EEN AFSCHUWELIJKE WRAAK.
BINNENLAND,
GEMENGD NIEUWS.
Vit het engehck
O. M.
van
OIiAKK.
Een gevangene in Broadmoor ben ik
en hier zal ik naar ik veronderstel wel
blyven, in het krankzinnigengesticht voor
misdadigers, waarheen ik ben gebracht,
tot het vonnis is;geveld. Somtyds weet ik
waarlijk niet, of ik waak dan wel een
akeligen droom heb. Drie maanden ge
leden was ik een van de gelukkigste
schepselen op dezen aardbodemjong,
ryk, in het genot van een goede gezond
heid en een goed verstand, en verloofd
met het bekoorlijkste meisje uit geheel
Engeland. Kan men nog meer wen-
schen En nueen rampzalig mensch,
naar lichaam en ziel gebroken, met het
KaiDsmerk voorzien, maar niet krank
zinnig, wat de menschen ook mogen
zeggen, niet krankzinnig. De wakers
zyn op hunne ruwe manier nog al vrien
delijk, maar de vriendelijkheid is ver
mengd met omzichtigheid en angst voor
den krankzinnige, den menschelijken
tyger, naar het uiterlijk by zijn verstand,
maar in wiens inwendig een duivelachtige
dorst naar bloed gloeit, alhoewel, en God
weet het, ik er van huiver om iemand
eenig kwaad te doen, terwijl ik reeds
by het zien van bloed akelig word. Om
my den tyd te verdry ven schrijf ik nu
mijne levensgeschiedenis, die naar ik hoop
als waarschuwing moge dienen voor hen
die met hypnotisme, de zwarte kunst der
negentiende eeuw, willen spelen.
Myn vader heelt zich iu City een
fortuin verzameld, en stierf toen ik te
Eton studeerde. Ik herin er my hem als
©en kalm, teruggetrokken man, die in
zyne zafce opging. Mijne moeder, die
trouwe, goede moeder, is drie jaar ge
leden gestorven, zonder Goddank getuige
te zijn geweest van myn schande.;
Haar dood was eeu zeer groote slag
voor my, en om te trachten my over
het verlies heen te zetten, ging ik rei
zen, en bracht een jaar door in Indië,
toen een jaar in Australië, en daarna
een in Amerika, waarna ik nog steeds
door onrust gedreven naar Europa te
rugkeerde.
Op zekeren dag een helderen, vroo
lijken Zondag—, o, hoe goed herinner ik
my dien nog, wandel ik te Parijs in
het Bois de Boulogne, toen ik plotse
ling een stem naast ray hoorde uit
roepen i //Zoo Bonner, jij hier, hoe gaat
het?" Ik keer my vlug omen herken
tot mijn groot genoegen myn vriend Jack
Stephens, met wien ik de grootste vrien
den was geweest, alhoewel onze raeenia-
gen nog al uiteenliepen. Jack had zich,
nadat wy beiden te Oriel hadden ver
toefd, op de geneeskundige studie toe
gelegd, alleen uit liefde voor die studie
on h|j placht lachende te zeggeD, dat hy
de geheele wetenschap ten onderste bo
ven zou keerende geneeskundige facul
teit zou voor hem sidderen, en Hippo
crates zou bij Jack Stephens vergeleken,
een allertreurigst figuur maken. Hij w&b
nog steeds dezelfde luchthartige, geest
driftvoile jongeling zooals ik hem drie
jaar geleden had gekend. Hij was ver
rukt my weer te zien, en vertelde, dat
hij in Parijs was gekomen om neerte-
knielen voor Charcot, den grootsten spe
cialiteit in zenuwziekten. „In Enge
land weet men niets van de ze
nuwen. Daar heb je bijvoorbeeld het
hypnotismewel, als men in Engeland
zoo gelukkig is iemand te vinden, di
toestemt, dat er zooiets bestaat, dan is
hij byna te bang om het te zeggen uit
vrees, dat men hem voor gek zal uit
schelden wy zyn hier beter op de
hoogte. Laat ik je echter voorstellen aan
myn vriend Gonzalez, een der onzen,
want hy is een halve Engelschman."
Zyn vriend had met een vergenoegden
glimlach naar hem gelnisterd, boog en
stak my op engelsche manier de hand
toe. Hij was slank van gestalte, met
een opvallend knap uiterlijk, donkere
doordringende oogen, donker, krullend
haar en gebogen neus, die zijn spaaneche
afkomst verriedden, terwijl er aan zyn
uiterlijk geen enkel spoor was te ont
dekken, dat er angel-saksiseh bloed in
zyne aderen vloeide.
Met ons drieën brachten wy ver
scheidene avonden door in den schouw
burg op een concert, oi zaten wy kalm
in een café of op Jack's kamer te praten.
Wy moeten een zonderling drietal heb
ben gevormdJack en ik spraken dik
wijls over den tyd in Oxford doorge
bracht, over roeien en cricketten, terwyl
de Spanjaard er by eat zyn sigaartje te
rooken, blijkbaar belangstellend naar ons
luisterende. Ook sprak by met Jack dik
wijls over de wetensehap en dan was
hèt myn beurt om te luisteren. Op
zekeren avond, toen wy, naar ik mij
herinner over den verschillenden ge
moedsaard der verschillende naties spra»
ken, zeide Jack: //Wel Gonzalez, wat
zegt gij van de karaktertrekken der
Engelschen j/Dat wil ik met genoe
gen zeggen/' gaf deze ten antwoord:
gy Engelschen heet flegmatisch te zyn,
ik ben niet van dat oordeel: gy komt
my voor hoogst gevoelig te zijn, maar
steeds wordendoor de uwen alle gevoe
lens en emoties onderdrukt, als schaamdet
gy er u over. Is het zoo niet? Vertel
my nu eens, wat gy van ons Spanjaar
den denkt/'
Dil was een lastige vraag want met
uitzondering van Gonzalez had ik, en
naar ik geloof Jack evenmin, ooit een
Spanjaard goed gekend. Met vele ver
ontschuldigingen vertelden wy hem ten
laatste, dat sedert de dagen van Philip
II van Spanje, de Spanjaarden by ons
als wreed en wraakgierig bekend stonden.
Glimlachend gaf hy ten antwoord
/,Wreed niet, maar wel wraakgierig.
Neem ik my zelf eens tot voorbeeld
als een man my beleedigt dan zal ik
niet rusteD, voor ik hem daarvoor heb
doen boeten. Gy Engelschen zyt niet zoo
doordry vendin negen van de lien
gevallen zoudt gy zeggen //Kom het is
de moeite niet waard, laat ons de zaak
maar laten rusten. Dat is by my anders."
En ik zag een boosaaraigen glans in zyn
oogenhy meende blykbaar wat by
zeide.
Tot myn spijt was ik na eenigoa tyd
genoodzaakt naar Londen terug te kee
ren voor eene dringende zaak, zoodat ik
van het tweetal afscheid moest nemen.
//Ga in Londen myne moeder en zus
ter eens opzoeken, beste vriend, en ver
tel hun eens wat van mij," zeide Jack,
toen wij aan het //Gare du Nord" af
scheid van elkaar namen, //het zal hun
aangenaam zyn kennis met u te maken.
Gonzalez gaat over een pazr weken ook
naar Londen, en ik keer op zyn laatst
met Kerstmis terug."
Ik was nog maar eenige dagen in
Londsn toen ik de gelegenheid vond
om Jacks moeder te bezoeken, eene vrien
delijke, gryze, bejaarde dame, die in een
ouderwetsch huis in jKensington woonde.
Spoedig ontdekte ik, dat haar dierbare
Jack haar trots was, van wiens kennis en
goedheid zy uren achtereen zou kunnen
spreken. Toen zy my vertelde van zijne
talryke goede hoedanigheden trad de zus
ter van Jack binnen. Zy was een schoon,
blond meisje, slaDk en bevallig, met
dezelfde lachende, blauwe oogen, die
Jack had.
//O mynheer Bonner", riep zy uit,
«den laatsten tyd heb ik zooveel van u
gehoord, en komt gy moeder en mij nu
eeDS vertellen van myn broeders ver
bazende kennis/' en met teederheid streek
zy hare moeder over de hand. «Wy
moeten mynheer alle mogelyke gastvrijheid
bewyzen moeder, anders zal Jack het u
kwalyk nemen."
Na dien dag bezocht ik Jaoks moeder
dikwyls, eerst omdat ik haar gaarne het
genoegen wilde doen, haar de gelegen
heid te geven, over hem te spreken;
weldra werd myn beweegreden echter
van meer zelfzuchtigen aard. Hoe meer
ik miss Stephens zag, des te meer begon
ik van haar te honden en haar lief te
hebben. Wij waren de grootste vrienden,
maar ik durfde myne gedachten niet
voor haar uitspreken.
Toen ik op zekeren namiddag er weer
een bezoek bracht, was ik zeer verwon
derd Gonzalez in de ontvangkamer te
ontmoetten, blykbaar zich daar geheel
tehuis gevoelende. Het deed hem meer
genoegen my te zien, dan omgekeerd
met my het geval was, want volgens
myn oordeel stond hy hier slechts in den
weg. Hy zeide my, dat hy reeds een
week in Londen was en in Westminster
kamers bad gehuurd, terwyl hy mij uit
noodigde hem daar eens te komen op
zoeken. Toen hy vertrokken was, zeide
miss Stephens tot my//Ik houd niet
van dien spaanschen vriend van Jack,
en," voegde zy er half schuchter by, ffik
ben half bang van hem." Gonzalez was
weldra een even trouwe bezoeker by de
familie Stephens als ikwanneer ik er
ook kwam, altijd scheen hy er ook
te zyn.
Toen ik op zekeren dag het huis bin
nentrad, snelde Gonzalez my haastig
voorby, en verliet het huis zonder een.
woord tot my te spreken. Op dat tyd-
stïp had ik weinig aandacht voor hem,
maar later herinnerde ik mij, dat zyn
gelaat door hartstocht was verwrongen,
hy my een blik vol haat tpewierp.
Ik werd in de duister verlichte salon
binnengelaten miss Sthephens stond met
haar elboog op den schoorsteenmantel
geleund in het vuur te staren, ea zag
er bekoorlijk uit. Ik dacht aan Gonzalez
het was geen prettig denkbeeld, dat zy
hem boven my zou verkiezen ik besloot
dus om haar myne liefde te openbaren
en dus een einde te maken aan die pijn
lijke onzekerheid.
„O, zijt gy het, mynheer Bonner?"
zeide zy, en scheen inderdaad verheugd
my te zien. //Hebt gy by uw binnen
komen mynheer Gonzalez ook gezien
Ik vrees, dat hy zeer ontstemd wasl"
//Hy scheen inderdaad zeer slecht
gehumeurd te zyn", gaf ik ten antwoord,
niet zeer verheugd toen ik bemerkte, dat
zy aan hem dacht, *maar ik wilde u
over myself spreken, miss Stephens, en
ik kan geen rust vinden, tot gy my hebt
aangehoord." Zy zag my een oogenblik
half schuchter aan, scheen toen myne
bedoeling te beseffen, en staarde in het
vuur. Wat ik daarna zeide weet ik mij
niet meer te herinneren, maar ik weet,
dat myne lieveling bekende, dat myne
liefde werd beantwoord. Hoe heerlyk
staarden dien blauwe oogen in de myne,
toen zy my zeide: //Wy zullen het Jack
schryveD, lieve Harry." Daarna vertelde
zy my, met haar hoofd op myn schouder
rustende, dat Gonzalez zoo woedend was
vertrokken, omdat hy haar zyne liefde
had bekend, en zy hem had afgewezen.
Toen ik dien avend, slechts aan mijne
verloofde denkende naar myne kamers
wandelde, was ik van oordeel dat ik
de gelukkigste mensch der wereld moest
zyn. Had ik echter geweten, wat my te
wachten stond, zonder een oogenblik te
aarzelen had ik my in het stroomende
water geworpen. Eenige gelukkige dagen
bracht ik hierna door. Mevrouw Stephens
was met haar aanstaanden schoonzoon
zeer ingenomen en Gonzalez was ver
dwenen. Eindelyk keerde ook Jack uit
Parijs terug, die ons lachende en pla
gende geluk wenschte. De opwindiug
door zyn komst veroorzaakt, was voor
zijn moeder te veel geweest en zy begaf
zich door hoofdpijn gekweld, vroeg in
den avond naar hare kamermyn ver
loofde wilde haar niet alleen laten, zoodat
wy» de beide mannen alleen achterbleven.
z/Laten wy naar den hypnotiseur gaan
in het Aquarium," zeide Jack. ;/Dat is
in ieder geval beter dan dat wy hier
niets doen."
Ik vond dit idee goed en met een
rijtuig lieten wij er ons heenbrengen.
Toen wy binnentraden was de eerste
persoon, dien wy zagen, Gonzalez hy
zag my aan alsof hij mij meer haatte,
dan hy in woorden zou kunnen uitdruk
ken, maar dat duurde slechts eera oogen
blik weldra zeide hij op eenigszins droe-
vigen toon //Bonner ik wensch u geluk,
gy zyt een gelukkig man," Ik had wer
kelijk medelijden met hem.
Uit een wetenschappelijk oogpunt waren
de proefnemingen van den hypnotiseur niet
zeer belangwekkend, zoodaü Gonzalez ons
voorstelde hem te vergezellen naar zijne
kamers, welke niet ve^verwyderd waren.
Ods gesprek liep Datuuriyk over het
hypnotisme, en de zooeven by gewoonde
proefnemingen.
//Dis man daar moet de personen op
het platform eerst in hypnotischen toe
stand hebben gebracht," beweerde Jack,
z/hij kan niet twaalf personen uit het
publiek kiezen en h6n zonder moeite
hypnotiseeren."
Daarin verschil ik met u van mee
ning," zeide Gonzalez, tfik kan de meeste
menschen in hypnotischen slaap brengen,
wanneer zich tenminste hun wil niet
krachtdadig tegen den myne verzet."
z/Neem dan eens met B©nner de proef,"
zeide Jack lachend.
Ik stemde toe en Gonzalez overhan
digde my een nieuw geldstuk en zeide
z/Houd uwe oogen er strak op gevestigd,
en tracht aan niets anders te denken."
Lachende gehoorzaamde ik langzamer
hand voelde ik dat ik slaperig werd, en
hoewel ik steeds op het geldstuk staarde,
voelde ik dat een paar doordringende
oogen op my waren gevestigd. De kamer
scheen te verdwijnen, en eensklaps hoor
ik een luide stem//Sta op en kijk om
u heen." Ik gehoorzaamde werktuigelijk
en zag Jack met een uitdrukking van
onaangename verbazing op het gelaat,
Gonzalez stond naast hem en glimlachte
grimmig. //Gij hebt gelyk," hoorde ik
Jack zeggen, //maar laat hem maar weer
wakker worden, ik wil het liever niet
zien
Zooals gij wilt," zeide Gonzalez,
z/maar laten wy hem eerst iets onzin
nigs laten schryveu om hem te toonen,
dat hy werkelyk gehypnotiseerd is. In
myn studeerkamer kunt gij pen en inkt
vinden. Ik zal hier met hem blyven."
Iemand verliet de kamer en opende
een deur.
Gonzalez hield zyn oogen op de myne
gevestigd, en zeide met zachte, vastbe
raden stem//Die man heeft u ten zeer
ste beleedigd, gy moet u op hem wre
ken," en terwyl hy dit zeide, wees, hy
op de twee oude, moorsche zwaarden,
die aan den muur hingen. //Onzin," gaf
ik ten antwoord maar kon terzelfder tyd
myne oogen niet van de wapens afwen
den; terwyl ik er naar keek herinnerde
ik my, dat Jack steeds een goede vriend
van my was geweest, maar was die
vriendschap wellicht slechts voorgewend?
Myn rede scheen my weer te hulp te
komen, en ik zeide opnieuw half over
luid „Wat een onzin." Gonzalez zag
my nog steeds aan, en weer kreeg ik
de overtuiging, dat hy de waarheid had
gesproken.
Zonder een woord te spreken haalde
hy een van de klingen van den wand
en bood het mij aan, terwijl ik onwille
keurig terugdeinsde. Daarna hoorde ik
Jacks voetstappen naderen, en zag ik
Gonzalez heimelijk het wapen achter
zyn rug verbergen.
Ik kan my niet meer herinneren, wat
er verder gebeurde, ^somtyds komt het
my voor alsof myn herinneringsvermo
gen dat punt heeft bereikt, vanwaar het
alles, wat toen rgebeurde kan overzien,
maar plotseling verdwynt het weer in
een nevel. Ik meen, dat ik iets neer
schreef, en toen een overweldigende macht
traehtte te weerstaan; ik herinner my
Gonzalez, die my met een van woede
verwrongen gelaat aanstaarde, maar het
schouwspel, dat myn blik trof, toen ik
myne oogen weer opende, is in myne her
senen gegrift. Jack lag op den vloer,
met zyn gelaat naar my gericht, op zyn
wit front bevond zich een kleine roode
vlek. Naast hem stond de Spanjaard,
onze blikken ontmoetten elkaar op de
tafel, waarop een stukje papier lag,
waarop met flinke letters stond geschre
ven //De wraak van ©en Spanjaard."
Een gevoel vaa angst bekroop my, ik
boog my over myn dierbaren vriend
heen, hy was dood. Naast hom lag
de kling, dien Gonzalez achter zyn rug
had verborgen.
Een minuut lang sprak geen van beiden
een woord, daarna riep hy luid om hulp,
en het duurde niet laag, of door schrik
verbijsterd, en nog niet tenvolle uit myn
hypnotischen slaap ontwaakt, was ik
reeds op het politiebureau, beschuldigd
myn besten vriend, den broeder vrn myn
verloofde, moedwillig te hebben vermoord.
Tot op den huldigen dag ben ik er
van overtuigd, dat Gonzalez' macht over
my op het laatste oogenblik faalde, en
by zyn afschuwelijk plan niet willende
opgeven, met eigen hand de misdaad be
dreef, waarvan hij mij beschuldigde.
By het verhoor betuigde ik ondor
eede, dat het aldus was geschied maar
allen hielden my voor krankzinnig. He6
papier, dat ik op de tafel had zien lig
gen, was verdwenen en Gonzalez be
zwoer dat ik mijn vriend plotseling had
doorstoken; hij ontkende dat hier hyp
notisme in het spel was geweest.
Welk verhaal was het meest waar
schijnlijk? De rechtbank besliste spoedig,
Men heeft my verteld, dat het Gon
Ealez voorspoedig gaat, hy heefi juist een
werk over Physiologie uitgegeven, dat
hem een earopee6che vermaardheid zal
verleenen. Of hy berouw gevoelt over
zyn vreeselijke misdaad, weet ik niet.
Terwyl ik hier zit te peinzen over
myn vreeselyk lot, en het niet minder
treurig lot van het meisje, dat ik zoo
innig liefhad, en dat van hare bejaarde
moeder, gevoel ik, dat de geneesheeren
ten slotte toch gelyk zullen hebben,
want ik vrees, dat ik inderdaad krank
zinnig zal worden.
In Juni is het eiland het dorado vani
honderden zeevogels, die or hunne 2103.j
ten maken en hunne eieren uitbroedea,!
Het gebeurt echter vaak dat de rustl
der vogels gestoord werdt doordien voor.l
bijvarende schippers even met hun bootl
landen om zich van een aantal eieren!
meester te maken.
De plantengroei van het eilandje beJ
staat in eenige grassoorten, benevens!
zeekraal.
In eene pas verschenen bro-
chure De bepakking van den Neder-
Undschen infanterist te velde, door C,
K. van der Wyck, kapiteia by het regi
ment grenadiers en jagers, wordt ge
wezen op de te zware bepakking van
onze infanteristen. Uitgangspunt van den
schrijver is wat nog onlangs door den
Haünoversehen majoor Keim in zijn
artikelDie Ausrüstung und Ëekleidung
der Infanterie, in herinnering ward ge
bracht, dat nl. de draagkracht van een
mensch niet meer bedraagt dan ten
hoogste Va van zyn eigen gewicht. Het
gewicht van den gemiddelden Nederland-
schen infanterist nu, evenals majoor
Keim dit van den duitschen doet, op 65
KG. stellende, komt men tot het besluit,
dat de bepakking het maximum van 22
KG. niet mag overschreden. Aan het
//Voorschrift op de gewyzigde uitrusting
der infanterie" on'leent de heer Van der
Wyck echter cijfers, die bewyzen, dat
de nederlandsehe infanterist met circa
30 KG. wordt belast, of, als hij een
schop en een byl by zich beeft, zelfs
met ruim 31 KG. Ja, dit oifleieele ge
wicht der verpakking loopt, zonder
eenige kans op vermindering, nog van
verschillende kanten gevaar aanzienlijk
vermeerderd te worden. Met deze feiten
voor oogen is het van groot belang het
gewicht van alles, dat niet rechtstreeks
tot de bewapening behoort, zooveel mo
gelijk tot een minimam terug te brengen.
Door zyne brochure wil de heer Van
der Wyck daartoe een steentje bijdragen.
De wijzigingen, die hij aan de hand
doet, zouden het gewicht der bepakking
wel niet tot 82 KG. terugbrengen, maar
toch eene gewichtsbesparing van 4 KG.
ten gevolge hebben daar volgens zyn
voorstel de bepakking van den infanterist
zou varieeren tusachen 25.93 K. G.
en 27.78 KG.
Op ongeveer 2 uren afsta nd
van de eilanden Vlieland en Terschel
ling, in de richting van de Friesche
kust, ligt een klein onbewoond eiland,
't Griend genaamd, welk eiland ruim
een uur gaans in omtrek is.
Ofschoon het middelste gedeelte van
het land tamelyk hoog boven den water
spiegel ligt, wordt Griend by buiten
gewoon hooge getijen toch meermalen
overstroomd, wat echter in de zomer
maanden zeer zelden gebeurt. i.Op het
eiland zyn een paar hooge kapen of ba
ken gebouwd, ter dienste der zeelieden.
Voor eenige jaren werd Griend 's zo
mers vaak beweid door talryke kudden
schapen, die iu het voorjaar daarheen
werden gevoerd per schuit en iu den
horf6t werden weggehaald.
Gedurende den graastyd was een soort
hut opgeslagen waarin een paar herders
hun verblyf konden houden.
Slechts eenmaal moet hot gebeurd zyn
dat een paar schapen geroofd zyn door
voorbijvarende schepen. J
Het eiland dat voor groote vaartuigen
moeilijk te bereiken is wegens de on
diepte rondom de kust, wordt gewoon
lijk alleen met roeivaartuigen bezocht
welke bezoeken echter niet veelvuldig
plaats hebben. ;Alleen wi-rvisschers en
paling visschers komen er nu eu dau aan
land, terwyl ook wel eens z. g. jutters
het eilandje aandoen, om t-e onderzoeken
of er ook iets uit zee is aangespoeld.
Meestal worden de voorwerpen die
uit zee aankomen voor buit verklaard
en wordt de vinder zonder gewetensbe
swaar eigenaar.
//D a 1 z i e 1seinde over den|
Franechen Trans-Atlantiechen kabel deal
uitslag van den uuiverslteitswedstrijdl
in Engeland naar New-York. Dit tele-l
gram kwatn 2 seconden na de verzen-l
ding van Londen en 3 seconden nadat!
het te Mortlake bekend was, aldaar aan J
Tot neg toe is dit de kortste tijd, dienl
de telegraaf ooit noodig heeft gehad voorl
een telegram naar Amerika.
Barboux, de advocaat vaal
De Lesseps, zou zoo getroffen zijn I
door de uitspraak, dat h^j niet meer|
voor een jury wenschi te pleiten.
Na eene werkstaking vanl
eenige maanden, waardoor er groote nood
heerschte, hebben de arbeiders der spia-f
nerijen van Lancashire Vrydagmorgen
mot de patroons een overeenkomst ge l
sloten, waarbij zy eene loonoverminde-1
ring van 7 d. per 1 p. st. goedkeuren,
De fabrieken zullen Maandag weer ge
opend worden.
Uit Berlyn schrylt men aaa
het Rbld.
Het schynt inderdaad waar te zyn,|
wat men voor een uitstrooisel der aan-|
hangers van het legeroatwerp hield, dat
nl. een kleêrmaker te Mannheim, del
heei Dowe, een pantser van lichte en V
lenige stof heeft uitgedacht, die gden|
kogels doorlaat.
Allereerst sloegen de Duitsche militai-1
ren er geen geloof aan er wordt s
veel uitgevonden I maar men verze-1
kort nu, dat proeven, die men met deze I
stof h&eft genomen, zeer goed geslaagd
zyn. Natuurlijk kan ik u niet zeggen I
hoe deze stof is samengesteld. Dat is het
geheim van den uitvindermaar dat s
kogelvry is, lijdt geen twijfel. De heerl
Dowe heeft, vóór hij zijne uitvindingl
bekend maakte, zelf eerst vele proeven I
genomen, en in 'teerst bezat de stof!
nog niet genoeg weerstandsvermogen. Hy
verbeterde haar evenwel voortdurend i
eindelyk was hy zóó ver, dat hy zijne I
uitvinding voorstelde aan den bevelheb-[
ber van het Manheimsche regiment gre-1
nadiers, kolonel Van Oppen. Deze mili
tair schonk geen geloof aan de zaak, I
maar eindelyk stond hy den heer Dowe I
toe militaire schietoefeningen met zjjn I
staf te houden. De sohietschijf werd met I
het Dowe-preparaat bedekt en d9 proe
ven met de militaire geweren slaagden I
in zooverre, dat de kogoin, die anders I
zelfs op zeer greoten afstand doorgaan, I
nu wel doordrongen, maar platgedrukt I
in de stof bleven steken. Opnieuw ver-
beterde de heer Dowe zijn werk, tot hij I
eindelijk gereed was met zijn //kogel- f
vrye uniform," waarvoor hy octrooi heeft I
aangevraagd. Het is een soort van pant
ser ter bescherming van borst en iyf der I
soldatenhet ziet er uit als gewoon
laken en is even lenig. Het pantser
zoo gemaakt dat het zeer gemakkelijk I
aan de uniform der soldaten kan worden
bevestigd. Het wordt aan de schouder-
knoopen vastgemaakt en aan de heupen,
en daar het maar zes pond weegt, be
zwaart het niet, te minder emdac het de I
beweging van het lichaam geheel vrij
laat. Armen en beenen blyven, 'tis waar, I
nog onbedekt, masr daar juist in den I
oorlog de gevaarlijkste wonden in borst
ec buik worden ontvangen, is 't reeds
van groot nut, dat deze nu kogelvrij
worden gemaakt.
Ook te Berlyn is nu het Dowe pant
ser beproefd, met denzelfden gunstigen
uitslag. De kogels bleven platgedrukt in
de stof steken. In Mannheim heeft men
daarna weer proeven met dat pantser
gedaan. Een houten soldatenfigcrar werd
met het Dowe-pantser bekleed en op 400
meter afstand drong geen der kogels
door de stof heen. Om nu te kunnen 1
constateeren in hoever de nieuwe stof
het menschelijk leven zou kunnen be
schermen, werd onder het pantser, dat
trouwens zeer elastisch is, een week en
gevoelig materiaal aangebracht. Nu be
vond men, dat by een schot op 400
meter afstand deze onderstof, door kogel'
slag, op de plaats waar de kogel was
ingedrongen, ongeveer twee millimeter
was ingedeukt. Het ia dus aau te nemen
dat een soldaat wél den slag voelt en
op de plaats waar hy getroffen is, mis
schien een blauwe plek ontvangt, maar
meer niet.
Deskundigen nemen aan, dat zelfs op
een afstand van 100800 meter de ko
gelslag den door het pantser bescherm
den soldaat wèl omverwerpt, misschien
machteloos maakt, maar niet voorgoed
buitdfe gevecht stelt.
Gsen wonder dat deze vinding zeer
de aandacht trekt, en niet enkel in mi
litaire kringen.
Dat het er in de Trausva&l
nog wel origineel toegaat, kan blijken
uit het volgende relaas
Onlangs is een gerechtelijk onderzoek
voor den specialen landdrost te Johan-
nesberg gehouden, dat een blik geeft in