DE ERFGENAME.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
iüe Jaargang.
ZateHag 25 Februari 1893.
No. 2960.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
Van Verreden Van Nabij.
STADSNIEUW S.
Arondissements-Rechtbank.
FEUILLETON
HAARLEMS DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maapden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37|.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever ,T. C. PEEREBOOI.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangére G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONESSucc.Parijs 31 bis Faubourg Montmartre.
Het Bijvoegsel van het blad dat
Zaterdagavond verschijntzal bevatten
Be blindenaar het Uranseh. Hen
rarè geschiedenis (Ingezonden). Bin
nen- en Buitenlandsche berichtenVa
ria. Advertentièn enz
IV.
Over het lastige (perronktartjes-sys-
teem, dat thans ook hier is ingevoerd,
werd In dit blad reeds een es. ander
opgemerkt.
Het stelsel is des te zonderlinger,
omckt naar bet schijnt, aa* de voor
schriften van de spoorwegmaatschappij
in deze niet door wettelijke strafbepa
lingen kracht wordt bijgezet.
Laat ons dit toelichten. Wasneet
iemand op een trein springt die reeds
in beweging is, dan kan de spoorweg
maatschappij proces-verbaal tegen hem
doen opmaken en wordt hij ook door
de justitie veroordeeld. Wie zonder
noodzaak aan de noodrem trekt, onder
gaat hetzelfde lot. In deze gevallen
worden de voorschriften der spoorweg
maatschappij dus gerugsteund door de
justitie en het spreekt wel vanzelf, dat
dit ook in het belang van orde e* vei
ligheid op de spoorwegen nuttig en noo-
dig is.
Maar hoe is het nu met de perron -
kaarten Zal de rechter iemand, die
aan het waakzaam oog van den con-
tróleur ontsnappende, zich zonder kaartje
op het perron bevindt ea weigert er
een te koopea, zal de rechter hem ver-
oordeelen
Natuurlijk, zal men zeggen. Wat zou
anders de heele maatregel voor kracht
nitoeienen? Volkomen waar, maar het
schynt toch dat er op de strafbaarheid
van het feit wel iets valt af te dingen.
In een ingezonden stuk onderteekend
J. C. B. werd dezer dagen ia dit blad
de aandacht gevestigd op de uitspraak
van de rechtbank te Middelburg waar
bij een handelsreiziger, (die wegens het
zonder perronkasrtje gasua langs het per
ron aldaar, door den kantonrechter was
veroordeeld tot betaling eener geldboete)
werd vrijgesproken.
De reden, die de rechbank tot deze
beslissing leidde, was de overweging,
dat eea perron niet behoort tot de»
spoorweg, maar deel uitmaakt van hei
station, terwijl uit hoofdstuk IV van de
wet op de spoorwegen, en uit den in
houd van dat hoofdstuk, voldoende
blijkt, dat het loopen over een perron
niet een oaad is, rakende het verkeer
over de spoorwegen.
Het spreekt wel vanzelf, dat de spoor
wegmaatschappij niet in dit vonnis be
rusten zal, maar de uitspraak van het
hoogste Rechtscollege zal trachten [te
verkrijgen.
Mocht de beslissing va* dem Hoogen
Raad zich da* aaaaluite* bij die van
de Middelburgsche Rechtba*k dan zou
het perroakaartjes-stelsel voorgoed on
mogelijk zijn geworden.
Dan toch zouden er allicht gevonden
worden, bereid zich eens te laten be
keuren en het aamtal processen zou dan
zoo groot worden, dat intrekking van
deze wijze v&a costióle wel zou moe
ten volgen.
Inderdaad, de Holl. Spoor geeft ons
Haarlemmers steeae* voor brood. Ter
wijl in de laatste jarea nieuwe stations
zijn gebouwd voor dea Haag en zelfs
voor de weinig belangrijke stadjes Delft
cn Schiedam, wordt Haarlem, dat een
van de beste statioas voor de Maat
schappij is, getroost met de perron-
ka&rterij.
Men zal ons wellicht tegemoet voe
ren „gij kunt de daden der Maat
schappij Biet beoTdeele» en bovendien
werkt zy in haar eigen belang en niet
ia dat van het algemeen", maar dat is
juist de groote grief die :wij hebben.
Een particuliere Maatschappij raadpleegt
alleen haar eigem voordeel.
De Staat behoorde een publiek ver
voermiddel va* zoo groot belang te
exploiteersn, of althans op de wijze van
exploitatie zoo groote* invloed te kun
nen uitoefenen, dat met *ame de Holl.
Maatschappij gedwongen werd, den toe
stand te Haarlem te verbeteren.
Maar wij krijgen steeaea voor brood.
Hoelang xulle* we ons daaris nog moe
ten schikkea Zeker wel zoolang, tot
een serieuse concessie wordt verleend
voor den aanleg van een tweede spoor
lijn HaarlemAmsterdam. Is er nie
mand, die dit aandurft
Ha4rlsm, 24 Feb?. 1893.
Geslaagd voor het examen fraaie
handwerken gehouden te 's Gravenhage
op 2123 Febr. mej. P, A. Charbon
alhier.
Binnenkort zal vanwege de vereeni-
ging tot verfraaiing van Haarlem en
omliggende Gemeenten en tot bevorde
ring van het Vreemdelingenverkeer, wor
den uitgegeven een „Stuiversgids voor
Haarlem ea Omstreken."
Dit boekje z#l ongeveer 20 bladzijden
druks beslaan en in beknoptea vorm
inlichting gevea over alles, wat den
vreemdeling van dienst kan zijn f ij een
bezoek aan onze stad en hare omstreken.
jggDe omslag zal worde» versierd met
een afbeelding van de Amsterdamsche
poort, terwijl een vijftal reproducties
vaa fraaie punten in en buiten de stad,
iu het boekje zelf eeD plaats zullen
vinden.
Door de jongelingen, die den prac-
tischen en theoretische* cursus in den
wapenhandel hebben gevolgd, is met
gunstigen uitslag het examen afgelegd
ter verkrijging vaa het getuigschriftlat
hun aanspraak geeft op de voorrechten
bedoeld bij koninklijk besluit van 30
Aug. 1892 No. 27.
Op het eerstvolgend concert, dat het
Stedeljjk Muziekkorps zal 'geven voor
de leden der Sociëteit „Vereeniging",
zal als soliste optreden [mej. A. Klira-
merboom, zangeres aan de Ned. Opera
en die wij reeds als Margaretha in
„Fauat" met groot genoegen hoorden,
De vierde Kunstbeschouwing Donder
dagavond op de bovenzaal van de
Vereeniging door „Kunst zij ons Doel"
alhier gegeven, kenmerkte zich door
eene collectie zeer interessante ea be
langrijke teekeniagea, etsen en schilder
stukken. Het meest waren vertegen
woordigd Jan Toorop, M. A. Bauer en
Colenbrander. Van laatstgenoemde waren
©enige prachtige penteekeningen, ,bewon-
deringswaardig fija vau afwerking, allen
voorstellingen uit het Rijnlandshuis te
Leider, hoogstwaarschijnlijk ontwerpen
van plateelteekesingen voor Rozenburg.
Van Thorn Prikker waren een paar
eigenaardige en voor den leek zeer
duistere decoratief-stukken evenals vaa
J. Toorop. Laatstgenoemde had o. a.
ingezonden een zeer fraai gepointilleerd
stuk voorstellende een fragment uiteen
sage. Behalve eenige mystieke zwart-
krijtteeksniugen (Ochtendschemering e.a)
van zijn hand trof men van hem aan
een artistiek bewerkte Pastel-teekening,
paard, man en vrouw, waarin echter de
linkerarm van den man, welke hij over
den nek van het paard heeft geslagen,
opvallend lang is. Matthys Maris was
vertegenwoordigd door een fijoe ets naar
„De Zaaier" van Millet, Dysselhof door
zijne „Zee Anemonen" en Nieuwenhuys
met zijne kleurrijke, sprekende Guud-
zult Orchideeën. Van de hand vaa M.
A. Bauer waren een tiental etsen aan
wezig, meest voorstellende oostersche
tafereelen ea straten in oostersche steden,
waarvan sommigen fraaie proeven van
de nieuwe richting. Onder het vele
schoons en eigenaardigs, dat nog te be
zichtigen was, noemen wij nog een eis
van E. Karsen, voorstellende een ach
terwal van een gracht en eenige mys
tieke en mythologische voorstellingen
yan Roland Holst.
Voor de afdeeling Haarlem van den
Ned. Protestantenbond trad Donderdag
avond als spreker op de heer Mr. H.
Ph. de KsDter alhier, terwijl hij tot
onderwerp van zijne voordracht had:
„Christendom en Wetgeving."
Het doel v&a Spreker's rede was, te
wyzen op het tegenstrijdige vaa vele
onzer wetsbepalingen met de christelijke
beginselen, en ons alzoo als christenen
aan te sporen tot aaneensluiting, en te
eischen van oaze wetgevende macht
dat in de wetgeviug die veranderingen
plaats hebbea moge welk nog steeds
in oppositie zij* met de leerstellingen
van den grootea meester. Dit zijn o. m.
de bepalingen en artikelen over het
huwelijk, die verbetering behoeven, en
de groote macht toch die de wet den
gehuwden man geeft, behoort wegge
nomen te worde». Waarom de vrouw
niet meer gegeven En waarlijk, het
aantal echtscheidingen zou veel minder
wezen. Maar de wet gaat vaa dit motief
uit: Ben ik mijn broeders hoeder?
Ook omtrent de onwettig geborenen,
den verleider en arme verleide is de wet
zeer onbillyk en behoort te dien opzichte
verbetering te worden aangebracht, of
wij kunnen haar niet christelijk heeten
en hare wetgevers, het volk, geen chris
tenen.
De onwettig geborene, het onschul
dige slachtoffer is er even erg aan toe,
als de ongelukkige moeder. De vader
behoeft en zal het doorgaans ook niet
erkennen, en wel uit den aard der
zaak, en ja, zelfs de moeder behoeft dat
niet. Naiuurlyk is de onwettig geborene
bij mogelijke ertenis aan de mindere
handslechts een derde ontvangt hy
van het aandeel dat hem anders als
wettig geborene zoo toegekend worden,
en wanneer wij weten, dat in ons land
jaarlyks omstreeks 5000 onwettig ter
wereld komen, dan eischt ook deze
verhouding in een christelijke maat
schappij dringend verbetering.
De wet is ook bard voor hen, die
wègens misdrijf opgesloten, es aa hun
tijd uitgezeten te hebben, weder op vrije
voeten worden gesteid. Zéo gevangene
straks weder vrij 1 .Geen overgang
kent de wet, en de veroordeelde die
zich wellicht een schoone toekomst ge
droomd heeft, die hij door een goed
leven te leiden wil trachten te bereiken,
vindt zich op ruwe wyze teleurgesteld.
Immers, in de gevangenis was hij al
leen maar in de maatschappij wordt
hij nagewezen, terwijl hij bykaas geen
werk kan vinden.
Eea groote Dion van cilends vormt
eene andere, door den Staat gewaar
borgde instelling, b.1. de Loterij, wamt
over het algemeen is het de mindere
klasse, die daaraan mede doet en met
het geld zoo hard aoodig toch
nog een twintigje wil koopeo, in de
hoop dat de fortuin hen toch éénmaal
moge begunstigen. O, dat ook deze
instelling moge ophouden!
Donderavond ongeveer ten 1© ure is
brand uitgebroken in een schuurtje
achter het perceel van den vleesch-
houwer J. M. Heck in de KI. Hout
straat. De braad was spoedig gebluscht
door de politie met den slangenwagen,
i zoodat spuit 10 welke ook was uitge
rukt, geen water behoefde te geven.
Alles was verzekerd.
„In de maand December," alzoo
luidt eene acte van dagvaarding die in
de rechtbankzitting van Donderdag
werd voorgelezen, „werden door Jacob
Dekker, arbeider te Beverwijk, ten
nadeele van Jhr. Mr. Boreel van Hoge-
landen aldaar, twee fazanten gestolen."
Dat is nu dus meer dan twee maan
den geleden. De fazanten waren reeds
dood toen ze bij Dekker gevonden
werden en desalniettemin lagen de
beesten als stukken van overtuiging op
de tsfel voor de rechters.
„Maar," zult ge zeggen, „riekten de
diertjes dan niet wathm wat
adelijkzal ik maar zeggen?"
Volstrekt niet, ze waren echter wel
hard en stijf, want .om de waarheid te
zeggenze waren van hout gemaakt,
i bet waren imitatie-fazanten.
Sommige eigenaars van jachtgronöen
S hebben een listige manier, om stroo-
Ipers te verschalken. Ze kien houten
fazanten op een bepaalde plek in een
boom vasttimmeren en de opzichters
j posteeren zich in de nabijheid. Des
j nachts zies de wilddieven de houten
figuren in den boom voor echte fazan-
jten aan, schieten erop en worden ge-
snapt.
In een de? ruw gemaakte dieren
waren dan ook de sporen van hagel
korrels te zien.
Deze twee namaaksels nu heeft Jacob
Dekker, volgens de dagvaarding althans,
gestolen. Op zekeren avond in Deccm-
ber kwam bij den rentmeester vau Jhr.
.Boreel op den straatweg tegen en liet
i dezen de fazanten zien, terwijl bij hem
iets toeriep dat klonk ais„ik zal ze
maar meenemen, dan hebbea we er
j 's nachts geen last meer van
Dekker beweert evenwel, dat hij de
'voorwerpen op straat gevonden heeft
22»
HOOFDSTUK XV.
Van miss Pollie Wardiaw aan den heer Bellew Jr.
(Telegram I).
Van T. Bellew Jr. aan miss Pollie Wardiaw,
Villa Hampton, Virginia.
20 October 18,.
Uw brief bevat mededeelingen van groot gewicht. Wopping ver
zoekt n dringend Jeakles zoo spoedig mogelijk te ondervragen
over die gouden ketting en medaillon. Tracht vooral den man daar
te honden tot na aankomst morgen van den trein van 10.30.
Daarmee zullen wy komen onze eerste gelegenheid.
Steeds de uwe,
T. BELLEW Jr.
(Telegram II).
Van miss Wardiaw aan den heer Wopping,
Old Point Comfort, Virginia.
20 October 18..
Uw telegram ontving ik te laat om van dienst te kunnen zyn.
De man was twee dagen voor de afzending van den brief aan
mynheer Bellew reeds vertrokken.
Uwe dienstwillige
POLLIE WARDLAW.
HOOFDSTUK XVI.
Jeakles
Gedurende zyn verblyf te Old Point Comfort ging het den
waardigen Jeakles in zaken niet zoo naar den wind als hy wel
verdiende, zoodat hy zich haastte om zyne tenten af te breken,
zooals de Arabieren, en het zand van het zeestrand van zyne
zolen af te schudden.
Jeakles had dit evenwel niet gedaan zonder eene opwelling van
toorn en rechtmatige verontwaardiging. Het lag niet in het karak
ter van den eigenaardigen man om de onverschilligheid, waarmee
hij t8 Old Point Comfort was ontvangen met minzaamheid of op
gewektheid te beantwoorden, en toen in den grauwen morgen zijn
reiswagen den eindeloozen tocht ging voortzetten om groener,
malacber velden op te zoeken, had hij wraak genomen over die
verwaarloozing door zich om te keeren en zyne vuisten achtereen
volgens te schudden tegen de zandvlakte, de loeiende zee, en de
huizen, waarin duizenden menschen nn rustig en onbekommerd
sluimerden.
„Wat do menschen tegenwoordig in de circussen verlangeü,
gaat boven myn verstand,gromde Jeakles ontevreden. „De ver
schillende dingen, die de tegenwoordig zoo veeleiscbende menschen
voor hun geld verlangen, zouden zelfs buiten het bereik s»aan van
een man ryker dan ik."
„Gy hebt toch gelegenheid gehad om ryk te worden, Henry
maar ze voorby laten gaan," zeide juffrouw Jeakles, en kwam
met haar hoofd tusechen het wageükleed te voorsobyn.
„Wat konden zy nog meer verlangen," vervolgde Jeakles op
beleedigden toon, zonder de minste aandacht te schenken aan het
slordige, blonde boofd, dat onder het zeil te voorschyn kwam
„wat kunnen zy meer verlangen, dan Ann op het strakke koord
te zien loopen, toeren te zien maken op de vliegende trapéze, en
my beroemde liederen, door de banjo begeleid, te hooren zingen
om niet te spreken van de zeven gedresseerde, kostbare muilezels
het is werkelijk wanhopend om er aan te denken."
„Ik heb je wel gewaarschuwd Henry. Dat kant gy niet ont
kennen," riep juffrouw Jeakles uit.
„Ja, zoo is het," zeide Jeakles gemelijk, toen een groote water
druppel op zyn naar boven gekeerd gelaat viel. „Ik voel regen 3
AnB, en geef je dus de waarschuwing, dat je nat zult worden als
je je hoofd niet naar binnen haalt."
Juffrouw Jeakles trok voorzichtig haar hoofd met de verwarde,
blonde lokken naar binnen, totdat slechts de punt van een spitse
neus zichtbaar was.
Jeakles had besloten om meer het land in te gaan en slechts
kleine plaatsen te bezoeken, waar de menschen minder deftig
waren en by op grooter steun zou kannen rekenen.
Terwyl hy zyn weg vervolgde zyn oog beurtelings gevestigd op
den stoffigen weg voor hem en de donkere, zwarte wolken, die
zich boven zyn hoofd saampakten, boven hem vroeg hy zich af