DE ERFGENAME.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
lOe Jaargang.
Woensdag 1 Februari 1893.
No. 2939.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
Van Verre en Van Nabij.
STADSNIEUW 8.
Commissie „Koffie en Brood".
BINNENLAND.
FEUILLETON-
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nnmmere0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37^.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon-
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en conrantiera,
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DATJBE Co., JOHN F. JONESSucc.} Parijs 31bis Faubourg Montmartre:
ii.
Gas en Electriciteit.
Wanneer men in Haarlem hoort spre
ke» over de vraag, of de gemeente al
dan niet zelf een gasfabriek moet bou
wen en exploiteeren, dan wordt al zeer
spoedig de vrees geuit, dat binnen wei
nig jaren de verlichting door electrici
teit zooveel uitbreiding zal hebben ver
kregen, dat de exploitatie eener gas-
fabriek geen winsten meer zal kunnen
opleveren.
Nu is het even moeilijk om dat ar
gument te bewijzen, als om het te be
strijden. Men kan zeggenik geloof
dat het zoo zijn zal, of ik gelooi het
nieten bij die onzekerheid zya voor-
zichtigen van oordeel, dat de gemeente
die risico niet mag loopen en dus maar
liever op zoo voordeelige voorwaarden
als maar mogelijk is, de exploitatie aan
anderen moet overlaten.
Maar gelukkig is er een houvast voor
deze kwestie. We kunne» eens kijken,
hoe het in het buitenland met de zaak
geschapen staat. Ieder weet, dat op het
gebied van electriciteit, de groote steden
in het buitenland al veel meer stappen
hebben gezet dan in Nederland is ge
schied. In Berlijn, Parys, Londen, Wee-
nen, zijn groote maatschappijen tot le
vering van electrisch licht, die daar
reeds een groot aanUl lichten onder
houden en derhalve, [(zonder nog van
de goedkoope petroleum te spreken) den
gasfabrieken concurrentie aandoen.
Ea toch is in alle vier de genoemde
steden het gasverbruik steeds stijgende.
Wij zullen den lezer niet vervelen met
cijfers, wie daarin belang stelt kan ze
vinden in een artikel in het Bouwkun
dig Weekblad van 28 Januari naar aan
leiding waarvan wij deze opmerkingen
maken.
Die toename in het gasverbruik dan,
is zeer aanzienlijk. Zal dit altijd zoo
blijven? Zal wanneer electriciteit met
tertijd goedkooper kan worden ge
maakt, het gas niet gaasch en al wor
den verdrongen
Het hierboven aangehaalde artikel
geeft daarop ten antwoord, dat zelfs
wanneer de electriciteit het gas wist te
verdringen bijvoorbeeld van het terrein
der industrie, eenvoudig het verbruiks-
terrein voor gas een ander zal worden.
„de geheele loop van de ontwik
keling der cultuur", alzoo zegt de schrij
ver van het artikel in het Bouwkundtg
Weekblad„leert ons, op elk gebied
van het raenschelyk streven geen
uitgezonderd dat de met voordeel
dienstbaar gemaakte natuurkrachten
elkander nimmer in den weg staan en
dat de ware vooruitgang in de grootst
mogelyke verbetering en dienstbaarma-
king van al die middelen te zoeken en
te vinden is, die, op welke wijze ook,
geschikt blijken om de steeds toene
mende behoeften van de menschheid te
kunnen bevredigen."
Dit is een volkomen juiste bewering,
maar voor den al te voorzichtige is zy
misschien wat te theoretisch. Maar er
is een ander argument, dat hem allicht
beter zal aanstaan.
„Het gaa", zegt de schrijver van het
artikel, „wordt nog steeds als een soort
van weelde artikel beschouwd." En hij
betoogt daarna, dat het nog veel meer
dan thans gebruikt kan worden voor de
keuken, „in de plaats van het rookende
lornuis" en dat, door verlaging van den
prijs van het lichtgas, dit ook zal kun
nen worden gebrand door den arme
de schrijver bedoelt o. i. de minder be
middelden.
En dat dit geen praatje is, bewijst hy
door de mededeelicg. dat in de stad
Tilsit, die nauwelijks 23000 zielen telt,
in minder dan tien jaar tijd het gasver
bruik meer dan verdubbeld is, door
geleidelijke verlaging van den prijs, van
20 pf. (12 cents) tot 13 pf. (7, 8 ets.)
Zou uit een ea ander niet de con-
clusie mogen worden getrokken, dat de
voorzichtige personen, die een gemeen
telijke gasfabriek afkeuren uit vrees
voor de concurrentie der electriciteit,
wat te vreesachtig zijn?
Eu zouden wij hun dan tevens nog
niet eens mogen toeroepen, dat de gas
fabriek te Haarlem zelve, blijkens hare
aanvrage tot concessie verlenging, voor
de toekomstige concurrentie van het
electrisch licht zoo bang niet is?
Haarlem, 31 Jan. 1893
Voor het jaar 1893 zyn benoemd tot
voorzitter van de plaatselijke commissie
van toezicht op het lager onderwys, de
heer J. Krol Kz. en tot secretaris de
heer P. H. van der Ley.
De ritmeester jhr. A. S. E. van Tets,
van het 3e reg. huzaren te 'sKage,
wordt overgeplaatst bij het depot-esca-
d.coa van het 20 reg. huzaren alhier.
Het bestuur van de Sociëteit „Ver-
eeniging" heeft besloten, dit jaar geen
bal maiqué te geven, maar daarvoor in
de plaats de leden in de gelegenheid te
stellen eene aardige operette te hooren,
zonder zich daarvoor naar Amsterdam
te moeten begeven.
Dientengevolge gaf Prots gezelschap
Maandagavond in de groote concertzaal
„de Arme Jonathan", met medewer
king van de twee welbekende couplet
zangers Cirétienni en Michel Solser.
In aanmerking genomen dat |de Ver-
eeniging geen schouwburg is, was het
decoratief zeer voldoende.
Solser, die de titelrol vervulde, was
weer hoogst vermakelijkChrétienni
kwam minder uitde rol van Quickly
is zijn genre niet, maar zijne coupletten
„zoo gaat alles telegrafisch" werden le
vendig toegejuicht, vooral toeu hij Eden
herdacht. De vrouwenrollen werden
door de dames Bouwmeester (Moliy) en
Tartaud (Miss Harriët) zeer verdienste
lijk vertolkt, de komische kracht van
eerstgenoemde vslt te loven.
De tenor van het gezelschap de heer
Deleu, die Van der Gold speelde, ia
wat zwak voor de groote zaal,
De costumes waren frisch, het orkest
goed, bescheiden in zijn accompagne
ment en de zaal was flink bezet, zoo
dat men in de pauzen alleen door taai
geduld een verversching bemachtigen
kon. De twee buffetten werden letterlijk
bestormd. Is het bij zulke drukbez xh-
te uitvoeringen niet mogelijk, ook het
bufiet in de bovenzaal te gebruiken?
Bij gelegenheid vaa zya aftreden als
Griffier ter gemeente-secretarie, werd
den heer P. van der Eist door den Ma
joor-commandant der d.d. schutterij, den
kapitein-adjudant en den luitenant-kwar
tiermeester eene sierlijke photographische
groep, vervat in een lyst, alsmede door
de verschillende ambtenaren ea beamb
ten en de 4 boden ten Raadhuize hun
photographisch portret in een prachtig
album, voorzien van een gecalligra-
pheerde opdracht, aaDgebodeD.
Ook B. en W. kwamen van den grij
zen ambtenaar, die sedert 10 Sept. 1829
in dienst was, op zijn bureau afscheid
nemen. Een en ander ging vergezeld
met korte; warme toespraken.
Heden hebben 1019 kinderen en 385
volwassenen gebruik gemaakt van de
gratis uitdeeling van koffie en brood.
Maandag werd door de politie van
Halfweg te Sloterdijk een verdacht per
soon aangehouden en voor het thans
geheel herstelde meisje gebracht; zij
verklaarde evenwel deze niet te herken
nen en meent de werkelijke daders zich
zeer goed te kunnen voorstellen.
De naar Amsterdam vertrokken per
sonen zijn niet schuldig aan de mis
daad.
De zeilvaart in Spaarne, Ringvaart
en Zijkanalen is hersteld; er vertoont
zich weinig of geen ys meer.
Te Houtrijk en Polanen is eene
zangvereeniging opgericht voor gemengd
koor op christelijken grondslag. De
oefeningen worden gehouden in het
kerkgebouw der Gereformeerde Ge
meente. Een 40tal leden hebben zich
reeds aangesloten.
Uit Amsterdam wordt ge-
schreven aan de N, R. Ct.
Ons raadslid Jitta Senior zag Maan
dag zijn wensch vervuldde oude
Nieuwmarkt heeft zijn vroeger aanzien
van drukte en vroolijkheid herkregen
en toont zich opnieuw de teekenpen
van een Jan van Oordt waardig.
Bij het reizen van de zon sloegen de
markters van het Waterlooplein hunne
tenten en kramen op onder de beschut
ting van de oude St. Anthonieswaag,
en weder kronkelt de walm van gebra
den kastanjes ea oliekoeken langs de
grijze muren der oude poort omhoog.
Zoovelen van de markters er op het
Plein geplaatst konden worden zijn er
geplaatst. De doorgangen zijn er iets
nauwer op geworden en de kramen nog
iets meer opgepropt. Vroolijk wapper
de de nationale driekleur boven de
hoofden van kooplui en publiek ter
opluistering van den blijden terugkeer
in het beloofde land. Een nieuwe voor
raad was ingeslagen en voor een groot
deel spoedig aan den man gebracht.
Het schijnt dat het inderdaad op het
oude plein gemakkelijker gaat sans gene
in de open lucht een linnen halsboord
van 5 cent aan te passen of zijn keus
te doen uit de zure heeriykheden, die
in de halve-cents-bazar te krijgen zyn.
Natuurlijk liet het dichtervuur onzer
oude steunpilaren van de Nieuwmarkt
hen ook ditmaal niet in den steek en
werd de heuchelijke gebeurtenis op ve
lerlei wijze bezongen.
Den geheelen dag was het propvol
op de markt en tegen den middag zag
men onder de talryke belangstellenden
zelfs leden van den Raad die op het
zien der vroolijke gezichten de vruchten
hunner gunstige medewerking kwamen
plukken. Wel was ieder koopman nu
wat enger behuisd dan vroeger, doch
ook dit ongerief werd in een reclame
middel omgezet„zoek uit een goeden
koop, want alles ligt te hoop". En over
en weer schreeuwde men elkander toe,
dat men het zoo druk had van daag,
terwijl een enkele maal de herinnering
aan de ballingschap werd opgewekt door
de klacht der markters: „wat het de
koopman een armoei gelcje in de kwaaie
tijd".
Met opgewekt eu opwekkend markt
geschreeuw: met scherts en kwinkslag
vierden de handige kooplui hun herstel
es, dat zij van de algemeens belang
stelling overtuigd waren, bleek alweer
uit de opgetogen uitroep„Nou, d'r
staat zeker weer iets over in de krant
vanavond
Naar ons wordt gemeld;
heeft Zondagavond tegen 7 uur, in de
Laurierstraat te Amsterdam een beschon
ken jonge man in een twist met zyn
vader dezen een messteek in de borst
gegeven, welke het hart trof en den
ongelukkigen dood deed nederstorten.
Met een sterke politiemacht werd de
dader weggevoerd. {Tijd,)
Uit Arasterdam wordt ge
meld:
Nu het comité Marselis Hartsinck
reeds een aanzienlijk bedrag ter ver
deeling onder de werkloozen heeft ver
zameld en met de hulp der besturen
van vakvereenigingen een groot aantal
iBgevulde biljetten is ingekomen, heeft
men Maandag een aanvang gemaakt
met het onderzoek ten huize der aan
vragers, dat gepaard gaat met eene ver
gelijking met de registers van den bur
gerlijken stand. Op de biljetten worden
ingevuld de naam en de leeftijd van het
hoofd des gezins, uit hoeveel leden het
gezin bestaat, sedert wanneer de man
te Amsterdam woont, bij welke patroons
hij in het afgeloopen jaar heeft gewerkt,
sedert wanneer hy zonder werk is, en
om welke reden hij werd ontslagen, en
ook welke ondersteuning hij reeds ge
noot. Verder staat op de biljetten met
sprekende letter te lezen, dat werklie
den, die zich na 1 Januari 3892 te Am
sterdam gevestigd hebben en zij, die
geen bepaald ambacht uitoefenen, uit
gesloten worden.
Naar gelang degeneD, die met het
huisbezoek belast zijn, met hunnen ar
beid vorderen, zal geldelyke onderstand
worden verleend, zoodat op dit cogen-
blik nog geen bedeeling heeft plaats
gehad.
Dit Amsterdam deelt men
mede:
Dat er met venten op de straat of
met markten nog wel wat te verdienen
is, bleek dezer dagen aan een notaris,
die op eene vierde verdieping op de
Jodenbreestraat voor de familie van een
overleden koopman in sinaasappelen,
hazel- en andere noten, vijgen en der-
gelijken den inventaris moest opmaken.
De familie heeft namelijk eene erfenis
van nagenoeg twee ton gouds te ver-
deelen.
Door een rechercheur, die
Zondagavond omstreeks half tien de
Kraaierstraat te Leiden passeerde, werd
opgemerkt dat er in de meubelwerk
plaats in de Dwars-Bolwerkstraat vaa
den heer C. A. Simocis brand was
ontstaan.
Het dak en inwendige van de werk-
2)
HOOFDSTUK I.
Rokewood.
Marley, en die verwenschte dokters hebben my gezegd, dat ik
sterven ga, en ik meende, dat het maar het best zou zijn om
vanavond myn testament te maken; ik gevoel mij echter ai veel
beter."
//Wij moeten allen sterven, vroeg of laat," hernam de notaris
kalm, //en hij, die zyne zaken bytyds regelt, is een verstandig
man."
z/Dat is zeker waar. Gij hebt gelyk Wiverly, zooals trouwens
altyd het geval is."
z/Ik heb uw oud testament meegebracht, dat naar gy mij hebt
medegedeeld, inoet worden vernietigd."
//Verbrand het nu maar."
Wiverly legde een papier op de weinige kolen, die nog in den
haard brandden. Een flikkering, een enkele vlam, plotseling hoog
opslaande in den schoorsteen, en het was voor altyd vernietigd.
//Nu is het weg. Ik wacht uwe verdere instructies af," zeide hy
en legde papieren, penhouder en inkt op het tafeltje naast het
bed neer.
z/Hoor!" riep Rokewood woest nit, „hoort gy dien gil? Wat
klinkt die bovenaardsGoede GodAls ik dien eens niet meer
hoorde, wat zou ik dan een vredige rust genieten."
ffHet is de wind," zeide Wiverly, en luisterde een oogenblik
naar het znchten en suizen van de oude pijnboomen. //Het is de
wind, anders niet."
z/Zy is het," gilde Rokewood woest, //het is de stem van Ca
therine, die ik hoor gillen, gillen, gillen I Ga van my weg, zeg
ik u, ga van my wegIk ben niet dood, ik wil niet sterven. Zie
hier daar zit zy," en met heftig be ven den vinger wees hij naar
een schaduw in den hoek. //Ga maar voort met gillen," zeide hy
en zijn stem stierf weg in een onheilspellend gefluister, //ga maar
voort met gillen want in leven en dood, tot het einde der dagen
blijf ik uw hitteraten vyand."
Wiverly schonk uit een fle6cbje met een kalmeerend drankje
naast hem, iets in een glas en gaf dit aan den zieke.
„Beheersch uzelf, Rokewood," zeide hy met nadruk, „Gy zyt
ernstig ziek, en ieder oogenblik ia kostbaar. Verspil uwe krachten
niet op deze wijze, maar tracht kaim te zyn en zeg my wat ik
moet doen. Zie, ik beu gereed."
„Gereed," herhaalde Rokewood, en zonk zacht achterover, „ge
heel gereed. De Hemel gave. dat ik het ook kon zeggen,"
„Ik heb een nieuw testament opgeste'd," zeide Wiverly met
luider stemme met het doel om aldus de aandacht van zijn
Client te vestigen op fcetgeen hij wilde zeggen. „Het behoeft nog
slechts te worden geteekend, tenzy gy er nog iets in wildet ver;
anderen."
„Neen," zeide Rokewood mat, en een wraakzucht glinsterde in
zijne weggezonken oogen, terwyl zijn scherp gelaat nog scherper
en woester werd. „Er moet niets aan worden veranderd; de we
reld moge veranderen en de menschen die er in wonen, maar
Rokewood nooit."
„Hebt gij er aan gedacht aan welke onrechtvaardigheid gy u
schuldig maakt ten opzichte van uw kleinkind door een testament
als dit is, na te laten vroeg Wiverly gestreng.
Rokewood brak in een koortsachtigen lach los, een afschuwelijk
hoongelach, dat duidelijker dan woorden aantoonde, welk wraakgie
rig karakter de man, die daar lag, bezat. „Wie durft my van
„kleinkind" te spreken fluisterde hy heftig, „wie durft er een
oogenblik aan denken, dat een kind van een gevangene en ver
oordeelde de millioenen van Rokewood zou erven? Nooit, nooit
nooit
HOOFDSTUK II.
Het testament
„Ik weet zeer goed, dat ik na al die jaren met u niet behoef
te redetwisten over dit punt, maar vertel my eens als vriend op
recht, Rokewood, of uw oordeel ten tyde van de vonnissing van
Catherine, wel de zuivere waarheid was. Ik moet bekennen, dat
ik er later wel eens aan heb getwyfeld, in verband met zekere