NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
IB1I.
lie Jaargang.
Zaterdag 16 September 1893.
No. 3131.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIE N:
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37 j.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat Ho. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
By Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEEEBOOM.
Hoofdagenten voor het. Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE CoJOHN F. JONESSucc.Parijs 31 bis Faubourg Montmartre.
Het Bijvoegsel van het blad dat
Zaterdagavond verschijntzal bevatten:
Het avontuur van een journalist
Uit Spcvnje. Binnen- en Buitenland-
sche berichten. Varia. Adverten-
tïèn enz.
Haarlem15 Sept. 1893.
Op de lijst der bekroonden op de
I landbouwtentoonstelling te Amster
I dam komen nog voor: de firma Schert-
I zer Zoon alhier, met eene eervolle
vermelding voor eene collectie afge
sneden bloemen, en de heer D. H.
Blok, alhier, met een verg. zilv. me
daille, voor zijne inzending vergift-
vrije ontsmettingsmiddelen.
De heer C. Montauban, le onder
wijzer aan de 2e tusschenschool, her
dacht heden den dag, waarop hij vóór
25 jaar liet eerst als haaiiemsch on
derwijzer in betrekking trad.
De kinderen zoowel als het perso
neel waren van meening, dat deze
dag niet ongemerkt mocht voorbij
gaan.
Bij het binnentreden in zijn ver
sierd lokaal, werd de jubilaris ver
welkomd met een toepasselijk lied,
waarna bet hoofd der school, de heer
Valken, hem de hulde overbracht van
de kinderen en het personeel, terwijl
mede de districts-sch ooiopziener en de
arrondissements-schoolopziener aan
wezig waren en den jubilaris compli
menteerden.
Verder op den dag had het perso
neel zijn collega nog een verrassing-
bereid.
Uit de welmeenende taal, waarin
allen hun wenschen uitspraken, blijke
den heer C. Montauban, hoe hij door
de autoriteiten, door zijn collega's,
zijn leerlingen en oud-leerlingen, ge
waardeerd wordt.
In de dezer dagen gehouden alge-
meene vergadering van de Haarlem-
sche Mannen-Zangvereeniging „Cres
cendo" zijn de aftredende bestuurs
leden, de heeren J. W. Veldheer,
(vice-president), en J. J. Smits (secre
taris) als zoodanig herkozen. In de
plaats van den heer M. W. Savrij
(commissaris), die om gezondheids
redenen bedankt heeft, is gekozen de
heer G. Roling, thans bibliothecaris,
terwijl in diens plaats tot bibliothe
caris is benoemd de heer J. Postma.
(De heeren J. Mostert (vroeger pen
ningmeester) en M. W. Savrij werden
hij acclamatie benoemd tot eerelid
van „Crescendo".
Uit het verslag van den secretaris
bleek, dat „Crescendo" zich in een
bloeienclen toestand mag verheugen.
Het le concert zal plaats hebben
omstreeks half November.
Het bestuur zal zich voor dit concert
de medewerking trachten te verzeke
ren van mejuffrouw Manifarge uit
Rotterdam, die onlangs op een dei-
orgelconcerten in de Groote Kerk zich
als eene uitmuntende zangeres heeft
doen kennen en van den welbeken
den violist, de heer Chr. Timmner,
vroeger concertmeester van het con
certgebouw te Amsterdam, die reeds
vroeger in „Crescendo" optrad.
Het bestuur is voornemens het 2e
concert te geven met medewerking
van ons Stedelijk Muziekkorps en
alsdan uit te voeren de Fritthofsage
van Max Bruch.
In cle groote zaal van de sociëteit
„de Kroon" werd Donderdag door de
vereeniging „Proza en Poëzie", direc
teur de heer P. H. Buisma, eene uit
voering gegeven met een liefdadig
doel, daar de netto opbrengst strekt
ten voordeele van eene hulpbehoe
vende weduwe. In tweeërlei opzicht
is deze uitvoering zeer goed geslaagd,
nml. ten opzichte van de uitvoering-
zelve, en ten opzichte van het doel.
Ruim 200 is nml. de netto opbrengst.
Het programma was zeer afwisse
lend. Het bevatte drie nummers voor
koor welke zuiver en friseh werden
gezongen, hoewel in den beginne
eenige neiging tot gejaagdheid niet
viel te miskennen. Het 2de nummer
bevatte een tweetal duo's voor citer
en viool. Hier liet de directeur de
heer P. H. Buisma, zich als een ver
dienstelijk citerspeler kennen.
Voor deze uitvoering hadden hunne
welwillende medewerking toegezegd,
de heeren gebrs. K.zooals zij zeer
bescheidenlijk op het programma
stonden vermeld. Door hen werden
„Notturno" van Rehbaum en „Colom-
ba-walz" van Stern uitstekend voorge
dragen, zoodat het luid applaus hen
nog een extra nummertje deed geven.
Hun voordracht was zuiver evenals
bij het trio van drie violen.
Een historisch dramatisch duo voor
tenor en bariton „Egmond en Hoorne"
viel ook zeer in den smaak. Beide
zangers beschikken over goede stem
men, vooral degene, die de bariton
partij vervulde.
Het laatste nummer van het pro
gramma was een blijspel met zang
„De Jager, de Huzaar en het Oester
meisje", dat ook goed werd vertolkt.
Bedenkende, dat de executanten,
allen werkzaam in de werkplaatsen
van de H. IJ. S. M. alhier, dus dilet
tanten zijn, die niet over bizonder veel
vrijen tijd kunnen beschikken om
zich te oefenen, en om zich aan de
poëzie van het leven te wijden en de
proza er van voor een oogenblik te
vergeten, kunnen wij slechts met lof
gewagen van de vereeniging „Proza
en Poëzie" en van haar directeur, den
heer Buisma, die deze uitvoering zoo
goed hebben doen slagen.
Wij verwijzen onze lezers naar de
in dit nummer voorkomende adver
tentie betreffende het a. s. Maandag
optreden van Miss Graij.
Overal waar Miss Graij haar belang
wekkende mededeelingen gaf, mocht
zij zich in een groot en belangstel
lend publiek verheugen.
Te dezer stede is Donderdag over
leden de heer Jan van Reij en, oud-ad
judant-onderofficier van de cavalerie.
Nadat hij in 1873 op eervolle wijze
uit den dienst was ontslagen, heeft
hij geruimen tijd tie betrekking be
kleed van Custos van het museum
van Kunstnijverheid alhier, op eene
wijze waarvoor hij allen lof verdiende.
Voorts was hij voorzitter van het be
stuur der afdeeling Haarlem en om
streken der vereeniging van gepen-
sionneerde onderofficieren en minde
ren van het Nederlandsche leger. Hij
werd ruim 70 jaar oud.
In de gemeente Alkemade heeft op
eene bevolking van 4380 zielen van 1
Aug. tot 9 Sept. geen sterfgeval plaats
gehad.
Te Alkemade hebben zich 27 jon
gelingen aangegeven voor de vrijwil
lige oefeningen in de wapenhandel.
Graan- en Zaadmarkt gehouden te
Hoofddorp Haarlemmermeer 14 Sep
tember 1893.
Roode wintertarwe f 0.a 0,-
Jarige tarwe f5,25, a f6.15. Witte
tarwe f5.80, a f 6.40, Zomer ristarwe
f 0.a f 0.Rogge f 4.50, a f 4.60,
Haver f6.80, a 7.15, Chevaliergerst
f 4.25 a f 4.90, Wintergerst f4,15 a
4.60, Zomergerst f3.15, a f0.Dui
ven boonen f0.a f6.70, Paarden-
boonen f 0.a f 5.75, Bruinen boo
nen f 0.a f 0.Groene erwten
f6.a f6.95, Grauwe erwten f0.
f0.Capucijners f0.a f0.
Kanarizaad f 6.a f6.75, Karwei-
zaad f 16.50, a f 16.75, inclusief Kool
zaad f 0.a f 0.Blauw maanzaad
f 13.50, a 14.Geel mosterdzaad
f 0.a f 0.Bruin mosterdzaad
f 0.a f 0.Lijnzaad f. 0,a. f0.
In verband met het Kon.
besluit van 12 dezer, omtrent de uit
reiking der nieuwe vaandels en stan
daars, is door den Minister van Oor
log, behalve hetgeen dienaangaande
reeds werd vermeld, nog bepaald
dat het bevel over de bij de plech
tigheid tegenwoordige troepen ge
voerd wordt door den goeverneur dei-
residentie. De uit te reiken nieuwe
vaandels worden op 21 Sept. a. s.,
des middags te 12 uren, afgehaald
aan het Departement van Oorlog.
Tot dat einde bevinden zich aldaar
op vermeld tijdstip 12 alleen met de
sabel gewapende onderofficieren. Het
overbrengen der vaandels naar het
Malieveld geschiedt onder het geleide
van een gewapend detachement van
het reg. gr. en jagers. De 12 onder
officieren nemen de vaandels in
foudraal gehuld in ontvangst zon
der eenig eerbewijs, hernemen hun
plaats in het midden van het deta
chement, dat zonder trom of hoorn-
muziek naar het Malieveld marcheert.
Nadat HEL MM. op het Malieveld
zijn aangekomen, de verschuldigde
eerbewijzen zijn verricht HD. langs
de gelederen zijn gereden, doet de
goeverneur der residentie een carré
formeeren met drie zijden.
De kommandeerende officieren van
het regiment grenadiers en jagers,
van de acht overige regimenten der
infanterie en van de drie regimenten
huzaren benevens de régiments-adju-
danten, begeven zich nadat zij,
voor zooveel zij te paard zijn, zijn af
gestegen met de vaandel- of stan
daarddragers, die het oude vaandel
of den ouden standaard van het korps
dragen, naar de plaats, waar HH.
MM. zich bevinden en stellen zich
tegenover HH. MM. in volgorde van
de nummers der regimenten opde
infanterie op den rechtervleugel.
De Minister van Oorlog .plaats zich
aan de linkerzijde van HH. MM.
De inspecteur der infanterie en de
inspecteur der cavalerie stellen zich
ter zijde van den Minister van Oor
log.
Wanneer H. M. de Koningin-Re
gentes het verlangen te kennen geeft,
om de uitreiking te doen aanvangen,
doet de goeverneur der Residentie
den ban open (hetgeen wil zeggen,
dat de plechtigheid, een aanvang
neemt.
Aanvangende met het regiment
grenadiers en jagers heeft daarna de
uitreiking der vaandels en standaard
in volgorde der nummers van de
regimenten der infanterie en der ca
valerie als volgt plaats,
De adjudant van dienst van H. M.
de Koningin neemt het nieuwe vaan
del of den nieuwen standaard over
van den onderofficier, die dit aan
het D. v. O. heeft ontvangen, begeeft
zich er mede naar Hare Majesteiten,
ontdoet het voorwerp van het fou
draal en biedt het vaandel of den
standaard de Koningin aan.
De regiments-kommandant neemt
het oude vaandel of den ouden stan
daard van den adjt.-ond.-off.-vaandel-
of standaarddrager over ;.hij overhan
digt dat voorwerp aan den ordon-
nance-officier van dienst van H. M.
de Koningindeze stelt het ter hand
aan den onderofficier, die het nieuwe
vaandel of den nieuwen standaard
heeft gedragen.|
De regiments-kommandant begeeft
zich naar Hare Majesteiten. Hare
Majesteit de Koningin reikt het vaan
del of den standaard uit aan den
regiments-kommandant.
Nadat alle vaandels en standaards
zijn uitgereikt, wordt de ban geslo
ten, gedefileerd en de oude vaandels
en standaards op de voorgeschreven
wijze naar het Dept. v. Oorlog over
gebracht.
Donderdag kwam de o-
ningin-Regentes te 2.40 aan het sta
tion te Arnhem aan en reed met ge
volg in twee rijtuigen naar de ten
toonstelling van schilderijen „Musis
Sacrum", waar haar een ruiker werd
aangeboden door den president, mr.
Aberson, die de Koningin met een
kort woord welkom heette. De ingang
van het gebouw was versierd met
planten; in de middenzaal prijkte de
buste der jonge Koningin. Te half
vier reed H. M. naar het Diacones-
senhuis.
Koningin Wilhelmina bracht een
bezoek aan hét [kasteel Middachten.
Mr. Th. He emsker k h eeft
bij zijn bedanken voor de benoeming
tot wethouder te Amsterdam geschre
ven, dat zoowel het lidmaatschap van
de Tweede Kamer als andere bezig
heden, die hij op dit oogenblik geen
vrijheid gevoelt te laten varen, oor
zaak zijn, dat hij niet den noodigen
tijd beschikbaar zou hebben om de
betrekking van wethouder naar eisch
te vervullen.
Donderdag te 12 uur is de
tentoonstelling van landbouw te Am
sterdam geopend met eene korte rede
van den voorzitter der maatschappij,
den heer Herman F. Bultman. Hij
huldigde het bestuur der afdeeling
Amsterdam, voor de uitnemende wijze,
waarop zij de tentoonstelling heeft
voorbereid, en dankte de autoriteiten
onder wie werden opgemerkt leden
der Tweede Kamer, burgemeester en
Naar het engelsch
van
FLO RLE NGE WARDEN.
12)
HOOFDSTUK V.
„Hebt gij niet eens een kleine vosmerrie gezien met een
witten voorpoot, voor de dogcart van Hodgkin?"
„Hodgkin, de tuinbouwer? O ja zeker, een flink loopend
paardje. Heeft dat u toebehoord?"
„Neen, aan mijne zuster Pamela."
Zij vervolgden hun weg door de stallen, maar de gastheer
was stil geworden en scheen in gedachten verdiept. Toen op
het laatst alles bekeken was, en hij bij het hek afscheid van
Jane nam, zeide hij aarzelend:
„Wanneer wij in Colorado waren, dan zonden mijne jon
gens op hunne eigen paarden, met een paar gezadelde beestjes
voor u beiden bij zich, des morgens bij u komen, en zoudt
gij er niets tegen hebben om een ritje met hen te maken,
maar hier zoudt gij zeker verontwaardigd zijn als ik zooiets
durfde voorstellen. Daar in het land hebben vriendschap en
vriendelijkheid nog waarde, maar hier kan men geen vriend
schap sluiten en niet vriendelijk zijn jegens menschen, die
niet van denzelfden stand zijn. Goedenavond mijn kind!En
laat uwe mama zich maar niet ongerust maken."
„Gij zijt wel goed en vriendelijk!" zeide Jane, toen zij
elkaar de hand drukten.
Toen zij thuis gekomen was, vertelde zij aan de andere
meisjes, dat zij nooit meer oneerbiedig over mijnheer St.
Rhadegund moesten spreken. Tegenover haar moeder, die
nog zeer onder den indruk was van de behandeling, haar
lieven zoon aangedaan, was zij voorzichtiger in hare uitdruk
kingen. Zij vertelde echter, dat de oude heer haar zeer vrien
delijk had ontvangen, en dat hij de Priory niet wild© ver
laten of zij moesten hem dit verzoeken.
In dien tusschentijd was St. Rhadegund door zijne jongens
ondervraagd over de wijze, waarop hij de jonge dame had
ontvangen.
„Waarom hebt gij haar naar de stallen gebracht vader?
Wij hebben u gezien," zeide Jim met gefronst gelaat want
om iemand de stallen te laten zien was een bizondere gunst
van den kant van Rhadegund.
„Gij hebt ze haar laten zien dat weet ikvoegde Tom
er bij.
„Het ware beter geweest als gij het aan Jim of mij hadt
overgelaten," zeide Dick somber. Die vrouwen hebben zulke
manieren over zich, dat men al zijne standvastigheid moet
aanwenden om hen te weerstaan. Jim zou een en al vuur en
i kzoo koud als een steen zijn geweest. Ik wil er alles om
verwedden, dat gij geen van beide zijt geweest!"
„Ja jongens, misschien hadt gij wel gehandeld evenals ik.
Zij is een aardig meisje een werkelijk aardig meisje
en statig als een koningin. Het doet mij onaangenaam aan,
hen steeds te zien loopen, wat naar ik vermoed, de schuld
is van de mannelijke leden der familie, die niet eens thuis
wonen. Het schijnt, dat de tweedePamela wordt zij, meen
ik, genoemd, veel houdt van paardrijden, maar hare kleine
merrie aan Hodgkin heeft moeten verkoopen. Het speet mg
werkelijk dat te moeten hooren dat is zeker. En dit meisje
schijnt ook veel van paarden te houden!"
„Daar hebt ge het al ik heb u wel gezegd, dat zij u zou
bepraten," zeide Jim zegevierend.
Dick echter, die met een eigenaardige uitdrukking op het
gelaat naar de woorden van zijn vader had geluisterd, keek
in het licht en zeide niets.
De volgende dagem gingen voorbij zonder dat er ontmoe
tingen of vijandelijkheden tusschen de beide families plaats
hadden. De eenige gebeurtenis, het vermelden waard, was,
dat Edward des morgens vroeg met den trein vertrok om
een dag te Margate door te brengen, wel is waar niet de
dichtstbijzijnde, maar de drukste badplaats, hoewel het goede
seizoen nog niet was aangebroken. Hij keerde des avonds
laat thuis; mevrouw Hoad-Blean wachtte hem op, en ging
onmiddellijk met hem naar boven, zonder dat de meisjes
hem te zien kregen. Den volgenden morgen bemerkten zij
evenwel aan het gelaat harer moeder, dat het bezoek van