DE ERFGENAME. NIEUWS- EN ADVEKTENTIEBLAD. 10e Jaargang. Zaterdag 18 Februari 1893, No. 2954. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: 7an Verre Van ITabïj- m. 2e Litderavend-JEANNE LANDRÊ. STADSNIEUW S. FEUILLETON. HAARLEMS DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37|. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon* en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Keclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers. Directeur-Uitgever J. C. PEEEEBOOM, Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONESSucc., Parijs SI bis Faubourg Montmartre. Bet Bijvoegsel van het blad dat Zaterdagavond verschijntzal bevatten i Wie was de dieft {Slot) Baart. Balletjes CL VIII. Binnenen Bui- ienlandsche berichtenVariaAd- ver letitièn enz. Een praatje over kunst Het ïs zeer eigenaardig, dat in de ver schillende landen van Europa een tak van den grooten boom der kunst in het bizonder werdt beoeiend. Althans, dat bijkans nergens alle uitingen der kunst by elkaar zijn te vinden. De muziek wordt zeker wel het ge lukkigst beoefend in Frankrijk en Duitsch- l»nd, in Duitschland vooral. Ziet men de programma'» onzer concerten aa, dm bestaat meer dan de helft geregeld uit dui'csche muziek en zijn de solisten Duifcschers Pianisten,violisten, zangers en zangeressen telt men by tientallen in hei land van Beethoven, Haijdn en Mozart. Minder hoog staan in Duitschland de liedertafels, de vereenigiagen vooral van manaenzarg. Deze kuaaea niet worden gelijkgesteld met de liedertafels in Frank rijk, België en oas land. Of de liefheb berij voor deze muzikale uiting niet groot, dan wel of ook daar gebrek aan tenoren de oorzaak is, zouden wij niet durven beslissen. Wat de schilderkunst aangaat, zij heeft hare verdienstelijkste leerlingen io Frankrijk, Duitschland en in Neder land. Wellicht zou men ook nog den naam van een spaanschen of italiaan- schen schilder in zijn geheugen kunnen opschommelen, maar wie i3 in staat drie beroemde hedendaagsche engelsche schilders op te noemen De eeaige, wiens naam het publiek zich weet te herinneren, is Alma Tademx en deze is nog Nederlander van geboorte. Over het algemeen kan men niet zeggen, dat Engeland in de kunst een schiiteread figuur maakt. Van zijne zan geressen en zangers kennen wij niet veel anders dan de sterren uit de café chantants met hunne krakende stemmen. De roep hier te lande over hunne com ponisten begint met Sir Arthur Sullivan, den schepper van „the Mikado," en houdt ook bij hem op. Behalve een enkelen violist met een engelschen naam, zoekt men virtuozen van engelsche ge boorte te vergeefs en het eenige kunstvak waarover wellicht iets beters valt te zeg gen, is de beeldhouwkucst. Deze kunst vindt men overigens het meest beoefend in Italië, Frankrijk en Duitschland, ter wijl ook oss land mag bogen op een aantal artisten in dat vak, met name! de familie Stracfeé en Teixeira de Mat- t08. Ons land heeft betrekkelijk weinig1 piano-virtuozen voortgebracht, uitgezon- j derd een enkelen zoüais de heeren Schle- j gel en Tibbe. Nog kort geleden hebben onze zangers ia het buitenland bewezen, j dat ons kleine landje al is het ook nat en moerassig, toch de verblijfplaats is van velen, die een orgel in hun gorgel hebben. Een goed figuur maakt Neder land ten opzichte van zijne violisteD, maar het instrument waarop de neder- landsche musicus het meest uitblinkt is de violoncel. Overal in de wereld zijne onze cel listen verspreid en behalen er lauweren. Vanwaar komt het, dat onze musici juist dit instrument zoo uitstekend mees ter zija Is het wellicht hieraan toe te schrijven, dat de aard ea de klank van het instrument zoo volkomen past bij het ernstig, eenigazins melancholisch karakter dat oas volk kenmerkt Het zou onbillijk zijn, te verzwijgen dat ia de laatste jaren ook Rusland en de scandieavische landen verdienstelijke compositiëa de wereld hebben ingezon den. 0>stenryk daarentegen schittert evenals Engeland weinig uit. Van huane artiste* wordt op elk gebied althans in het buitenland weinig vernomen, uitge zonderd de dames-orkestjes of kwartet ten, die Europa afreizen en in de groote steden concerten geven in een café chantant of koffiehuis. Wat de tooneelspeelkunst betreft, daarover kan men bezwaarlijk vergelij kingen maken. De taal beperkt veelal deze kunstvoortbrengingen tot het eigen land es daardoor wordt het moeilijk de kunstenaars met elkander te verge lijken. Zeker is het, dat in elk laad met ircts op eenige geliefde actrices en ac teurs wordt gewezen, maar als even ze ker kan men aannemen, dat ook hier in als in de overige afdeelingen der kunst, Frankrijk en Duitschland voor aan staan In de rij. vroeger veelal afgeschrikt, de etalages der verschillende magazijnen komen be zichtigen. Op die gronden sch^nt het wem-che- lijk, den tijdelijken maatregel te besten digen en het inrijden van de straat van de Spaarnezjjde voorgoed te verbieden. De rij- en voertuigen zullen dan de Dam straat of de Ged. Oudegracht kunnen inslaan. Allicht zal dan ook de passage door de Turfsteeg wat drukker worden. Ge schiedt dit, dan zal streng politietoe zicht aldaar noodig zijn, daar het nu aogal eens voorkomt, dat een breedge- laden bleekerswegea een tijdlaag in de steeg stilstaat en de passage daardoor zeer belemmert. Haarlkm, 17 Febr. 1893. De maatregel, onlangs door den Ge meenteraad genomen, om de Korte Veerstraat voor voertuigen tijdelijk slechts aan éene zijde tc doen berijden, voldoet naar ons een bewoner van deze straat mededeelt zoozeer, dat men gaarne ook voor het vervolg dea maatregel zonde zien toegepast. De veelvuldige botsingen van vrachtwagens en rijtuigen komen natuurlijk nu niet meer voor, waardoor in het wandeluur de dames, De tweede liederavond docr mej. Landié Donderdagavond in het boven zaaltje der „Vereenigiog" gegeven, sloot zich waardig bij den eersten aan. Thans was het woord aan de componisten Jensen en Grieg Eerst werden voor gedragen de liederen „F. ühlisgsnacht", „Wie Lenzeshauch" en „Murmelndes Ltlltchen"; vervolgens kregen wij de eerste satz der Bismol sonate voor piano te hooren en fet slot van 't eerste deel de cyclus „Dolorosa",. Vooral met deze laatste zes liederen legde de zangeres veel eer in. De aanwezigen geraakten merkbaar onder den invloed dezer schoone composities en dit is tegelijk de vermelding dat mcj. Landié geheel in den geest ervan was doorgedrongen. Als ik een kleine aanmerking mag ma ken, betreft die het laatste lied, waar van ik mij de uitwerking, bij eeniga zins soberder voordracht, nog pakken- der voorstel. Een tweede bemerking geldt den componist waar hij aan 't einde van het voorlaatste lied de woor den „er wandfce sich ab" herhaalt en door die herhaling het effect m. i. zeer verzwakt. Het geheel evenwei maakte werkelijk diepen indruk. Deze indruk kon zelfs niet worden uitgewischt door de in het tweede deel ten gehoore ge brachte liederen van Grieg, hoezeer deze laatste als componist hooger moet gesteld werden dan Jensen. Maar 't is dan ook begrijpelijk en de concert geefster moge met deze ervaring haar voordeel doen dat met eene reeks van liederen welke eikaar aanvullen en voortzetten, gemakkelijker een bepaalde stemming is te vestigen en te onder houden dan met een bonte rij ook zelfs der schoonste composities waarvan ech ter iedere volg-nde allereerst tot taak heeft den indruk door de voorafgaande gemaakt te doen vergeten en vervolgens haar eigen karakter voor den toehoor der te ontvouwen. Dat niettegenstaande deze eigenaardige moeielijkheid het tweede deel der uitvoering zooveel ge not opleverde moet op de eerste plaats worden gedankt aan Grieg's buitenge woon tslent om voor de mee3t uiteen- loopende stemmingen toch steeds den juisten toon te vindenop de tweede pkats echter moet men hulde brengen aan h?ar, die zich met zoo goeden uit slag heeft beijverd van 's toondichters denken en voelen de waardige ver tolkster te zijn. Ook ditmaal werd de zangeres be geleid door mej. R. Levie, die thans ook door enkele pianovoordrachten de zangnummers afwisselde. Van de door mij bij de vorige ge legenheid gemaakte aanmerkingen, kan ik er alvast eene terugnemen, 't Is n. m. die betreffende hare minder gemoti veerde behandeling van den door den componist bedoelden rhytmus. Met betrekking tot den aanslag evenwel dient mej. L. met ernst hare opmerk zaamheid te richten op het groote on derscheid dat er bestaat tusschen kracht en hardheid. Dit gezegd hebbende, mag ik aan de intelligente pianiste een woord van lof niet onthouden, vooral voor hazr we dergave van Grieg's „Aus Holberg's Zeit". PHILIP LOOTS. Donderdagavond werd door het sedert de kermisweek van het vorige jaar hier ter stede zoo goed be kend staande operettcn-gezelschap uit den Ariis-Schouwburg te Amsterdam, directie Kreeft Buc'ermaa ten too- neele gevoerd: „De Vice Admiraal," eene operette, die niet alleen uitmunt door de muzikale toonzetting van Carl Mil'öcker,maar ook door een zeer boeien- den, vroolijke tekst. Eene verwisseling van twee personen, van wie de een op een hooge, de andere op een lage sport van den maatschEppelykcn ladder staat, welke onderlinge verwisseling tot allerlei verwikkelingen leidt, ziedaar het zwaai te- punt van de intrigue, eene intrigue, die ia verscheidene blijspelen aan den in houd ten grondslag ligt. Tijdens een wapenstilstand van 72 uren tusschen de engelsche en fransch- spaansche vloten, zal de hertog Henri de Villeneuve, vice-admiraal op de fransche vloot te Cadix aaa wal gaan om de hand te vragen en te huwen met een van de hem onbekende doch ters van des spaanschen „Grande" Don Mirabolante. Als gids zal hem verge zeilen de spaaneche matroos Punto, de type van een ronöborstigen, zorgeloo- zen Janmaat. Don Mirabolante en zijne dochters Serafine en Sybilline zien met veilaogen naar üe komst van des v;ct- admiraal uit en de beide zusters zien elkaar zeer vyandig aan, daar zij eikaars concurrenten zijn. Don Mirabolante heeft vernomen, dat de vice-admiraal als matroos vermomd, om den vijand op een dwaalspoor te brecgeü, aan land sal komen, en dat de matroos Punto daarentegen als vice-admiraal gekleed, hem zal veigezellen. Dit zou o~k gebeurd zijn als de vice- admiraal het niet wat vernederend vond om zich in een matrozenplunje te steken, zcodat dan ook hij en Puuto, ieder in hun eigen kleediog bij den spaanschen graaf verschijnen. Ondanks zijne weer leggingen wordt Punto voor den vice- admiraal aangezien en door den vader en de beide dochters zeer gevleid. De vice-admiraal daarentegen wordt met Gilda, een aangenomen kind en eene verschoppelinge in huis vau den graaf, naar de keuken gez:nden. Den vice- admiraal is de dwaling vaa den graaf hoogst welkom, daar hij gelegenheid heeft om Gilda, die hem op het eerste oog bekoort, neder te leeren kennen. Van deze nadere kennismaking is een liefdesverklaring het gevolg, welke goed gunstig wordt opgenomen. Gilda geeft haar toestemming tot een huwelijk met den vice-admiiaai in wien zij een ma troos ziet. Seraflue en Sybilline houden zich in- tusschen met den pseudo-vice admiraal bezig, en bekommeren zich niet om de twee onnoozele spaansche dons Deodado en Narciso, die als hunne echtgenooten waren bes'emd. Punto moet nu een van de beide dochters kiezen en laat het lot beslis sen, dat hem Sybilline toewijst. De dag is aangebroken van het huwelijk van Sybilline. Op denzelfden dag zullen de hei tog en Gilda in het huweiyk treden. De moeder van Decdado en Narciso weet echter het huwelijk van Sybilline te verydelen, door hare beide zoons ais alc&de en notaris te doen fuageeren, waardoor natuurlijk de plechtigheid van onwaarde is. De huwelijken hebben plaats, maar de vreugde woidt plotseling verstoord, doordat de Engclscheo den vice-admiraal komen gevangen nemen. Natuurlijk wordt nu Punto gevangen genomen. Weldra is bij echter weer be vrijd, daar de Spanjaarden een aanval doen en overwinnen. Na de overwinning zal de vice-admiraal feestelijk worden ingehaald. Mirabolante en Sybilline zijn boyen de wolken bij de gedachte aan de eerbewijzen, die den schoonzoon en echtgenoot wachten. Nu blijkt echter, dat de vice-admiraal de echtgenoot is van de geminachte Gilda, en dat Sy billine schijnbaar gehuwd wss met Punto. De moeder van Deodado en Narciso, 16) HOOFDSTUK XI. Be kwellingen van miss Pollie Wardlaw «Ingesloten zend ik u een cheque voor veertig dollars, welk bedrag ik vermeen u schuldig te zyn voor uwe diensten als muziekonderwijzers aan myne dochters, miss Pummie en miss Maude bewezen. Hopende, dat eene verandering ten goede in nw gedrag moge plaats hebben, H. BOLTON. «Lid der firma BOLTON BELLE W, bankiers." Het is niet te verwonderen, dat deze brief miss Pollie zeer toornig had gemaakt. Het was een brief, die den rechtmatigen toorn van een zelfs kalmer persoon dan miss Wardlaw zon heb' ben opgewekt en miss Wardlaw had werkelijk een fijngevoelig temperament, waarvan de snaren zeer waren gespannen, terwijl lij steeds alle krachten moest inspannen om het onder bedwang te honden. «Als de karakters van de mannen en vrouwen niet verschillend waren," zeide Pollie tot zichzelf en vouwde een lang nachtgewaad op, dat zy daarna in een hoekje van den kofier pakte, «of als ik mager en alledaags, ja leelijk was als de dochters van Bolton Pummie en Maude dan zou ik niet zooveel kommer hebben. Teddy zou zich dan nooit iets aan my hebben laten gelegen lig gen, en ik geloof niet, dat ik dan ooit zou hebben beseft, dat er een heer, zooals hy is, heeft bestaan." Miss Wardlaw trad op haar spiegel toe, en bekeek zichzelf met kritischen blik. «Als ik nu eerzuchtig was en myn best had gedaan om den zoon van een rijk man in te palmen wat een afschuwelijk woord dan zou het beweren van Bolton niet zoo geheel odjuist zyn. Maar als ik het my herinner, en ik herinner het my zeer goed, hoe Teddy my volgde en my voortdurend zy'ne beleefdheden opdrong ten aanschouwe van iedereen, dan schynfc het hard en onrechtvaardig, dat ik hot mikpunt ben, waarop kwaadwillige meLfichen zulke verachtelijke pijlen afschieten als het geval is met mijnheer Bolton met zyn brief." Pollie staarde nog op de beeltenis, die zy in don spiegel zag. Misschien had zy er oog voor, misschien ook niet. In ieder geval staarde zy in gedachten verzonken naar het verontwaardigde, jeugdige gezicht voor haar, toen een bescheiden tikken aan de deur van de slaapkamer zich deed hooren en de kleine dienstbode* die voor alles gebruikt werd, riep «Er is een heer om u te spreken, miss." Pollie maakte haar toilet wat in orde en begaf zich naar be neden. Toen zij de kamer binnentrad kwam Bellew haar tegemoet, «O, Pollie I" «Ik ben vreeselyk uit myn humeur," zeide zij en trad recht op hem toe. «Teddy, waarom zyt gy hier gekomen «Waarom?" riep Bellew uit en zette groote oogen op. «Wel om u. Weet gy niet Pollie, dat gy de magneet zijt, die my naar hier trekt, en daarom kunt gy my overal heenkrygen waarheen gy wilt." Pollie deed alsof zy niets hoorde. «Ik ga weg, Teddy," zeide zij eenigazins kortaf. «Dan ga ik stellig met u mee." «Neen, dat zult gy niet," riep Pollie snel. «Ik ga alleen heen om van u af te zyn." «Wat een klein driftkopje zyt gy tochl" zeide Bellew en sloeg een arm om haar middel. «En naar welk land z\jt gy voorne mens heen te vliegen, en wanneer zal de uittocht plaats hebben Ik heb ergens gelezen, dat trekvogels in een bepaald seizoen op reis gaan. Dit zal naar ik veronderstel ook het geval zyn me t Pollie Wardlaw «Weet gy wel," zeide Pollie en begon plotseling te schreien «dat die mynheer Bolton een lage de allerlaagste man is van de geheele wereld?" «Bolton riep Bellew verwonderd uit. «Wat heeft Bolton met ons te maken «Hy heeft den verachtelijksten brief aan my geschreven, die de eene mensch aan den ander kan schryven. By zegt ook, dat nw vader u een reis door het land laat maken." «Wat zou dat?"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 1