heden maar somtijds ook wegens
diefstal.
De moeder van den beklaagde heeft
aan den ambtenaar van het O. M. zelf
verzocht, den knaap naar een rijks
opvoedingsgesticht te zenden. Hieraan
is evenwel door den leeftijd van den
beklaagde niet voldaan kunnen wor
den.
Een gestrenge straf acht Mr. Van
Outeren voor den jongen noodig en
requireert derhalve zijne veroordeeling
tot gevangenisstraf voor den tijd van
zes maanden.
Uitspraak over 8 dagen.
In de derde zaak, gericht tegen
eene vrouw uit Haarlemmermeer ter
zake van mishandeling moest dooi
den sub. off. van just, vrijspraak wor
den gevraagd omdat slechts eene
getuige het feit bevestigde en de twee
eenige getuigen, die bovendien nog
gedagvaard hadden kunnen worden,
beiden verstandelijk ontoerekenbaar
zijn. De persoon die mishandeld zou
zijn, is simpel, een meisje dat het ge
val gezien zou hebben, idioot.
De rechtbank veroordeelde heden
Lambertus van Os te Velsen, wegens
mishandeling, tot gevangenisstraf
van 3 mnd. De eisch was 4 maanden.
Jannetje Zevenhek, huisvrouw van
Alb. Bosch, werd wegens eenvoudige
beleediging veroordeeld tot betaling
van 2 geldboeten a 1 ieder subs. 2
maal 1 dag hechtenis.
De eisch was 2 boeten it 3.
Woensdag zijn de eerste ladingen
beetwortelen aan de fabriek „Holland"
te Halfweg aangevoerd. Schoon eerst
achterlijk als een gevolg der lang
durige droogte, zijn ze bij het groei
zame weder der laatste weken flink
bijgekomen, terwijl ook het suiker
gehalte niet beneden het middel
matige is.
De eigenaars der deels tot barak
ingerichte woning te Houtrijk en Po-
lanen hebben aan het gemeentebe
stuur en den Inspecteur van hetGe-
neesk. Staatstoezicht bericht dat zij
niet genegen zijn de bedoelde woning
in zijn geheel voor barak te verhuren.
BINNENLAND.
Het ontwerp-adres van ant-
woord op de Troonrede is Woensdag
na heropening der vergadering der
lste Kamer ter tafel gebracht. Het
luidt als volgt:
„Mevrouwde Eerste Kamer der
Staten-Generaal vernam met erken
telijkheid de in menig opzicht be
vredigende mededeeling omtrent den
algemeenen toestand des lands, die
Uwe Majesteit mocht doen bij de
opening van de gewone zitting der
Staten-Generaal.
„Wij verheugden ons te vernemen,
dat de betrekkingen tot alle buiten-
landsche mogendheden van den meest
vriendschappelijken aard zijn.
„Met ingenomenheid werd door ons
de mededeeling ontvangen, dat op
welwillende wijze gevolg is gegeven
door Uwe Majesteit tot verschillende
regeeringen gericht, om eene regeling
voor te bereiden van onderwerpen
van internationaal privaatrecht.
De voortdurend loffelijke plichts
betrachting van zee- en landmacht,
zoowel hier te lande als in de ko
loniën, waardeeren wij inhoogemate.
„De mededeelingen van Uwe Ma
jesteit aangaande de uitkomsten van
den oogst, den toestand van den
veestapel en dien van handel, nijver
heid en scheepvaart trokken onze be
langstellende aandacht.
„Vurig hopen wij, dat de algemeene
gezondheidstoestand bevredigend mo
ge blijven en het Rijk voor uitbrei
ding van besmettelijken ziekte be
waard worde.
„Met voldoening hoorden wij Uwe
Majesteit verzekeren, dat de toestand
van 's Rijks geldmiddelen bevredigend
is, dat verhooging der belastingen
niet wordt gevorderd en de beschik
bare middelen toereikend zijn voor de
behoeften van den dienst,
„Overtuigd, dat gedurende dit zit
tingsjaar ons opnieuw een hoogst
gewichtige taak wacht, zijn wij bereid
haar met ijver en toewijding te aan
vaarden.
„Met Uwe Majesteit vereenigen
wij ons in den wensch, dat onze ar
beid, onder Gods zegen, strekke tot
blijvend welzijn van ons dierbaar va
derland."
Er werden geen algemeene beraad
slagingen gevoerd.
De paragrafen werden goedgekeurd.
Het adres werd aangenomen en
zal H. M. worden aangeboden dooi
de commissie van redactie en den
Voorzitter.
De plechtige opening van
de Cadettenschool te Alkmaar zal in
tegenwoordigheid van Z. E. den mi
nister van Oorlog, den 30en September
a. s. des middags om 12 uur plaats
hebben.
De nakomelingen van den
Nederlander Pieter Smit, die in de
17e eeuw naar New-Jersey vertrok,
zoo bericht lyIndependence, houden
nu al sinds meer dan twee eeuwen
ieder jaar een familie-bijeenkomst. Dit
jaar waren er op den familiedag 5647
personen bij elkaar. De oudste was
96 jaren oud.
De londensche correspon
dent van het Hbld. schrijft dat de
secretaris der „Britsche Laborer-com
mission" een verslag heeft uitgebracht
over den toestand der arbeidende
klasse in Nederland. Het is verleden
week door de „Royal commission on
Labour", openbaar gemaakt. Zooals
men weet is deze commissie, waarvan
de hertog van Devonshire (vroeger
lord Hartington) het voorzitterschap
bekleedt, een paar jaren geleden ge
vormd met het doel de uitvoerigste
gegevens omtrent den werkenden
stand in Engeland en andere landen
te verzamelen ten einde aan het Par
lement een verslag uit te brengen
dat als grondslag voor toekomstige
wetgeving zal kunnen dienen. De se
cretaris en de werkelijke ziel der com
missie is de heer Geoffrey Drage, die
zich niet alleen op staathuishoud
kundig gebied, doch tevens in letter
kundige kringen reeds een vrij ge-
schatten naam had verworven. Aan
zijn geoefende hand is het te danken
dat de verslagen der commissie, die
van tijd tot tijd voor het publiek
worden verkrijgbaar gesteld, niet
slechts als documenten [van econo
mische waarde maar ook als geniet
bare lectuur worden begroet.
Het bedoelde verslag is door den
heer Drage zelf, die zich tot dien
einde naar 's Gravenhage begaf, on
der bijstand van sir Horace Rum-
bold, den britschen gezant in Neder
land, samengesteld. De hulp van het
nederlandsche ministerie van justitie
wordt tevens dankbaar erkend. De
inhoud van het verslag bestaat bijna
geheel uit uittreksels der berichten
van de Nederlandsche Staatscommis
sie van 1890/92 met aanhalingen uii
artikelen in de Neue Zeit en andere
tijdschriften.
Aan deze mededeelingen, in hoofd
zaak aan belanghebbenden in Neder
land welbekend, heeft de heer Drage
eene inleiding gevoegd, waarin hij
zijne indrukken over het hollandsche
volkskarakter mededeelt. Volgens hem
is de hollandsche werkman in 't al
gemeen degelijk en vertrouwbaar,
maar onderscheidt zich niet door vlug
werk, en de lange werkuren, in de
meeste vakken aan de orde van den
dag worden niet als lastig beschouwd,
wanneer den werkman slechts ver
gund wordt zijne taak op de langza
me wijze die hem het best past te
verrichten. Het volk onderscheidt
zich niet door vernuftigheid, uitvin
dingsgeest, smaak, of zelfs groote
vakkennis; hiertegenover staat een
hooge mate van gezond verstand, die
verhindert dat de nederlandsche ar
beider zich door plannen van niet
bepaald practischen aard laat mede
slepen. De heer Drage schijnt zich
aan te sluiten bij hen die van oor
deel zijn, dat de oude godsdienstbe
grippen allengs hun invloed op het
nationale leven verliezen, en dat de
schuld hiervoor gedeeltelijk rnoetge-
w,eten worden aan de geestelijkheid
der verschillende protestantsche ge
meenten, die, behalve zoover als hunne
beroepsplicht hun daartoe noodigt,
weinig met het eigenlijke volksleven
in aanraking komen.
„De plaats, zegt de heer Drage,
vroeger door godsdienstige drijfveeren
ingenomen ligt - nu braak, waar zij
niet allengs gevuld wordt of door het
socialisme zelf, öf door de ontwikke
ling der i'oomsche kerk in de rich
ting die in andere landen onder den
naam van „christelijk socialisme" be
kend is. De ijver voor het belang dei-
arbeidende klasse die door de roomsch-
katüolieke geestelijkheid aan den dag
wordt gelegd en de groote organisa
tiekracht waarover de clerus beschikt,
maken eene groote uitbreiding van
zijn invloed in de naaste toekomst
waarschijnlijk."
Onder leiding van den
voorzitter van het hoofdbestuur, den
heer W. A. Yiruly Ver brugge, werd
Woensdag in het Paviljoen Vondel
park" te Amsterdam de twee-en-twin-
tigstejaarl. alg. verg. gehouden van de
Maatschij. vanTuinbouw en Plantkun
de die op een daartoe gedaan verzoek
samenviel met de herinnering aan
het 20-jarig bestaan der afd. Amster
dam. Met dit feit wenschte de voor
zitter de afdeeling geluk. Zij heeft
een eervol verleden en blijft zij den
ingeslagen weg bewandelen, dan wacht
haar nog een schoone toekomst.
Spr. besluit zijn korte toespraak
met den wensch, dat deze vergade
ring mocht bijdragen tot den bloei
der Mij.
Het jaarverslag reeds in extenso
in het Tuinbouw-Blad opgenomen
werd zonder voorlezing voor kennis
neming aangenomen, waarna de verg.
met applaus haar goedkeuring hechtte
aan het besluit van het hoofdbestuur
dat om gewichtige redenen was toe
getreden tot het Landbouw-Comite.
Alsnu kwam aan de orde het voor
stel van Arnhem, betreffende het ver
krijgen van verminderde prijzen op de
spoorwegen voor leden van groote
Vereenigingen en Maatschappijen. De
afgevaardigde der afdeeling verklaar
de zich bij het preadvies van het
hoofdbestuur aan te sluiten, om nl.,
wanneer ook andere groote Vereeni
gingen het verzoek aan de Spoorweg-
Maatschappijen- doen om reductie
voor de leden bij algemeene vergade
ringen, congressen, tentoonstellingen
enz., zich alsdan daarbij aan te slui
ten."
Vervolgens werd behandeld het
voorstel van de afd. Groningen en
omstreken om voor de belangrijkste
onderdeelen van tuinbouw vergelij
kende proefnemingen te houden om
trent de werking van verschillende
kunst meststoffen en waarover in
het Tuinbouwblad rapport zou moe
ten worden uitgebracht.
Het hoofdbestuur was bereid het
hoofddenkbeeld te verwezenlijken,
doch wilde het op kleine schaal daar
mede aanvangen, dan zou een subsi
die van f25 voor elk der vier onder
deelen van den tuinbouw voldoende
zijn. Mochten de proeven rijke vruch
ten opleveren, dan zou daarin wel
licht aanleiding kunnen gevonden
worden om Rijkssubsidie voor der
gelijke proefvelden aan te vragen.
Conform dit praeadvies werd bij ac
clamatie besloten.
De afd. Velp en omstreken stelde
voor een verandering te brengen in
de werking der vaste commissie tot
het beoordeelen van nieuw ingevoer
de planten.
Het hoofdb. ontraadde de aanne
ming van het voorstel, het zag daarin
geen nut, en is overtuigd, dat aan
neming het behoorlijk voortbestaan
dier commissie ernstig zou bedreigen.
Gaarne zou het echter de voorstellen,
om verbeteringen in die commissie
te brengen, willen overwegen. Na korte
wederzijdsche toelichting besloot men
de meening van het hoofdbestuur te
volgen.
Omtrent het voorstel-Nijmegen, om
aan de Duitsche Regeering te ver
zoeken ook over Kleef levende plan
ten naar Duitschland te mogen' zen
den, adviseerde het hoofdbestuur tot
aanneming. Het werd dan ook met
algemeene stemmen zonder debat
aangenomen.
Eveneens werd aangenomen een
voorstel van Enkhuizen om kleine
tentoonstellingen enkel van ooft te
organiseeren.
Het hoofdbestuur wil telken jare
4 of 5 dier exposities doen houden
en daarvoor getuigschriften uitloven
Daartoe werd besloten.
Het voorstel van Groningen, om
elementair theoretisch tuinbouw- on
derwijs zoo algemeen mogelijk ver
krijgbaar te stellen, werd tot een
volgende vergadering uitgesteld. Een
onderzoek naar de kosten zal worden
ingesteld.
Op voorstel van Amsterdam zal
voortaan in het Weekblad kennis ge
geven worden van het toetreden van
nieuwe leden.
Naar aanleiding van het voorstel
Utrecht om het daarheen te lijden,
dat in het Tuinbouwblad worde opge
nomen een zaakrijk statistisch ver
slag van den Tuinbouw in de ver
schillende streken van ons land wordt
op praeadvies van het hoofdbestuur
besloten om vooralsnog een afwach
tende houding aan te nemen, nu door
het instellen van en door het toe
treden tot het L.mdbouw-Comite die
zaak in een overgangsperiode ver
keert.
Uit het jaarverslag bleek, dat het
getal afd. was geklommen van 22
tot 24 en het getal leden van 1700
tot 1800. De bibliotheek werd met
enkele werken verrijkt. De Regentes
schonk weder 2000 subsidie.
De rekening, sluitende met een
batig saldo van 462, werd goedge
keurd. Voor aftredende niet herkies
bare hoofdbestuurders werden geko
zen baron Van Goldtstein te Nij kerk,
tevens tot voorzitter mr. J. G. YVurf-
bain te De Steeg, C. Kwast te Dor
drecht, J. De Waard te Groningen en
J. D. Onderwater te Haarlem. De al
gemeene secretaris-penningmeester,
de heer Zwart, wordt voor 5 jaren
herbenoemd. Voor de volgende alge
meene vergadering wordt Nijmegen,
voor de win ter bij eenkomst Arnhem
en voor de vriendschappelijke samen
komst Boskoop aangewezen. Daarna
wordt de vergadering onder wederzijd
sche plichtpleging gesloten.
Inde zaak van De Jongzal
een derde persoon optreden. Juffrouw
Schmitz is namelijk nog in het laatst
van Augustus te Hilversum gezien
met een heer, die volgens beschrij
ving De Jong niet kan zijn. Deze per
soon woonachtig te Amsterdam,
scheen iemand uit fatsoenlijken stand
en was blijkbaar met haar op zeer
vertrouwelijken voet. Alle geruchten
omtrent het vinden van een lijk zijn
volkomen onwaar.
Woensdag is een kellner van het
station te Hilversum te Amsterdam
verhoord. Hij heeft nl. De Jong en
juffrouw Schmitz op 29 Augustus ge
zien aan het station vanwaar zij met
de sneltrein naar Amsterdam vertrok
ken.
Z o o a 1 s blijktuitdemede-
deeling van den burgemeester van
Rotterdam,zijn Woensdag geen nieuwe
lijders aan cholera asiatica aangege
ven. Een persoon is aangegeven als
overleden.
In het geheel hebben zich nu, van
het ontstaan der ziekte op 21 Augus
tus af, 38 gevallen van cholera aldaar
voorgedaan, waarvan 21 met doode-
lijken afloop, terwijl 6 lijders hersteld
zijn en 11 lijders in behandeling blij
ven.
Te Kralingen heeft zich Woens
dagochtend weder een geval van cho
lera asiatica voorgedaan, en wel bij
eenen fabrieksarbeider, wonende aan
het Kralingscheveer. De lijder is des
middags overleden.
Onmiddellijk is voor de woning van
den lijder een politiepost geplaatst.
Dit is het 5e geval aldaar sedert 31
Augustus.
Te IJselmonde heeft zich een
zesde geval van cholera asiatica voor
gedaan, en wel bij een man aan den
Oostdijk De man was werkzaam te
Bolnes. De toestand van den patient
is vrij bevredigend.
Dinsdag is te Schoonhoven het
eerste geval van cholera asiatica ge
constateerd bij eene weduwe, die in
de Nes aldaar eene water- en vwur-
nering drijft.
Dinsdag is te Gouda een geval
van cholera voorgekomen. De lijder,
een 42-jarig man, werd naar de barak
overgebracht.
De sjouwer R. te's-Gravenhage.
die Zaterdag jl. uit zijne woning aan
het Molenslop naar de barak is ver
voerd en bij wien Zondag de aziati-
sche cholera werd geconstateerd, is
Woensdag voormiddag overleden.
Te Groote-Lind (gemeente Zwijn-
drecht) is ook het derde kind, dat
door de cholera was aangetast, Dins
dag avond overleden. De drie kinde
ren zijn uit één gezin. Zij werden
gezamenlijk Woensdag ochtend be
graven.
De man uit het tweede aangetaste
gezin in diezelfde gemeente is nog in
leven, maar verkeerd in zorgwekken-
den toestand.
Te Selzaete zijn op een scheepje
drie personen aan cholera overleden.
Het vaartuig kwam uit Gent.
Wedstrijden.
Woensdag had achter het Rijks
museum een harddraverij op de
korte baan plaats van paarden van
alle rassen en landen om 3 prijzen:
ƒ400, ƒ150 en 50.
Ingeschreven waren 16 der beste
harddravers en wel:
Krylatyeig. Joh. de Mol, Den
Haag, ber. P. van Santen; Plawny
eig. D. Vermaat, Charlois, en Th. J.
Dop, Hilversum, ber. B. W. Schippers;
Sne.l] eig. G. Sinck J.Czn., Amsterdam,
ber. G. Sinck JCzn.; Wilhelmina, eig.
J. A. Weber Jr., Nieuwer-Amstel, ber.
Wiebe de Boer; Carl, eig. A. A. van
den Berg, Haarlem, ber. C. Persoon
Mirkaeig. A. de Koning, Strijen,
ber. A. de Koning; Sadoreig. D. J.
Florijn, Rotterdam, ber. J. Koster;
Princeseig. W. II. J. Brom, Utrecht,
ber. Jan de Boer; Bonnie Ieig A.
van der Lee, Koudekerk, ber. M.
OppelaarWilhelmeig. H. van
Haaren, Amsterdam, ber. Wiebe de
Boer; Geraldineeig. A. Wassenaar,
Haren, ber. A. Wassenaar; Rejected
eig. D. Vermaat, Charlois, en Th. J.
Dop, Hilversum, ber. B. W. Schippers:
Cruquiuseig. J. A. Weber Jr.,
Nieuwer-Amstel, ber. A. H. van Wicke-
voort Crommelin; Souvenireig. W.
H. J. Brom, Utrecht, ber. Jan de Boer;
Endiouxeig. Th. J. Dop, Hilversum
Op het oogenblik dat Branson sloeg, liet Jim het meisje
los, dat zonder een oogenblik te talmen naar huis ijlde. Hij
keerde zich snel om in eene aanvallende houding, maar toen
hij zag, wie zijn aanvaller was, liet hij zijne handen zakken
en zeide verachtelijk:
„Ik zal niet met u vechten, gij zijt mij te dik."
„Het doet mij genoegen dat te hooren," gaf Branson ten
antwoord, wiens moed zeer was bekoeld, nu Jane niet langer
getuige was van zijn heldhaftig gedrag. „Het zal mij ook
veel genoegen doen te hooren, dat gij voortaan deze dame
ongemoeid'zult laten."
Jim zweeg een oogenblik, gedurende waarvan hij aan eene
hevige ontroering ten prooi scheen te zijn. Daarna zeide hij
met veranderde stem:
„Zijt gij met haar verloofd?"
„Ik ga met haar trouwen," antwoordde Branson koel.
Jim, die dit antwoord niet verwacht had, bleef een oogen
blik bewegingloos staan en keek vervolgens Edward vragend
aan, die naderbij was gekomen met een brandende lamp in
zijne hand.
„Is wat die man daar zegt waar?" vroeg Jim.
„Natuurlijk is het waar! Verdenkt gij mijne vrienden van
onbetrouwbaarheid?" vroeg Edward.
Jim wendde zich tot Branson.
„Ik moet u mijne verontschuldiging aanbieden mijnheer,"
zeide hij met heesche stem. „Ik wist het niet. Ik heb echter
geen aanzoek tot miss Blean gericht; zij moedigde mij daar
toe volstrekt niet aan. Zij scheen ongelukkig te zijn, en ik
wilde weten of ik haar ook op de een of andere wijze van
dienst kon zijn. Ik hoop mijnheer, dat gij er in zult slagen
haar gelukkiger te maken dan zij op dit oogenblik schijnt
te zijn." Hij keerde zich haastig om, sprong over het houten
hek en verdween in den boomgaard.
Branson, die zich gelukkig gevoelde een wellicht gevaar
lijken mededinger op deze wijze onschadelijk te hebben ge
maakt, juichte inwendig, terwijl hij zijn arm door die van
Edward stak en met dezen het huis weer binnentrad.
Jane gaf een zoo kort mogelijke verklaring aan hare moe
der en zusters, die in den tuin hadden hooren praten
zonder de stemmen te kunnen onderscheiden.
Edward echter, die gezien had, dat Jane alleen afwezig was,
vermoedde, dat zij in gesprek was, en kreeg de gelukkige
ingeving om Branson er op af te zenden om haar in den tuin
op te zoeken. Jane deelde hare moeder slechts mede, dat zij
met Jim St. Rhadegund over het hek had gesproken, en dat
zij naar binnen was gegaan toen Edward en zijn vriend er
bij waren gekomen.
Nauwelijks had zij haar verhaal geëindigd, of de beide
heeren traden de zitkamer weer binnen. Den geheelen avond
bleek het den dames duidelijk hoe groot de invloed was, dien
Branson op Edward uitoefende, maar het verwonderde hun
ten zeerste, dat hij dien aanwendde ten nutte der jonge dames
door hem te verwijten, dat hij zijne familie verwaarloosde,
en niet voor zijne zusters was, wat hij moest zijn.
„Ik weet wel," zeide hij, dat als ik zulke lieftallige zusters
had, ik mij zooveel mogelijk bij alle gelegenheden met hen
zou vertoonen!"
„Ja maar mijnheer Branson," zeide mevrouw Hoad-Blean,
verheugd, dat zij in de gelegenheid was, om Edwards vriend
een verwijt toe te voegen en daardoor tegelijk haar zoon te
verontschuldigen, „hij brengt zijn tijd te veel in uw gezel
schap door om zich nog aan zijne zusters of mij te kunnen
wijden."
„Gij zult dat verwijt niet meer tot mij behoeven te richten,
Edward, in plaats van met mij vanavond terug te keeren,
zooals gij hebt voorgesteld, zult gij uwe zusters morgen naar
Birchington vergezellen. Daar wordt een lawn-tennis match
gehouden, waarin de jonge dames ongetwijfeld belang zullen
stellen."
Hij las eene weigering in de oogen en in de saamgeknepen
lippen van mevrouw Hoad-Blean, zoodat hij zich haastte er
bij te voegen:
„Het spijt mij, dat ik er zelf niet bij tegenwoordig kan zijn,
om de eer van het gezelschap uwer familie te genieten."
Mevrouw Hoad-Blean, die zelf de vermoeienis van zulk een
dag niet zou willen doorstaan, en die niet veel vertrouwen
stelde op Edwards geleide, zou toch het voorstel hebben af
geslagen, wanneer de meisjes zeiven met uitzondering van
Jane het plan niet levendig hadden toegejuicht, want door
dit tochtje zou de eentonigheid hunner levenswijze eenigszins
gebroken worden. Men besloot dus het tochtje den volgenden
dag te doen houden.
(Wordt vervolgd.)