den als professor in het staats- en vol
kenrecht, welk ambt hy thans negen en
twintig jaar met groote toewijding heeft
vervuld.
Niet alleen voor de leidsche universi
teit, maar ook voor de wetenschap, is
de dood van den bescheiden geleerde
een ernstig verlies te noemen.
Directeuren der,,Ned. Maat
schappij tot bev. v. Nijverheid" hebben
voor de in Juli aanst. te houden alge-
meene vergadering de volgende prijs
vraag aan de orde gesteld:
Men wenscht een grondige stadie van
de middelen, die dienen om arbeids
vermogen langs electrisckea weg op te
zamelen, over te brengen of vervoerbaar
te makenen meer in het bijzonder
een antwoord op de volgende vragen
io. Hoeveel arbeidsvermogen kan een
gewone windmolen, in vereenigiog met
een electnschen accumulator gemiddeld
per etmaal leveren; welke motorische
inrichting is hiertoe aoodig en hoeveel
kost in >1at geval éen paardenkracht-uur
20. Kunnen de nieuwe windmotoren
uit een oeconomisch oogpunt op uitge
breide schaal tot het accuaiuleeren en
tot het benutten van de bewegings
energie van den wind worden toege
past? Zoo ja, welke inrichtingen zijn
hiertoe noodig?
Al voorbeeld moet de bewerker een
geval aannemen, waaiin een fabriek
langs dezen weg vaa licht en kracht
wordt voorzien.
Bijbehoorende teekeniagen moeten
geteekend zijn op een vierde van de
ware grootte op wit papier (geen licht
druk.)
In de toelichting wordt gewezen op
het gebruik dat in andere landen van
natuurkrachten wordt gemaakt voor de
nijverheid, waarbij vooral een waterval
uitstekende diensten kan bewyzen.
„Doch wordt hier te lande, zeggen
directeuren, de krachtbron van het
water gemist, de krachtbron van den
wind is in ruime mate voorhanden. Kan
men den wiud voor het beoogde doel
benutten? Ziedaar de vraag. Die vraag
ontkennend of bevestigend beantwoord
te zien, is het doel, waarmede direc
teuren deze zaak in behandeling wen
scheD te brengen.
„Dat de windmolens hier te lande
voor vele nijverheidsbedrijven zij u en nog
steeds worden gebruikt, is bekend genoeg.
Dat deze molens, omdat men niet altijd
wind beschikbaar heeft, langzamerhand
In onbruik geraken en door stoommo-
less worden vervangen, is mede een
feit. Doch nu men den electrischen
stroom kaa verzamelen en dien bewaren
in accumulato:en, die niet meer afgeven
dan voor het te gebruiken licht of de
benoodigde kracht strikt wordt gevor
derd, springt het in het oog, dat men
van windmolens op andere wijze dan
tot dusverre party kan trekken. Ia En
geland is men reeds begonnen de oude
windmolens tot opwekking vaa elec-
triciteit in dienst te stellen. Te San
Francisco bestaat eeu firma, die het
oude zware stelsel van windmolens ver
werpend, kleinere vaa staal vervaardigde
molens in den handel heeft gebracht.
Mag men op de verklaringen van deze
firma afgaan, dan is door haar in 1892
het belangrijk aantal van 6j,ooo stuks
afgeleverd."
DeZuiderzeeharingen schij
nen hier te lande deerlijk miskend
Jaarlijks worden er ongeveer 50 millioen
gevangen en die voedzame visch wordt
in den vorm vau bokkiag voor verre
weg het grootste deel naar Duitschland
gevoerd. De duitsche regeering ver
strekt deze bokking aan het leger en
verschaft al zoo niet enkel een goed
koop, maar ook een gezond voedsel
aan hare soldaten als equivalent voor
vleesch.
De heer H. Joh. Smid vestigt hierop
de aandacht in het Utr. Dagbl. Hij
vraagt of het niet mogelijk zou zijn, de
Zuiderzeeharing, waarvoor de kooplie
den hier te lande nu nauwelijks een
kwartje per 200 kunnen bedingen, niet
enkel bij ons leger in te voeren, doch
ook in gevangenis, gestichten en in
huisgezinnen, waarvoor het vleesch te
duur is, ingang te doen vinden.
Volgens deskundigen toch hebben
haring ea bokking grooter voedings
waarde dan rundvleesch. Ia 1888 isin-
tusschen, indien wij ons goed herinne
ren, door minister Bergansius eeae proef
met Zuiderzeeharing by ons leger ge
nomen. Zij is toen mislukt, omdat de
viscb niet in den smaak onzer soldaten
viel. Wellicht lag dit echter aan de
wijze van toebereiding.
Een der laatste kleine bin-
nenbraaden te Amsterdam heeft aanlei
ding gegeven tot de arrestatie van een
drietal personen.
Op last van den commissaris der ie
sectie zija in hun woning san de Prins
Headrkkade in hechtenis genomsn de
65-jarige kaatooriooper T. H., diens
huisvrouw, benevens hun 21-jarige doch
ter, als verdacht vaa braadstichtiug.5
Uit Amsterdam wordt ge-
me d aan de 2V. BCl. :c
Door een drietal Amsterasmsche in
gezetenen, wier namen wij geen vryheld
hebben reeds thans te noemen, is een
kolonisatieplan op het touw gézst
waaraan binnen korten tijd een begiu
van uitvoering zal worden gegeven.
Esn hunner vertrekt tegea het einde
der maaad Juni a. s. naar het Westen
der Vereenigde Staten, om d&ar, waar
schijnlijk in den staat Washington, ge
schikten boschgrond voor de kolonisten
aan te koopen.
De hier bedoelde streak, tusschen de
zee en de Cascades-Mountains gelegen,
is bekend om haar gunstig klimaat
men kent daar slechts weinig verschil
tusschen zomer- en wintertemperatuur,
terwyl in de laatste jaren de gemiddelde
sneeuwval niet meer dan 1 decimeter
is geweest.
De bedoeling Is dus niet, geculti-
veerden grond, maar boschland te koo-
pen, ea wel alleen indien men tegely
kertyd contracten kan sluiten met afne
mers van hout.
In de maand Februari 1894 zullea
dan 180 personen, liefst uit gezinnen
bestaande, in de gelegenheid worden
gesteld daarheen te vertrekken, en wel
onder de volgende voorwaardenIeder
hoofd van een gezin wordt in het bezit
gesteld van 40 acres boschgrond voor
den prijs van f 1500, welke som echter
eerst in vier jaren tijds door hem be
taald behoeft te wordenverder verze
keren de ondernemers hem een halfjaar
levensonderhoud en verschaffen hem
vryen overtocht, gereedschap, eene koe
en een varken.
Men berekent, dat de 40 acres in
vier jaren tijds door den arbeid van
twee mensen ea in gecultiveerd land
kunnen worden omgezetgedurende
dien tijd kan de kolonist in de opbrengst
van het gekapte en gezaagde hout reeds
zijn onderhoud vinden, terwijl op de
bedoelde wyze de geheele 40 acres ge
leidelijk acre voor acre voor bebouwing
geschikt worden gemaakt en dus de
eerste acres allicht reeds vrucht dragen,
terwijl de laatste acres nog in den oor-
spronkelijkea staat verkeeren. Boven
dien blijven naast elke 43 in bezit ge
geven acres 40 acres vrij liggen, zoodat
deze door den eigenaar der eerste 40
nu of later kunnen worden bijgekocht.
In deze wijze vaa handelen is dit
voordeel gelegen, dat het welslagen der
onderneming niet voor verreweg het
grootste deel afhangt van het al of niet
gelukken van den eersten oogst, ;wat
bij het koopen van gecultiveerde» grond
wel het geval is.
Wij kunnen hierby nog voegen, dat
hoewel deze plannen tct heden nog niet
openbaar werden gemaakt, de aanvraag
om voor deze emigratie in aanmerking
te komen, de verwachting der drie on
dernemers reeds verre overtreft.
Zaterdagnacht om 12 uur
brak te Purmerend in de Westerstraat
een hevige brand uit ia de brood-,
koek- en banketbakkerij van de ge
broeders Dekker. Met lofwaardigen spoed
kwam de brandweer met vier spuiten
aansnellen en goot eene ontzettende
watermassa in het brandende perceel.
Zij kon echter niet beletten, dat ook
een daarnaast gelegen pand waaruit
de meubelmaker Steert juist een dag te
voren was uitgetrokken door het
vuur grootendeels werd vernield. Het
huis en slecht een der gebroeders was
verzekerd.
Het jongste zoontje van
den heer J. P. Longayroux te Rotter
dam is eveneens overleden. De toestand
van den oudsten zoon blijft redelijk.
Eene byma ongeloofelïjke
mededeeliag zegt de Arnh. Cl.
komt ons ter oore, maar van eene
zyde, die alle vertrouwen verdient. In
een onzer garnizoenen zouden namelijk
door déa overste, optredende bij out
stentenis van den commandant, aan de
tweede luitenants de vragen zija gericht,
die zij op hun woord van eer naar
waarheid moesten beantwoorden 10. of
hunne ouders nog leefden 20. of zij
de officieren een vermogen vau meer
dan dertien duizend gulden bezaten.
Dit cijfer zou doen vermoeden, dat
de vragen ia verband stonden met de
vermogensbelasting, maar eeoige ophel
dering ontviagec de officieren daarom
trent niet. Ook wij zouden vruchteloos
daarnaar zoeken, daar de vermogens
belasting eene zaak is tusschen den fis
cus en den belastingplichtige, waar de
militaire hierarchic geheel buiten staat,
terwijl eene opgave omtrent het fortuin
dat men bezit, op die wijze verkregen,
voor de betrokken ambtenaren, met den
aanslag belast, geenerlei waarde ;heeft.
Zaterdagochtend omstreeks
4 uur brak te IJselmoade een felle
brand uit in de vleeschnal en koestal
van Philippus Barend van Blaakeastela,
De bewoners waren afwezig. Een paard
en eene koe (hokkeling) kwamen in de
vlammen om. Dank zij het krachtdadig
optreden der brandweer werd het be
lendende woonhuis gespaard.
Te W a a 1 r e bij Eindhoven
had een droevig ongeluk plaats. Een
stier, die op den stal werd losgemaakt,
viel eensklaps zijne meesteres aan, eene
vrouw van 60 jaren, die op den grond
geworpen ea door het woeste dier le
vensgevaarlijk gekwetst werd.
Donderdag had te Schoon
hoven een ernstig ongeval plaats. Een
zevenjarige knaap had van een jongen
een nog brandend stukje sigaar gekre
gen en stak dat in een zijner vest
zakjes; zijne kleederen vatten vlam en
door den hevigea wind stond het
knaapje binnen enkele oogeablikken in
lichterlaaie. Men bluschte de vlammen,
doch het kind was zoo ernstig gewond,
dat het binaen enkele uren bezweek.
Zaterdagmorgen werd van
Ter Neuzen gevaakeiyk naar Middel
burg overgebracht een jonkman, A. ge
naamd, op wieu zware vermoedens rus
ten, dat hij Donderdag avond ,op de
hofstede van M. de Feijter, ia de ge
meente Hoek, een klamp stroo, staande
met meerdere op het land nevens de
gebouwen der hofstede, zoude hebben
in braad geetoken. Voor dergelijk feit
is hij vroeger in handen der justitie ge
weest, doch vrijgelaten wegens gebrek
aan bewijs.
Omtrent den te Middelburg
gepleegde» moord op den machinist
Burghardt kan nog gemeld worden, dat
zich twee personen in arrest bevinden
behalve den genoemden C.J.Boone
ook A. de Baare beiden ongunstig
bekeod staande personen, de een 18,
de ander 21 jaar oud.
Het schijnt dat de daders den ver-
slagene, een hoogst fatsoenlijk en braaf
werkman, die met zija vader huiswaarts
keerde, niet eens kenden. Een commis
sie tracht de weduwe door het bijeen
brengen van giften eenigszins te gemoet
te komen.
Men schrijft uit 's-Herto-
genbosch
Vrijdag jl. is behalve nog 6 andere
inwoners van Osch-ook door de justitie
gehoord de vrouw van een der voor
loopig gehechten en Zaterdag d. a. v.
is het bevel tot gevangenhouding tegen
Aatoon van Bgckum door de rechtbank
verlengd. Zou men uit een en ander
rnogea opmaken, dat er in die ver
schrikkelyke zaak eindelijk eenig licht
is opgegaan? Bijna 2 maaadea verlie
pen sedert Hoekraan vermoord werd
en nog schijnt men zoo goed als niets
te zija gevorderd.
Nader verneemt men, dat
de ziekte van een der deelnemers aan
den worstelwedstrijd, V. d. B., niet moet
worden toegeschreven aan „inwendige
kneuziogea," bij het worstelen bekomen.
V. d. B. heeft pleuris opgedaan en
later longontsteking-, maar is nu weer
op den weg van volledig herstel.
Men meldt ons:
Zaterdagmiddag trad de heer Tijdens,
lid der 2e Kamer, ia eene vergadering
van den Bond van onderwijzers te Wia
schoten op, naar aanleiding van het oa
derwys„De onderwijzer ea de sociale
kwestie". Verschillende heeren, ook
buiten het onderwijs waren aanwezig
(daaronder de heer mr. Treub).
Mijne heeren, zoo begon de heer Ty
dens zijae rede, ik sta tot het onderwijs
in hoegenaamd geene betrekking en om
gèheel onpattydig te zija, heb ik me
noch door onderwijzers, noch door par
ticulieren over deze zaak laten inlichten
en heb tevens in den matsten tijd wei
nig gelezen van hetgeen over die punt
is geschreven. De Leeuwarder circulaire
heeft de gemoederen in beweging ge
bracht, zij is een stuk scheurpapier ge
noemd. Ik wil daarover niet uitweiden,
docb zal naar aanleiding van eenige
punten mijne gedachten tea beste geven.
Ik heb me dan afgevraagd:
Is het in 7t belang van de beschaving
en de ontwikkeling van de onderwijzers,
dat ze aan politiek doen?
2. Werkt dit gunstig op de verstand
houding tusschen onderwijzer en ouders
va® zijne leerlingen?
3. Lijdt het onderwijs er door?
4. Is het in 't belang van hen en de
gemeenschap
De meeste onderwijzers zyn tenge
volge van hunne afkomst en hunne een
zijdige ontwikkeling niet op de hoogte,
om over politieke zaken te kunnen oor-
deelen. Op 18-jarigen leeftijd is velen
hunner de wereld te klein, vergood door
ouders en leerlingen, wordt dGor hen uit
de hoogte op de maatschappij neerge
zien. Ik viad het daarom voor jonge
onderwyzers wel goed, dat ze politieke
vergaderingen mee bijwonen, de scherpe
kanten gaan er dan wat af; men leert
den pracdechea zin van ouderen kennen
en dit werkt gunstig op zijae vorming.
Wordt de onderwijzer evenwel niet
uit zijn kleingeestige» kring getrokken,
getuige „de Bode", het orgaan van den
Bond v. Ned. Onderwijzers, dan lydt
weldra de goede verstandhouding tus
schen hem en de ouders zijner leer
lingen er onder, als hij zich met politiek
gaat bemoeien. Hij gaat soms veel te
ver. Ik meen dus, dat de onderwijzer
niet te veel aan politiek moet doen,
Doet de onderwijzer dit wel, bezoekt
hy vele vergaderingen dan zal hy allicht
te heftig worden, het neemt zijne ge
dachten ia beslag en de school lydt
er onder.
Ik vind het daarom van den gemeen
teraad vaa Slochteren volstrekt niet
onwettig en despotisch gehandeld, dat
deze onderzoek deed naar de politieke
gevoelens der sollicitanten naar eene
betrekking van hoofd der school in die
gemeente. Evenwel werd deze handel
wijze ten sterkste in „De Bode" gelaakt;
dit orgaan is dan ook veel te revolutio
nair. (hilariteit!)
De onderwijzer heeft bulten de school
werk genoeg voor zija onderwys; hij kan
promotie maken als hij zich uitstekend
vaa zijne task kwijt, 'tls dus in zijn
belang niet te veel aan politiek te doen:
ook van de fioantieele zjjde is dit voor
hem aau te raden.
Wat de Leeuwarder circulaire betreft,
ik beu van oordeel, dat alle onderwij
zers moeten ontslagen worden, die wil
lens en wetens de conclusie van het
congres te Zwolle onderschrijven. De
staat mag geene revolutionare ambte
naren dulden.
Nadat de heer Tijdeas geëindigd had,
heerschte er in de zaal een diep stil
zwijgen, wat duidelijk toonde, dat de
vergadering het in 't algemeen niet met
hem eens was.
Dan heer Kraai heeft de lezing vac
dea heer Tijdeas niet voldaan. Als hij
beweert, dat hij het orgaan „de Bode1^
niet leest, hoe kan hij het blad dan be
en veroordeelen Ook is bij het met
den heer T. niet eess, dat de onder
wijzer niet aan politiek mag doen het
bezoeken van vergaderingen kweekt
toch vrijmoedigheid en de inleider klaagt
zelf over de eenzijdigheid van vele on
derwijzers.
De heer Treub gevoelt zich mede
zeer teleurgesteld. Ik erken zegt
spreker jdat ds opmerking van den
heer T. over de ontwikkeling en de
kennis van onderwijzers gedeeltelijk
juist is, maar de heer T. heeft er te
veel opgedrukt en komt daardoor tot
eene zeer eenzijdige voorstelling. Als
het waar is, dat alleen diegenen, welke
aan staatshuishoudkunde hebben ge
daan, over politiek mogen spreken, dan
zullen de meesten moeten zwygea. Neen,
de politiek moet oiet blyven in handen
van enkelen.
De politiek is niet alleen eene zaak
vaa 't verstand, maar ook vaa gevoel
ea van belangen. De onderwijzers hebben
daarom de bevoegdheid en het recht
om mee te spreken, maar zy moeten
de noodige tact bezitten om de oudere
van hunne leerlingen niet te kwetsen
Ea dat is heel best mogelij fc. Als de
onderwijzer niet vrij is, om zyne mee
ning te zeggen, dan zouden de tegen
standers der neutrale school gelijk heb
ben, als deze zeggen, dat zij in dienst
staat van 't liberalisme, dat zij is eene
moderne secteschool. Ik kan me niet
voorstellen, hoe de heer Tijdens zoo
conservatief kan zijn. Het ia mij ge
bleken, dat de geachte inleider de Leeu
wat der circulaire niet kent. Niet de
onderwijzers, die sociaal democraat zft'n
maar de Leeuwarder schoolopzieners
moeten ontslagen worden, zij zyn het
die in de eerste plaats de soc.-democr*
tie bevorderen. Waar blijft de geroemde
Nederlandsche vrijheid, als den onder
wijzer werd verboden openlijk voor zijne
meening uit te komen
(Daverend applaus.)
De heer Tijdens meende, dat ©och
de heer Treub, noch de heer Kraai hem
goed begrepen hadden. Waar „de Bode"
niet schroomt, kamerleden, ministers enz.
door het slijk te halen, daar blijft hij
bij, dat „de Bode" revolutionair is en
dat de onderwijzers geeae tractemeots-
verhooging te wachten hebben.
Door verschillende sprekers werd den
heer T. nog over 't gesproke >e aange
vallen; de inleider trachtte zich in 7t
laatst niet meer tegea deze aanvallen te
verdedigen. De heer Treub voerde nog
eenige keeren het woord en ook andere
heeren maakten van het debat gebruik.
Eiadely k werd met overgroote meerder
heid de volgende motie aangenomen
„De vergadering is van oordeel, dat
t@ krijgen.,., Hy haalde diep adem.
//Gy stelt vertrouwen in my mynheer; gy geeft my uitzicht op
een schoonere toekomst nu welaan dan, als gy het met my
wilt beproeven ik ben de uwe!"
Een stevige handdruk bezegelde de overeenkomst.
Toen juffrouw Rover vermoeid en hoestende door bet pakjes-
dragen naar huis terugkeerde, zag zij met verbazing het opgewekte
gelaat van haar zoon. //Kook vandaag maar wat goeds moeder,
de tijd van gebrek lyden is voorbij riep hy haar toe.
i/Goddank hebt gy eene betrekking gevonden
£/Ja."
//By een koopman?"
#By de politie."
De oude vrouw was merkbaar zeer teleurgesteld.
ÉfGy zult genoeg te eten hebben," zeide Anton geruststellend,
&en ik doe niets verkeerds. Waarom verheugt gy er u dan
niet over?"
Aldas aanvaardde Anton zyne nieuwe betrekking en leefde
de eerste dagen in een soort van niet ©naangenamen roes. Hy
kleedde zich netjes, leed geen gebrek, zag dat zyne moeder gedeel
telijk en Waldmann ten volle tevreden waren, en deed zfln best
om aan het verleden noch aan de toekomst te denken. Zyne be
trekking nam hy goed waar, hoewel hy zich niet bizonder onder
scheidde. Hem ontbrak de sluwheid van een strikkenzetter, de
fijnheid van reuk der jagers en de voldoening over de behaalde
overwinning. Het grillige gelnk, dat dikwerf den eerstbeginnende
toelacht, en den ervarene in den steek laat, hielp hem een paar
gelukkige vangsten te doen. Ook maakte zich zyn chef, die hem
zeer genegen was, zyne bizondere talenkennis ten nutte, en liet
hem bureaudiensten verrichten, wat meer naar den zin was van
zyn beschermeling.
Lichamelijk sterker geworden door deze betrekkelijk onbekom -
merde levens wyze, door net besef, dat tenminste éen man, een
menschenkenner .bovendien, hem vertrouwde, hem voordurend
meer in eigen achting doende stygen, begon Röver vrijer de om
standigheden, die tot zyn ongeluk hadden geleid, te overzien. Hoe
langer en kalmer hij deze overwoog, des te sterker werd in hem
het vermoeden, dat hy reeds zoo lang by zich had omgedragen.
Het bleef werkelijk een raadsel voor hem, wat een jong mensch
in zulke goede omstandigheden en van zulk eene regelmatige
levenswyze als by Julius Meermaun het geval was, er toe had
geleid, om de hand naar het eigendom van een ander uit te
strekken.
Regelmatig Had Meermann niet eene onbegrypelijko voorliefde
betoond voor den zeer onbatrouwbaren Habermann, die nu plot
seling verdwenen was? Eb wien was hij laatst met wankelende
schreden tegengekomen, terwyl hy de wacht hield by een berneht
steegje? Was die doodsbleeke jonge man met zijae diepliggende,
voor zich neerstarende oogen, bevuilde kleeren werkelyk de nette
knappe chef in den winkel van Wilson Co., de //lion" onder
zyne makkers? Hier gold het dus de handelingen van den licbt-
zinnigen jongen man na te gaan. En nu vervolgde Rover byna
nacht en dag zyn vroegeren vriend op diens zwerftochten. Ja, die
donkere, vuile steegjes in het midden der stad, waren wel een
zeef, waardoor drieduizend mark spoorloos konden verdwijnen
Slechts een zaak was hem nog onbegrijpelijkhoe kwam iemand
als Meermann aan zulk eene vingervlugheid, om in het korte
oogenblik van het gesprek aan de telefoon, die rampzalige ver
wisseling bewerkstelligen Eens zag hy Meermann echter in een
bierhuis mot groote vlugheid kunstjes met kaarten uitvoeren. Nu
was zyn laatste twyfel verdwenen. De broeder van Gretchen, die
hem om deze zelfde misdaad, zoo bitter had gekrenkt hij was
de dief, en hy zou nu zyn gerechte straf niet ontgaan.
Bevende van opgewondenheid zocht Röver zijn Ghef op. //Mijn.
heer de commissarisDe schuldige van den diefstal ik ik
weet, wie het is.'
//Dat zal ons weinig helpen. Den schuldige heb ik reeds lang/
maar de bewyzen?"
Ontnuchterd liet Röver het hoofd zakken. tfDien zullen wy nooit
vinden,"
//Integendeel, hy zal ze ons zelf geven. De zaken staan goed*
Nog maar koelbloedigheid, een open oog en - geduld
Anton oefende zich in geduld; hy beheerschte zijn haat jegens
den rampzalige en zijn wrok over zijn lot.
Dikwijls vroeg zijn moeder bij zijn thuiskomst: //Niets nieuws
Toni
z/Altyd hetzelfde," gaf hy dan ten antwoord en deed zyn best
dit zoo luchtig mogelyk te zeggen//Het is zoo ook maar het beste 1
Wy kunnen het zoo goed uithouden moeder."
Wordt vervolgd,)