WEDSTRIJDEN. BINNENLAND. Voor het bouwen v*n a boerderijen, elk met 6o H. A. Und, op het Und der staalbron te Haarlemmermeer, was de laagste inschrijver W. v. Verre te Ca- pelle aan den IJsel voor 34,444. De eind-uitslag van het gehouden groot internationaal korps-kegelconcouts in de Sport Bar te Amsterdam is als volgt De ie prijs, grooté gouden medaille, werd behaald door de kegelclub „Door Oefening Sterk" van Leiden, met 225 punten de 20 prijs groot vergul i zil veren medaille door „Mercurius" van Nijmegen met 216 punten, de 3» prijs verguld zilveren medaille, door „Argus" van Amsterdam met 209 puntende 4e prijs, een zilveren medaille door „Eenheid" van Amsterdam met 208 punten, en de 5c prijs, bronzen medaille, door „Harmonie" van Alkmaar met 203 punten, Ain de afgevaardigden, behoorende tot de prijswinnende korpsen, wordt als souvenir aangeboden voor den m prijs een verguld zilveren medaille, voor den 2n, 3n en 40 prijs een zilveren medaille en voor den 511 prijs een bronzen medaille. De eereprijs, een groote vergald zil veren medaille, werd behaald door den heer Bruns, van de kegelclub „Mercu rius," van Nijmegen, met 63 punten. De consolatieprijs werd behaald door den heer A. J. Jonkmans, v? n de ke gelclub „Koekoek," te Amsterdam, met 48 punten. Als een bijzonderheid dient te worden vermeld, dat genoemde heer de eenige is van al de afgevaardigden (385) welke in den korpswedstrijd hebben deelge nomen, die de tien ballen, welke door iederen afgevaardigde moesten worden geworpen, op de plank heeft gehouden. De negen prijs (beschikbaar gesteld door den leverancier van de medailles, den heer W. J. de Haan te Amsterdam) voor de vereeniging die in dezen wed strijd de meeste negen werpt werd be haald door de kegelclub „O K. C." van Amsterdam met 7 negens in de 50 worpen. De negen prijs, een zilveren medaille, aangeboden door de kegelclub „Wilhelraina" van Amsterdam voor den afgevaardigde die de meeste negens wierp werd behaald door den heer Brons van de kegelclub „Mercurius" van Nijmegen, met 3 negens in de 10 worpen en 63 punten. Zondag 12 Maart e. k. zal de wed strijd plaats vinden, om den „prix d' Excellence." Sedert 1849 is in Februari nog nimmer zooveel regen gevallen als in de afgeloopen maand. De hoeveel heid (132.7 mM.) overtreft het uiterste (98.9 mM.), in 1850 waargenomen, zeer aanzienlijk. Het aantal regendagen (24) is onge veer grooter dan het gemiddelde aantal. De relatieve vochtigheid, 8s%{ komt, zeer merkwaardig, nagenoeg over een met het gemiddelde bedrag (86,2%»). De totale verdamping (30.1 mM.) over treft zelfs het gemiddelde (22.9) voor Februari. Onder zulke omstandigheden is de maand natuurlijk warm geweest. De temperatuur overtrof dan ook het veel jarig gemiddelde met 1.3 gr. C. Zy wisselde tusschen —4 gr. o en 12 gr. C., terwijl de uitersten voor Februari 17 gr. 7 en 14 gr. 6 C. zijn. Het aantal vorstdagen (7) was aanzienlijk lager dan het gemiddelde aantal (12.1). De m'x'mum-temperatuur bleef geen enkelen dag beneden het vriespunt, hoewel Februari gemiddeld 3 zulke da gen telt. Slechts eenmaal, den 23a, heeft het gesneeuwd. De gemiddelde bewolking (6.3) was normaal. Het aan tal dagen met mist (5) en de bewolkte dagen (6) waren grooter dan de veel jarig gemiddelden 3 en 4.3. De gemiddelde barometerstand, 7547 mM., bleef 6 raM. te laagin over eenstemming daarmee was de over- heerschende wind (25 %o) Z. W. het aantal stilten (28%o) wa6 nog grooter. Den 8n, ion, nn en 14a was bet weder stormachtig; den in bereikte de windkracht zelfs een drukking van 72 KG. per M*. Den 26a heeft het ge durende eokcle minuten gesneeuwd tusschen Rijsbergen en Heusden. Volgens volkoverlevering zouden er ouder in de zoogenaamde _,Pyramide" van Austerlitz, nabij Zeist gelegen, merkwaardigheden verborgen zijn. De heer De Beaufort, burgemees ter van Woudenberg, eigenaar der„Py- ramide," besloot dezer dagen naar een en ander een onderzoek in te stellen. Na ongeveer 19 meter grond uitgegra ven te hebbeü, ontdekten de arbeiders werkelijk eene looden bus, welke bij opening bleek ie bevatten eene perka menten oorkonde jammer dat ze door het it'gedrongea vocht nogal be schadigd was, benevens eenige Fransche munt, waaronder een in goud, ter waarde van ongeveer f20. Zooals bekend is, werd deze heuvel in het begin dezer eeuw, door den generaal de Marmont, onder Napoleon I door de in het kamp van Austerlitz kampeeren- de troepen, in ledigen tijd opgeworpen, zoodat ze ruim 90 jaar oud is. Van eene andere zijde wordt ons nog gemeld, dat het schrift der oorkonde zoo goed als onleesbaar en het perkament niet heel te houden was. De handtee- kening van Napoleon was echter nog zeer goed waar te nemen. Het gevondene is door den heer De Beaufort, naar men ons mededeelde, aangeboden aan het rijksmuseum te Amsterdam. Men deelde ons ook mede, dat het plan bestaat weder op deze pyramide eene zuil te plaatsen, zooals die ook, blijkens nog bestaande teekeningen, er vroeger op moet gestaan hebben. {U. D.) De secretaris vin den Cir cus-Carré kwam oas zeggen, aldns meldt het Hdbl.t dat de directeur van den Amazonentroep voor ons gaarne een uitzondering zou maken en ons ont vangen, hoewel hij anders liever niet gestoord werd gedurende den tijd, dat hij zijn troepen oefent. Wij klommen de trappen op, die naar een der ruime zolders van den circus leidden en vonden daar te midden van op den vloer gespreidde bedden en allerlei circus-gerei den troep der Ama zonen. De directeur trad ons te gemoet en heette ons in zuiver Hollandsch wel kom. Blijkbaar hadden wij onze verbazing niet kunnen verbergen, een neger voor ons te zien, onberispelijk in de EurO' peeache kleederdracht gestoken en de Hollandscae taal zoo volkomen mees ter. Althans de directeur sprak glim lachend „Ik spreek elke Europeesche taal, die u verlangtFransch, Duitsch, Eogelsch, Hollandsch en meer. Mijn naam is John Hood, ik ben geboren te Benares in Britsch-Indië en heb veel gereisd. Ia Holland was ik slechts éen maal voor deze, doch ik ben geruimen tijd ge weest onder de Hollanders aan de Afri kaansche kust. Gaat u zitten." Wij namen bij hem plaats in de na bijheid van een groot fornuis, waarop een neger bezig was in een kolossalen ketel rijst te koken, die met vleeschof visch en wat Spaansche peper het da- gelijksch voedsel der Dahomyanen is. „U wenscht wat van mijn troep te weten. Vraag maar I" „Dan zou ik gaarne weten of deze menschen inderdaad zijn eenige der bekend geworden amazonen van den vorst van Dahomey, die het denFran- schen en kolonel Dodds zoo lastig maakten." „Zeker behooren zy daartoe," luidde het antwoord. „Ziehier stukken van de Britsche en Fracsche autoriteiten aan de kust, die u zullen overtuigen dat ik deze menschen gedurende een jaar bul ten hun land mag houden. Zij zija thans als vrije menschen ingeschreven; ieder moet ik hun maandelijks een pond sterling betalen, welk geld vooruit bij den Eagelschea consul is gestort." De inzage der stukken bewees over tuigend, dat de heer Hood werkelijk met amazonen van Dahomey op reis is gegaan. Zooals zij daar voor oös stonden, die 32 vrouwen en 10 mannen, maakten zij geen ongunstigea indruk. De huidkleur is donkerbruin, bij zwart af, het haar kroesig, de lichaamsbouw stevig. De beenen en armen zijn blootoverigens roode rokj;s en een keurslijf, dat tot den hals sluit en geheel afgezet met witte schelpjes; „katjes" noemden wy ze als kinderen. „Dat is hun munt, die schelpen' zside de directeur, „en die schelpen waren feitelijk de oorzaak van den oor log met Frankrijk, daar de Franschen niet het recht der munt wilden geven. Een groote zak vol van die schelpen is een pond sterling waard. Ziet u wei dat sommigen op hun witte mutsen een olifant dragen, anderen een krokodil? Ik zal u zeggen wat dat beduidt, „Het aanul amazonen van den vorst wordt geschat op 3 4000zij vormen twee regimenteneen regiment draagt op de muts een olifant geborduurd, dat zijn de dappersten, de sterksten; die met den krokodil zijn minder waard." Inderdaad, de mannen met den olifant waren van veel krachtiger lichaamsbouw dan die met den krokodil. ,Ea mocht ge deze menschen zonder toestemming van den vorst van Dahomey medenamen ^Volstrekt nietzijn toestemming was noodig en bovendien ben ik verplicht hem geschenken te geven." „Wanneer worden de meisjes in Da homey amazone? „Op ha*r 130 jaar komen zij bij 's vorsten lijfwacht en moeten ten minste twee jaar in dienst blij ven. De vorst geeft hun te eten en legert hen aan zijn paleis. In den oorlog gaan zij voor, doen wonderen van dapperheid en zijn vooral vlug in het koppensnellen. „Welke zijn haar wapens?" „Zooals ge zietgeweer en sabel. Bogen en lansen kennen zij niet. Zy hebben geweren van oud kaliber, door Franschen en Duitschers afgekeurd en veel aan de kust ingevoerd. „Zija deze vrouwen gehuwd?" „Gehuwd? Geen amazone mag ge durende haar diensttijd met een man in aanraking komenzooiets zou met den dood worden gestraft." „Waar komt ge thans met hen van daan en hoe lang zult ge hier blijven „Wij zijn nu geweest in Parijs, Berlijn, Weenen, Mtlnchen en 't laatst te Brussel, waar een klein deel van den troep ach terbleef dat deel dat o. a. tegen kolonel Dodds heeft gevochten. Hier blijven wij veertien dagen voorloopig, doch wij hopen zooveel bezoek te trekken, dat wij langer kannen toeven. V&n hier gaan wij naar het „Cristal-Palace" te Londen. Wilt u het exsreeeren eens zien? De troep plaatste zich in postuur. Een der negers gaf de bevelen en toen volgden een marchéeren, een manoeu vreeren met geweer en sabel, waarvoor een goed gedrild Hollandsch militair zich niet zou behoeven te schamen. Toen de krijgsdansen vergezeld van oorverdoovend geschreeuw ea gebeuk op een „Saaghoewai" of tamboerijn, zoodat hoorea en zien verging. Dinsdagavond had het eerste optreden ia den circus plaats van dezen troep, die zeker vreemd en belangwekkend genoeg is om gezien te worden. Maandag werd in tegen woordigheid van tal van geestelijken en plaatselijke autoriteiten en zeer vele belangstellenden te Maastricht een plech tige lykmis gecelebreerd voor paBtoor Brouwers, Zaterdag 11. overleden. Na den lijkdienst werd het stoffelijk overschot naar het station vervoerd en Dinsdagmiddag is het aan het station Weesperpoort te Amsterdam aangebracht om naar Bovenkerk vervoerd te worden. Een ongewone drukte heerschte dien tengevolge op het station en in de om geving. In de wachtkamer eerste-klasse hadden zich de autoriteiten, afgevaardigden, vrienden ea vereerders an den over ledene vereenigd. De klok van de kerk in dé "Vondel- straat werd, toen de stoet daar voorbij trok, geluid. De stoet werd geleid door de heeren P. J. Raaymakers ea dr. P. H. J. Cuyper8. Om halfvijf kwam de lijkstatie, voor afgegaan door schoolkinderen en een zangvereeniging, in het dorpje Boven kerk aan. De lijkkist werd op het altaar ge- plaats, terwijl de kerk zich reeds spoe dig vulde met vele inwoners van het dorp en de verdere geestelijken en be langstellenden, die uit Amsterdam waren overgekomen. De geestelijken uit Am sterdam zongen de metten. De lijkdienst was vastgesteld op heden (Woensdag)ochtend te 10 uur, waarna de plechtige teraardebestelling plaats had. Zondag in den morgen stond tusschen 5 en 6 uur heeft te Amsterdam een brutale diefstal plaats gehad in de 2e Rozendwarsstraat No. 6, bewoond door den meikslijfcer Mo lenaar. Te 5 uur verliet hij zijne woning, ten einde naar den stal te gaan om melk te halen, en sloot de deur, zijne vrouw slapend achterlatend. Te 6j£ uur terugkeerend, vernam hij van zijne vrouw, dat, toen zij zich te 6 uur aan kleedde, zy haren zak miste, dien zij meende geborgen te hebben onder hare kleederen, liggende op een stoel voor haar ledikant. Naar boven gaande, stond daar de linnenkast open en bespeurden de echtgenooten, dat de volgende voor werpen daaruit waien ontvreemdeene gouden kap met dito spelden van de vrouw, de man zijn vestketting, een zilveren tabaksdoos, een sigarenpijp met gouden garnituur, een kerkboek met gouden slot, twee kistjes sigaren, de spaarpot der kinderen en vier gouden ringen dat alles was weg met de por- temonnaie met geld en de sleutels, die zich in den zak der vrouw hadden be vonden. Van inbraak is geen sprake, daar de deur der woning, bij het ver iaten door den dief was gesloten, zoodat deze de deur blijkbaar met een sleutel heeft geopend. Een wel wat kras, maar erg lachverwekkend guitenstukje van een Amsterdamachen jongen, kou men Za terdagochtend zien in de Groote Bicaer- straat. Aan een pakhuis aldaar was menz.g. aan 't „tabak prikkelen" dat wil zeggen 8 man aan drie stokken haalden telkens een pak tabak op naar den derden zol der van een perceel. Beneden woont een gezin en pu kwam een eerzaam aanspreker met den noo- digen ernst aanschellen, en nauwelijks klonk uit zijn stroeven mond het gewone „ik kom u bekend maken, dat overle den is" of een jongen, die bene den de pakken tabak aansloeg, stond naast den man, slaat hem de beide schinkelhaken onder de armen, laat het gewone „haal-op" hooren en byna op hetzelfde oogenblik is de man 8 4 9 meter van den grond en laat van schrik zijn „werkbriefjes" vallen. Op zijn ge schreeuw staken de mannen, die aan de stokken trekken, hun gang en zonder letsel, maar onder algemeen gelach liet men den man langzaam zakken. Onaoo- dig zeker te zeggen, dat de jongen niet wachtte tot het zwarte mamsetje bene. den was. Aan het einde der Czaar Peterstraat te Amsterdam, bij den over weg van den spoorweg had Dinsdag morgen een treurig ongeluk plaats. Een matroos, in dienst op de RcmWandt der Kon. Stoomboot-Mij. werd daar door een locomotief gegrepen, met het ongelukkig gevolg dat hem beide armen en beenen zoo goed als afgereden wer den. De man bleef op da plaats dood. Dinsdagavond heeft te Am- sterdam wederom een weinig betee- kenende brand eenige slachtoffers ge- eischt. Omstreeks kwart voor elven viel op het tweede bovenhuis vaa perceel 49 in de Van Woustraat de petroleum lamp om. Bedoelde verdiepiag werd bewoond door de familie J. C. Mulder bestaande uit man, vrouw en dochter, daarboven woonden de wed. Malssen met dochtertje; Eijlers diamantslijper, ea de 65-jarige P. Levering en jdieas vrouWj terwijl een oude man en wouw dezelfde verdiepiag bewoonden. Een verdieping lager woonde de familie S. H. Leesson en gelijkstraats het gezin van den kruier J. Scbcffer. Toen de brand uitbrak vluchtte juffrouw Malssen terstond met haar kind; de vrouw ging met haar kind in de kruierlj. Juffrouw Levering die geen uitweg wist, vertoornde zich aan het venster der 3e verdieping. Een paar voorbijgangers riepen haat toe uit het raam te springen en zouden haar in eea deken opvangen. Zij waagde den sprong, doch kwam met de voeten terecht op het kozijn van het tweede bovenhuis, sloeg door den schok om en viel bewusteloos naast de deken cp straat, aan het hoofd ernstig gewond ea inwendig gekneusd. Dadelijk werd zij naar de naastbij zijnde apotheek op den hoek van de Vaa Woustraat en Stadhouderskade gebracht, waar zij met mede-hulp vaa twee semi artsen voorloopig werd ver bonden en toea per raderbaar naar het Bia&eagasthuis vervoerd, waar zij hedea is overleden. De brandweer, welke spoedig ter plaatse was, zag by haar komst niet veel meer dan zwaren rook. Den brandwachts, die het perceel binnengedrongen waren en geen per sonen gevonden hadden, wachtte na de blusschisg op den zolder nog een vreeselijk tocneel. Eijlers had zijn menschiievend pogen met den dood bekocht. Met den ouden man was hij naar boven gevlucht, waarschijnlijk zelfs tot op het dak. om den ouden Levering te redden. Waarom is niet bekend, maar beiden keerden weder naar den zolder terug* waar zij door den zwaren rook stikten. Hun lijken, welke zelfs niet geschroeid waren, werden op zolder, by een dak venster gevonden. Alzoo ^drie slacht offers. In Twente ondervindt mes in zeer sterke mate de gevolgen der werkstaking in het engelsche katoen district. Zeer vele fabrieken, welke met engeisch garen werken, kunnen geen voorraad genoeg krijgen, zoodat de ar beiders niet geregeld kunnen werken. Te Easchedé, te Oldenzaaï en te Almeloo wordt reeds geklaagd over geringe verdiensten, en men hoopt ai- gemeen, dat aan dezen toestaud spoedig een einde zal komen. Zooveel mogelijk worden de garens voor den inslag na als een slang over den grond kraipende. Door een piket was op hem geschoten, wat hy had kunnen voorzien door in een vijandig land rond te waren. Het gevolg was, dat hy Pollie niet kon gaan opsporen, maar kalm moest blyven liggen tot zyn been weer ge nezen was, en dat duurde nog al eenigen tijd ook. «Den volgenden dag deed ik wat ik kon om haar te vinden, maar na een heelmeester te hebben opgespoord om Jeakles te be handelen en de kinderen te hebben verzorgd en alles te hebben gedaan, wat ik voor hen doen moest, had ik zeer weinig gelegen heid om my te wyden aan de opsporing van de arme Pollie. Doode en gewonde mannen en paarden lagen overal opgestapeld, en een gevoel van afschuw maakte zich van my meester; tegen den avoBd kwamen echter een paar mannen ons opzoeken, en vroegen my om mee naar buiten te gaan, en de identiteit van een kind aan te toonen. Jeakles lag met sfcyf verbonden been op een paar planken uitgestrekt - hy was nog al ernstig gewond zoodat ik alleen gaan moest. Weldra kwamen wy op een plek, waar een kind lag, geheel zonder kleeren en slechts in een laken gewikkeld. Het gelaat was geheel weggeschoten, en alleen aan de lange, blonde krullen kon ik zien, dat de arme kleine onze Pollie was. «Ik kreeg een vreemde gewaarwording en dit was duidelyk aan my te bemerken. De menschen waren echter zeer vriendelijk voor ons, en hielpen ons met het verschaften van een doodkistje voor haar en dien namiddag begroeven wy haar in een hoek van de begraafplaats, en alhoewel wij na haar dood steeds arm cgn geweest, heeft Jeakles ieder jaar wat geld opgespaard, en dat naar den koster gezonden om wat madeliefjes en viooltjes op kaar graf te planten. Dat is er van de kleine Pollie geworden mynheer.'' De detective had de stilzwijgende gestalte, die daar op de sofa lag uitgestrekt, aandachtig gadegeslagen. Het scheen hem toe, dat een traan stil wegrolde langs dat uitgeputte gelaat en op den grond viel zonder dat iemand het zag. Juffrouw Jeakles zuchtte diep, toen zij haar verhaal had ge ëindigd, en peinzend zag zy nu op hare mitaines, die opgevouwen op haar schoot lagen. „Ia nooit het denkbeeld by u opgekomen," zeide Wopping, //dat gy u wellicht hebt vergist in de identiteit van het lyk?" z/Neen, nooit.* //Het is wel by my opgekomen," riep de dwerg uit. //Het is mij altyd bijgebleven; en waarom Omdat Pollie steeds haar hals ketting droeg, en het kind, dat wij hebben begraven, was zonder halsketting dat is de reden." //Iemand heeft het haar wel kunnen ontnemen alvorens wij het lyk vonden,* zeide juffrouw Jeakles scherp. «Het is niets dan een list van den advocaat, om my myn twintigduizend dollars niet behoeven uit te betalen.* «Volstrekt niet,* protesteerde Wopping. «Myn twijfel is ge grond op het feit, dat ik eene jonge dame ken, wier geschiedenis gelyk schynt te zyn aan die van het kind, door u op zoo zon derlinge wyze verloren.* i,Ik heb haar met eigen oogen zien begraven,* riep Ann zenuw achtig uit. «Ik heb die belooning verdiend en wil myn geld hebben.* Turtle veranderde nu van zitplaats en zette zich neer dichter by de groote boekenkast, in wier schaduw de arme, afgeleefde man lag, wiens gangen hy zoo nauwkeurig had nagegaan. «Ik ben er zoker van, dat gy van oordeel zyt haar te hebben zien begraven,* zeide Wopping, «en terzelfder tijd ben ik er zeker van, dat gy u vergist door te meenen, dat dit kind de bewuste Pollie was. Ik wil mijnheer Jeakles hier vragen, of hy na al die jaren die halsketting en dat medaillon zou kunnen herkennen?'' «Zeker,* riep deze uit, «zeker zou ik ze herkennen. Waarom niet? Ik zou wel willen, dat ik daartoe in de gelegenheid werd «Gy zult in die gelegenheid wordea gesteld,* zeide Wopping haastig. Uit een lade van zyn lessenaar haalde hy de ketting en hst medaillon in den vorm van een hazelnoot, hem door miss Ward- law gegeven, te voorschijn. «Kyk eens mynheer Jeakles,* zeide Wopping en legde de ket ting neer op tafel voor den dwerg, «vertel my nu eens, of gij deze wel eens meer hebt gezien.* Alvorens zich uit te laten, bekeek Jeakles ze aandachtig. «Ja,* riep hy uit, «deze ketting heb ik wel honderden males gezien. Het is dezelfde, die Lidia om Pollie's hals legde op de« avond van haar vlucht. Ik wil er een eed op doen mynheer, ea het is dezelfde keten, die Pollie droeg op den avond, dat wy haar verloren, ik mag hangen als het niet waar is.* Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 2