POLITIEK 0VEE2I0HT.
den, waarop terstond door een geneesheer
hnlp werd verleend. Het meisje is er
nog vrij goed afgekomen.
De feesten, te geven bij ge-
legenheid der onthulling van het stand
beeld van Jan Pieterszoon Coen te Hoorn,
en waa van de plechtigheid heden heeft
plaats gehad, zyn Zondagavond in „het
Park" geopend met eene goed geslaagde
opvoeriDg van het stuk van mr. J. van
Lennep: „De stichting van Batavia".
De feestelijkheden, uitgaande van
eenige stedelijke vereenigingen, zijn
goed ge&laagd. De geschiedenis onzer
nederzetting in Oost-In die is door eea
groot aantal tableaux-vivants herdacht.
De stad toont hare feestvreugde door
een tooi van vlaggen.
Maandagochtend hebben zes oorlogs
schepen voor Hoorn het anker laten
vallen, waarvan twee kanonseerbooten
ia de haven, de Monitordrie overige
oorlogs odems en zeil vaartuigen op de
reede liggen.
Te Randwijk i s b y h e t b e-
werken van een stuk grond een zilve
ren muntstuk gevonden ter grootte van
eenen gulden, met sterk verbrokkelden
rand. De eece zijde vertoont een bijna
onherkenbaar vrouwenbeeld met opge
heven rechterarm, waaria een zwaard
Daar omheen het randschrift „Corcor-
dia res parvae crescunt." De keerzijde
draagt blijkbaar het stadswapen van
Nymegen en een gedeeltelijk onleesbaar
randschrift, waarin o. m. het woord
„Novi" Eea leesbaar jaartal is niet
te vinden.
leen en zoo weet men niet hoe het ge
komen is, dat hij door de in volle
werking zijnde machine werd opgeno
men. Toen zy op het geroep der on
gelukkige werd gestopt, was hy inwen
dig zoo gekwetst, dat hij eenige oogen-
bllkken later overleed. De joage man
was gehuwd. Intusechea blijft de weduwe
niet onverzorgd achter, want het per
soneel der fabriek is door de firma ver
zekerd.
By Winschoten is op den
spoorweg het lijk gevonden van een
vreemd man, tusschea de 60 en 70 jaar.
Bij onderzoek door dr. Tresliag en van
Olm bleek, dat zes achterribben waren
gebroken. Mea veronderstelt, dat hij
door dea taatsten trein is aangereden
daarna over het hoofd In de grint
geslagen, omdat daar zijn klompen
stonden waarvan één gebarsten was.
De socialist Bil, in hetNoor-
den zijnde, antwoordde op een vraag
der marechaussée naar zyn beEoep„Ik
ben reiziger in oproer
Als eene bizonderheid op
het gebied van wielrijdea diene, dat
Zondag een ingezetene van Lit op een
safety naar Den Bosch is gereden (af
stand 4% uur gaans), waarop tegelijker
tijd zijn zoontje van twee jaar zich be
vond, n.l. voor op de „rusten," met de
handen aan het stuur. Onderweg moest
de vader (veehouder) naar zijn vee gaan
zien, en daartoe de Maas bij Alem
overzwemmen j daar zoontje ook de
koetjes moest zien, nam papa hem op
den rug en zwom met den 2jarigen
jongeheer de Maas over.
Voorwaar 1 dat belooft een onver
schrokken sportsman te wordendie
kleine
Een felle brand v ernield
Zaterdagnamiddag het kasteel van Blaert
hum, op ongeveer 45 minuten afstand
van Eindhovea geleges. De vlammen
namen zoo snel in omvang toe, dat aan
blusschen niet te denken viel. Niets
dan de zware muren bleven van het
zeer fraaie kasteel, dat uit de 15e eeuw
dagteekent, over. Een antieke deur en
een kunstig bewerkt bordes heeft men
uit de b andende massa kunnen redden,
Het kasteel was de laatste 6 jaren on
bewoond, men denkt dat het ongeval
ontstaan is door onvoorzichtigheid van
werkvolk, dat eenige herstellingen had
te verrichten. De gebouwen waren voor
f 11.000 verzekerd. Het kasteel was
vroeger de residentie der jonkers Van
Eijk heeren tot Blarthom-Zeeld en Veld
hovenvolgens het grafschrift cp een
graf was jonkec Rudolf van Eijk iu
1580 overleden. Ia latere jaren waren
de baronnen van Delmermol te Brussel
de bezitters dezer heerlijkheid, van wie
het door erving in eigendom overging
aan de tegenwoordige eigenaars, de fa
milie Veiduijaen nabij Luik woonachtig.
In het begin dezer eeuw werd het
kasteel nog gedeeltelijk vernieuwd.
Zaterdagnamiddag brak i
het dorp Zuilichem een hevige brand
uit, tengevolge waarvan een achttal wo
ningen vernield werden. Wat van
inboedels werd gered, is meestal erg
beschadigd.
Een treurig ongeluk ha
Zaterdagmiddag plaats in de margarine
fabriek van de heeren Hendriks, Bron
gers en Bos te Groningen. De machi
nist W. C. Korver, een uitstekend
werkman, was in de machinekamer al-
WEDSTRIJflEH.
De jaarlyksche wielerwedstrijd tusschen
Bordeaux en Parijs is gewonnen door
Cottereau, die om 10 u. 4 min. 52% sec,
Parijs aankwam. De tweede aange
komene was Stephaahij was slechts
de lengte ,van het rij wiel by Cottereau
ten achteren. Cottereau was uitgeput,
men moest hem dragen. Stephan scheen
in goeden staat te verkeerea. Een dicht
opeen gepakte menigte wachtte; de
wielrijders op. Slechts met moeite kon
den zij dcia eindpaal bereiken. Te Ram-
bouillet hebben naar men zegt, de
.trainers" van Stephan, Cottereau wil
len beletten door te rijden. Stephan
heeft geweigerd den tweeden prijs aan
te nemen. Hadden zijne //trainers" hem
niet tot aan den eindpaal vergezeld, dan
zou hij het eerst aangekomen zijn, be
weerde hij.
Dubois had bij het vertrek van Bor
deaux een wonde bekomen; ten gevolge
daarvan moest hij te Barbezieux den
strijd opgeven.
Het vorige jaar kwam de wianer
juist 27 m. eerder aan dan nu, doch
Cottereau had bij het vertrek van Bor
deaux het ongeluk te vallen, toen hij
ecu hond van zich moest afhouden.
RECHTSZAKEN
Voor den Hoogen Raad werdMaan-
ig behandeld het berGep in cassatie
van tien personen, die wegens ongere
geldheden te Frsneker werden veroor
deeld door de rechtbank te Leeuwarden
tot één jaar gevangenisstraf, welke door
het Hoi aldaar tot zes maanden werd
verminderd. Mr. Bkckm&nn uit Leeu
warder ontwikkelde twee cassatie midde
len hoofdzakelijk gericht tegen de mofii-
veering in het beklaagde arrest. Hij
lichtte die middelen uitvoering toe om
dat, zooals hij aan het slot van zijn be
toog zeide, het hier geldt personen die
zich fatsoenlijk gedragen en véór dezen
nog geen gevangeoiss raf ondergiagen
terwijl voor sommigen een gevangen
zetting nog bizoadere uadeelea zou ten
gevolge hebben. Op groad hiervan ver
beidt pleiter met angst en bezorgdheid
de beslissing in deze.
Conclusie O. M, 12 Juni.
Het O. M. bij da rechtbank te
's-Gr a ven hag e eisebte Mian dag tegen
de beide wiakeljuffrouweu L. P. G. M.
en A. N., die in het zijde-magAzyn op
de Plaats aldaar, waar zij werkzaam
waren, diefstal van zijde, fluweel en
kant, ter waarde vaa ca. f 6 jo, hebben
gepleegd, resp. eene gevangenisstraf van
ij£ j*&r en 6 maanden.
Uitspraak over 8 dagen.
Letteen m langt.
Binnenkort zal het achtste deel der
nagelaten werken van Victor Hugo het
licht zien. Tot dusver verschenen
Dien, L* fia de Satan, Toute la lyre,
Choses vues" en „Le théltrs ea iibené.*
De nieuwe bundei droeg geen naam. De
letterkundige boedelbercdderaars achten
het ongepast een naam te maken en
noemden het daarom „Toute la lyre II".
Ia portefeuille bevinden zich nu nog
een wijsgecrig werk: „Essai d'explica-
tion", twee of drie deelen brieven ea
een bundel allerlei, proza en poëzie, dat
den naam draagt van „Océan".
Trots de schitterende hoedanigheden,
die elk nieuw werk «au het licht brengt,
begint de belangstelling in Fraakryk
voor den grootea dichter af te nemen,
Men is verzadigd van zijn verzen: „la
plupart alment mieux se souvenir de
1'a voir lu," zegt de „Figaro".
Die verflauwende belangstelling in den
dichter blijkt ook uit het lot dat zyn
stofielijk overschot te beurt valt. Het
lijk van Victor Hugo staat nog altijd
daar waar men het dea dag der groot-
sche begrafenis „tijdelijk" heeft neerge
zet. Het wacht nog altijd op een rust
plaats Hugo waardig. Noch daarvoor,
noch voor een standbeeld schijnt het
geld te vinden te zijn.
KOLONIËN-
Over den toestand op Lombok schryft
men aan de' „Soer. Cc.
Het gerucht loopt, dat in den laat
ste» tijd de Sassaks niet voorspoedig
bleken eu ze in een paar ontmoetingen
bepaald aan de verliezende band wa
ren. O/er het algemeen wordt geloofd,
dat de Balineezen langzamerhand het
verloren terrein herw.naen, en zoo
gaandeweg het geheele eiland wel we
der in hunne macht krijgen zullen, ten
zij inderdaad eindelijk het goeverne
ment tusschenbeide komen mocht. Want
de Sassaks zijn arm eu kunnen het nkt
laag volhouden tegen den rijken Bali-
neeschea potentaat, die middels om-
koopu g op groote schaal tal vau aan
vankelijk Smakhoofden weder op zijne
hand heeft weten te krijgen. Verder
verneem ik, dat de Sassaks hulp heb
ben trachten te vinden bij den Radja
van Sumbawa, die geantwoord hebben
moet, daartoe bereid te zijn, mits zij
zyn suzereiniteit aannemen en erkennen.
De Sassaks schijnen toen evenwel te
hebben ingezien, dat dit huu niet ver
der brengen zou. Ia plaats van door
dea Balineesches kater door de Sum-
bawa-kat te worden gebeten, die winst
is hun wel wat heel magar, indien het
dan al een winst zou mogen heeten.
En bovendien hebben ze dan het goe-
vernemeat van N.-I. geheel tegen zich.
De Sassaks zullen das voorloopig wel
trachten op eigen beenen de affaire te
biljoen voortzetten. Maar op den auur
zullen zij het moeten afleggen.
Kort nadat de tnchtiglng had
plaats gehad, waarvan uitvoerig mede-
deeliog is gedaan in de „Javasche Ct."
van 14 Februari jl., bleek dat daardoor
de rust en de orde op de Aroe-eitaadeu
nog niet duurzaam verzekerd waren.
Bij telegram van 27 Februari berichtte
de resident van Amboina n. 1. dat van
de getuchtigde kampongs het verzet
Noordwaarts zich had verplaatst, dat
de kampongs Warlalaoe eu Koeloer het
ons goedgezinde Sasgaroeni hadden af-
geioopeu en dat Oedjir ea Wasir (ten
Noorden van Dobo) bedreigd werden.
Toen de resident, wien naar aanlei
ding vaa evsnbedoeide berichten ander
maal de beschikking over Hr. Ms. stoom
boot „Java" was gegeven, den 2in
Maart voor Dobo aaakwam, veraam
hij van den posthouder dat de bevol-
kieg der Watoeleigroep het hoofd reeds
in den schoot had gelegd en ten be-
wyze daarvan Waiaaka, het 2e hoofd
van dea opstand, Marwai, den vertegen
woordiger van den geestdrijver Toel-
foeloen te Watoelei, en Bairoki, den
aanvoerder van de hongivloot bij den
aanval op Dobo, aan het bestuur had
den uitgeleverd. Boveediea waren reeds
van den achter wal teruggebracht de we
duwe van een der vermoorde Chioeezen
ea twee Chiueesc'ae jongens, terwijl aau
de betrokken hoofden ecu ultimatum
van 15 dagen was gesteld om hunne
belofte tot uitlevering van Toelfoeloea,
hoofd van den opstand, na te komen.
Den 23a vertrok de „Java" met den
resident aan boord naar den achterwal
ee liet den 24a het anker vallen voor
Meriri, welke negorij de vorige maal
eene mia of meer dubbelzinnige hou- j
ding had aaagenomen. De bewoners
heschen onmiddellijk de Nederiaadache
vlag ea kwamen mededeelea dat de
hoofden naar Dobo vestrokken warea
om Todfoeloen, dien me» gearresteerd
had, derwaarts over te brengen.
Nog dienzelfdea dag te Dobo terug
gekeerd, vernam de resident dat den
voiigen dag 43 prauwen van den ach-
terwal met de hoofden der verschillende
negorijen waren aangekomen en dat zij
den beruchten Toeiloeloeis inderdaad ia
staat van gevangenschap hadden mede
gebracht.
Den 2Ósiea verschenen al de te
Dobo gekomen hoofden voor den resi
dent, vroegen vergiffenis ea boden
hunne onderwerping aar?, welke werd
aangenomen onder voorwaarde dat alle
geroofde goederen teruggebracht ea
voor het verloreu geraakte schadeloos
stelling gegeven zou worden. Slechts
eenige hoofden die een zeer werkdadig
aandeel ia den opstand genomen had
den en van wie dan ook enkelen uit
vrees niet waren verschenen, moesten
van deze amnestie worden uitgesloten.
Tegelijk met Toelfoeloen werden door
de bewoners van Krei nog uitgeleverd
zes aan den moord ontkomen Makas-
saarsche vrouwen en een jocgeiisg, ter
wijl aanstonds een aauvaag w«id ge
maakt met de teruggave der geroofde
goederen.
De bij den hoogerbedoelden overval
van Sangaroeni, waaraaa iaiusschen niet
Wariaidoe, doch de kampongs Koenfane
en Koeior schuldig bleken te zijn, kiijgs-
gemaakfce personen 75 in getal
waren mede reeds in vrijheid gesteld,
de geroofde goederen reeds voor eea
deel teruggeven en de meest schuldigen
reeds in hechtenis genomes.
Volgens mededeeling van den resident
kunnen de rust en orde op de Aroe-
eil&nden thans geacht worden volkomen
hersteld te zijn.
Een van den goeverneur van Su
matra's Westkust ontvangen telegram,
gedagteekend 22 dezer, meldt het vol
gende
//Resident Bovenlanden seint: zware
regens in nacht van Dinsdag op Woens
dag veroorzaakten veel schade aaa we
gen, bruggen en sawahs in afdceling L
Kota's."
De excursie van drie booten der
„Sindoro" maar de kedei te Soengei
Ijoe,
te Medau de rondte doen, een waag
halzerij zija geweest, die zeer gemak
kelijk in een catastrophe had kannen
eindigen. „Drie ro isloepen, onder be
vel van een luitenant, varen, aldus le
zen we in de „Deli Ctr.," eerst door
een rivierversperring, geraken hooger
de rivier op in een vuurgevecht, steken
huizen in brand en denken zoo weinig
aan de verzekering van hun veiligen
terugtocht, dat zij de versperring totaal
vergeten, welke zij toch weer door
moeten, en welke de Atjehers dan ook
reeds bezig waren dicht te maken, toen
de sloepen de rivier afzakten. Hoog
stens nog een kwartier later, luidt het
verhaal, ware de passage onmogelijk
geweest, ea
sloepen bevindenden zeer waarschijnlijk I
niemand levend aan boord vaa de|
Sindoro" gekomen. D e zucht om zich I
tot eiken prijs te onderscheiden, kaal
niet vreemd zijn aan een dergelijke!
waaghalzerij en het is daarom niet 1
overbodig, dat de hoogere marine auto
riteiten zulks uitstapjes voortaan verbie.
dea. Niemand kan met zulk een wagen
eer inleggen, en laat de zucht om zich
te onderscheiden toch niemand patten
spelen. Waar aan moed en trouw niet!
getwijfeld wordt, daar komt soms ge. I
brek aaa beleid als 't hinkend paard
achteraan, en zonder de drie ei^
schappen vereenigd, is er aan de ver. I
vulling van de innigste weusch om de
M. W. te krygeo, toch niet t denkea.
Naar de orde te veriasgen is uitstekend I
maar er alles voor te wages, is de ma- f
nier om ze niet te krijgen."
In een hoofdartikel in het nummer I
29 April opgenomen, wordt door del
Deli Ct." ernstig op aangedrongen,
dat de Indische regeering" krachtige
maatregelen nemen om te zorgen, dat I
de Atjshers o&ze nederzitdogen op Su-f
matra's Oostkust niet veronrasten.
De resident vaa Menado seinde dea|
nn April aan de regeeriag:
„Politieke toestand naar wensch. I
Berg Lekom (by Kakaskassen, afdeeliog I
Menado) sedert eea paar wekea aaa
het rookenvaa tijd tot tijd eenige
lichte schokken van aardbeving. Be l
volking oabygelegen negoryen angstig,"
Door deu franschen Senaat is Maandag
het wetsontwerp betreffende de liqafdatie
vaa de Panama-maatschappij aaageno-
men en de wet op de petroleum-belas
ting geprorogeerd voor den tijd vaa
een maand.
Omtrent de aanstaande verkiezingen
voor den duitschen Ryksd&g wordi; het
volgende gemeld De s jclaal-democratea
hebben voor zooveel bekend is iu 316
districten candidates gesteld, de anti
semieten in 93, de liakerzyde onder
Richter's zijde ia 97, die onder Rickert
in 44, en de natioaaal-liberaien ia 117,
Het aantal candidature» van de con
servatieven is nog niet bekend. Het
centrum bepaalt zich hoofdzakelijk tot
verdediging zijner zetels em heeft zeer
weinig aan vals -caadidaturen gesteld.
Aan het hoofd v&u den officieelen
„Reichs-Anmiger" is Maandag tegen
gesproken, dat de Keizer, oaiaugs bij
de ontvangst van den servischen bui-
tengewonen gezant Pantelitscn, sich over
den staatsgreep ia Servie uitgelaten en
dien als een „schaeidiges Uateraehmen"
geroemd zou hebben. Het hierop be-
fetekking hebbende bericht uit Belgrado
is onwaarde Keizer sprak geen cukel
der hem in dea mond gelegde woordeo,
maar gaf slechts uitdrukking aan zijne
vriendschappelijke gevoelens jegens den
jongen K-jning vaa Servië.
Zoowel de stellige toon dezer logen
straffing als de spoed, welke daarmede
gemaakt is, toonen welken indruk dit
onware bericht uit Belgrado te Berlijn
moet volgens de betichten, welke gemaakt eeft. Trouwens, iu den tegen-
woordigea verkiezingsstrijd zou het allicht
op tendeaiieuse wijze kuanen worden
aangevoerd als eea bewijs der dicUto-
ruche neigingen van den Keizer.
De portugeesche minister van finan«
ciea heeft zich bereid verklaard, om
volgens den weasch vau de begrooticgs-
commissie, eene wyzigiag te brengen in
zijn vo «rstel tot belasting verhooging,
De limes meldt uit KaSro dat de
pers der Arabieren zich weder roert;
vooral het blad van Abdallah Nedim,
die tijdens Arabi's opstand verbannen
is, maar later gratie kreeg, vaart heftig
uit tegen de Europeanen. Riaz Pach*
zoude willen intervenieren, maar de
overige ministers blijken daarover niet
was er vaa de zich in deeensgezind.
der meisjes, die vermoeid en pynlyk werden door hunne onveran
derlijke houding en zich toch niet durfden bewegen, toen zy geen
enkel gerucht, geen enkel woord meer vernamen, kwam langza
merhand het denkbeeld by hen op, dat hy in Blaap moest zyn ge-
valleD. Hun vurige wensch was, dat zyn slaap zou duren tot den
morgen, die hun bevryding zou brengen een wensch, die naar
mate de uren voortkropen, meer en meer verwezenlijkt scheen te
worden. Ten laatste 0 hoe ontzettend lang was hun die fyd
gevallen 1 hoorden zy omstreeks zes uur tot hunne onuitspreke
lijke vreugde deuren opengaan en het geluid van verscheidene
voetstappen in de gang en tevens de stemmen van eenige personen,
die zacutjeB met elkaar praatten.
wHet zullen de oppassers zyn, die zyn spoor hebben gevonden,
zeide Peggy» en verbrak eene stilte van verscheidene uren. Haar
stem trilde als van iemand, die aan een doodsgevaar is ontsnapt.
z/Ik hoop maar, dat er velen zyn 1 hy zal stellig een wanhopi-
gen tegenstand bieden.
z/Ik zou hen wel gaarne willen roepen, zal ik het maar doen
O neen, doe het niet; hy zou zich op ons kunnen werpen, nog
voordat zy hem konden tegenhouden."
Zy luisterden opnieaw. De voetstappen hielden op voor de deur,
evenals zoo straks die van den krankzinnige. Gesmoorde uitroepen
en woorden, die de beide zusters niet konden verstaan, deden zich
hooreD, maar tot hunne groote verbazing hoorden zij geen stem,
die eenigszins geleek op die, welke te middernacht de stilte had
verbroken.
/,Hü laat zich blykbaar kalm door hen wegvoeren zonder eenigen
tegenBtand te bieden."
z/Zoudt gy het niet voor mogelyk houden, dat hy is weggeslo
pen, zonder dat wy hem gehoord hebben
#Neon, dat kan het geval niet zyn. Wat zyn dat toch voor rare
geluiden I Wat kannen zy daar toch met hem uitvoeren Zy moeten
bezig zijn hem weg te dragenEn hoe is het mogelyk, dat hg
geen enkel geluid doet hooren Zouden zy hem ook een pi op in
den mond hebben gestoken
z/Dat zou ik niet denken. Wat klinken die voetstappen zwaar.
Wy zyn nu goddank veilig. Wat een vreeselyke nacht, en wat
ben ik uitgeput!" vervolgde zij en liet zich weer op haarkussen
neervallen. Een paar uur later slaagde eene dienstbode er in,
vermoeid van het langdurige kloppen en duwen tegen de deur,
de uitgeputte gasten te doen ontwaken en hen te doen bewegen
op te staan, waarna de kist voor de deur werd weggesleept.
De dienstbode zag er bleek en ontsteld uit.
//Waarvoor hebt gy dat gedaan juffrouw?" vroeg zy met een
verwonderden blik op dit meubelstuk, dat zulk een zonderlinge
plaats had ingenomen.
Haar stem klonk zoo verwytend, dat de oudste miss Bell haastig
ten antwoord gaf, dat zy dit hadden gedaan omdat er geen slot
op de deur zat; het meisje scheen deze verklaring maar half te
voldoen, en zag hen, terwyl zij bezig waren zich te wasschen,
voortdurend met een niet zeer vriendelijksn blik aan. De familie
ontbeet ten negen uur, en daar de gasten wisten, dat de dokter
een toonbeeld van stiptheid was, maakten zy haastig hun toilet,
hoewel hunne vermoeidheid benevens het verlangen om over hun
avontuur van dien nacht te spreken, hen liever wat meer hadden
doen talmen. Aan den anderen kant kant zette de vurige wensch
om te kunnen mededeelea welke gevaren zy hadden doorstaan an
te vernemen hoe alles afgeloopen was, hen tot grooten spoed aan;
na neg een vluchtigen blik te hebben geworpen in de kamer,
waarin zy zooveel angst hadden uitgestaan, traden zy haaBtig de
ontbijtkamer binnen, nog voordat de laatste slag van de klok,
die negen uur vermeldde, door de koude lucht weergalmde. Het
vertrek was leeg, en ofschoon een oogenblik later de bediende,
die wat stiptheid betrof zyn meesters deugd had overgenomen, het
ontbyt binnenbracht en de waterketel reeds geruimen tyd had
stoomd, verliep er wel een kwartier alvorens de familie verscheen,
z/Zlj zullen toch niet allen in het gesticht zynl" zeide Caroline
zacht tot haar zuster.
//Mevrouw Brown en Lily hebben nooit iets met de verpleegden
uit te staan. Waar zullen zy op dit oogenblik zyn
De dames, over wie zy spraken kwamen op dat oogenblik de
kamer binnen, kort daarop gevolgd door den dokter. Maar was
het de dokter wel Was het de doktersvrouw Was het dezelfde
dochter des dokters van gisteren?
Hoewel de jongedames Bell met hunne gedachten steeds waren
by hun avontuur van dien Dacht en van verlangen brandden om
er over te spreken, moest het hun toch opvallen welke verandering
er met den gastheer en zyne familie had plaatsgevonden, nadat
zij hun den vorigen avond eea goeden nacht hadden gewenscht»
Wordt vervolgd.)