De kippen ia den z&k waren allen dood. De oudste beklaagde erkent, dat hij de kippen heeft gestolen, maar beweert dat zijn broer niet wist, dat hy kippen ging stelen. „Dat kan ik mij begrijpen," zegt de president leukweg. Willem Sterrenburg maakt van de verklaring van zyn broeder gebruik en zegt, dat hij met zijn broer was uitge gaan om te visschen. De oudste beklaagde, zeer aangedaan, getuigt van zija berouw en wil als hij wat geholpen wordt, een eerlijk werk man worden. Zij a broer Willem zou als matroos bij de marine zyn gegaan, wanneer hij had kunnen lezen of schrijven. De subs. off. van jast. rar. Joh. P. van Outeren, requireert da veroordee ling van des oudsten beklaagde tot ge vangenisstraf voor den tijd van 2 jaar en voor Willem Jozef vrijspraak, daar het dezen te laste gelegde niet is bewezen. De ambtshalve toegevoegde verdediger mr. Z. Wo Straatman roept voor den oud» sten beklaagde de clementie der Recht bank in en concludeert voor Willem Jozef tot onmiddellijke invrijheidsstelling. Tot het laatste beveelt de Rechtbank onverwijld. In de zaak van den oudste deed zij nog heden uitspraak en ver oordeelde hem tot gevangenisstraf van 2 jaar. Hierna stonden terecht Alexander Lemétltre, visscher, en Willem Jacob van Deventer, schippersknecht, die den eersten Juni 2 zakken maïsmeel en 2 zakken zemelen gestolen hebben van den veehouder P. van der Geest onder Alkemade. Beiden erkennen volmondig. Jacobns Pennenburg, bijgenaamd „Koos de Taaie*1, dezelfde, die ook de kwade genius is van de gebroeders Starrenburg, heeft hen er toe aangezet. 2ij zouden twaalf gulden van hem krijgen. Pennenburg is intusschen het land uitgegaan, zoodat hem de justitie niet kan bereiken, De subs, off. van just, requireert hunne veroordeeling tot gevangenisstraf van ésn jaar, voor elk, De ambtshalve toegevoegde verdediger mr. H. Ph. 't Hooft, wyzende op de omstandigheid dat Pennenburg eigenlijk >Ie aanleiding tot het misdrijf is geweest, roept de cle mentie der rechtbank in. De uitspraak, nog heden gegeven, iuidt gevangenisstraf voor den tyd van 1 jaar elk. De Rechtbank, uitspraak doende ïa de zaak van Böhmer, die een brand brief schreef aan den heer H. A« van Gelder alhier, veroordeelde hem conform den elsch tot gevangenisstraf vat» 18 maanden, en van der Bant (diefstal van 8teenen) tot 1 maand. Aan het slot der zitting sprak de voorzitter een woord van afscheid tot den subs, griffier, mr. P. J. J. Scholten, die wegens zijne benoeming aan het hooggerechtshof te Leeuwarden, van hier vertrekt. De voorzitter herdacht zijn kunde, ijver, toewijding, en aange namen omgang, waardoor mr. Scholten de achting en toegenegenheid der recht bank heeft verworven. Spreker wenschte Mr. Scholten van harte geluk met zijne bevordering en wenschte hem een goed, gelukkig en voorspoedig leven toe. BINNEMLAMD, Ondanks den spoed waarmede de werkzaamheden aan de sluizen te Spaarn- dam worden voortgezet zal deze week de doorgang voor de stoombaggermachi nes niet mogelijk zijn. De bouw eener boerderij met stallin gen enz. te Sloterdyk is gegund aan den minsten inschrijver, den heer L. Reusus te Bcverwyk voor ƒ18,888; 11 biljetten waren ingekomen. De heer J. v»n 't Linden- hout deelde Woensdag in Het Oosten mede, dat hij het gevoelen wenscht te vernemen van de vrienden, die de Weesinrlchting tot heden hebbes ge steund, wat zij hem raden omtrent het ai of niet blijven zwijgen over de uit gebrachte beschuldigingen. Omdat spoed moet gemaakt worden, verzoekt hij hun raad liefst per telegram. Zija besluit zal hij reeds ia de Kleine Courant welke Vrijdag 30 Juni verschijnt, mede- deelen. Wanneer in onze dagen een nieuw dagblad opgericht wordt, ver spreidt de directie van dat blad ge woonlijk een prospectus, waarin zij, sober, deftig, een program aankondigt, het doel der uitgave verklarende. Ia het eerste nummer van de courant vindt men die verklaring nog eens afgedrukt. Aan liet machtige publiek dan om het pasgeboren wicht te steunen in zyn ontwikkeling of te smoren in de wieg. Hoe in de vorige eeuw een uitgever zijn dagblad zocht te „plaatsen", vinden wij vermeld in 't allereerste nummer van de „Pxinslyke Courant", dat 21 Juni 1785 naar den datum dus juist ioS jaren geleden gratis werd aangebo den door Arende, M. Uurling en G. Bom, een drietal oranje-klanten te Amster dam, dat, vereenigd, de uitgaaf durfde ondernemen jKlingeliagelingeliag 1Dat is af freus, dat is onbeschaamd bellen Wie of dat zyn mag? Laat zien. Het schynt een boekverkoopers jongen te zijn. Die assarante Bobbekop moet wel iets byzoaders my te brengen hebben, dat hy zo buitengewoon hard aan dc schel trekt ea is het anders, dan kan hy ook verzeekerd wezen, dat de hartelijkste souwet, die ik ooit heb uitgedeeld te gelijk zyn loon en mor gengroet zal zijn 't Kompiement van mijn Meester, en die laat vragen, of Menheei daar ook van gediend beliefd te zien. Wat is 't voor een ding, Jongen 't Is een Nieuwe Courant, Mijn Heer Wat drommels zeg je daar Jongen alweer een Courant? Alweer een Courant?? dat is, als ik my niet vergis, zo waar al de elfde, alleen binnen de Provincie Holland.... Lieve tijd, waar zai dat heen 1 Men zal door den tijd, wil ik wedden, nog zo veel van die „Politieke Gochelpapieren" in onze Republiek zien te voorschijn komen, als ik zou durven voorspellen, dat men eerlang Nieuwerwetsche Patriotjes met de handen in het hair zal zien zitten, of met bevuilde broekjes, en met nij- digCj gebonsde of beschaamde aange zichtjes, als hoenderdiefjes, zal zien voorbij sluipen. Neen, neen Jongen 1 Zeg aan je Meester, dat ik al genoeg van die vodden heb. Om de dood geen Couranten meer I. Wel, Mijn Heer I ik zou haar evenwel toch maar eens inzien; ik twijfel niet of ge zult er smaak in vinden. Myn Meester heeft gezeid, dat het een Courant van een geheel nieuwe inrigting, en dat zy van alle de assderen gansch ondertcheiden is. Zie, Mijn Heerl het heet de „Prinslyke Courant," en zal alleen voor Zijn Hoogheid, en voor de goede zaak geschreeven worden, gelyk je in dit „Beiigt", zonder een enkele rooje duit te besteeden, zult kannen leezenwant het wordt gratis uitgegeven, en dus kan Myn Heer voor niet zien of het Plan, de Stijl, en de Zaaken U al of niet naar genoegen zija Zo zo JongenIs het een „Prinslyke Courant?" Wel dat lykt er na! Kon je me dat niet eer gezeid hebben Ganwdiev 1 De lni beginnen nu eerst regt uit den hoek te koomen, en dat is braav gedaan. Kom aangeev hier een Courant, ik moet er nu I absoluut een hebben, al kostte zy ook nog zo veel Gratis of niet gratis, dat doet er niet toeDie voor de Goede Zaak is, die moet op geen duit of wal zien in de weekAls men niet leest, dan kan men niet mée pra ten. Nu, jongen zeg aan uw Meester, dat ik deeze Courant vervolgen zal: maar dat ze my toch vooral vroeg moet bezorgd worden. Ik hoop het waar te nemen, Myn HeerDagfc ik het niet I De dingen moeten zoo wat aangepreekt worden, om de rotten aan 't spek te krijgen zegt die schalk van een Couranten- jongen. (iV. v. d. B,) Te Neede, een dorpje in den Geldersches Achterhoek, was saar het „Soc. Weekbl." uit vertrouw bare bron verneemt een openbaar onderwijzer noodig. Een jongmensch uit een naburige gemeente, die pas zija onderwijzers-diploma had gekregen, solli citeerde. Het jongemeosch scheen bij de Needeache autoriteiten wel in den smaak te valles, en zij warea wei ge negen hem te nemen méar op de volgende voorwaarde. Hy moest eea request om eervol ontslag, met osiage- vulden datum, vooruit bij het gemeen tebestuur depoaeeren, zoodat, waaneer de heereu hem kwijt wilden zijn, ze zoo maar den d&tum hadden ia te vullen, Dit werd hem uit aaam van den burge meester medegedeeld, waarop de vader van het joDgmensch een krassen brief naar Neede zond, zoodat de toeleg mislukte. Deze maatregel was door dea burge meester beraamd om dea jongen man, als hy in de loting moest vallen, dadelijk zija congé te kunnen geven. Reeds vroeger deed zich naar men aan hetzelfde blad mededeelde een dergelijk geval van dwang voor in dezelfde gemeente, toen aan een onder wijzer zijn aanstelling werd beloofd, "de vaste verzekering gaf, in een courant te zullen RECHTSZAKEN- indien hij nooit iets schrijven. Financieels Meiedeeiingen. Het Weekblad van Broekman Honders bevat o. a. de volgende opgave van minder courante of incourante fond sen, in de week, tot des datum van 27 Juni loopeode, door hun tusscU'en- feomst verhandeld. Aand. Amstel-Hótel-Maat- schappij 91I pet. Aand. Bataafache Hypo theekbank ioc Aaad. Verkooplok. „Fras- cati" 93 Aand. NoordrHollsndsch Landbouwcrediet Aand. Amsterdam-Deli- Compagnie 1886/88 Aand. Cultuur-Maatschappij „Kayoe Enak" Aaad. Nederl. Asahan Cultuur-Maatschappij Scrip Boxtel-Wezel Spoor weg (van ie Hyp. Obligat.) Aand. Haagsche Tramweg- Maatschappij Aand. Kon. Ned. Locaal Spoorweg-Mij. te Apeldoorn Aand. Nederl. Rijnspoor weg-Mij. Restanten Aaad. Slichtsche Tram- way-Maaischappij Aand. Brood- en Meel fabriek te 's-Hage Aand. Hilvers. Stoom spinnerij en Weverij Aand. Ned. Fabr. vai Werkt, en Spoorwegmat. A Aand. Nederl. Verzek.- Maatschappij op het lever, tegen invaliditeit en ongr lukken te 's-Gravenhaje (Eerste) 120 pet. 95 395400 90 pet. exd. 40 pet, 70 45 1. I05 84 75 65 pet. incl, Men herinnert zich waarschijnlijk dat in April jl. de heeren Kreeft k Buder- man voor de 5e kamer der rechtbank Amsterdam gedagvaard waren, ter zake van een drievoudige aanklacht be treffende overtreding der auteurswet. Vooreerst werd hna ten laste gelegd dat zy, in strijd met het Fraosch-Ne- derl. cractaat van 1855, inbreuk hadden gemaakt op het auteursrecht der firma Miquet Cie. te Parys, door de operette ,Le petit Due" in den Artis-Schouw- burg te doen opvoeren. Ia de tweede jlaats, dat zij door diezelfde handeling 'nbreuk hadden gemaakt op het auteurs recht van de heeren Prot Zoon (directeuren van den Frascati-Schouw- burg) door bij de vertooaing gebruik te makes van eene Ned. vertaling, die eigendom vaa de heeren Prot Zoon zoude zijn. Eq in de derde plaats iu breuk op het auteursrecht van de neeren Prot Zoon, door in den Artis Schouwburg op te voeren eene Ned, vertaling van de Eag. operette „Er- miaie", welke vertaling evenzeer aas genoemde heeren zoude toebehooren. De rechtbank sprak de directeuren van den Artis-Schouwburg van de beide eerste punten vrij, maar ver oordeelde hen voor zooveel de opvoe ding van „Ermiaie" betreft ieder tot f 250 boete. Van deze veroordeeling gingen de heeren In appel en onmid dellijk werd hun voorbeeld gevolgd door het O. M. bij de Rechtbank, dat óok van de twge vrijspraken in hooger beroep kwam. Het O. M. bij het hof waargenomen door den advocaat-gene raal mr. Op ten Noort, achtte het von nis van de vijfde kamer zeer goed ge motiveerd en juist gewezen en re qui reerde derhalve bevestiging van net vonnis, met die verbetering dat de pro ceskosten, die bij vergissing geheel voor rekening van de heerea K. en B. wa ren gebracht, slechts gedeeltelijk voor hunne rekening zouden komen, omdat zij gedeeltelijk waren vrijgesproken. De raadsman der appellanten, mr. J. P. A. N. Caroli, schoon erkennende dat het aangevallen vonnis zeer goed was gesteld, meende toch dal de uitgespro ken veroordeeling niet kon worden ge handhaafd. Onder meerdere middelen voerde hij aan, dat de heeren Prot Zoon hun auteursrecht op de vertaling van „Erminie" hadden verworven van deo vertaler, den heer mr. M. G. van Loghem. Auteursrecht is volgens de wet eene roerende, onlichamelijke zaak en de heer mr. v. L. had dus zijn auteursrecht op zijne vertaling aan de heeren Prot moeten overdragen door eene schriftelijke akte, m. a. w. volgens pleiter was art. 668 B. W. toepasselijk op de overdracht. Ook de regeeriag was in de toelichting op de auteurswet van die meening. Opzettelijk had de Minister uit het ontwerp van den boek handel niet overgenomen de aldaar voorkomende bepaling dat van de over dracht onder de levenden schriftelijk moet blyken„het algemeeae voorschrift van art. 668 B. W. schijnt volkomen vol doende", zeide de Minister. Daar nu van eene schriftelijke overdracht niets ter te rechtzitting gebleken was moest dus vol gens den pleiter worden aangenomen dat mr, v. L. zijn auteursrecht niet wettig aan de heeren Prot had afgestaan, zoodat deze dat auteursrecht niet hadden ver kregen en dus ook geen aanklacht had den kunnen indienen. Woensdagmorgen uitspraak doende, handhaafde het Hof hare vrij sprake» van de Rechtbank, maar vernietigde het vonnis van de Rechtbank, voor zoo verre daarbij eene veroordeeling wegens „Erminie" was uitgesproken. Op de gronden hiervoren uiteengezet, verklaar de 't Hof den off. v, jast. „niet ontvan kelijk" in zijne vervolging ten opzichte van „Erminie"; de boete werd opge heven en de Staat veroordeeld in de kosten van beide instantien. KOLONIE 27 Mei. N- Aan het verslag in de „Jav. Ct."om- trent de voornaamste gebeurtenissec in het goeverneraeat Atjeh en Onderhoo- righeden, loopende van 28 April toten met 11 dezer, wordt het volgende oat- leend G r o 0 t-A t j e h. Onze posten Boekit Karang, Lauipeneroet en Lamith werden elk slechts éésmaal op verren afstand- onbeduidend beschoten, terwijl van het verontruste» der werkzaamheden buiten de versterkingen zoo goed als geen last werd ondervonden. Den 295a April kwamen de hoofden van Soesoeh hua jaarlijkse h bezoek na afloop vau de poaasa brengen. Den 3ea Mei werden T. PaagUtaa Megoi, yen der hoeloebalaags vau de federatie Gigieng ea den 9dm d. a. v. de hoofden vac Poeloe-Kajoe, Telok- Paoe en Manging (Westkust van Atjeh) te Kota Radja beësdigd en geïastftUeerd. De civiel ea militair goovemeur be gaf zich den 8sten Mei met Hr. Ms, „Koning der Nederlanden" n*tar het eiland Weh, alwaar te Sabang onder het gebruikelijk ceremonieel de Nederland- sche vlag werd geheschen. Onderh00righeden. Oost» kust. Iu den poliliekea toestand kwam, geen wijziging, terwijl ia Tamiang. de rust nog niet hersteld is. Noordkust. Omtrent de nabij Telok-Semawé gelegene landschappee vallen geene bizonderhedeu te vermelden. Den aösten April werd onze verster king te Segli met donderbussen ea ge weren beschoten, doch zonder dat obs eeaig verlies berokkend werd. Door middel van geschutvuur kon de vijand spoedig tot zwijgen worden gebracht. Westkust. Op politiek gebied viel niets merkwaardigs voor; zoowel op het eiland Ra ja als te Melaboeh werd de rust niet verstoord. De weergesteldheid was, afwisselend, zeer warm en regenachtig. De gezondheidstoestand was tenge volge van de veranderde weergesteld- heid over het algemeen goed. In onze hoofdvestiging was de toe stand gunstiger. Het gemiddelde ziekte- cijfer bedroeg 21 tegen 23 en dat van de beri-beri 8 tegen 10 gedurende den vorigen verslagtijd. Het sterftecijfer was hooger. POLITIEK O VEEZICHT. het engelsche Lagerhuis deelde Gladstone Woensdag mee, dat hij heden eene resolutie zou verzoekec, tea be hoeve vau eene snellere behandeling van het Home Rule-ontwerp. De tekst daarvan zou later worden overgelegd, maar zij berust op de resolutie van 1887 met gewichtige wijzigingen echter in het belang der vrijheid van het Lager huis. Deze woorden werden met toe juiching begroet. De resolutie van 1887 heeft betrek king op de iersche dwangwet en stelde den datum vast waarop de behandeling der artikelen moest zijn afgehopec. Sir John Morley deelde den tekst mede van de door Gladstone aange kondigde resolutie, volgens welke de beraadslaging over de arti. 5—8 vau het Homerule-ontwerp den 6en Juli ge ëindigd moet zya, die over de artt. 9—26 den i3en Juli en die over de verdaagde en door de regeering nieuw voorgestelde artikelen den 2 7 en Juli. (Bijval.) De heer Russell gaf te kennen, dat zich morphine of een ander vergif te verschaffen zonder dat het door iemand anders werd opgemerkt?" z/Zeer zeker; hy zou ruimschoots gelegenheid daartoe hebben. Byna op elk uur van den dag zou hy het zich ongemerkt kunnen verschaffen.'7 z/Welnu, laat ik dan Greenhills uitroep herhalen. //Dat is vol doende" maar er tevens bijvoegen #Om my te overtuigen, dat Sangstre onschuldig is aan de misdaad, waarvan hij wordt ver dacht." z/Gy zyfc van oordeel, dat een man, die de gelegenheid heeft om zich wanneer ook, heimelijk vergif te verschaffen, het niet in het openbaar zou koopen, zooals Sangstre deed, wanneer hy plan had een moord te begaan, wel wetende, dat er van zulk eeD ver koop boek werd gehouden?" //Juist, maar een meening of een bewys verschillen nog al wat. Wilt gij my monsters geven van alle soorten pakpapier, dat in zijne afdeeling wordt gebruikt?" dZeker, wilt gy ze nu hebben?" //Wanneer het u niet te veel moeite is, dan zult n my daarmee zo er verplichten. Ik zou gaarne monsterpapiertjes van alle soorten en grootten willen hebben." z/Dat zal niet moeielijk gaan; verontschuldig my voor een paar minuten." Terwyl Salter de monsterpapiertjes by elkaar zocht, schreef Spicer eenige aanteekeningen neer in zyn notitiebookje. //Ziehier," zeide Salter en legde een handvol papiertjes op de tafel neer. Spicer zocht er verscheidene uit, die hy zorgvuldig in zyn por tefeuille verborg. Juist had hij deze portefeuille weer-weggeborgen, toen een be diende binnentrad en tot zyn patroon zeide //Mijnheer Sangstre wenscht u te preken mynheer." //Mijnheer Sangstre; onze Sangstre?" //Neen mynheer, zijn vader." Salter keek Spicer met een vrageiden blik aan. z/Ik zou gaarne willen blyven," zide laatstgenoemde. Laat mynheer Sangstre binnenkoien." z/Ja mynheer," antwoordde de beiende. Bleek en met acgetig gelaat tradSangstre weldra het vertrek binnen. </Ik kom nog eens hooren," zeide hy tot Salter, er al iets bekend is van myn zoon. Ik can die vreeselijke verdenking niet verdragen. Ik weet stellig, at hy zich weer zou vertoonen als hy het wist." z/Dat zou het slechtste zyn fat hy kon doen," zeide Spicer met nadruk. wHoe zoo Waarom mynheer riep SangBtre byna met woest heid uit. //Omdat hy, wanneer hy dij deed, stellig zou worden gear resteerd." //Beter dan duizendmaal leter dan deze vreeselyke on zekerheid. Hij zou zonder bezwar zyn onschald kannen bewyzen daar ben ik zeker van." //Misschien wel, maar h6t- timen der politie is spreekwoorde lijk, en ik kan er by voegen,feeor onaangenaam zelfs voor een onschuldig veroordeeld persoor Als ik hem wist te vinden, dan zou ik hem sterk aanraden omrieh schuil te houden tot de war e schuldige is ontdekt." z/Gy schynt eenigszins op de hoogte te zyn van het geval mijn heer. Wilt gy my ook zeggen, wie gy zyt?" /,-Zeg het hem maar," zeide Spicer en keek Salter aan. //Deze heer is de welbekende detective, Robert Spicer," zeide laatstgenoemde, //Robert Spicer I" riep Sangstre blijkbaar verwonderd uit' z/En zyt gy in deze zaak werkzaam z/In vertrouwen gesproken ja." z/En gy verdenkt myn zoon niet?" z/Wel neen, maar ik hoop van harte, dat de anderen hem blij» ven verdenken." //Maar dat is onrechtvaardig en wreed I Bedenk eens hoezeer zijne arme moeder, zijne zuster en ik hieronder moeten lyden.5 z/Dat kan ik my zeer goed begrijpen, en het doet my werkelijk leed, maar uw leed zou nog grooter zijn, wanneer gy wist, dat hy in de gevangenis zat beschuldigd van moord met voorbedach ten rade. Dit kan vermeden worden wanneer hy zich nog een paar dagen lang schuil houdt." z/Wij verkeeren allen in doodsangst wij vreezen, dat er met- hem iets is gebeurd. Zyne plotselinge verdwijning en zijne buiten gewone stilzwijgendheid zyn onverklaarbaar. Wanneer hij leeft en nog by zyn verstand is, moet hij beseffen, hoezeer wij lyden." Wordt vervolgd?)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 2