tegen deze overmacht was hij niet bestand. Maandagochtend werd te Oideazaal eene'"alleen wonende oude vrouw dood voor hare woning gevon den. De vrouw was kiadsch en heeft vermoedelijk in den nacht haar bed en woning verlaten en zoo bij de strenge koude haren dood gevonden. Uit Oostwoud wordt g e- meld aan de N. R. Ct. Zaterdagavond zag zich de huis schilder L. te Oostwoud op zeer on aangename wijze gestoord in een ge zellig samenwezea met eenige kennissen ten zijnent. Om half een uur ongeveer werden zij verschrikt door een ontzettend bom bardement op de huisdeur, die, tegen zooveel geweid niet bestand, openviel, en eer men eigenlijk goed begreep wat er eigenlijk te doen was, zagen L. en zijne gasten 7 personen voor zich, 2 vrouwen en 5 mannen, van welke laatsten een onmiddellijk op L. toe snelde en hem by de keel greep. Hadden de indringers zeker niet ge rekend, L. in gezelschap te vinden, zij hadden toch van dit 3-tal niets te vreezen. Een hunner toch was al on middellijk gevlucht en de 2 anderen wachtten daar ook niet lang mede. Nu aldus de baan vry geworden was, begon het werk, waarvoor zij gekomen waren. L. werd op den grond geworpen en door een paar vastgehoudenten over vloede werd hem door één een mssop de keel gehoudenen onderwijl gingen de vrouwen uit de bedstede een bed met toebehooreo, alsmede onderschei dene kieedingstukken en allerlei voor werpen wegdragen en daarna, een kist openbrekende, het daarin gevonden geld ten bedrage van /200 wegnemen. Nadat dit alles zonder overhaasting be- eincigd was, vertrok het 7-tal, na L. nog even een pak si&ag te hebben ge geven, waarvan de duidelijke sporen achterbleven. En wie waren nu deze vermetelea De vrouw van L. met hare zuster, 2 broeders en zwagers ea een neef. Reeds lang was de verhouding tus- schen dit echtpaar hoogst gespannen geweest. Men was dan ook bezig maat regelen te nemen tot scheiding tusschen tafel en bed. Financieel© moeielykheden verhinderden de afdoening van zaken. De vrouw, die reeds vóór eenige weken vrijwillig het huis had verlaten, had Een boerenknecht in Pols- broek, die een houten been heeft, is voor een dag of wat begonnen met schaatsenrijden te leeren. Ofschoon hij nog minder kans heeft een Hanje.op het ijs dan een Dibbels op den weg te worden, maakt hij toch flinke vorde ringen en begint hij al aardige streken te leggen. Bij de hardrijderijen die de Leeuwarder ijscïub Maandag hield, zyn de overwinnaars geweest in den amateurs-wedstrijd de heerea Van Wely, gouden, Klein (student te Leiden) zilveren e« Smeding bronzen medaille. b. in den wedstrijd voor beroepsrij- derr Van der Schaaf, xe pr. f 100, Wester 2e pr. ƒ60 en Merk Kiagrasj 3° f 4°- De baan was 500 meter in eliepsvorm. Van Wely reed dien in 59s/s seconde, van der Schaaf ia 58% Uit Harlingen meldt men aan de JNRCt. De monster-propaganda-optocht der socialisten is gisteren tamelijk wel mis lukt. Ia plaats vara de 2ooo personen, welke verwacht werden, waren er maar 150 aanwezig, en blijkbaar liet de de monstratie de bevolking vrij koud, waartoe het weder en de tegenwoordig heid van politie, maréchaussées en mi litairen op alle hoofdpunten van den tocht ongetwijfeld aanleiding gaven. De tocht ging door de Bierumea aaarFra- neker, maar werd daar door de soldaten uit elkander gejaagd, en daarop ging het meeat op schaatsen naar Harlingen terug, waar alweder op verschillende punten de vertegenwoordigers van het openbaar gezag de betoogers met hunne attentie vereerden. Hierna sprak de on derwijzer Harts in het Volksgebouw zijn geestverwanten toe. De Graafsche Ct. deelt het volgende mede, dat te Boksmeer moet zijn voorgevallen. De avond is gevallen, en het is bar koud. Iemand gaat met versnelden pas over de straat. Hij is reeds in de buurt van zijn huL. Daar wordt zijne aandacht getrokken door eene woning, waar hij zich juist tegen over bevindt. Ze staat iu vollen brand.... neen, hij mee&de dit alleen. Terstond vertelt hij, aan wie het hooren wil, dat hy het huis in brand heeft zien staan. Ia de buurt steekt men de hoofden bijeen, en legt het gezichtsbedrog van den man uit voor.... een voorteekea. Nu verwacht men vast en zeker op een goeden dag de woning in lichtelaaie te zien, en daar men, helaas 1 nog in het geheel niets kon uitvinden omtrent den tijd, waarop het dreigend ongeluk zou komen, was men geen oogenblik zonder de grootste zo. gen. Deze hielden 's nachts den slaap uit de oogenja, men durfde zelfs niet dan gekleed naar bed gaan. De toestand werd onhoud baar en een bewoner nam zyne toe vlucht tot een radicaal middel, waar door hij zich alleen uit deze onzeker heid wist te redden, hij ging nl.... ver huizen! En aat in Boxmeer in 1893! Op de hardry der y te Lang- weer (Fr.) bood een net gekleed heer zich aan als voorrijder voor eene dame, die dat aannam. Toen de rijderij was afgeloopen, zou hij haar huiswaarts brengen, doch toen zij op eene een zame plaats waren, trachtte hij haar het gouden oorijzer van het hoofd te rukken. Gelukkig werd haar angstgeschrei ge hoord door personen die toesnelden, waarop de man het h&zepad koos, zon- c et oorijzer machtig te worden. (U. D.) Zondagnamiddag is de so cialist H. Poutsma te Sneek, uitgever van De Nieuwe Tijd, gevankelijk naar Leeuwarden overgebracht. Ia eene ver gadering van werkloozen had hy uit drukkingen gebezigd, die aan de po litie aanleiding gaven hem te airesteerea en in voorloopige bewaring te brengen. Te Lemmer wilde Zater- dagmiddag de visscher Roelof Hoekstra zijn spieringattten die op het punt wa ren om weg te drijven, redden en ging daartoe in ees vlet op het ijsveld. Sinds dien tyd heeft men hem niet weergezie» en vreest, dat hij met het ys naar zee is gedreven. Overal is ken nis gegeven van zyn verdwijning en een aantal zijner makkers hebben, doch vergeefs, Zondag den ganscheu dag op een stoomboot naar hem gezocht. Hoekstra heeft een groot gezin. Volgens den Haagschen briefschrijver van de NGr on. Ct. heeft een beken d hypnotiseur daar ter stede een jonggehuwd man, dis sedert lang aan melancholie lijdende, schijnbaar niet dan door langdurige absolute rust is to genezeD, nu reeds een paar weken in hypnotiseren slaap gehoudea. „Hoe lang hij dit zal voortzetten, weet ik niet schrijft de correspondent doch het staat bij hem vast, dat na de slaapkuur de patiënt volkomen hersteld zal zijn. Hij wordt slechts nu en dan een oogenblik gewekt om voedsel op te nemen. Lsitesa sa Kansê. De Arasterdamsche bladen melden, dat den 28a Januari mevr. Amalia Friedrich Materna, de beroemde Wag- nerzaageres, ia het concertgebouw te Amsterdam zal optreden. Haar pro gramma is natuurlijk in de eerste plaats Wagnerüunschzij geeft eerst ds groote aria van Elisabeth in „Tannhauser,*® dan Isolde's aria en Liebestod uit de „Tristan,*" doch ten slotte het vermaarde ,Ozean, du Ungeheuer" uit Weber's ,Oberon." Met haar treden op de violist Alfred Krasselt, die werken vaa Vieux» temps, Furé en Pr. Ries zal spelen, en de pianist Georg Liebling, die o. a. het Es-dur poneert van Liszt zal vertolken. Behalve te Amsterdam zal het drietal zich achtereenvolgens doen hooren te Haarlem, Leiden, Den Haag, Rotter dam, Utrecht, Arnhem en Groningen. De heer J. A. Kwast, directeur der Orkest-veieeniglng te Arnhem, is bsaoemd tot orkestdirecteur van Do li a a Szwajcarska te Warschau. Een onzer eerste beeldhouwers, de heer Heari Teixeïra de Mattos, heeft besloten, het land te verlaten en zich in Engeland te vestigen. Daniël De Lange heeft een defi nitieve uitnoodiging ontvangen van Co lonne en vaa den „Cercte Anïstïque te Parijs, om in het laatst van Februari aldaar uitvoeringen te geven met zijn a capella-koor. Ook te Luik zal het koor zich in Februari doen hooren. De Mannen-Zangvereeniging „Am- stels Werkman" heeft, in plaats van den heer M. Hageraan, tot directeur geko zen den heer A. M. De Joag, direc teur van Wormerveer's Mannenkoor. De heer Albers, de bekende ba riton, die zijn loopbaan aanving bij de Holl. Opera, te Amsterdam en thans aan de Fransche Opera te Antwerpen groote triomfen viert, heeft voor het volgende winterseizoen een engagement als ie bariton bij de Fransche Opera te Bordeaux aangenomen. RECHTSZAKEN- Is een mai vara 72 jaar, die niet meer recht op zijn doei afloopt, uu en heb gezien, en als gy er niets tegen hebt, zullen wij ons nu naar buït9n begeven." Ik had myn vriend nog nooit met zulk een grimmig gelaat en saamgetrokken wenkbrauwen gezien, als toen wy terugkeerden van onzen onderzoekingstocht. Wy hadden reeds verscheidene malen het perk op en neer geloopen, zonder dat miss Stoner noch ik hem in zyne overpeinzingen wilden storen, alvorens hy daaruit ontwaakte. //Het is hoogst noodzakelijk miss Stoner," zeide hij, //dat gy myn raad in ieder opzicht volgt." //Dat zal ik zeker doen." //De zaak is van te veel gewicht om een oogenblik te aarzelen. Uw leven hangt er van af, of gy ons wilt helpen." z/Ik vertrouw my geheel en al aan u toe." //In de eerste plaats moeten myn vriend en ik den nacht in aw kamer doorbrengen." Zoowei miss Stoner als mijn persoon zagen hem verbaasd aan. *Ja, dat moet gebeuren. Laat ik het u verklaren. Ik vermeen, dat de dorpsherberg zich hierover bevindt?" z/Ja, dat is de //Kroon." //Uitstekend. Uwe vensters kan men zeker vandaar zien?" Ja zeker." z/Gy moet uw kamer vanavond houden met het voorwendsel, dat gy hoofdpijn hebt, als uw stiefvader teruggekeerd is. Als gy dan 's avonds hem naar zyn kamer hoort gaan, moet gy de luiken van uw raam openen, de grendel losmaken, uw lamp op het kozyn neerzetten als een teeken voor ons, en a daarna met lies wat gy noodig denkt te hebben behoedzaam naar de kameg begeven, waarin gy vroeger hebt geslapen. Ondanks de herstellin gen, die er in worden aangebracht, zult gy er toch zeker wel een nacht in kunnen doorbrengen." B/O ja, zeker." //Het overige moet gy maar aan ons overlaten." z/Maar wat zult gy dan doen z/Wy zullen den nacht in uw kamer doorbrengen en de oorzaak opsporen van het gerucht, dat u zoozeer heeft verontrust." z/Ik geloof mynheer Holmes, dat gy uw meening reeds hebt gevestigd," zeide miss Stoner en legde haar hand op zyn arm. //Misschien wel." hZeg my dan, wat ik u bidden mag, wat de oorzaak was van myn zusters dood." z/Ik wil liever meer tastbare bewyzen hebben alvorens my te verklaren." z/Gy kunt mij tenminste vertellen, of myn eigen vermoeden juist, en zy van schrik is gestorven." //Neen, dat denk ik niet. Ik geloof, dat er waarschynlyk een geheel andere oorzaak voor heeft bestaan. En nu miss Stoner moeten wy u verlaten, want als dokter Roylott terugkeerde en ons zag, zou onze reis tevergeefsch zyn. Vaarwel en verlies den moed niet, want als gy doet, wat ik u heb aangeraden, dan kunt gy er van verzekerd zyn, dat de gevaren, die u bedreigen, spoe dig zullen zyn weggenomen." Sherlock Holmes en ik hadden weldra zonder eenige moeite in de //Kroon" een zit- en slaapkamer verkregen. Zy bevonden zich op de bovenverdieping en uit ons venster hadden wij het gezicht op de inrylaan en het bewoonde gedeelte van Stoke Moran Manor House. Toen de schemering begon te vallen zagen wy dokter Grimeaby Roylott voorbyryden, terwijl zyn breede gestalte, di© van den knaap, welke hem reed, byna geheel onzichtbaar maakte. Het kostte den knaap eenige moeite om het zware, yzeren hek open te krygen en wy hoorden het schorre vloeken van den dok ter ©a zagen hoe hy woedend de vuisten tegen hem balde. Het rytuig reed door en een paar minuten later zagen wy plotseling tusschen het gebladerte licht schynen, blijkbaar van de lamp, die In ©en der zitkamers was opgestoken. z/Weet gy wel Watson," zeide Holmes, toen wy in de steeds toenemende duisternis by elkaar zaten, //dat ik eenige gewetens^ bezwaren gevoel om u van avond mee te laten gaan. Er dreigt nogal wat gevaar." z/Kan ik u behulpzaam zyn?" bUw aanwezigheid zou van onschatbare waarde zyn." z/Dan ga ik zeker mee." uDat is zeer vriendelyk van u." z/Gy spreekt van gevaar. Gy hebt waarschynlyk meer in die kamers gezien, dan voor ons zichtbaar was." //Neen, maar ik vermoed, dat ik wat meer heb afgeleid. Ik vermeen, dat gy alles wel hebt gezien, wat ik heb gezien." #Ik zag niets bizonders dan het schelkoord, en ik beken, dat ik my niet zou kunnen voorstellen voor welk doel het kan wor<~ den gebruikt." Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 2