Op den Zwinenburgwal te
Amsterdam werd Maandagmiddag een
6-jarige knaap door een rijtuig overre
den dadelijk naar 't Binnengasthuis
vervoerd, bleek de jongen bij aankomst
aldaar reeds overleden.
De Braziliaan, William Ste-
wart, heelt Vrijdagmorgen om 8 uur
zijne wandeling van Luik naar Amster
dam aangevangen. Er was bepaald, dat
deze afstand in 2% dag zou moeten af
gelegd worden, zoodat de wandelaar
Zondagavond om 6 uur te Amsterdam
had moeten aankomen.
De weddingschap is evenwel door hem
verloren eenige uren na den bepaalden
tijd kwam hij aldaar aan. Om tien mi
nuten voor zessen was Stewart nog te
Breukelen.
Wij ontvangen een eacem-
plaar van eene circulaire, welke aller-
wege in ons land zal worden verspreid
Manifest van den Ncderlandschen
Roomsch Katholieken Volksbond, uit
gegeven ter gelegenheid van het vijf
jarig bestaan van den Bond, by de
opening van het eerste congres van
katholieke vakvereenigiageD.
Wat wil de Hederl. R. K. VolKsbond
Eene krachtige beweging is onder de
Katholieken van Nederland ontstaan.
Mannen van verschillenden rang en
stand, jong en oud, hebben ae banden
ineengeslagentalrijke vereenigingen zijn
gesticht tot bestrijding van het groote
gevaar, dat den werkman bedreigt en
gaandeweg de maatschappelijke kwalen
doet toenemen, n.l. den drievoudigen
vijand, dien wij met alle kracht hebben
te bestrijden.
Wij noemen in de eerste plaats het
materialisme of de leer der stofvergo
ding, waarin voor God of diens gebod
geen plaats meer is.
De tweede vijand ishet individua
lisme of het stelsel van den eenling,
hetwelk de kracht van den werkmans
stand heeft gebroken en welke kracht
hersteld moet worden.
Op de derde plaats het Socialisme,
hetwelk door ons moet worden bestre
den, daar het godsdienst en gezag on
dermijnt en tot daden van geweld aan
spoort.
Tegen dezen drievoudigen vijand
treedt de „Nederl. R. K. Volksbond"
met ontplooide kruisbanier in 't veld en
doet daverend hooren
In naam van den Christus vereenigt u I
De fransche revolutie, onder voor
wendeel den werkman vrij te maken,
heeft wat er nog over was van de oude
gilden, waar de arbeid steun eu be
scherming vond, vernietigd; zij heeft
den werkman, alleen en ontwapend,
aan het machtig kapitaal overgeleverd
't Ie tijd dat de arbeid iu eere en
recht worde hersteld. Het Socialismej
evenals wij, erkent en verspreidt deze
noodzakelijkheid. Maar door eene on
begrijpelijke geestverblindiag stelt het
zich tegelijkertijd aan als de verkondiger
van de noodlottige leerstellingen, door
de fransche revolutie in de wereld ge
zonden. Het neemt hare dwalingen
over, kleeft deze dwalingen aan tot in
hun uiterste gevolgtrekkingen en meent
daardoor de bestaande kwalen te ge
nezen.
Door het vernietigen van Godsdienst,
Familie en Eigendom willen de socialis-
- ten het geluk wedergeven Ia een
algemeene slaafsche onderwerping aan
een almachtigen, on verantwoordelijken
en godedienstloozen staat meenen zij het
ideaal van beschaving en vrijheid te
vinden 1
Zonder twijfel zullen hunne pogingen
niet gelukken. Doch al ware dit zoo,
huDne onmacht zou blijken op den dag,
dat het hen gegeven zou wordea hunne
hersenschimmige leering in werkelijkheid
toe te passen.
Maar die verzekerde nederlaag is niet
bij machte de on gelukkigen, door hun
hersenschimmig ideaal begoochéld, te
redden. Indien de omwenteling, welke
men ons voorspiegelt, een begin van
uitvoering mocht hebben, dan zou de
werkende klasse het slachtoffer worden
van een der hevigste beroeringen, als
waarvan de geschiedenis geen tweede
kan aanwijzen.
Het is dan ook tot die werkende
klssse vooral, dat wij het woord richten I
Haar geluk, hare redding, dit is ons
streven I
Den werkman verheffenin de wereld
van den arbeid den vrede terugbrengen;
den eerbied voor ieders recht, patroon
en werkman, doen heerschende klove
dempen tusschen kapitaal en arbeid
ziedaar ons doel!
Ons program is gegrond op de heer
lyke Encycliek van Z. H. Paus Leo jflll:
Rerum novarum („Over den toestand der
werklieden").
Wat wij willeti
Wij willen, dat de werkman niet als
een stomp werktuig gebruikt worde, dat
slechts waarde heeft naarmate van het
voortgebrachte werk, maar dat hij behan
deld worde als een vry wezen, met eene
onsterfelijke ziel, onze broeder en ge
lijke voor God I
Wij willen, dat hij het zoete geluk
van het familieleven geniete; dat zijn
huiselijken kring geëerbiedigd zijdat
zijne echtgenoote hem niet door de fa
briek ontnomen worde, maar de engel
des huizes blijve.
Wij willen, dat noch zijne krachten,
noch die zyner kinderen door een over
dreven arbeid worden uitgeput.
Wy willen hem zyn recht op de we-
kelijksche rust waarborgen, opdat de
„Dag des Heeren" zijn eigen dag, de
dag des werkmans zij.
Wy willen hem verzekerd zien tegen
armoede, wanneer ziekte, ongeval ol
ouderdom hem treffen.
Wij willen volgens 's Pausen woord:
"dat een matig en eerlyk werkman van
zijn loon kan bestaan."
Wij willen, door de oprichting van
Staatswege van Arbeidsraden en Arbeids
kamers, trachten mede te werken tot
het voorkomen en uit den weg ruimen
van geschillen tusschen patroons en
werklieden.
Wy willen waarschuwen tegen de ver
derf elyke theorieq der sociaal-democra
ten, en door middel van de pers ont
wikkelen, kenbaar maken en verdedigen
datgene, wat kan dienen in bet belang
van Kerk, Staat en Gezin.
Tegenover deze rechten willen wij
ook, dat de werkman trouw zijne ver
plichtingen nakome tegenover zijne
meesters; dat hij medewerke tot hand
having van het koninklijk gezag, en zich
toelegge op een trouwe vervulling zyner
godsdienstplichten, zoowel als die tegen
over zijn gezin.
't Is vooral door de kracht van zelf
standige en sterk ingerichte vereenigin
gen en vakvereenigingen, in een mach
tigen Bond vereenigd, dat wij ons
program willen ten uitvoer brengen
Wij onderwerpen dit program van
eendracht en verzoening aan de goed
keuring van al onze geloofsgenooien.
Het zal, zoo wij hopen, het program
worden der Katholieke Volkspartij van
Nederland.
Tegenover de party, die slechts kracht
bezit om te vernielen, maar niets wil
en niets kan opbouwen, die spreekt uit
naam van slechts een gering gedeelte
der werkende klasse, tegenover die partij
richten wij het leger van hen, die het
gelnk en de verheffing van den werkman
wiilen. Sterk door zijn getal reeds
duizenden schaarden zich in zijne ge
lederen vastberaden tot het bereiken
van zijn doel, zal de „Ned. Roomsch
Katholieke Volksbond" weldra onver-
winbaar zijn, indien allen zich aansluiten,
die Kerk en Vaderland getrouw zijn.
Vooral dringen wy aan op de toe
treding van onze broeders, de werklie
den voor hea staan wij in de bres, en
verbinden wy ons hunne billijke rechten
te verdedigen en hen hunne verplich
tingen voor oogen te stellen.
Wij dringen ook aan op dea steua
der meer gegoede standen. Dat zij den
werkman naderen, hem helpen in zijnen
strijd tegen het socialisme(jhem de
hand reiken, en als 't moet ia zijn voor
deel afstand doen van eenige hunner
voorrechten.
De vrede iu de maatschappij, de ver
zoening der standen zal hen tot be
looning strekkeo. Dit doel is zeker
schoon en edel genoeg, om ook den
minst-werkzame en den [minst-liefdadige
tot medewerking te nopen.
(w.g.)
Het Ce?itraal Bestuur van den Nederl
R» K. Volkshondu:
(Volgen de si&mea.)
Zondagmiddag werd te Rot
ter Aam de vierde algemeene vergadering
van den Ned. R, K. Volksbond ge
houden, in een der lokalen vaa het
voormalig Sc. Fraacisca gasthuis. De
bijeenkomst werd geopend door den
heer W. C. J. Passtoors, voorzitter vau
het centraal bestuur.
Maandagmorgen werd ia het lokaal
der „St. Jozeis-Gezellea-Vereenigiag'
mtt muziek het Congres van R.-K.
Vakverenigingen geopend, dat o. a,
door mr. C. J. M. Bottemanae, bisschop
van Haarlem ea dea burgemeester vaa
Rotterdam werd 'bygewoosd. Ook hier
was president de heer Passtoors. Er
werden telegrammen aan de Paus e&
aan de Koningin-Regentes gezond-
Hierna opeade mgr. Botterasnne het
congres met een korte toespraak,
waarna hij God's zegen voor het con
gres inriep. Ook de burgemeester en
de heer Rochussen voerden nog het
woord, waarna de voorzitter de ope
niagsplechtigheid sloot.
Ia drie seciiëa zijn de volgenden
coHcluciën genomen
Kamers van Arbeid. Aangenomen is
bij acclamatie de motie-Snoek
De vergadering erkent de nood
zakelijkheid der oprichting van Kamers
van Arbeiderkent dat deze van Staats
wege moeten worden opgericht en dat
patroon en werkman er gecombineerd
zitting in behooren te nemen bij ver
kiezing door werklieden en patroons.
Zondagsrust. Aangenomen is de motie
van den geestelijken adviseur van
Schiedam: „Het Congres, overtuigd
van het algemeen maatschappelijk be
lang van volledige Zondagsrust dringt
aan op eene wettelijke regeling in deze
zaak, zoo mogelijk met beperking van
arbeid op Zat.rdag.
MinimumloonArbeidstijd Aaage
nomen is de motie-Weering
„Het le Kath. Congres, vergaderd te
Rotterdam, gehoord de inleiding en de
daaruit gevolgde beraadslagingen, draagt
het Centraal Bestuur op die maatrege
len te nemen, waardoor men kan ver-
kiijgen datgene wat in de Eacycliek
door Z. H. den Paus als recht voor
den werkman kan geacht worden.'
Wering van werkeloosheidDe ver
gadering spreekt als haar oordeel uit,
dat het militaire en gemeeate-schoenwerk
alleen door handenarbeid moet worden
vervaardigd. Er worde voor de ver
schillende bouwwerken en alle plaatse-
lij ke verordeningen een vaste tijd voor
de uitvoering gesteld, zoo geregeld, dat
het werk met een getal werklieden
evenredig aan de som en den gcstelden
tyd gereed kan komen, zonder gebruik
te maken van machinaal werk.
Bevoordeeling van inlandseke nijver*
heid. De vergadering is van meening,
dat alle scheepsbouw in alle andere
gemeente- en landswerken in Nederland
behooren te worden vervaardigd, over
tuigd dat zoowel de Neff. werklieden
als de ingenieurs voor hun taak bere
kend zijn.
Invoerrechten. Bij de regeeriag aan
te dringen op een spoedige herziening
onzer toltarieven, opdat de nederland-
sche nijverheid en landbouw niet tea
doode gedrukt worde door de buiten- besloten, dea
laudsche concurrentie. oordeelde.
PatentenDe vergadering ïs van oor
deel dat het patentrecht niet door geld
moet gekocht, maar door bewijs van
bekwaamheid verkregen moet worden.
PachtenDe vergadering spreekt als
haar oordeel uit, dat het kleine grond
bezit moet worden bevorderd door niet
te veel grond in handen van één per
soon te stellen en dat het centraal be
stuur dea grooten grondbezitters ver
zoeke niet meer land te verpachten aan
één persoon dan 25 H.A.
Al deze conclusies werden met alge
meene stemmen genomen.
Rijksen Gemeentewerken, Dit onder
werp werd ingeleid door dea heer C.
Limburg van Rotterdam, dia de nood
zakelijkheid betoogde dat gemeente
werken moeten worden aanbesteed uit
sluitend onder gemeenten&ren. Een motie
in dien sia werd aangenomen.
De heer W. Mooyma», van Dea Haag,
betoogde de noodzakelijkheid om aan
nemers vau Rykswerken bepaaldelijk
van militaire kleedingsstukken, te dwin
gen een bepaaid minimum uit te betalen,
De heer P. H. Glat, van Den Haag,
drong er op aaa voor militair schoeisel
handwerk te eisches, dat onder goede
controle ruimschoots tegen m&chiae-
wer& opweegt. Dit werk moet geschie
den aaa de Rykswerkplaatsen waar
loon en verzekering kunnen worden
geregeld, ten bate vaa velen die nu hun
vak vervloeken.
Bij stemming verklaarde de meerder
heid zich tegen de uitbreiding van
Rijks werkplaatsen esa werd een conclusie
aangenomen, waarbij een minimum
loon-standaard bij Rijks aanbestedingen
van militaire kieeding en schoeisel
wordt gevorderd.
1 Ook werd een resolutie aangenomen
tegen het bezigen v&n militairen door
zoogenaamde garnizoensbazen.
Gevangenen-werk. Aangenomen werd
de volgende conclusieHet congres
srpeke de wenscheHjkheid uit dat de
gevangenen werk verrichten wat de par
ticuliere industrie niet schaadt, hetgeen
in onze dagen door te laag gesteld
taiief gebeurt.
Door een ongelukkig toe-
val is Zaterdagavond nabij den tol aan
de Klingelbeek te Arnhem een gehuwd
man, die huiswaarts keerde, door de
stoomtram overreden en onmiddellijk
gedood.
Te Breda zijn binnen eea
paur dagen twee personen gestikt ia den
jenever.
Zondagmiddag is in de Me=
lanen, een meertje op uur afstand van
Bergen op Zoom, een jongeling van 19
jaren, die zich aldaar met visschea ver
maakte, verdronken.
De jongen, die slechts éene hand
had, is waarschijnlijk uitgegleden ea
heeft zich tengevolge van zijn gebrek
niet kunnen helpen.
beklaagde niet strafbaar
RECHTSZAKEN.
De directeur der H&arlemsche schroef-
stoorabootmaatschapplj werd, wegens
het bij besloten water doen breken van
het ijs in eeia openbaar vaarwater (hét
Noorder Buitenspaarne) door den kan
tonrechter te Haarlem vrijgesproken.
De Hooge Raad, Maandag op het daar
tegen door den ambtenaar van het
openbaar ministerie ingesteld cassatie
bsroep uitspraak doende, beschouwde
de vrijspraak als een bedekt ontslag van
rechtsvervolging, waartegen beroep in
cassatie open staat, doch achtte het
beroep ongegrond, omdat het berust
op eeae te beperkte uitlegging van de
uitdrukking „besloten water" en veree-
nigde zich met de beslissing van den
kantonrechter, die, omdat het vaarwater
niet geheel met ys van zekere dikte was
KOLONIËN-
Uit Ambon schreef men 2 April aan
de „Scer.-Ct."
Heden vertrekt het stoomschip „Java*!
naar Macassar en Java. Dat schip ig
eergisteren opnieuw teruggekeerd vaa
Dobo (Aroe-eilanden), met den resident
aan boord, medebrengende 5 hoofden
van de zeeschuimers, w. o. ook de
hoofd-boekanier Toefoeloen. De bevol
king, die ampon kwam vrageD, heeft
dit verkregen onder de mits, dat zij de
hoofde», die vau geene onderwerping
wilden welen, uitleverde, hetgeen daa
ook geschied is. Dis hoofdea wérden
dus thans hier gevankelijk aangebracht
ea tusschen de bajoaetten vau zes ma
riniers naar het kettiugkwartier gebracht.
Een hunner moest gedragen worden
wegens de berri-berrï, ga het is te voor
zien, wanneer zij hier langea tijd in
de gevangenis moeten verblijven, dat
allen wel aan die ziekte zullen weg
kwijnen. Die kerels zagen er overigens
bepaatd verschrikkelijk en woest uit,
me'c hunne groote bossen baar op het
hoofd en bijaa spiernaakt. Wat nu hun
lot zal wezen, zullen wij wel nader
hooren.
Het zal voorloopig nu wel rustig
blijven op Dobo, vooral nu zij ervaren
hebben, dat de voorspellingen zoowel
als de macht van dat opperhoofd Toe
foeloen niets dan grootspraak wa/enea
de kompenie wel degelijk kans ziet hen
te bereiken en te treffea.
Uit de „Atjehsche Courant" van
35 Mavrt:
In dea vooravond van 22 dezer lag
een brigade marechaussee, onder com
mando van den ie-luit. Gorissen, tas
schen Blaag en Limdjamos ia hinder
laag, toen omstreeks fk uur een troepje
smokkelaars werd gezien, die belast en
beladen naar buiten de linie trok.
Een paar salvo's en eea daarop ge
volgde aanval deden den smokkelaars
de vrachten neergooien ea het hazen
pad kiezen.
De buit werd verzameld en onder
toezicht gesteld van een inl. sergeant
en een paar maréchsusséss, waarna in
den omtrek eene kleine verkenning
werd gedaan.
Nog niet ver vaa de buitgemaakte
goederen, stiet de brigade op eene
Atjehsche hinderla-g, die vermoedelijk
zich daar had geplaatst om de smokke
laars te dekken.
Van beide zijden werd het vuur bijna
gelijktijdig geopend, bij welke gelegenr
heid de ie-lultenaat Gorrisssn zwaa
gewond werd in het linkerbeen (verr
splinterd) een schotwond iu de rechte
teen en een mattekogel tegen hetrech
terbeen kreeg. De Amboiseesche mare
ckaussee Rehatslonet viel doodelijk ge
troffen neer, terwijl de italandsche mare
chaussees Kassandikromo zwaar, en
Ronodoagso licht gewond werden.
Zittende en omringd door de mare
chaussees, gaf de moedige luitenant Go
rissea kalm zijne commando's lot het
vuren en op het hoer&geschreeuw van
de brigade deinsde de vyaud overhaast
terug, eenen aanval vreezeade.
Lutusschen was een detachement van
de benteng Blang op het vuren der
maréchaussées uitgerukt onder com
mando vau den in luitenant Vcijck
die nog tijdig op het gevechtsterrein
kwam, om den terugtocht vau de dtp
pere brigade naar Blang te kunnen
dekken, alwaar de gewonden spoedig
werden verbonden door dea officier van
gezondheid van Ketapaeg Doea, die
zich gehaast heeft zoo spoedig mogelijk
te Blang hulp te verleenen.
De vijand liet twee dooden in onze
handen, waarvan een, Si Bintang ge
heeten, afkomstig is uit kampong Ltm
termin.
hooren, en de wierook streelde haar reukorgaan zeer aangenaam,
ofschoon zy er niets van liet bemerken.
De verhouding tusschen haar en Julius was sinds eenigen tyd
bizonder innig geworden. Haar zoon toonde dan ook dagelyks
meer een modeimensch te worden. Als hy vroeger zonder na te
denken zeide wat hem op de tong lag, zoo werd hij nu in zyn
spreken, in geheel zyn laten en doen ernBtiger en bedachtzamer en
gaf hetgeen by zeide steeds meer en meer het bewijs, alsof in hem
een edel gemoed school.
Zoo dacht tenminste de moeder erover. Als zy echter in het
hart van dezen modelzoon had kunnen lezen, dan zou zy hevig
ontsteld zyn over de berekenende verdorvenheid, die daar was verbor
gen. Julius Meermann zeide tot zichzelf, dat om op den duur veilig
e zyn, hy voer de oogen der menschen wezen moest als iemand,
wien men het geringste niet kon verwijten. Nooit was nog tegen
hem getuigd, nooit had de verdenking op hem gerust, er was gras
over de zaak gegroeid, de menschen dachten er niet meer aan,
de Oceaan scheidde hem van Habermann, hy was een vlijtige)
jongeman,de gunsteling van zyn chef, en het benijdde voorbeeld
zijner vrienden. Toch was de herinnering aan die verschrikkelijke
gebeurtenis in zijn leven niet ingesluimerd, ja zelfs zeer levendig
gebleven.
Zij knaagde aan zyn hart, zag hem met een hoongelach over
zijne schouders in zyne boeken en verliet hem nooit, nacht noch
dag. Aldus had zij hem innerlijk eea geheel ander mensch doen
worden.
Het kwam hem nu voor alsof bij tweeledig was, alsof zyn
eigenlyk „ik" met het angstige, schuldbeseffend, maar vurig en
begeerend hart, stak in den vreemden, kouden, afgemeten menseh,
zooals hy zich aan de wereld voordeed, als een steenen omhulsel,
dat met den dag nauwer en nauwer werd en hem eindelijk zou
beletten adem te halen. En een vreeselyke angst maakte zich van
hem meester, Habermann was weliswaar aan gene zyde van den
Oceaan, maar Jolius ontdekte met verbazing, dat de Habermann's
als het ware onzichtbaar uit den grond opstegen, en dat zijn wilde
begeerten hem weer in denzelfden gevaarleken toestand brachten,
waaruit eens die daad van vertwijfeling hem had moeten redden.
Nog zorgvuldiger dan vroeger wist hy het geheim van zyne
nachtelijke zwerftochten te bewaren. Grete werd niet meer in den
arm genomen om het knarsen van de deur te voorkomen. De
nooduitgang, die hy vroeger slechts een paar maal had gebruikt
uit scherts, was nu de weg geworden, waardoor hy geregeld uit
en inkwam. Het licht op zyn schrijftafel brandde steeds helder,
en als moeder of zuster uit hun slaap even ontwaakten, en hunne
oogen uitwreven, dan zagen zy op de binnenplaats steeds het
vierkant van zyn raam verlicht, en werden zijj van bewondering
vervuld over de arbeidskraeht van hun geliefden zoon en broeder,
terwyl zij zich slechts ongerust maakten, dat onder dit langdurig
arbeiden zyn gezondheid te veel zou lijden. Juffrouw Meermann
gaf hem hierover nu en dan zachte vermaningen vooral wanneer
de kringen onder zyne oogen wat te veel zichtbaar waren. Glim
lachend stelde Julius haar echter gerust.
„Men moet zyn plicht doen moeder, zoo goed als men kan.
Hebben vader en gij mij niet het voorbeeld gegeven Myn patroon
rekent op my, ik mag zijn vertrouwen niet beschamen."
En juffrouw Meermann droeg het hoofd na zulk een antwoord
vol bescheiden trots nog eens zoo hoog; heimelijk aanbad
haar zoon.
Buiten sloeg het middernachtelijk uur. Julius, die zich op het
bal met zyne kalme genoegens zeer verveelde, en zyn nacht
gaarne vroolyker wilde besluiten, zocht als waarschuwend teeken
zijn horloge te voorschijn. //Het wordt hoog tyd moeder," zeide
hy op zachten toon, doch met eene uitdrukking op het gelaat als
van een pacha, die volstrekt niel aan de mogelijkheid denkt, dat
men hem zal kunnen tegenspreken.
De moeder sprak hem ook niet tegen, ofschoon hare dochter
den ganschen avond en juist op dat oogenblik zeer het hof werd
gemaakt door een jongen koopman, die een zeer goede zaak had
en dus door de moeders met huwbare dochters zeer vriendelijk
werd ontvangen. Alleen Grete kwam tusschenbeiden.
z/Naar huis gaan Nu reeds Ik denk er nog niet aan."
Op dezen niet zeer vriendelijken uitval antwoordde Julius niet
hy sprak verder met zyne moeder, even zacht en afgemeten
zooeven zonder van ongeduld te doen blyken, „Ik geloof moeder
dat het toch maar beter zal zyD, dat wy gaan. Tot dusverre ia l
het hier zeer gezellig geweest; wellicht verandert dat later in
den nacht."
„Je hebt gelijk JuliusAlles moet met mate geschieden
maak je dus spoedig klaar Grete."
Wordt vervolgd j) g