NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. lOe Jaargang. Maandag 19 Juni 1893 No. 3054 ABONNEMENTSPRIJS: ADVEETENTIËN: Dit nummer bestaat uit twee bladen. STADSNIEUWS. Arrondissements-Rechtbank, Sociëteit „TROll MOET BLIJCKEN.'' De Moord op den Raamsingel. FEUILLETON De dood van Richard Grantham. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsklad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37 J. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers. Directeur-Uitgever J. C. PEEE1BOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicxté Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONESSuccParijs 31 bis Faubourg Montmartre: EERSTE BLAD. Bij dit Nummer der Courant wordt aan hen, die op het Geil. Zondagsblad Steekenden, No. 25 van dat tijdschrift toegezonden. J. C. PEEREBOOM. Haarlem, 17 Juni 1S93. In de Woensdag 21 dezer te houden jSisdsvergaderisg sullen de voorstellen ©mtrent het Stedelijk Muziekkorps aan de orde worden gebracht. Het museum van Kuastny verheid ontving van de haagsche plateelbakkerij .„Rozenburg", eene belangrijke collectie borden cn schotels, om ia het museum ie worden tentoongesteld, ook van de delftsche plateelbakkerij „De porseleine flesch" werd de toezegging ontvangen, dat eenige stukken va® het nieuwste labrikaat voor genoemd doei zullen worden beschikbaar gesteld. De heer Hubert Jungbiut, beeldhou wer-, te Utrecht, heeft een door hem •vervaaidigd Madonna-beeld ter expositie aangeboden. Met een enkel woord ver wijzen wij naar de tentoonstelling van engelsche kinderprenten voor jong en oud, die oog eenigen tijd geopend blijft wij weten niet hetgeen ons in deze in teressante verzameling het meeste aan trekt, de artistieke geest, die wij in de opvatting er in moetea bewonderen of het schalksch en humoristisch karakter dat zich in al deze teekeningen open baart en ons eenige aangename uren doet doorbrengen. Naar wij vernemen is er bij het be stuur van de Sociëteit „de Kroon" ern stig sprake van het uitschrijven een er leening groot f 75000.ter vernieuwing en verbouwing vaa het gebouw. De koninkl. liêdert&fel „Zang en Vriendschap" zal op den verjaardag van H. M. de Konicgin weder als ge woonlijk een volks concert geven. Voorts is de lledertafel uifcgesoodigd, >em het initiatief te nemen tot het geven van een concert te Zandvcort, ten voor- deele der Prins Hendrikslichting te Sgmond aan Zee. Een loffelijk voorbeeld geett de firma H. Lans en Zoon. Volgens achterstaande advertentie kunnen onvermogenden, mits tegen overgifte vaa een bewijs van hun geneesheer, gratis duinwaterijs aan de brouwerij bekomen. Zitting van Zaterdag 17 Juni. Opruiing tot Misdrijf. Heden stond voor de Arr. Rechtbank alhier terecht Johannes Cornells Hen- drikus Philippus Methöfer, 29 jaar oud, wonende te 's Gravenhage en geboren te Gent in Gelderland, terzake dat hij in den avond vaa 13 Februari 1.1. bij eene voor ieder toegankelijke vergade ring in „Felix Favore," zijn toehoorders heeft trachten te overtuigen dat de vol gens hem volstrekt noodige omverwer ping van de bestaande orde van zaken, ea met name de vernietiging van den Staat, slechts door geweld met het zwaard in de hand is te verkrijgen waarom hij dea werklieden eu allen die zich bij de anarchisten aansluiten, aanried om, zoodra de tijd tot hande len zou gekomen zijn, de bestaande eigendomsverhoudingen met geweld te verbreken cn zich daarvan door geene vrees voor gevangenis te laten weer houden, zeggende hij onder meer in dea loop zijner rede het volgende: „wij anarchisten verkiezen den weg des geweldsopheffing van kapitaal kan niet langs geleidelijken weg plaats hebben. Wij willen vernietiging van den Staat. Het ligt voor de hand, dat noch eigenaars noch Staat vrijwillig afstand zullen doen van hunne bezittingen en hunne rechten. Dit zal eerst gebeuren als het volk tot opstand komt en met het zwaard in de vuist zijn recht eischt. De werkeloozen loopen hongerend, ter wijl vrouw en kinderen van gebrek en ellende verkwijnen, langs winkels, waar de verlokkendste spijzen zijn uitgestald en onvoldoende gekleed langs magazij nen, waar de kleederen opgestapeld lig gen. De werkeloozen hebben de eigen domsverhoudingen te verbreken. Geen vrees voor gevangenis moet daarvan terughouden. Zonder strijd of offers komen wij er niet." Dit feit levert op het misdrijf van opruiing tot het misdrijf, omschreven bij art. 94 van het Wetboek van Straf recht, het ondernemen van een aanslag met het oogmerk den grondwettigen re- geeringsvorm te vernietigen of op on wettige wjjze te veranderen. Een aantal geestverwanten van den beklaagde waren op de voor het publiek gereserveerde plaatsen aanwezig. Het verslag van de bedoelde bij een- eenkomst, opgemaakt door den inspec teur J. Balkestein en den adjunct-inspec teur L. A. M. Wolfiram, werd door den subs.-griffier in zijn geheel voorge lezen. "Voorzitter der rechtbank was de vice-president mr. L. E. A. baron Sloet tot Olthuis, terwijl de zetel van het Openb. Ministerie werd ingenomen door den heer mr. Joh. P. van Outeren, subs.-offi. van justitie. Alleen de heeren Balkestein en Wolfiram zijn als getuigen opgeroepen. De heer Balkestein bevestigt de zin sneden in de dagvaarding opgenomen. Beklaagde verklaart, desgevraagd, zich niet precies te kunnen herinneren of hij een en ander juist zóo heeft gezegd, als in de dagvaarding is vermeld. Wel iswaar maakt hij altijd zijn toespraak eerst op papier, doch wijkt daarvan tijdens zijn rede dikwijls af. Evenwel gelooft beklaagde, het ten laste gelegde eenigssias anders te hebben uitgedrukt. Ook de heer Wolfiram bevestigt zijn proces-verbaal. Nogmaals gevraagd welke aanmerking hij heeft, antwoordt be klaagde, dat hij in het algemeen erkent het hem ten laste gelegde te hebben gezegd.* Thans erlangt hij de gelegenheid om zich te verdedigen. Hij ving aan met de verklaring, dat hij eenigen tijd had geaarzeld hoe zich te verdedigen, wette lijk of meer algemeen menschelyk. Wettelijk had hij kunnen doen op merken, dat de poging tot opruirag volgens de wet niet strafbaar ka® worden gesteld, wanneer het feit niet nauwkeurig is omschreven, zooals hier het geval. Bovendien had de rechter er zich niet al te druk over moeten ma ken, daar van de opruiing vooralsnog geene gevolgen zyn gekomen. Maar deze weg is beneden de over tuiging van beklaagde. Als anarchist is zijne overtuiging hem liever dan zijn vrijheid, liever dan zijn leven. Eq wat zou praten helpen, als het juist is gelijk dezer dagen ia de Haarl, Ctr. onbewimpeld is vermoed, dat deze vervolging voortspruit nit eene circu laire van de Regeering nit den Haag Word ik veroordeeld met de wet, dan zullen wij daartegen propaganda maken, zo?ider de wet, dan maken de rechters voor onze beginselen propaganda. Beklaagde wil daarom liever zich plaatsen op een meer algemeen stand punt. Hij ontkent de bêtise te hebben gezegd, dat het kapitaal moet worden opgeheven, en hoopt, dat de politie in de vergadering van heden avond een beter verslag zal maken. Voorts spreekt beklaagde den wensch uit, dat men hem zal laten uitspreken en leest daarop een stuk van zijne rede van 13 Februari voor, waarna hy ver klaart steeds op deze wijze propsgand* te zullen maken, al acht deze justitie dat ook strafbaar. Hierna legt beklaagde zeer uitvoerig zijne anarchistische beginselen bloot, gevestigd op twee zaken opheffing van den particulieren eigendom en vernieti ging van den Staat. Om hiertoe te geraken is de weg des gewelds de eenige, die kan worden be wandeld. Er zijn twee tegenstrijdige stroomingen in de maatschappij en al leen met het zwaard in de vuist kan de klassenstrijd worden beslecht. Spreker weet niet of de geleerde hee ren van de rechtbank een ander ant woord kunnen geven op de vraag, hoe werkloozen niet van honger moeten om komen dan het zijne„groepeert u, „neemt van dea overvloed, neemt van „den gestolen buit, desnoods met ge- „weld Spreker eindigt met den uitroep tot de rechtbank „volbrengt uw treurigea plicht op den opruier I" De geheele rede van den beklaagde was door de rechtbank zonder stoornis aangehoord. Thans erlangt de sub ofl. v. just, het woord en begint met hulde te brengen aan den beklaagde voor de be schaafde en fatsoenlijke wijze waarop hy heeft gesproken. Evenwel zal spreker hem niet beantwoorden, daar het leveren van een politiek betoog aan den officier van justitie is verboden. De onlangs overleden prol Opzoomer heeft gezegd„in zyne ellende bedriegt het volk zich niet, maar door onkunde wordt het ten prooi aan den eerste den beste, die op stouten toon genezing belooft. VerlichtiDg baat het volk meer, dan versterking van leger en van politie." Spreker is dit met dea grootea phi- losoof geheél eens. Overigens voert spreker hier thans het woord krachtens zijn plicht en is een slaaf van dien plicht. Niet tenge volge van ministerieele aanschrijvingen, dit verzekert spreker plechtig, is deze vervolging op touw gezet, maar om te zien uitgemaakt door den nederland- schen rechter, of dergelijke redevoerin gen mogen worden gehouden. Mocht dus deze rechtbank beklaagde ontslaan van rechtsvervolging, dan zal spreker de beslissing in hoogste ressort uitlok ken, doch wenscht, dat beklaagde in elk geval zal overtuigd zyn van de eer lijkheid, den goeden trouw en de on partijdigheid van den rechter. Wat het gelncrimineeerde feit betreft, dit is een juridische kwestie. Is het feit strafbaar, dan kan de .rechter 1 dag maar ook 5 jaar gevangenisstraf, f 0.50 maar ook f 300 boete opleggen. Spreker beantwoordt de vraag of opgeruid is tot eenig strafbaar feit bevestigend, daarbij citeerende art. 131 en 141 van het W, v. S. Er is opgeruid tot omver werping van den Staat en tot diefstal. Vandaar requireert spreker de ver oordeeling van beklaagde tot gevange nisstraf voor den tijd van zes weken, al zou het hem verdrieten, dat beklaag de, die vrouw en kinderen heeft, een tijdlang aan dezen zou worden ontnomen. De beklaagde verklaart niets meer te zeggen te hebben. De president bepaalt de uitspraak op Donderdag 22 dezer. Het publiek ontruimt kalm de zaal. CONCERT op heden (Zaterdag 17 Juni) des avonds te 8 uur, door het Waldhorn- Qaartett-Concert. PROGRAMMA. 1. Fanfare, lange2. Im Walde, Idylle, TJnger3. Edelweiss vom Sem» mering, Fantasie voor Piston Solo, Roch 4. Abendlïed, Abt5. Frühlings Erwarten, Romanze (Pistor» S >lo), Bach 6. Melodies a„ d. Op. „Tannfc&user", Wagner. PAUZE 7. Jagd Ouverture, Lorenz8. a. O schóne Zeit, o sel'ge Zeit, Götzeb. Hab" ich nur deine Liebe, (Piston-Solo), Suppê9. Schwedischer Hochseits- marsch, Södermann 10. Gebet, Mozart 11. Bravour-Polka (Piston S >1 Bamar- rée; 12. Liederperlen, Unger Ia vervolg op ea ter aanvulling vaa het bericht ia ons vorig nummer, be treffende den moord op den Raamsin gel, kunnen wij uit officieele bron het volgende mededeelen: Toen dezer dagen onafgehaalde pan den aan de Stads Back van Leening werden verkocht, meende een nicht der veimoorden, vrouw Stokman, een jakje te herkennen ais dat hetwelk een der vrouwen had gedragen. Evenwel zag zij alleen gelijkenis in het streepje van het jak, andere bizondere kenteckenen tot staving harer bewering kon zij daar aan niet vinden. De officier vaa justitie, hiervan in kennis gesteld, deed onderzoek. Het bleek, dat het jakje was ingebracht bij de wed. van Ake, en wel op den 9de» Maart, alzoo kort na den moord. Even wel waren de aanteekeniogen, door de sedert ontslagen inbrengster gehouden, van dien aard dat niemand, ook zij zelve niet, die kon lezeo. De naam van hem of haar die het pakje heeft be leend, is derhalve niet gebleken. Op dit oogenblik wordt gezocht naar de naaister, die het jakje kan hebben gemaakt. Echter is ook deze kans ge- 14- HOOFDSTUK IV. Twee raadselachtige verdwijningen. Hij is verbazend omzichtig, en zou ons kunnen beetnemen door aan den verkeerden kant uittestappen wanneer de trein zijn snel heid vermindert of stilhoudt by een seinpaal. Te Mansion Honee «n Blackfriars zullen, wy vaa plaats verwisselen. Als wy zyn coupé voorbijgaan zullen wy hem eens opnemen." De onbekende bleef een oogenblik staan nadat de trein binnen was, en begaf zich toen haastig naar een leege coupé. Wilkes liep het perron op en trad een coupé binnen wat dich ter by de locomotief. Juist toen de trein zich in beweging ging satten, sprong Peters in een coupé meer naar achteren. Te Mansion House veranderden zy van plaats en wierpen een aydelingschen blik op den man toen zy hem voorbygingen. Hoe vluchtig die ook was, hij stelde Peters in staat om de uitdrukking .wan zijn gelaat gade te slaan, welke, met het oog dat hy alleen reisde, eenigsztns eigenaardig was. Het was de zelfde uitdrukking, waaraan een jonggehuwd paar dat op zyn huwelijksreis is, zich verraadt wanneer zy een coupé niet voor zich alleen knnnen houden. Peters was verbaasd I Wat waren de bedoelingen van dien man! Wellicht wilde hy zelfmoord plegen Misschien had hy een gela den revolver in zyn kofier, en wilde die in tegenwoordigheid van medereizigers liever niet voor den dag halen. By zou luisteren en zyne oogen goed geopend honden. Te Blackfriars ging Peters uit den trein, nog voor deze goed en wel stil stond, en liep vlug voorbij de coupé, waarin de on bekende zat. Een blik in het voorbygaan was voldoende. Hy was niet langer verbaasd, het geheim was opgelost. Hy greep Wilkes by den arm toen deze uitstapte, en zeide haastig fluisterend. „Kyk hem maar goed aan. Hy heeft een baard gekregen sinds gy hem het laatst hebt gezien, en zyn vilten hoed is geheel veranderd het is nu een stroohoed. Kijk goed uit uwe oogen I" Toen de trein te Temple was aangekomen, steeg de onbekende, die in Cannon Street in den trein was gestapt met een geheel glad gelaat, een zwarten vilten hoed en een lichte, grijzen jas, uit met een donker bruinen, krullenden baard, een langen knevel, bruinen strooien hoed, en een zwart, nauwsluitend jasjeZijn lichte jas en vilten hoed bevonden zich nu ongetwyfeld in zyn kofier, die nog al omvangrijk was geworden. De detectives wisten, dat zy met een buitengewoon scherpzin- nigen en argwanenden man hadden te doen, en voor het geval, dat hy hen aan Cannon Street station zou hebben opgemerkt na men zij dezelfde maatregelen om eene herkenning te voorkomen. Wilkes voorzag zich van een knevel, en bracht eenige eenvou dige veranderingen in zyne kleeren of liever in de manier, waarop hy ze droeg. Peters, wiens gelaat even glad was geweest als dat van den onbekende, toen zy hem in den beginne volgden, stelde zich tevreden met een paar staalgryze bakkebaarden van beschei den afmeting te laten groeien. Op eenigen afstand volgden zy hun man naar den uitgang, langs de kade tot Essex Street, vervolgens door Deverenx Court, langs het Strand naby de oude Temple Bar, langs den noord kant van Essex Street, voorby Chancery Lane, waar hij plotse ling stilhield, en de schaduw van een deurportaal opzocht, van waar hy omzichtig naar iets scheen te kijken. De detectiven wendden hunne oogen in de richting, waarin hij keek, en zagen dadelyk wie het voorwerp vas zyn aandacht was. Het was op het oogenblik stil op straat. De theaters, waren reeds gevuld, en de groote stroom van menschen uit de City had voor dien avond opgehouden, het was betrekkelyk kalm in Fleet Street, een omnibus, die in westelijke richting reed, had tegen over de St. Dunstan's kerk stilgehouden een jonge vrouw met een kind op haar arm was uitgestapt, en stak nu do straat over met aarzelende schreden, alsofs zelfs deze kalme beweging op straat haar angst aanjoeg. Blykbaar was zy niet gewend aan het londensche gewoel. De onbekende sloeg haar gade, de detectiven bespiedden hem en haar. Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 1