NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. EE GESLACHT] 10e Jaargang. Zaterdag 15 April 1893 No. 3001. ABONNEMENTSPRIJS: ADYERTENTIËN: STADSNIEUWS. BINNENLAND. h* EUILLET O N- HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsklad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37T Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONESSuccParijs 31 bis Faubourg Montmartre. Bef Bijvoegsel van het blad dat Zaterdagavond verschijntzal bevatten Be dochters van Boo Yew. Ret oor deel van een vreemdeling over Hollan ders en Bollandsche humt II. Binnen- en Buitenlandsche berichtenVaria. Advertentiën eng Haarlem, 14 April 1893. De offücierea van het garnizoen en der dd. schutterij alhier zijn uitgenoodigd hedenavond om 9 uur een soiree bij te wonen bij H. M. de Koningin-Regentes ten paleize te Amsterdam. R-Bij beschikking van de» inspecteur der infanterie, is de kapitein A. E. Roest, va» Limburg, van het 7e regi ment infanterie, op zijn versoek over geplaatst bij het 4e regiment infanterie, met bestemming om het bevel over de se compagnie 3e bataljon alhier, te «anvaarden. Tot kastelein-restaurateur in de socië teit „Vereeaigiag" alhier is benoemd, de heer C. Couturier te 's Gravenhage. Naar wij vernemen zal de heerA.J. Meyerink met zijn leerlingen van den Gymnastiek- en Scherm-cursus Zaterdag 22 April a. s. in den Schouwburg eene voorstelling geven. Donderdag is hier ter stede opgericht de Gymaastiekvereeniging „Oafcaiog kweekt Kracht," met aanvankelijk 15 leden. Het voorloopig bestuur bestaat uit de heerenA. J. Megerink, president- directeur, H. Ten Boom, Ged. Oude Gracht 22, secretaris en H. F. Her mans, penningmeester. De laatste liederavond van mej. Jtasse Landré zal worden gegeven 22 April, en zullen op dien avond liederen, duet ten, en eoli piano en viool worden ge geven, alle van nederlandsche compo nisten. Op de bakker^-tentoonstelling te Gent is de firma Blank en Co. alhier fabrikanten van honingzoet bekroond met de zilveren medaille voor hare in zending Beschuitgelei. Wij lezen in de N. Bredasche CoU' rant in een verslag van het „Concordia Concert" aldaar gehouden Woensdag avond jl. het volgende over onzen stad genoot den heer Blazer; „Een groot artist hoorden wij Woens dagavond in den heer C. Blazer. Heer lijk, ja overweldigend schoon klonk het Recitatief en Andante van J. H. Ltlbeck, hierin vooral was het dat mea den heer Blazer kon bewonderen als uitstekend musicus. Geen toontrekken, geen effect, aangebracht om den oamutikalen hoor der te winnen, neen alles rein, eenvou dig maar muzikaal. Dat het Andante van J. H. G. Mann en de zware Ta- rentello van D. Popper heerlijk ver tolkt zouden worden, wisten wij zeker na het zoo mooi gespeelde eerste deel. De heer Blazer bleef onverbiddelijk om ons nog een klein toegifja te schenken. En dat was jammer." Het Nederlaadach Tooneel gaf Don derdagavond in den Schouwburg een alhier nog niet bekend stuk van Sa- derman. „Haar t'Huïs" is de geschie denis van een meisje, dat om het gezag vaa haar vader ea stiefmoeder te ont komen, wegloopt, door haar vader, een gepensioneerd overste verstooten wordt en later als een beroemds zangeres als medewerkster aan een muziekfeest in haar geboorteplaats terugkomt. Door de bemoeilagen van den dominé wordt de overste er tos gebracht haar weer in zijn huis te willen zienschril is dan de tegenstelling tusschen de lichtzin nige levensopvatting van de dochter en des ernst, die in het ouderlijk huis heerscht. Iedereen voelt dat er iets aan blijft haperen, de overste wil weten hoe zijn dochter Magda heeft geleefd in al die jaren, zij heeft als voorwaarde van haar aanwezigheid thuis eveawel dit gesteld dat daar niet naar gevraagd zal word«n. Na eenige minder belangrijke huise lijke tooseeltjes tusschen Magda, haar zuster, stiefmoeder en tante, die alle eer van de verzoening voor zieh wil honden, volgt nu een scèse tusschen Magda en eea dr. v. KeilerRijksraad waaruit blijkt dat hij indertijd, vóór zg zoo hoog geklommen is, baar minnaar is geweest en haar heeft verlaten, en wat hg zelf nog niet wist, dat hij de vader is van haar kind. Uit de schijnbare luchthartigheid die haar omgeeft komt meer en meer de onvoldaanheid van haar hart, de ellende van haar bestaan aan het licht, zij verplettert v. Keiler met haar verachting. In dezen gemoeds toestand wordt den overste achter de schermen door haar de waarheid mee gedeeld; deze, diep gekrenkt in zijn eer, wil met zijn verlamde hand den ver leider uitdagen, deze voorkomt hem ea vraagt hem de hand van zijn dochter. Op aandrang van den domiué stemt hierin toe, maar als v. Keiler het kind niet als het zijne voor de wereld wil erkennen, het kind dat het eenige is dat zij liefheeft en dat zijn verblijfplaats tot „Haar t'Huis" maakt, dan wijst zij hem de deur. Heftig is haar vader hierover vertoornd. „Wie zegt u dat ik dien man nog waardig ben, dat er nog niet meer mannen in mga leven zijn geweest?" antwoordt zij. Buiten zich zei ven door deze ont hulling wil de overste een pistool op haar afschieten, krijgt eveawel een be roerte en omringd door zijn toegescho ten huisgenooten en den domioé, die hem hiertoe bewegen wil, weigert hij zijn dochter voor zijn dood te vergeven, en sterft. Boeiend is de geheele handeling, aan grijpend menig tooaeeltje, sympathiek zijn eveawel weinige persoseu. De hoofdpersoon, mevr. Frenkel-Bouwmees- ter wel, de overste, de heer L. Bouw meester, en ook de docniné, de heer Clous zijn resp. te veel op eer en tra ditie gesteld en te onmenschelijk zelf verloochenend, om natuurlgk te zijn. Marie (mevr. van Ollefen) de zuster, is een aardige zusterlijke verschijning. Het spel van de hoofdpersonen was zeer goed en ook de kleinere rollen waren in goede handen. Haarlemmermeer is sinds het optre den der veeziekte thans voor de tweede maal van de ziekte bevrijd. De stal bij H. v. Vuuren ia reeds ontsmet. Graan- ea Zaadmarkt gehouden te Hoofddorp Haarlemmermeer, 13 April 1893. Roode wintertarwe o,fii o. Jarige tarwe/ o—f o,Witte tarwe f 4.75 k 6.85, Zomer ristarwe ƒ5.— k ƒ5.45, Rogge k 5. Haver 6 50 k 7.50, Chevaliergerst ƒ4.25 a 4,85, Winter- gerst/"3.6o k 3,90, Zomergerst ƒ3.5o k t 3>75» Duivenboonen f 6,k 7. Paardenboonen ƒ4,80 k f 5,60, Groene Erwten ƒ6,k 6.50. Bruine booaea 4,— k 6,—j Capncgaers fo,— k o, Kanariezaad 12,k f o,—Kar wei zaad o,k f o,Bruin mosterd zaad f o.a 0, Door de regeerisg is eene nieuwe regeling opgemaakt betreffende de grensscheiding tusschen Amsterdam en Nieuwer-Amstel. Bij die regeling zal alleen het landelijk gedeelte van Nieu wer-Amstel op zich zelf blijven. Door de regeering is reeds het stuk ia han den gesteld van het gemeentebestuur van Nieuwer-Amstel. Te 2 uur kwamen Donder dag de koninklijke rijtuigen te Amster dam weder voor en giagea HH. MM. in een uk !a daumont" bespannen rg- tuig, met gevolg het voorgenomen be zoek brengen aan den Circus Cané. Vooraf werd een groote rijtoer ge maakt. Even over half drie kwam de vor stelijke stoet voor het gebouw van den circus aan. HH. MM. werden daar ontvangen door dea directeur den heer Oscar Cané. De heer Maximilïaaa Carré bood H. M. de Koningin-Regentes een bouquït aan, terwijl H. M. Ko&isgin Wilhel- oiina er eene ontving uit de handen van de jongejuffrouw Katchon Carré. HH. MM. werden toen langs de ge decoreerde trap ter linkerzijde en over den eveneens versierden corridor ge leid naar de voor haar bestemde loge, recht tegenover het tooneel. Deze was keurig ingericht. Boven de koninklgke zetels, staande op een Per zisch tapijt, welfde zich een uit karmo- zijnroode stoffen met kwasten gevormd baldakija, waarboven de koningskroon was aangebracht. De achter deze loge gevormde foyer, op de corridor, en de daarachter zich bevindende ontvangkamer, waren mede smaakvol iagerïcht, HH. MM. werden bij het binnentre den der loge door de kapel van den circus met het „Wilhelmus" begroet, terwijl het geheele publiek opstond en de Vorstinnen hartelijk toejuichte. De circus bood met al de schitterende uniformen en in gala gekleede dames en heeren een feestelijke» aanblik. De pcogamma's, die de Koninginnen ontvingen, waren smaakvol op witte zijde en in duidelgke, fusie, zwarte let ter gedrukt. Alle de overige programma's waren gedrukt op Oranjekleurig papier. Zoodra HH. MM. gezeten waren aam de voorstelling een aanvang en versche nen de stalmeesters, gestoken in groot gala, al de smaakvolle licht grijze usi- formen met Oranjstresses, al de paarden waren mede aan het haraachement met Orasje getooid, zoo ook al de optre dende rijders en rijderessen. Een korporaal van het 7e regiment infanterie, te Amsterdam in garnizoen, die onlangs aan het hoofd van eenige sociaal-democraten geschrif ten verspreidde in strijd met de be staande wetten, is voor dat feit tot sol daat teruggebracht en overgeplaatst naar het garnizoen Naarden. Donderdagnacht omstreeks half twaalf sprak een werkman te Am sterdam een heer aan in de Spuistraat en begon, voor zooveel gebleken is, met hem over „de belgische toestanden" te redekavelen. Door *s mans manier vaa doen ongerust gcwordeD, maakte de aan gesprokene alarm, waarop een viertal rechercheurs toeschoten en dea man in rekenden. Blijkbaar lag de politie op den loerimmers toen zij naderde kozen eenige andere sinjeurs, die den eerstbe- doelden werkman te hulp kwamen, het hazenpad. Op het politiebureau aangekomen; vond men op den gearresteerde vier horloges, die hem hoogstwsu schijnlijk niet toebehoorden. Het ligt dus voorde hand, dat men een zakkenroller had ingerekend, die hier in deze drukke dagen zijn slag had geslagen. Bet Centrum verhaalt; Verleden week Woensdagavond ver gaderde de vroedschap van eeae der kleine gemeenten onder den rook van Amsterdam gelegen. De beschreven vaderen hadden dien avond voor het eerst in dienst een nieuwe» bode. Met vergenoegd gelaat, in spikpÜTïteroieuwe uniform, met helder gepoetste borst plaat, verrichtte de man zijne taak. Wan neer hg de stembriefjes den raadsleden toereikte, geschiedde dit met een ernst, alsof hij hetgorgineel van de tdple-allian- tle ronddeelde en als een der luisteraars onder het publiek zijn hoofd bewoog, schoot het oog van den gemeente-dienaar vonken, die den oneerbiedige tot inkeer brachtes. Daar klinkt het van rïc3 stoel des voorzitters„De raadsvergadeiing zal worden voortgezet met gesloten deuren*. Het publiek verwijdert zichook de bode verlaat de raadszaal, haalt uit de wachtkamer de sleutels, draait de deuren op slot, terwijl de raadsleden voortgaan de belangen der gemeente te behartigen. Waar de sleutelhouder van hun dorps- kapitool toen heengegaan is, wist op dat oogenblik niemand, maar zooveel is zeker, dat na een half uur in de raads zaal gescheld, geklopt en gestampt werd, ten einde de deur weer open te krijgen. Eindelijk werd een der vensters geopend en, daar het reeds laat in den avond was en niemand meer passeeide die de vroede mannen kon verlossen, zoo kreeg een der wethouders den genialen inval „Braad I Brand I Brand" te schreeuwen. Dit hielpin een oogwenk was de halve bevolking van het dorp op de been en véordat stormram of balk de deur van het gemeentehuis hadden geforceerd, kwam de nieuwe bode met zijn sleutel en de heeren waren vrij. Op den uitbrander des burgen;eestera was het lakonieke antwoord„Met uw permissie, er werd gecommandeerd: 26) HOOFDSTUK XIX. Alleen Het is een zonderling verschijnsel, dat zg die gelukkig zijn pro tempore natuurlgk, dat weten wij allen in de lente gelukkiger zgn, terwijl hun, die een zwaren last hebben te dragen, in dat jaargetijde dien last moeielgker valt te dragen. Zoo was 1 lente voor Dora zeer onaangenaam; het griefde haar alles zoo in vollen bloei te zien. Den eersten avond van haar terugkomst wandelde zg na het middagmaal door den tuin naar haar gelief koosd plekje, maar zeer spoedig keerde zg weer terug. Haar vader en moeder zaten met open ramen in de salon, want bet was dat jaar zeer warm in Mei. Zij trad binnen na de gor dijnen op zijde te hebben geschoven, en iets waarsehuwde haar om haar gelaat afgewend te houden voor den vluchtigen blik, dien nare moeder op haar wierp. Gedurende het korte seizoen in Lon den had zij het een en ander van de wereld geleerd en een van de lossen was geweest, dat de wereld meestal meer ziet, dan men wel denkt. z/Het ergste," zeide zg vroolgk, //van het bijwonen van een seizoen in Londen is, dat men zich zoo oud begint te voelen. Plotseling is bij mg het besef gekomen terwijl ik in den tuin wandelde, dat ik niet jong meer was." Glynde zag haar over zgn krant met een bgna onderzoekenden blik aan. //Hoe ond zgt gij?" vroeg hij kortaf. //Vgf en twintig." Op dat oogenblik werd mevrouw Glynde uit de kamer geroe pen en zg ging aarzelend, daar zg gevoelde, dat het oogenblik ozgeschikt was Glynde's leven had nooit gewichtige oogenblikken gekend. Voor spoedig, gelukkig betrekkelijk ook in negatieve beteekenis, ietwat zelfzuchtig als het was geweest, had hij nooit moeielijkheden en tegenspoed gekend. Zulke menschen houden er van om zooals zg het noemen eens ernstig te praten, en bespreken dan het onder werp met overdreven ernst; zij laten de voorbereiding lang duren en zeggen ten slotte niets, dat niet in den loop van een gewoon gesprek had kunnen worden gezegd. Dora vermoedde iets van een ernstig gesprek en zg kwam tot het besef, dat door den een of anderen invloed het ontzag, dat tot dusverre die gesprekken haar hadden ingeboezemd, was ver dwenen. Wellicht kwam het door haar verblijf in Londen, maar meer waarschijnlijk was het toe te schrijven aan het zelfvertrouwen, dat de meerdere wereldkennis haar had gegeven. Er waren dingen in het leveD, die zg beter kende dan haar vader en een daarvan was verdriet. Niets geeft zooveel zelfvertrouwen dan het bewust zijn, dat het grootste leed ons reeds heeft getroffen. Dat verheft ons boven de kleine, dagelgksche verdrietelijkheden van het leven. //Ik word een oud man," zeide haar vader met buitengewoon egoisme, „en gij kunt niet verwachten mij nog lang bjj u te hebben." z/Maar toch verwacht ik het vader," antwoordde Dora opgewekt; z/het spijt mg, dat ik u moet teleurstellen, maar het is zeer zeker hetgeen ik verwacht." Dit bedierf wel eenigszins de plechtige ernst vrn den toestand. Ik ben Goddank nog gezond," voegde de rector er op meer hoopvollen toon bg, ffmaar toeh kunt gij niet verwachten, datgjj uw leven lang uwe ouders bij u houdt." z/Het is dunkt mij verstandiger om niet te ver in de toekomst te zien," antwoordde Dora ontwijkend. z/Ik zou de toekomst met minder bezorgdheid inzien," hernam de rector, //als ik wist, dat gg een goeden echtgenoot hadt, die voor u kon zorgen." In een oogwenk begreep zg, dat mevrouw Agar als bemidde laarster voor Arthur was opgetreden, en hg daalde nog meer in haar achting. In alles wat hg deed betoonde hg zich den tegen overgestelde van haar ideaal. z/Ja," zeide zg lachend, „maar veronderstel eens, dat ik een slechten man kreeg Gg zegt altijd, dat het huwelijk een loterg is en ik geloof niet, dat gij de eerste zijt, die dit hebt gezegd. Veronderstel eens, dat ik een niet trok; veronderstel eens, dat ik

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 1