GRETCHEN.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
10e Jaargang.
Vrijdag 26 Mei 1893.
No. 3034.
NABETRACHTING
STADSNIEUWS.
Candidal® Provinciale Staten.
F EU ILL ET ON
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37£.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Bureau: Kleine Houtstraat Ho. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
ADYERTENTIËN:
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangére G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Bij dit Nummer is gevoegd
het Gemeenteraadsver slag van
Mei.
van den
GEMEENTERAAD-
LXIII.
Niemand had er naar ik meen Woens
dagmorgen aan gedacht, dat in de Raads
vergadering van dien middag een zdo
belangrijk besluit zou vallen over de
gaskwestie. Zaterdag bad men plotseling
vernomen, dat de gaskwestie dezen
Woensdag op de agenda stood, Dinsdag
vernam men even plotseling, dat vier
Raadsleden de bekende motie hadden
ingediend en zietin den tyd van
anderhalf uur was de kwestie beslist, de
motie met groote meerderheid van stem
men aangenomen, de gasvoorstellen wa
ren van de baan 2
Niet dat het aan oppositie tegen de
motie heeft ontbroken! Alle vier de wet
houders, zeldzaam verschynsel, hebben
haar vry hevig aangevallen, de heer En
schedé ging zelfs zoover van de oppositie
teges de voorstellen tot concessieverlen
j een parti pris te noemen. De groote
meerderheid, die de motie verwierf, was
voor velen dan ook eene verrassing, al had
men ook gemeend, dat zij, al ware het
dan ook met eene geringe meerderheid,
wel zon worden aangenomen. En sóo
groot was blykbaar de lust, om de «aak,
nu men haar eenmaal besprak, af te doen,
dat toen de Voorzitter te vyf uur, nadat
drie kwartier had gediscussieerd,
voorstelde de vergadering tot Vry dag te
verdagen, dit voorstel werd verworpen.
Het is thans, nu de beslissing geval-
i is, zaak nauwkeurig in het oog te
houden wat er eigenlijk besloten is. De
meerderheid van den Baad heeft, mijns
inziens, alleen uitgemaakt, dat aan de
Imperial geene conceseieverlenging zal
worden gegeven. Daarmee is evenwel
volstrekt niet bepaald, dat de gemeente
na expiratie van het contract zelve de
gasverlichting zal ter hand nemen. Men
wil alleen afwachten, wat het best ge-
kan worden, zoodra de tyd om te
«sluiten daar is, dat wil zeggen in het
jaar 1900, een paar jaar voor de con
cessie met de Imperial afloopt.
Nu zyn er tal van mogelijkheden.
Misschien zal in wederzyd-ich belang de
Imperial, zoo zij niet meer aan hare
verplichtingen kan voldoen, den Raad
weldra voorstellen doen, strekkende om
ontslagen te worden van den verderen
duur der concessie. Geschiedt dit niet,
dan zal de Raad in 1900, öf moeteD
besluiten tot levering vanwege de ge
meente van gas (en electrisch licht) óf
die levering opdragen aan den conces
sionaris, die haar, in vrije concurrentie
met anderen, de grootste voordeelen biedt.
Ik voor mij, die mijne meeoing over de
gaskwestie nimmer onder stoelen of ba-i-
kea heb geschoven, blijf steeds van mee
ning, dat wat er ook gebenre de gas-
verbrnikers het zich later niet zullen
beklagen, dat de Raad thans de voorstel
len tot concessieverlengiDg heeft afge
wezen.
Dit moet gezegd, dat de Raad in den
tyd van ach1: dagen veel hejft afgedaan.
De prostitutie-kwestie is geregeld, de
kwestie van het middelbaar onderwijs
afgedaan, de gaskwestie behandeld. Onder
al die ongelijksoortige grootheden wordt
het den verslaggever somtijds bang te
moede en hem troost alleen de gedachte
aan de naderende zomervacantie.
De heer Klein, wien de Raad in de
vorige vergadering de beleefdheid niet
wilde doen om de beraadslaging te her
openen, was ook dezen keer niet geluk
kig. De Voorzitter wees op eenigszins
strengen toon het verwyt door hem ge
uit, dat de stukken eerst zoo laaf ter
lezing hebben gelegen, af. Toen een
oogenblik daarna de heer Macaré bijna
hetzelfde zeide, maar in gansch andere
bewoordingen, was de Burgemeester on
middellijk tof tegemoetkoming bereid.
Mij dunkt, dit moet den heer Klein
toch te denken hebben gegeven. De oor
zaak ia niet ver te zoeken. Niet wat de
heer Klein zegt, maar de woorden'waar-
mede en de toon waarop hij het zegt,
zijn er de oorzaak van, dat men hem
somtijds minder aangenaam bejegent. De
heer Klein, die veel van fransche uit
drukkingen houdt, zal wel weten, «qne
c'eet le ton, qui fait la musiqne.#
De beste denkbeelden, geuit op een
toon van autoriteit, irriteeren en doen
ten slotte iemand de aandacht van anderen
verliezen. Van de goede bedoelingen van
den heer Klein ben ik overtuigd, maar
een lid van den Raad behoort, zal men
aan zijn woorden gewicht hechten, wel
te bedenken, dat er om hem heen zitten
30 maönen, die volkomen dezelfde waar
digheid bekleeden en wier inzichten even
goed, wier overtuiging even gegrond
kan zijn.
Dat de heer Stoel den Raad gaat ver
laten, doet my leed. De heer Stoel was
een der oude getrouwen, die Haarlem
groot heeft zien worden en die met
menig advies zijne gehechtheid aan de
gemeente heeft getoond. Evenwel mag
men hem op zijn leeftijd, de welverdiende
rust niet misgunnen. Hij moge van die
rust nog vele jaren genieten
HAARLisaa, 25 Mei 1893.
Naar wij vernemen heeft de heer jhr.
mr. J. W. G. Bxreel van Hogelaaden,
burgemeester vaa deze gemeente, het
eere-voorzittersch&p Z.E.A. door de
vereeuiging „Weldadigheid naar Ver
mogen" aangeboden, aanvaard.
Het onderzoek der verlofgangers vaa
de militie te land zal dit jaar voor deze
gemeente plaats hebben
Op Woensdag 7 Juni 1893 voorm.
half tien de verlofganger, die behooren
tot de lichting 1887 en voor zooveel
noodig tof de lichting 1886 des voorm.
h*lf elf, zij die behooren tot de lichting
s888, des nam. ten een ure, zij die be
hooren tot de lichting 1889, en
op Donderdag 8 Juni 1893 des voor-
midd. ten hal; tien, zij die behooren
tot de lichting 1890 en des voorm. ten
elf ure, zij die behooren tot de lich
tingen 1891 en 1892.
Woensdagavond vergaderde alhier de
kieavereeuiging „Vooruitgang", tot het
stellen van een candidaat voor Provin
ciale Staten, ter vervanging van onzen
vroegeren burgemeester, mr. E. A.
Iordens.
De voorzitter, mr. Th. de Haan Hu-
genholfz, ving aan met een woord van
hulde aan het afgetreden lid, dat met
applaus werd beantwoord. Op de lijst
van voorloopjge candidaten staan ia al
phabetische volgorde jhr. mr. J. W. G.
Boreel vaa Hogelsnden, burgemeester
van Hatrlem en mr. A. Kist. Eerstge
noemde heeft op de daartoe gedane
vraag zich beieid verklaard, eene can
didatour te aanvaarden, terwijl mr. Kist
geen bericht heeft gezoDdca. Er blijkt,
dst laatstgenoemde uit da stad is, ter
wijl naar het schijnt mr. Kist te kennen
beeft gegeveD, niet voor de candidatuur
ia aanmerking te willen komen.
De liberale kicsvereenigingen in de
buitengemeenten zullen den candidaat
van „VooruitgaDg" hunnerzijds steunen,
behalve die te Heemstede, waar men,
uit vrees voor de hangende plannen tot
annexatie, ïn geen geval een ingezetene
van Haarlem wil steunen.
Aldaar heeft men de candidatuur van
jhr. J. B. van Merien gesteld.
Bij de stemming die volgde, nadat
het Bestuur der kiesvereeniging verklaard
had da candidatuur-Boreel aan te be
vele», hoezeer raen ook erkende ver
plichting te hebben aan mr. Kist, werd
met 22 van de 25 stemmen jhr. mr. J. W.
G. Boreel van Uogelandea caudidaat
gesteld. Op rar. Kist werden 3 stam
men uitgebracht. De vergadering werd
daarop gesloten.
Zooals bekend is, heeft de Katholieke
kïesvereenigiug alhier den heer J. W.
A. Beljnes gecaadideerd, terwijl de
nieuwe katholieke kiesvereenigiag ver
klaard heeft, eene eventueele candida-
tuur-Kist te willen steunen, maar niet
die van jhr. mr. Boreel, die zij reeds
vroeger bestreed.
Woensdagavond hield de bovenge
noemde vereeniging in café Montague
hare eerste jaarvergadering, onder voor
zitterschap van den heer H. J. van
Deurzen Jr.
Nadat deze de vergadering met een
isleidend woord had geopend, werden
de notulen der vorige vergadering ge
lezen en goedgekeurd, evenals de re
kening over 1892/3, die sluit met een
nadeelig saldo van ƒ20,996. Evenwel is
dit cijfer niet ongunstig, daar sjooals
vanzelf spreekt, het oprichtingsjaar vele
onkosten heeft veroorzaakt, die thans
niet weer terugkomen.
Hierna bracht de secretaris-penning
meester het jaarverslag uit. Er blijkt,
dat het ledental op dit oogenblik 175
bedraagt. Tot en met 10. April 11. zya 203
posten opgegeven, tot een gezamenlijk
bedrag van ƒ3260.96. Twee posten wer
den afgewezeD, en voor de overige
aanmaningen gezonden, met het resul
taat, dat. 29 posten tot een bedrag van
ƒ429.68 werden voldaan, 33 anderen
onderling geschikt, terwijl de namen
van 142 geheel onwillige personen by
msandlljst aan de leden der vereeeiging
werden bekend gemaakt. Het bestuur
acht dit resultaat zeer bevredigend, daar
de meeste pretentie» waren ten laste
van slecht bekend staande personen en
van ouden datum.
Er werd slechts vijftienmaal gebruik
gemaakt van de gelegenheid tof het
bekomen van information, naar hef
schijnt, is de aandacht der leden nog
niet voldoende op dit gedeelte van den
werkkring der vereeniging gevallen.
De heer H. J, vae Deurzen Jr., die
volgens rooster aftrad en niet herkies
baar was, werd als bestuurslid vervan
gen door den heer Van der Most van
Spijk, terwijl in de plaats van den heer
Albsrs, die reeds vroeger bedankt had,
na eenige stemming werd benoemd de
heer K. van Eden.
Na nog eenige besprekisgeo, die even
wel niet tot eea besluit leidden, werd
de vergadering gesloten.
Haarl. Tramway-Ma&tschappy. Ver
voerde passagiers Pinksterdagen.
Ritten 0.07° ƒ0.05 ƒ0.10 Totaal Inleid
310
344
318
322
1892 5/6 Juni.
31 2524 1330 3885
36 3371 3032 3032
1893 21/22 Mei.
9 2915 1734 4658,
17 3748 2867 6632
261.52»
474.45
319.82*
475.37s
In 1893 ƒ795.20
1892 785.97s
Gunstig verschil 59.22*.
2e Pinksterdag rijn per H. Y. S.
Maatschappij van Amsterdam naar Haar
lem en omgekeerd 11610 personen ver-
20;
•HOOFDSTUK VII.
In den afgrond
De couranten, die berichten hierover behelsden en teveDS een
net zeer vleiend oordeel over den voortvluchtigen dief uitspraken,
ïntving Grete van iemand, die zyn naam niet noemde; het doel
schter om haar leed t<> doen bereikte h^j daarmee niet. Het was
ïu zeer kalm in haar gemoed geworden.
Van haar broeder vernam zy niets, die moest reeds larg in
heiligheid zyn. Hare moeder genas. Wat kon zy nog meer hopen
>f wen8chen?
Op den dag, dat de geneesheer verklaarde, dat jafirouw Meer-
Q&nn buiten gevaar was, bracht een tuinjongen een bouquet
kooltjes voor Grete; de naam van den gever mocht niet genoemd
horden. Om de twee dagen werd het bouquet vernieuwd en Grete
iloosde telkens als de bloemen werden gebracht, zoo diep, evenals
ook bloosde als zy dacht aan een paar donkere oogen.
hBepaald van Martens,# zeide juffrouw Meermann, toen zy meer
«langstelling voor hare omgeving begon te koesteren. «Ik prys
«f zeer in den jongen man, dat hij juist nu aan u denkt.#
Grete moest onwillekeurig glimlachen. //Waarom zouden die
bloemen juist van Martens zyn Kunnen wy.-nog niet een ande
ren kennis hebbeD, die zyn vriendschap op zoo kiesche manier wil
«wyzen
Het was een heldere Zondagmorgen. Grete had de vensters
Q do kamer hoog opengeschoven, opdat de herstellende het
klokgelui kon hooren. Deze Hg kalm terneer, en zag peinzend
naar hare vermagerde handen. Nog geen enkelen keer was de
naam van haar verloren zoon weer over hare lippen gekomen,
maar tegelyk met hare genezing begon een trek van zielsrust zich
over haar verouderd gelaat te verspreiden. De dochter had gezorgd,
dat het er helder in het vertrek uitzag; het ruikertje viooltjes had
zy op het kleine sofa-tafeltje geplaatst en zy wilde juist met het
oog op de voorbereiding van het eenvoudige middagmaal uitgaan,
toen de buitendeur, die niet gesloten was, werd geopend en bijna
op hetzelfde oogenblik op de kamerdeur werd getikt.
//Binnen.#
z/Goedenmorgen juffrouw Grete
z/Mynheer Röver....#
Hy was het en toch geheel veranderd; een beteekenisvolle glim
lach speelde om zyne lippen, en het geluk straalde hem de oogen
uit. Hy snelde op het blozende meisje toe en greep hare beide
banden.
z/Gy hebt een nieuw en een gelukkig mensch van my gemaakt
Grete. De uitslag maakt my evenwel overmoedig. Myn geluk is
nog niet volkomen, zoodat ik kom halen wat er aan ontbreekt.#
Grete bleef bet stilzwijgen bewaren. Zij durfde de oogen niet*
opslaan, en zy, die anders zoo vastberaden was, beefde van ver
legenheid.
z/Jaren geleden,# ging hij voort, en zag de viooltjes op tafel
staan, «droomde ik van een mooie betrekking ver van bier, en
als ik die zou hebben gevonden, dan wilde ik terugkeeren naar
een geliefd meisje en haar verzoeken myn geluk te deelen, en
dit tot volmaaktheid te brengen. Het eerste deel van myne wen-
schen ia vervuld. Ik heb voor myn betrekking by de politie be
dankt en door bemiddeling van myn vroegeren patroon in
een groote zeestad eene betrekking gevonden, die mijn grootste
verwachtingen overtreft. Ea na kan ik niet anders dan trachten
ook het tweede gedeelte van myn programma tot werkelijkheid
te makea. Grete, slechts u heb ik lief gehad. Wilt gy met my
gaan Wilt gy myne vrouw worden
Zij was zeer bleek geworden. «Ik ben het niet waard# sta
melde zij.
«Grete, hebt ge my lief?#
«Na de beleedigingen en hoon, die gy van my hebt moeten
ondervinden en nu dat wij arm zyn, met schande bedekt,
terwijl al onze vroegere kennissen en vrienden zich van ons
wenden
«Hebt gy my lief Grete?#
Nu wierp zy zich met den blos der liefde op de wangen in
zijn armen en verborg haar gelaat aan zyn borst. «O gy beste;
edelste der menschen neem my met u. Voor u heb ik geen
wil, geen trots meer 2 Ik volg n, waarheen gy wilt.#
Het gaat Anton Röver zeer goed in zyn nienw vaderland.
De jaren, welke hy doorbracht in dienst van de politie, hebbes
hem geleerd, hoe hy met menschen moest omgaan, waardoor hy
van zyn kennis op de juiste manier weet gebrnik te maken.
Door zyn arbeid stygt hy steeds hooger, tot vreugde en trots van
zyne oude moeder, die nu eindelijk weer het geluk heeft terug
gevonden, Jafirouw Meermann, die zeer stil en zaohtmoedig is
gewordeD, woont by hem in. Zy spreekt weinig meer over recht
schapenheid en plichtsbetrachting en nooit komt de naam van
haar zoon over hare lippen. Wanneer echter wordt gemeld, dat
een schip uit verre gewesten de haven is binnengevallen dan
strompelt zy leunende op haar stokje naar het havenhoofd, om de
passagiers en bemanning goed op te nemen Zy zegt het wel niet
maar diep in het hart sluimert de heop dat de verloren zoon op
zekeren dag beronwvol en door tegenspoed gelouterd in hare armes
zal terugkeeren.
Grete is eene gelukkige vrouw en eene gelukkige moeder. Al*
iemand zich vol bewondering uitlaat over haar eerstgeboren
dan strjjkt zy het kind liefkozend over het donkere haar en zegt
met grooten trots«Ja, ja hy heeft de oogen van zyn vader#
Die oogen heeft zy leeren liefhebben
EINDE.