NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. lie Jaargang. Donderdag 17 Augustus 1893. No. 3105. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: STADSNIEUWS. BINNENLAND. ILLETON 11 mi ui mm HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door liet gelieele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37^. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. BAUBE CoJOHN F. JONESSucc., Parijs Blbis Faubourg Montmartre; Haarlem, 16 Aug. 1893. De op de vermogensbelasting inge stelde raad vaa beroep voor Haarlem is als volgt samengesteld: Voorzittermr. Joh. Enschedé, te Haarlemledênlo. dr. D. de Haan, te id.; 2o. jhr. mr. F. W. vaaStyrura, te id.3d. W. Pekelharing, te Zaan dam plsatsverv. leden lo. C. Prias Sz,, te Haarlem; 2o. mr. Z. "W. Straatman, te id.; So. G. J. vaa Dieren Bijvoet, te idem. Bewoners van de Paarlaarsteeg heb ben zich tot den Raad gewend met net verzoek, om dien naaminPaarlaarstra.it te veranderen. Zij meenen, dat de naam „steeg" vele personen weerhoudt om ia hucne winkels te komen koopen. Mes zou zoo denken, dat er geen bezwaar bestaat om aan dit verzoek te voldoen, das misschien allaea dat Paar- laarstraat door veelheid van a's niet fraai kiiakea zou. Burgemeester en wethouders evénwel zijn van dg wëaschelïjkheid deser naams- .yeïJHsderieg niet overtuigd en advisecren tot zfwyzing van het verzoek, eveaals tot afwijzing van een rekest vaa bewo ners der Biggesteeg, om deze te noemen Bloemeststraat, naar Augusiinus Alste- nius Bloemert, die in 1659 stierf en zijn groot vermogen naliet aan de ha&rlem- sche armes. Weliswaar is het in beginsel wensche- iijk namen van straten niet te veel te veranderen eu ia het niet te ontkennen, dat er nogal eeaige tijd over zou heen gaan vóór men algemeen de Biggesteeg Bloemertstraat zou leeren noemen (zon der nog vaa mogelijke verwarring met Bloemhuistr&at te spreken) maar Bigge steeg is aan ook al heel onwelluidend. 8 Misschien zal de Raad de hand wel over het hart strijken en de heer Snei- tjes over deze naamswijzigingen wel wat k het midden brengen. Geslaagd te Amsterdam voor het «xtmen koofdacte L. O. de heeren A. van Eden es J. Daemon, beiden alhier. Bij de Maandag te O verveen gehou den aas-beste ding, onder beheer van den architect Ch. L. M. Robbers, voor een aldaar te bouwen zustergesticht en school werden ingeleverd 22 biljetten. Het hoogste cijfer was 50380.—, laagste inschrijver was de heer Hulse- bo8ch te Haarlem, voor 32989.— Heden herdenken de echtelieden Abraham Wijdom en Barta Alida Maria van Helsloot; woonachtig ia de Aster straat 15, hunne vijftig-jarige echtver bintenis. De bruidegom is ruim 75 es de bruid bijna 79 jaren. Te hunner eer wordt ia genoemde straat druk gevlagd. De beide oudjes genieten een tamelijk goede gezondheid. Een ingezetene dezer gemeente, die niet ver v&n den Hout woont, maar zijn naam niet genoemd wil hebben, heelt aan de pot der politieagenten een bij drage geschonken, als bewijs van waar- deering vaa hun opi?edea ia de laatste dagen. Moge dit voorbeeld navolging viodeia De agenten vaa politie hebben dit met den moeilijken en langduriger dieast der laatste dagen wel verdiend. Het concert gevolgd door een vuur werk Dinsdagavond op de „Phoezaix" gegeven, had eea massa measchen naar het terrein gelokt, zoodat er zoowel op als om het terrein eene levendige drukte heerschte. De vrees echter, dat na de relletjes vaa de laatste dagen de menigte na afloop niet dadelijk uiteen zou gas», werd niet bewaarheid. (Zie vervolg Stadsnieuws 3é pagina,) PrïnsHeinrichvanPruise n, die vaa Zondag af te Scheveningess vertoafde, is Dinsdagmiddag te 4 uur 3 min. per Staatsspoor vertrokken, de reis aannemende naar Berlijn. Z. K. H. reisde in een slaapwagen. Zijne gemalin en zija zooatje, prins Waldsmar, vergezelden hem tot aan dea trein en 's keizers broeder nam daar op de allerhartelijkste wijze af scheid vaa zijne betrekkingen. De Duitsche gezant, de secretaris vm legatie Reichenau, est de attaché van het Duitsch gezantschap, graaf Yon Bohlen und Halbach deden den vorst uitgeleide. In de vergadering der vaste commissiën van de Nederlaedsche Maat schappij voor Tuinbouw en Plantkunde op 12 dezer te ^Amsterdam gehouden, zijn de navolgende onderscheidingen toegekend: Getuigschriften ie klasse aan 1. Aaomathecs grandifiora, van de heeren Gebrs. de Graaff te Leiden2. Magnolia Alexandria fol. var. van den heer J. Walraad Jzn. te Boskoop3. Montbretia crocosmiaeflora fl. pleao 4 do. do. Auricule, van de heeren E. H. Krelage Zoon te Haarlem5. Crinum Poweili intermedium, 6 Hae- ma»ihu3 Katherinae, 7 Satyrium carneum princeps vaa den heer C. G. van Tu- bergen Jr. te Haarlem 8 Abutilon by- foridum marmoratum var. Jules Marty van den heer Hiebend&al te Nijmegen. Getuigschriften se klasse aanLeu- canthemura tecustre van de heeren Joh. vaa den Berg en Zoon te Amsterdam. 2. Begonia semperflorens vernon -fol. van den heer H. Gerretse te Hees bij Nijmegen. 3. Gladiolus naseeïaaue Mar cel Prévost, 4. do. lemoiaei doctor Regel, 5. asparagus sprengeri, 6. cactus dahlia zwerg cactus, 7, begonia tube- rosa fl. pleco dubbel rood, 8. do. do. do, do. Albert Crousse van de heereu E. H. Krelage Zoon te Haarlem. Botanische getuigschriften aan: 1. Tigridia van Houttei, van de heeren Gebrs. de Graafi te Leidea, 2. Lycorls squs-migera, van des heer C. G. van Tubergen J«. te Haarlem. Dankbetuigingen aan1. eene verza meling van 18 verscheidenheden Phlox decuesata, 2 Begonia hybrids Tiges de fer van de heeren E. H. Krelage Zogd, te Haarlem. 3 eene verzameling bloemen van pelargonium zonale van Gebr. zur Kleinschraiede te Deventer 4. aster reine des célèbres van Gebr. van Namen te Zwijadrecht. In de Nasssukade te Am sterdam lsg een leege schuif, zoo's breede, zware, diepe zandschuit. En in het ruim lagesa drie marsen hun mid dagslaapje te genietea, rustende op hun saamgevouwen boezeroenes, door hooge wanden beschut tegen de felle zonnestralen. Een marinier in uniform zwaaide daar slagende voorbij. De man had '6 warm, erg warm. Op z'n blauwe pakje brandde de zon en daar binnen brandden een half dozijn glaasjes jenever. Mariaiertje kreeg trek ia een water tochtje. Mèt sprong hij op de schuit, maakte het touw los en ging parman tig aan 't boomen. Maar met recht riepen honderden menscbeo, die aas wal het grappig spelletje bewonderden, den joligen zeeman na s „Hou je roer rechtDe schuit zeulde door het water een zeilboot die aan 't laveeren is, van links naar rechts, van wal naar wal, De drie mannen in de „kajuit" bleven slapen en Mariaiertje kon dus kalm voortboomea al werd de warmte er ook niet beter op. Maar op het „Koekjesbruggetje,, ston den vier ageuien met eea brigadier van plan den zeesoldaat aaa de eer te her inneren, die hij z'n wapea verschuldigd is. Maiiniertje liet zich echter niet pak ken in z'n baaitje en in z'a point de d'honaeur. Met één rappen aprosg was hij op een steeneaschuit, die juist zou afvaren. Eerst wilde de baas den in dringer te water gooien, doch toen de vluchteling hero zoo heel vaa harte de groote band toestak ea hem met echte dronkenmans-genaoedelijkheid iets toe fluisterde, toen duwde de baas het mannetje in 't vooronder en deed hy het luik boven z'n hoofd dicht. 't Publiek vond het ia-fideel van den baas, maar de politie keek boos. Heel verbaasd werden de bestuurders van de zandschuit wakker, doch de agenten brachten hun 3poedig aas 't verstand, dat ze moesten „opboomen" anders zouden ze nog naar „het bureau" worden gebracht „wegens 't verwekken van samenscholingen." Tel. Deser dagen vervoegden zich ten kantore van de heeren Menöes, Gaus Co. in de Doelenstraat te Am sterdam, twee vreemdelingen om coupons te wisselen. Terwijl die heeren binnen wares, zag een der kantoorbediendes op straat twee asdere heeren wachten, kennelyk vroolijk gestemd, althans lachend de terugkomst der anderen af wachtende. De bediende waarschuwde sen der firmanten dat de zaak niet pluis scheea te zijn, waarop de vreem delingen, onder een voorwendsel, met de ter inwisseling aangeboden coupons werden verwezen naar het kantoor der Tweatsche Bank. Inmiddels telefoneerde men naar genoemde Baak, dat er een paar vreemdelingen zouden komen, dat de zaak verdacht scheen en het raad» zaam was de politie te waarschuwen. De politie werd dan ook gewaarschuwd ea wat deed zij Eea agent in uniform werd voor het kantoor der Twenische Bank geposteerd, de vreemdelingen zagen hem en zjja niet bianengekomen om coupons te wisselen, zoodat het vermoeden gewettigd is dat de zaak niet pluis was. Wie weet, tot welke outdekkiag mea gekomen zou zijn, wanneer de politie oordeelkundig ware opgetredenIntus- schen is het te betreuren, dat zaken van belang bijna altijd mislukken, door groote onhandigheid en het wordt dan ook hoog tijd om aan het toezicht op vreemdelingen wat meer zorg ie wij desa daa thans geschiedt. {Pol.-Nieuws). Naar men verneemt is in het proces-Carré in zake het bekende spoorwegongeluk bij Kirch'&agern nog altijd geen conclusie genomen. Den 25sten Sept. e. k. zal te Berlys de eerste uitspraak in die zaak plaats hebbes. Men schrijft uit Wieringen dö. 14 dezer aan de N. R. Ot. Gisteren ochtend om zeven uur wer den de bewoners van Hippolytushoef verschrikt door een geweldigen slag, die velen naar buitera deed snellen om te zien wat er gebeurd was. Toea bleek het dat het dak van het koor der her vormde kerk, dat al lang op het inval len had gestaan, was ingestort, glazen verbrijzelend, stukken vare den ouden muur met zich voerend. Om tien uur kwam de gemeente op met haren ring- predikanf om godsdienstoefening te hou den ea het avondmaal te vieren, doch oaze burgemeester vond geene vrijmoe digheid het oude gebouw voor de gods dienstoefening open te stellen, zoodat de gemeente ongesticht huiswaarts moest keeren. De burgemeester heeft al sinds eenigen tijd gewerkt om die kerk de noodige reparatie te doen ondergaan, maar hij vond daarbij niet voldoenden steun. Ben ik goed ingelicht, dan heeft de Synode nog pas de subsidie, voor het herstel dezer kerk aangevraagd, ge weigerd, terwijl zij die voor eene pas torie te Oosterland, alhier, heeft toege staan, wat toch op verre na niet zoo noodzakelijk was. Welke raadslieden de Synode daarbij hebben voorgelicht weet ik niet, maar het schijnt mij toe dat ze op een dwaalspoor werd geleid. Doch het besluit der Synode is gsen wet van Meden en Perzen. Het zal noodig zijn dat alle krach! en worden ingespannen om deze vervallen kerk weer op te hou wen. Deze kerk heeft geene fondsen en hulp is noodzakelijk. De leden van het vierdein- temationaal congres ter bestiyding van het misbruik van sterken drank werden Dinsdagavond te 's-Gr&venbage door burg. ea weth. namens dea gemeente raad verwelkomd en outvangea in de trouwzaal. De burgemeester hield een korte toespraak. Het Gemeentebestuur was zeïde hij overtuigd van het gewicht vaa dea arbeid van het congres. Men moest de wereld niet kennen om het doel dat beoogd wordt, aiet toe te juichen. Het geldt hier niet het bekampea v&s eea slechte gewoonte, een euvel, een zwakheid, die medelijden opwekt,maar het lenigen van een maatschappelijke wonde, een kw®a3, dat het welzijn der gehcek samenleving aantast. Zonder overdrijving kan big dat zeggen, wast den zeer gevaarlijken cultus der over drijving die zeer fin de siècle schijnt te zijn, was hij niet toegedaan. Maar dit Congres is gebouwd op waarheden die ia de oogen springen. M n kan ever de middelen twisten om het kwaad te keereD, men kan het verschil van denk beelden koesteren over de richting die men wil inslaan, niemand die sympa thie kan weigeren aan den geest ea het doel die aan dezen arbeid voorzitten. Spr. heette vooral de dames welkom. Groot is de invloed der vrouwen, zeide hijhet congres heeft dien noodig bij zijn streven om de zedelijke wederop- hcffing van millioenen natuurgenooten tot stand te brengen. De geestkracht, de tact en de toewijding der vrouwen waren van hooge beteckenis bij dit ZJit het engclsch VAN EARNEST DE LANCEY PIERSON. 18) HOOFDSTUK VIII. Twee middernachtelijke bezoeken Na het diner begaf ik mij naar m^'n kamer, hopende daar op een gemakkelijken stoel liggende, mij in slaap te kunnen lezen, maar hetgeen ik las kon m|j niet boeien, voortdurend staarde ik over mgn boek op den waBd. Daar tooverde my het spel mijner verbeelding voortdurend het .jwrtret van Sylvia voor oogen, die de armen naar mij scheen uit te strekken en een vriendelijken glimlach op mij vestigde, alsof zy fflü riep. Ik wierp het boek weg. Zoolang my dit visioen voortdarend voor den geest speelde, kon ik aan niets anders denken. De ge dachte aan haar was my nu meer pijnlyk dan aangenaam. De afstand tusschen ons was zoo groot als die tusschen de zon sn de aarde. Ik trok myn jas aan en ging naar beneden. Het was in de ontvangkamer donker. Dit was geheel in overeenstemming met myn gemoedstoestand, zoodat ik de lamp niet aanstak. Ik wist zeer goed waar de verschillende meubelen stonden, zoodat ik half droomende nog gemakkelijk den weg vond in de duisternis. Terwyl ik daar liép als een blinde, dacht ik aan de vele malen, dat Sylvia en ik hier in het schemerdonker hadden gezeten, terwyl zij met diepe, liefelijke stom voor mij zong, welke melodiën gevoelige snaren in myn hart deden trillen en my een toekomst voor de oogen tooverden, welke nooit te bereiken zou zyn. Het zou voor mij geen gemakkelijke taak zijn om mij nu los te maken van den invloed, dien deze omgeving op my had uit geoefend. Ik was te lang veel te lang gebleven. Slaperig geworden door de warmte van het vuur, begon ik halt soezend te peinzen over mijn ongelukkig lot, mij afvragende, hoe mijn leven zou zyn geweest wanneer Sylvia's zachte hand my had geleid over het moeielyk pad. In deze atmosfeer, waarin ik hare tegenwoordigheid als het ware nog voelde, vormde ik dolle, zon derlinge plannen voor de ontknooping van dit zonderlinge lotgeval in myn leven. Ik zou met haar wegloopen en Henley aan zyn lot overlaten; ik zou een bekentenis afleggen van mijn bedrog en my aan hare voeten van het leven benemen. Ik zou Ik sperde myne oogen wijd open. Daar bewoog zich iets by de piano. Ik zag den omtrek van eene menschelyke gestalte. Ka» het Sylvia zijn, die was teruggekeerd? Was zy teruggekomen om ongestoord te peinzen over het tooneel, dat tusschen ons had plaats gehad endaft by my zoowel zoete als droeve herinneringen op wekte? Of was die verschijning slechts het gevolg van een over spannen brein, dat geheel van haar vervuld was, en bracht die my nu in herinnering, hoe denkbeeldig mijn hoop was. Ik zal daar nu in de duisternis volkomen wakker en in spanning. De schaduw bewoog zich nu en dan zonder gerucht te maken en bukte; het was niet de stap van een vrouw, maar van een man. Ik dacht aan den majoor. Dat was echter niet mogelijk. HQ was slank, en deze gestalte scheen breed en kort te zyn. Een koel tochtje, dat my in het gelaat blies, bevestigde mijn vermoe den. De middernachtelijke bezoeker was uit den tuin binnen gekomen. Ik zag hem een bureautje in den hoek naderen, een bekoorlijk meubeltje van ebbenhout met ivoor ingelegd, dat Sylvia toebe hoorde. De bezoeker liet er het schijnsel van een lantaarn op vallen, knikte met het hoofd, alsof hij tevreden was over he t uiterlijk en haalde een paar gereedschappen uit zyn zak te voorschijn. Nu zette hy de lantaarn neer, zoodat het licht op het bureautje viel en ging aan het werk. By het eerste knarsend geluid van den vyl ontstelde ik. Hy stond op het punt om heiligschennis te plegen aan iets van Syl via; dat was voor mij genoeg. Ik werd toornig by de gedachte dat een inbreker, eea gewone, vuile inbreker zich aan de bezittin gen van mijne lieveling zon durven vergrypen. Hy was zoo verdiept in zyn werk en het zachte karpet smoorde zoodanig het geluid van mijne voetstappen, dat hy my niet hoorde naderen. Ik had reeds een plan gemaakt en aarzelde niet met het ten uitvoer te brengen. Haastig sloeg ik een zyden zakdoek om zQn hals, trok hem achteruit, draaide de beide einden om elkaar en trok hem na

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 1