IN DEN TREIN.
Naar het engelseh
van
G. B. BURG IN.
HIk zou wel willen, dat ik iets wist
te doen," zeide de jonge Wentham
Wylde, terwyl hij mistroostig de trappen
van het //Grand Hotel," to Eastbourne
afliep. *Zal ik tennis gaan spelen? Neen,
dat wil ik niet spelen, dat vervelende
tennis! Gaan ryden? Neen! Zwemmen?
Ook niet Zal ik schulden gaan maken
Dat kost tijd ik zit er te goed in om
spoedig in verlegenheid te zitten. Zal ik
nog eens een boek over //Sonnetten uit
het Cingaleesch" schrijven Dat Cinga-
leesch verveelt mij alles verveelt my.
Daar heb je dien Paunceforth weer
met zyno eeuwige spotternijen. Ik zal
hem onlloopen en dan beslissen wat te
doen. Ik geloof waarlijk, dat een britsch
werkman meer genoegen in zijn leven
heeft dan ik. Gaarne zou ik wel eens
willen weten of het ook beter zou gaan
wanneer ik wat meer aan anderen en
wat minder aan mij zelf dacht Ik zou
het kunnen beproeven. Maar Paunceforth
is reeds dieht bij veel te dicht bij,
Ik zal hem ontloopen
Hij vluchtte. Tot i ijn schrik won
Paunceforth op hem. *1* kan dien kerel
vanmorgen niet uitstaan," zeide hij woest,
i/Ik zal de Bloemmarkt oversteken,
en zoo naar het station. Paunceforth
gaat als een speurhond langzaam maar
zeker vooruit. Hoe zou bij het vinden
om zoo achtervolgd te worden?"
De misanthropische Wylde strekte zyn
lange beenen flink uit, zoodat hy den
teleurgestelden Paunceforth verre achter
zich liet. Toen Wylde rijn vervolger
hijgende en blazende ver achter zich
zag, werd hy wat opgewekter. //Daa-uit
blykt nu de dwaasheid om uw eigen
meester te zijn", zeide hy. Alvorens
de oude Wen ham mij zijn geld naliet,
was ik een onboteekenendo attaché
te Konstantinopel, met slechts een paar
honderd pond sterling inkomen, maar
ik had toen veel genoegen in mijn leven.
Ik zou willen nu weer aan den Bos-
phorus te zijn, een narghile rookende
met den ouden leugenaar Said Pacha.
Wat 66n verwonderlijke, kranige leu
genaar was hyDrommels daar is
Paunceforth weer."
Hij snelde het station binnen, nam
haastig een kaartje naar Londen en
sprong in een derde klasse wagen, terwijl
de trein zich reeds in beweging zeite.
ffNu kan ik een kalmen morgen hebben"
zeide hy toen hy in den trein zat on
zag met genoegen hoe Paunceforth ver-
geefsche pogingen aanwendde om door
het hek te komen.
z/Ik hoop maar, dat een zijner bloed
vaten springt", en Wylde zette zich neer
op de harde bank, tevreden by het be>
wustzijn, dat hy nu wist wat hij met
zyn dag zou doen.
Een zacht, welluidend, vroolyk lachen
deed zich van den anderen kant der
coupé hooren.
z/Hij is zeker een gerechtsdienaar",
zeide eeoe zeer lieve stem, met een weinig
argwaan in den toon.
z/W-wat?" Wylde sloeg bijna met zyn
elleboog door het raampje.
//O, neem my niet kwalijk, Ik meende
alleen te zijn".
z/Wel dat zyt gij niet", gaf de stem
eene vrouwestem bedaard ten
antwoord. //Gij kwaamt hier zoo haastig
binnenvliegen, dat gij geen tyd hadt
om rondom u tra kyken, Zai by niet
naar Londen telegrafeeren en n daar
laten aanhouden Gy hebt toch niemand
vermoord
„Waarom vraagt gij dat?" vroeg
Wylde, met een dankbaar gevoel jegens
Paunceforth. „Zie ik er als een moorde
naar uit? Ziet u bloed aan mijne
handen
z/Dat juist niet," zeide zy kalm. //Als
gij uit het westen kwaamt zoudt gij dat
niet vragen."
//Schijn bedriegt echter, zooals gij
weet. Veronderstel eens, dat gij aan den
noodrem trekt, den trein doet stilhouden
en my aan de politie overlevert. Zyt gij
niet bevreesd om hier alleen met my
zyn
z/Niet meer, dan gij bevreesd zyt met
mij alleen te zyn. Ala ik in Engeland
een coupé binnenga, en er is een jonge
man in, dan gaat hy weg zoodra hy
ij ziet, alsof hij door den duivel ach»
tervolgd werd. In Grand Forks was het
geheel anders."
//Zoo was het daar anders? Noem mij
niet kwalijk, maar waart gy dan te
Grand Forks zeer gezien
Er schitterde iets in de blauwe oogen
van de jonge vreemdelinge. //Ik denk,
dat het zoo was," zeide zij
Het gesprek haperde. Wylde besta»
deeide met innerlyk welbehagen de
kussens van de coupé. De aanwezigheid
van deze westersche wilde bloem was
hem aangenaam. Zy moest wel een flink
meisje om op die wyze een vreemie
toe te spreken. Een engelseh meisje zou
in zwyrn gevallen zy/a of den conduc
teur hebban geroepen, terwyl dit meisje
bykbaar genoegen schepte in den toe
stand.
«Ik had geen tyd om in een eerste
klas coupé te gaan" zeide zy. ,/Ik was
vry laat, hoewel ik door niemand werd
tchtervolgd."
z/Het doet my genoegen, dat ik zoo
veel haast moest maken", zeide hy. //Ik
wist niet wat met myn morgen uit te
voeroD,"
Weer sloeg hy haar gelaat gade. Hij
had gemeend dat stormen, orkanen en
dergelijke de huid bruin kiemen, en aie
op het iaa st aan leder gelijk doet zyo
haar gelaat evenwel geleek in zachtheid
op een perzik. Zy was wel kleiu, maar
;af toch een indruk van flinkheid. De
kleur barer oogen deed aan vergeet mij
nietjes denken. Zy was gehuld in een
japon, die haar uitstekend kleedde
kracht en vastberadenheid, door vrouwe
lijke zachtheid getemperd, spraken uit
hare trekken.
Over het algemeen had zij een zeer
goed uiterlijk. Zy sprak eenigazins in
een dialect, maar* Wylde was afkeerig
van een gemaakte uitspraak. Het was
heerlijk om een meisje te ontmoeten, dat
blykbaar wist hoe zy voor zich zelve
moest zorgen. In haar geboorteland moest
zy in een woord verrukkelijk zijn. Zy
had de ruimte noodig; zulk eene natuur
kon zich in de enge atmosfeer van Enge
land niet thuis gevoelen.
Ik denk dat ik ook naar Amerika
ga," zeide hy zijn gedachtenloop vol-
,/Zoo. Ik ga ook weer terug. Ik wilde
Engelaad zien maar ik geloof dat ik er
nu genoeg van heb Het is hier oud,
dat is alleB wat men er van kan zeg
gen; ik houd niet van dat stof op alles."
z/Maar onze merkwaardigheden en in
stellingen?" vroeg hy.
//Zij kunnen wel mooi zyn voor de
genen, die er aao gewend zyn, ik zou er
bang voor wezen."
z/Bang, waarvoor
z/Om ook met stof te worden bedekt."
Hy begon te lachen.
«Ik zou voor geen geld in Westmin
ster Abby begraven willen worden," zeide
zy. „Daar komt nooit zonneschyn."
//Gij zoudt die daar met u brengen."
HAAKLEMMEU HALLETJES.
len Zaterdagavondpraatje.
CLXVII.
Onze nieuwe burgemeester heeft zich
blykbaar tot stelregel gekozen, alles met
eigen oogen te willen zien. Een uitste'
kende stelregelHoeveel onjuistheden
zouden niet verzwegen blijven, hoevele
onbekooktheden niet aan de goê gemeente
worden bespaard, wanneer ieder zich
door eigen waarneming op de hoogte
stelde van wat hy voor de richtige
uitoefening van zyn ambt of bedrijf noo
dig heeft te weten I
Jhr. Mr. Boreel dan heeft in de laatste
weken onder geleide vao onzen gemeente
architect, den heer Jacs. Leyh, al de
gemeente-gebouwen bezocht, ja zelfs naar
ik my heb laten vertellen, die onder
zoekingstochten uitgestrekt tot aan de
aan de gemeente toebehoorende boerderij
//het Torentje" aan de Kleverlaan. Vry
dagmiddag gaf Z.E.A. aan den heer Leijh
den wensch te bennen, den toren van
de Groote Kerk eens te beklimmen en
dienzelfden middag is dat dan ook ge
beurd. Heb ik wel gezien (en myne nek
spieren doen nog pyn van het naar bo
ven turen) dan zyn de burgemeester en
de architect zoover gegaan als maar
eenigszins mogelyk was. Misschien is
het mynen lezers bekend, dat Jhr. Bo
reel liefhebber is van sport en derhalve
ook een goed klimmer moet zyn.
Wie weet niet, dat men van den bo
vensten omloop van den toren een prach
tig gezicht heeft over Haarlem, over de
Hij trok zich nu terug.
,/Doet gy aan dichten zeide zy lach
ende. //Wat gij daar zegt is zoo poëtisch.
Laat my er dan dadelyk wat van
hooren, of anders laat ik u nog voor wy
in Londen zyn baboeten."
z/Ik kan het niet per meter weven,
als een zydeworm zijn xyde," zeide hy
zoo indrukwekkend mogelyk. Dat meisje
spotte met alles zelfs met poëzie -
zijn poëzie, ofschoon zy er nog nooit een
proeije van had gehoord,
z/De dichter moet ©enigszins voorbe*
reid zyn. Hij kan maar niet zooiets voor
den vuist maken."
z/Dat is best mogelyk hier in Enge
land," «eide zy, //maar niet in het Wes
ten. Wy hebben geen Tennyson ofSwi-
neburne, maar onze dichters zyn mannen
van gevoel en geestdrift. Van Wbitcombe
Riley kan ik weinig lezen, dat my niet
de tranen in de oogen doet opwellen.
Zelfs de meer humoristische dichters
doen ons schreien zonder dat zij het be
doelen. Lees Bardets //Since she went
home," eens. Dat is poëzie
„Ik heb nooit van hem gehoord," zei
de Wylde.
z/Dat is ongelukkig voor u."
Het griefde hsm zeer, dat zij voorgaf
poëzie te bewonderen, die hij niet kende.
//Mijne Bonnetten uit het Cingaleesch
zouden u onverschillig zyn," merkte hij
verstoord op.
z/By ons in het westen geven wy niet
veel om sonnetten. Er zyn er veel te
veel", zeide zy op komischen toon.
Hy wilde boos zyn, maar zy zag er
r,oo allerbekoorlijkst uit, dat hy het niet
over zya hart k©a verkrygen om on
vriendelijk jegens haar te zijn. //Wat
deed het er toe Het was voor hem
aangenaam iemand te ontmoeten, die niet
bang was om te schertsen zelfs ten
zyncn koste. By vond het gelukkig dat
zy niét een meisje was, dat eene bemer
king over het weer uitte en het verdere
gedeelte van de reis doorbracht met eene
verklaring te zoeken voor den psycholo-
giechen aandrang, die er haar toe had
gedreven deze woorden te zeggen.
Zy spraken zeer gezellig met elkaar
toen de trein Londen naderde. Plotseling
deed zich een schok gevoelen en een ge
rinkel hooren, en hij had nog juist den
tyd om haar op den bodem van de coupé
te werpen toen het was alsof hij door
eene aardbeving werd verzwolgen
stukken glas drongen in zya gelaat en
met een hevigen slag bonsde hij tegen
den bant van het portier.
Toen Wylde zyn bewustzyn herkreeg,
bevond hy zich in het gasthuis van
Charing Cross. //Gij behoeft u over niets
ongerust te maken", zeiden de doktoren.
Hy behoefde zich dan ook over niets on
gerust te maken, behalve over een ge
broken arm, en eenige stukjes glas van
het portier, die zich nog in zyn lichaam
bevonden, maar waarvoor de spoorweg
maaUchappy hem niets in rekening zou
breDgen omdat hy ze met zich had ge
nomen.
Was het spoorwegongeluk in een
roman voorgevallen dan zou natuurlijk
de onbekende schoone naast zyn bed
hebben gezeten toen hy weer tot het
bewustzyn kwam. Zy zou zyn droge
lippen bevochtigd hebben, hs.ee armen
om zijn nek geslagen, de glassplinters
verwyderd hebben om daarna met hem
te huwen. Zy was echter nergens te zien.
Wylde was ai van oordeel dat zy
tenminste wei haar kaartje voor hem
had kannen achterlaten. Hy wilde niet
haar redder worden genoemd, want hij
veronderstelde, dat te Grand Forks zulke
kleine ongevallen te onbeteekenend
zouden zyn om er melding van te maken.
Toch was hy bly haar op den grond te
hebben geworpen en zoo voor de splinters
glas te hebben gevry waard. Hoe vreese-
iyk om haar gelaat misvormd of hare
vergeet-my niet oogen voor altijd geslo
ten te zien!
Een maand daarna was de toestand
van Wylde tzmclyk bevredigend of
schoon hy zijn arm in een doek moest
houden. Kleine stukjes glas kwelden
h8m tot ia het diepst van den nacht.
Het was steeds eene belangryke kwestie
voor hem wanneer er weer een splinter
glas te voorschijn zou komen. Somtijds
kwam er eon stukje uit zyn rug te
voorschyn, na ham danig te hebben ge
kweld in de stilte van den nacht bracht
de kuit van zyn rechterbeen wel eens
zulk een stukje te voorschyn, of werd
hij als eene verrassing voor het ontbijt
bevrijd van een glassplinter, die zich by
zijn enkel in zyn been had genesteld.
Kortom hy kwam tot de gevolgtrekking
dat proefmonsters van de verschillende
ruiten der coupé zich in zijn lichaam
hadden verscholen, om na hem langdu
rig te hebben gekweld een voor een te
voorschijn te treden.
Na de verschijning van den laatsten
splinter begaf hy zich weer naar East
bourne. Het' was een droevige reis, en
met leedwezen bedacht hy, hoe ongelukkig
zijn laatste rit naar Londen was verkort.
Den onvermoeiden Paunceforth ont
moette hij aan het station, //Gy weet
niet, wat gij gemist hebt," zeide deze,
z/door niet t8 wachten, toen ik u op dien
morgen naliep; ik had u willen voor
stellen aan eene amerikaacsche erfgena
me, die uwe gedichten bewonderde, maar
zij vertrok denzelfden dag."
z/Ik heb genoeg van die amerikaansehe
erfgenamen. Zy mogen mooi en geestig
zyn maar zy hebben geen hart."
Paunceforth zag my verbaapd aan.
„Hart, myn waarde vrieod. Waarvan
spreekt gy Wie verlangt tegenwoor
dig hart Dat glas heeft uw zenuwgestel
te sterk aangedaan. Natuurlijk is het
bezit van een hart in dit moderne Ba
byion te lastig. Huwen uit liefde is,
zooais gy weet, een dwaasheid nit den ty d
vóór Adam. Arme Engeleehen huwen
met rijke Amerikaanschen. Voor ons
dan het geld voor haar positie en
beschaving. Wat verlangt gij nog meer.
Sommige meuschen zyn nooit tevreden. Gij
zyt echter ryk, en moogt zoo gy wilt uw
hart laten spreken. Onthoud echter wat
ik u zeg het geeft niets dan last,
grooten last I"
Wylde stond op //Hoor eens Paunce
forth, ik ban zulk een taal niet uitstaan.
De mesischen in de wereld hebben meer,
hart, dan gij en degenen, die gy ver
tegenwoordigt, moenen. Als het niet zoo
als het behoorde te zijn, dan zyt
gijlieden er verantwoordelijk voor. Ik
ben zoo afkeerig van geld, dat ik op
mijn woord half en half er toe verleid
word om weer als engelseh werkman te
beginnen, en myn dagelijksch brood te
verdienen-
„Doe dat waarde vriend; gy zult dan
waarschijnlijk wel evenveel vryen tyd
nemen als nu," zeide Paancefortb.
z/Ik kan het in ieder geval eens be
proeven. Kom my vanavond halen, want
dan ga ik met u naar het bal van me
vrouw PastneyeCooke, om voor de
laatste maal eer te bewijzen aan de ver
maken en y Jelheid dezer booze wereld."
Paunceforth begreep wel, dat het
nutteloos was, om met zyn vriend te
redetwisten, zoodat hij hem alleen liet.
Wylde was dien avond veel beter ge
stemd, maar het plan om werkman te
worden, was niet zwakker by hem ge
worden. Hy sprak er nog over met
Paunceforth toen zy de balzaal binnen
traden.
duinen, over de zee by Zandvoort Maar
vooral over Haarlem, onze goede stad 1
Is het niet juist een plaats voor den
burgemeester, om van zijn hooge stand
plaats af, alles in Haarlem te overzien
Zie, burgemeester, ik stond op e
Groote Markt( terwijl U daar met een
kijker gewapend, het oog liet gaan over
de stad, waarover u het bestuur in han
den is gegeven. Ook maatschappelijk
gesproken staat u, burgemeester van
Haarlem, veel hooger dan ik! Maar
toch mag ik my veroorloven uw
goeden kyker eens op een en ander te
richten Ik ben overtuigd, dat n ook
wel gehoor zult willen geven aan dat
gene, wat van beneden af tot u komt.
Welnu danRicht uw oog naar het
Schoterkwartier. Daar is een stadswyk,
die nog naar alle kanten kan worden
uitgebreid. En toeh ze ia niet vol
gebouwd in onze zich zoo uitbreidende
stad, ze staat stil. Van den toren af is
het niet zichtbaar, dat er tal van huizen
leeg staan.
Vanwaar dat komt U weet het wel.
Het komt omdat de communicatie met
het centrum der stad verbroken is door
de barrières van de overwegen, die
steeds langer gesloten blijven voor den
stroom van voorbijgangers, omdat het
spoorwegverkeer steeds toeneemt. Voor
waar, een schoone taak, burgemeester,
om die verbinding te herstellen en aldus
aan Haarlem nieuwe gelegenheid tot
uitbreiding te geven.
Mag ik nu uwen kyker eens op de
Zylstraat richten? Daar vlak in uwe
nabijheid is een gebouw, dat allerminst
aan redelijke eischen voldoet. Het is het
politiebureau. Ik zal er niet veel van
zeggen, niet anders dan dat het een mo
del is Yan een politiebureau, zooals het
niet moet zyn. De ruimte is veel to
klein, er is geen wachtkamer waar men
geen politie-ambtenaren vindt, die daar
z/nothgedruogen" zitten te wachten of te
schry ven. De kamer van de inspecteurs
is de meest natuurlijke voorstelling van
dat welbekende hok, waar zooveel makke
schapen ingaan. Och, burgemeester, een
flink gebouw voor de politie ia waarlyk
niet te veel gevraagd voor ambtenaren,
die in weer en wind, by storm en on
tyd hun dienst moeten doen en by hun
terugkeer in het bureau vinden een hok,
vervuld van een benauwde atmosfeer.
Nu we toch aan gebouwen bezig zyn,
mag ik nu uwen kyker nogeens richten op
dat aardige torentje, dat zoo bevallig op
duikt tusschen het groen U herkent het
al, het is het Stads-Armen- en Ziekeohuis.
Zonder twyfel heeft u dat gebouw bekeken,
en stellig niet alleen van buiten, maar
ook van binnen. Ik behoef u dus niet
meer te vragen, wat u denkt over
dat gebouw. U, die bij eigen aanschou-
wing, door zelf-waarneming met onze
gemeentegebouwen kennis heeft gemaakt,
u zal het niet ontgaan kunnen zyn, hoe
noodig het is, dat die inrichting ver-
dwyne en dat de talrijke kioderen die
het bewonen (en dan niet meer in com
pagnie met de oude mannen en vrouwen)
worden verpleegd in een gezond, goed
ingericht huis, waar ook de omgeving
medewerkt om die ongelukkige stumpers
nog te maken tot brave leden der
maatsehappy.
Terwyl ik spreek, burgemeester, geeft
u teekenen vau ongeduld. Uw kijker
//Kom laat u voorstellen aan miss
Delia Derringer," zeide Paunceforth, //en
gij zult dadelyk uwe domme voornemens
vergeten zyn. Zy heeft my op het hart
gedrukt u bij haar te brengen."
//Dat is juist een amerik begon
Wylde, toen hy omringd door eene
menigte, die haar hulde bracht, de
schoone onbekende uit het spoorwegoa*
geluk zag.
Glimlachende maakte zij naast zich
voor hem plaats, nadat zij door mevrouw
PastDeyeCooke aan elkaar waren voor
gesteld. Een voor een verdwenen de
anderen, Zy danste niet, zeide zy. Wel
dra waren zij alleen.
//Zullen wy naar de oranjerie gaan?"
zeide Wylde, zonder een oogeoblik van
het spoorwegongeluk te spreken. „Het
is daar veel aangenamer."
z/Ja," zeide zij kalm, „het ia daar veel
beter dan hier met al dat lich: en die
hitte."
Weldra bevonden zy zich in de be
koorlijke rustplaats vol bloeiende hees
ters en planten. Van de balzaal uit be
reikte de dansmuziek als eon zacht, liefe
lijk gezang hun oor. Zy spraken onver
schillig over cnbeteekeneude dingen, alsof
het geluk voor het geheele volgende le
ven van deze minuten niet afhrng,
Beiden waren trotsch, beiden waren
beleedigd.
z/Het is hier heel wat beter dan te
Grand Forks," zeide zy ten laatste.
//Graad Forks 10 jauw geboor
tegrond vroeg hy alsof hy dt6n naam
nog nooit had gehoord.
Zy beschreef de verschillende voor
doelen met groote opgewektheid. Zy was
zoo bizonder opgewekt, dat hy niet op-
moikte, dat de overgang van haarvroo-
lykheid tot schreien niet zeer groot
was.
//Zouden wij m.xar niet terugkeeren
zeide hy en huiverde, terwijl zyn stem
gedwongen kalm klonk.
z/Ik heb eens ge mee ad eene vriendin
te Grand Forks te hebben. Zy is ge
storven."
//Gestorven
z/Ja voor my. Gestorven by een
spoorwegongeluk. Wy reiadeu eens met
elkaarik had haar nog nooit ontmoet.
Ik had byna een afkeer van het leven,
en overwoog juist by ray zelf, dat zy de
vrouw was, geschikt om alle gaven in
een man tot ontwikkeling te breDgen,
toen -=- toen een trein op den onze
stiet en en
z/Was dat alles?"
Haar opgewektheid was verdwenen,
z/Ja. Ik ontkwam met een stuk van
haar zakdoek, en was over myn geheele
lichaam bezaaid met stukjes glas, Zy
vonden my met den zakdoek in myne
hand geklemd, maar zij zy was dood
dood voor my. Ik heb haar nooit weer
gezien."
z/Eu wac gaat gy nu doen? Zy be
schouwde haar eigen zakdoek. Hij was
bedekt met bloed zyn bloed."
z/Doen? Niets. Het oude leven voort
zetten. Een ongelukkigen nietsdoener
blijven, tot het eind© toe. Het is nu alles
voorby. Dat is myn treurspel."
z/Uw treurspel zeide zy en stond
op. „Velen onzer ontmoeten in hun leven
zulke treurspelen
z/Hebt gy er ook een beleefd l" vroeg
hy en ging weer zitten.
Beiden was het aleof met die melan
cholisch, wegaleepende wals al hun geluk
van hun leven wegvlood.
//Ja. Ik reisde voor eenige weken naar
Londen toen er een ongeluk gebeurde."
z/Zyt gij ongedeerd gebleven
//Gedeeltelyk. Er bevond zich in de
zelfde coupe een jonge dichter, wel wat
gemaakt. De menschen zeiden dat hy zoo
richt zich nu hier, dan daarheen. Als
ik scherp toezie, dan begrijp ik de oor
zaken van nw wrevel. U ziet met het
goede glas, hoe Haarlems straatjeugd
uitspat in onbestraften overmoed. Zie
ginds wordt een dame gebombardeerd
met modderkluiten, waartegen zij machte
loos is zich te verweren, even verder
zyn anderen bezig met ruiten in te smy-
ten, elders klauter.n er in de boomen
en beschadigen heesters en kreupelhout
en my dankt, burgemeester, dat ik u
hoor mompelen: Waar is dan toch de
politie
Mag ik, met allen eerbied, u even
doen opmerken, dat de politie er wel
is? Daar ginds ziet n een helm flikke
ren in de middagzon, ginds weer een,
daar nóg een, daar nég een. Maar ze
bezetten byna allen de vaste poëten, er
zijn maar zeer enkelen, die een stads
gedeelte doorkruisen. Zie, ginds stapt een
adjunct inspecteur met snelle schreden
de stralen door: hij gaat op onderzoek
uit. Tyd om de agenten te controleeren
kan er met geen mogelijkheid op over
schieten by de vele onderzoeken die
hy te verrichten en processen-verbaal,
die hy te schrijven heeft, kan daaraan
niet worden gedacht.
Zoolang het aantal agenten niet wordt
vermeerderd, zoolang zal men op het
burean van politie de klachten van de
bnrgery over balddadigheden en straat
schenderij alleen voor notifioatie kunnen
aannemen. Kan het dit jaar niet ge
schieden (er fa dit jaar zooveel dat geld
eischt) och burgemeester, laat het dan
het volgend jaar gebeuren. Misschien
brengt onze nieuwe belasting dan wel
meer op, dan de verteringsbelasting die
we thans hebben.
Hoor, door de stille lucht stijgen de
helle tonen van eene trompet omhoog!
't Is een muzikant, die zich oefent. Mag
ik, als ik het u niet al te lastig maak,
uw aandacht nog even vestigen op het
Stedelijk Muziekkorps, burgemeester
Rondom u liggen daar onze fraaie stra
ten, onze parken met hunne kostbare
villa's. In die straten wandelen honder
den, die hier wonen omdat het hier zoo
mooi is en zóo genoegelyk. Kan het mo
gelyk zyn, burgemeester, dat u er over
zou denken, dat eigen muziekkorps, dat
we hebben zien groeien, dat nu pas ook
naar buiten aan het bloeien gaat, te
helpen opheflen Ik kan het niet den
ken, waut ik ben ervan overtuigd, dat
de welvaart vau Haarlem u ter harte
gaat.
Maar ik heb u reeds te lang opge
houden, teveel van uwen tijd in beslag
genomen. Indien ik te vrypostig ben
geweest, burgemeester, wil het my ten
goede houdenik zon niet gesproken
hebben, wanneer ik niet zeker ware ge
weest, van uwe vriendelijke bereidwil
ligheid om my aau te hooren."
Intusschen daalt de burgemeester met
den architect de uitgesleten torentrappen
weer af. By de kerk staat een sierlijke
victoria met twee vurige paarden ervoor,
die hun eigenaar pijlsnel voorwaarts
trekken, recht op het doel af.
Mogen de belangen van de gemeente
Haarlem onder het bestuur van onzen
burgemeester evensnel voorwaarts gaan i
Er is genoeg te doen.
FIDELI03