BINNENLAND. De leMmziiip ml UIT DEH GEMEENTERAAE van BLOEMENDAAL. Alvorens in de vergadering van Donderdagavond na voorlezing der notulen werd overgegaan tot behan deling der aan de orde zijnde punten, werd door den voorzitter herinnerd aan art. 16 van het reglement van orde, bepalende dat zonder toestem ming van den Raad iederen spreker slechts twee maal het woord over een onderwerp mag worden verleend. Dit geschiedde zeker naar aanleiding van de discussie in de vorige vergadering betreflende de Tramomnibus-Maat schappij. Het eerst kwam aan de orde de benoeming van een gemeente-ont- ontvanger, als plaatsvervanger van den heer Verburg, wien met 1 Oc-t. op verzoek eervol ontslag is verleend als zoodanig. Door B. en W. waren uit de vier sollicitanten op de voordracht ge plaatst de heeren jhr. B. J. de Jonge van Dampens Nieuwland, ambtenaar' ter secretarie te Bloemendaal en J. Fon- tijn, geagreeëerd klerk bij den rijks ontvanger te Barneveld. Bij opening der stembriefjes bleek dat eerstge noemde met algemeene - tien - stem men was benoemd. Hierna kwam in behandeling de begrooting voor 1894. Sommige hoofd stukken betreffende de uitgaven ga ven tot breedvoerige besprekingen aanleiding. Het salaris van den ge meente-ontvanger is op deze begroo ting van 375 op ƒ400 gebracht. Op voorstel echter van den heer Joh. ter Hoffsteede wordt besloten dit salaris vooralsnog niet te verhoogen, daal de verhooging te luttel is om de be krachtiging daarvoor aan Ged. Staten te vragen, terwijl later wellicht nog een belangrijker verhooging op dit salaris wordt aangenomen. Op voorstel van hetzelfde lid wordt aangenomen, dat over de 525, uit getrokken voor het bouwen van een archiefkamer niet door B. en W. mag worden beschikt dan na den ge meenteraad er over te hebben geraad pleegd, daar nu nog niet juist bepaald kan worden, waar deze archiefkamer zal worden gemaakt, in de gemeente school of in het perceel naast het Raadhuis. Bij behandeling der straatverlich ting leest de voorzitter een brief voor van den directeur van het gesticht „Meerenberg" den heer van Deventer, waarin deze wijst op de wenschelijk- heid, dat de Meerenbergsche weg naar Bloemendaal straatverlichting krijge. B. en W. zullen hiernaar on derzoeken en evenzeer eene aanmer king van den heer ter Hoffsteede ter harte nemen, dat de regeling op de verlichting wellicht eene verbetering behoeft, vooral met het oog op het herfstweder. Bij de behandeling van de post huur van het postkantoor ontspint zich een langdurig debat en wel naar aanleiding van het voorstel dat de heer Bijvoet doet, dat B. en W. eene begrooting zullen maken voor een nieuw postkantoor, in te richten in het perceel naast het Raadhuis, dat aan de gemeente toebehoort. De lig ging van het tegenwoordige postkan toor, waarvan de huur Augustus 1894 verstreken is, vindt hij te ongeschikt. De voorzitter is niet voor een eigen postkantoor en meent dat de localiteit door de uitbreiding, die aan het post kantoor is en wordt gegeven, goed genoeg is. De conclusie van de door hem voorgelezen Memorie van toe lichting betreffende de plannen tot het bouwen van een eigen postkan toor is, dat het perceel naast het Raadhuis voor dit doel ongeschikt is. en de onkosten te groot zouden zijn. Deze zouden namelijk ƒ15000 be dragen. Ook de wethouder, de heer Elde- ring heeft groot bezwaar door de te hooge kosten, en vindt de plaats van het tegenwoordige postkantoor niet ongeschikt. De heer ter Hoffsteede is vooreen eigen postkantoor en zou wenschen, dat wanneer met de hoofdadministra tie der posterijen werd onderhandeld over de verlenging van de huur van het oude postkantoor, haar tevens werd medegedeeld, dat de gemeente een eigen postkantoor wil stichten, waar voor de administratie een behoorlijke huurprijs zal moeten betalen. De heer Bijvoet merkt nog op, dat het postkantoor na verloop van jaren voor de posterijen winst is gaan op leveren, zoodat het vermoeden dat de administratie geneigd zal zijn meer huur te vergoeden alleszins gewet tigd is. De voorzitter merkt op, dat het te genover de Spoorwegmaatschappij, die 12 jaar geleden het postkantoor voor hare rekening heeft laten bouwen, niet te billijken is dit het volgend jaar niet meer in te huren, daar het verzoek tot stichting van den ge meenteraad is uitgegaan. De heer ter Hoffsteede ontkent dit laatste. Met gerustheid gaat hij over die onbillijkheid heen vooral ook daal de gemeente volgens zijne meening te hooge huur heeft vergoed. Het verzoek is van de Spoorwegmaat schappij uitgegaan. De voorzitter gelooft dat de heer ter Hoffsteede de zaak verkeerd voor stelt, bovendien is de huur (tegen woordig 600, vroeger 800) zoo hoog niet. De heer ter Hoffsteede verklaart pertinent, dat de zaak afgeloopen is, zooals hij die voorstelt. Door den burgemeester wordt nu voorgesteld aan te vragen of het wen- schehjk is de huur van het oude postkantoor te continueeren, wat met 7 tegen 3 stemmen, die van de heeren Bijvoet, ter Hoffsteede en Rouwens, wordt aangenomen. Hierna werden de inkomsten behan deld, en werd ten slotte de begrooting in inkomsten en uitgaven 37.989.83 bedragende, vastgesteld. Nadat nog mededeeling was ge daan van de bekrachtiging door Ged. Staten van gemeenteraadsbesluiten, en voorgelezen .wordt een dankbetui ging van den afgetreden gemeente ontvanger voor het hem verleénde pensioen van ƒ250, sluit de voorzit ter de vergadering na op de vraag van den heer Bijvoet, of het rapport van den heer Verkoren reeds was ingeko men, ontkennend te hebben geant woord. Met een extra trein, ten 10 u. 1 m. van den Haag vertrokken, hebben H.H. M.M. de Koninginnen zich Donderdagochtend naar hetLoo terug begeven, vergezeld van haar gevolg. Donderdagmorgen had in de Hollandsche kerk te Londen een lijkdienst plaats ter huldiging van de nagedachtenis van graaf van Bylandt. bijgewoond door alle gezanten van de verschillende natiën, uitgezonderd die van Frankrijk, wegens uitstedig- heid. H. M. de Koningin werd ver tegenwoordigd door haren opperstal meester, de Engelsche koningin dooi den heer Edw. Hertsiet. Lord Rose- bery, minister van binnenlandsche zaken, zond den heer Foley, de lord major zond alderman Wittaker Ellis. De predikant de heer S. de Waard uit 's-Gravenhage, hield een rede, mej. Goedhart zong een solo, terwijl het orgel werd bespeeld door den heer Loman. De voornaamste Hol-' landers woonden de plechtigheid bij. Een onzer lezers deelt ons mede, dat hij Woensdagavond tijdens het onweder op den O. Z. Voorburg wal loopende, van een bizonder na tuurverschijnsel getuige is geweest. Op een bliksemstraal volgde onmid dellijk een hevige donderslag, verge zeld van een knetterend geluid, en op hetzelfde oogenblik zag onze zegs man een vuurregen in de gracht neerdalen. De stukken vuur moeten zoo groot als een vuist geweest zijn, Ook anderen moeten dit verschijnsel opgemerkt hebben. Hbld. Zooals blijkt uit de mede- deeling van den burgemeester van Rotterdam zijn Donderdag 2 nieuwe lijders aan cholera asiatica aangege ven. Een dezer gevallen deed zich voor bij eenen man, wonende op de Westzeedijk (Stroodorp), die naar het hulpziekenhuis te Crooswijk is ver voerd het tweede geval bij eene vrouw, wonende in de Thoolenstraat, die aan de ziekte is overleden. Twee personen zijn van de ziekte hersteld, In het geheel hebben zich nu, van het ontstaan der ziekte op 21 Augus tus af, 43 gevallen van cholera aldaar voorgedaan, waarvan 26 met doode- lijken afloop, terwijl 11 lijders her steld zijn en 6 nog in behandeling blijven. De inspecteur van het genees kundig staatstoezicht, die Donderdag Barendrecht bezocht, heeft verklaard dat bij onderzoek is gebleken, dat de eerste patiënt, din daar bezweken is. lijdende was aan cholera asiatica. Van den tweeden patiënt (die her stellende is) kan niets met zekerheid geconstateerd worden, daar geen uit werpselen zijn bewaard gebleven. Te Kralingen heeft zich Donder-1 dagmiddag een ziektegeval, vermoe delijk cholera asiatica, voorgedaan bij eenen werkman, wonende in de Oostmaasstraat. Een vermoedelijk geval van cho lera heeft zich voorgedaan op eene visscherij aan de Oude Maas, die ge meentelijk is ingedeeld bij Dubbel dam, maar dichter gelegen is bij Dord recht enPuttershoek.Bedoelde vissche rij ligt geheel geïsoleerd opdenKrab- polder, vroeger een eilandje, gelegen bij de splitsing van de Oude Maas en het Mallegat (d. i. het bovenge deelte van de Dordtsche Kil). Sedert eenige jaren is de Krab, de rivierarm waardoor dit eilandje van de Hoek- sche Waard gescbeiden was, aan de eene zijde afgedamd, waardoor dit water geheel volgeslibd is. Het is langs dezen weg verbonden met de Hoeksche Waard. In de Hamerstraat te 's Graven- li age heeft zich Donderdag een nieuw geval van cholera asiatica voorge daan. De lijder wordt in zijne woning verpleegd. De lijders die er thans nog in de barak vertoeven zijn her steld en zullen, behoudens buitenge wone omstandigheden, Zaterdag die inrichting verlaten. Dinsdagavond is in het Sophia- ziekenhuis te Zwolle opgenomen een schipper, die lijdende was aan hevige cholerine. Hij is spoedig overleden. Voor alle zekerheid werd hij in het ziekenhuis geïsoleerd en is zijn bed- degoed en toebehooren Woensdag gedesinfecteerd. De overledene had, zooals de meeste schippers, de gewoonte het gracht- of pompwater ongekookt te drinken. Donderdagochtend was om en bij het gemeentehuis en de groote kerk te Zwolle een groote toe loop van nieuwsgierigen om „een jong paartje" te zien dat in het huwe lijk werd verbonden en in leeftijd te zamen 144 (65 en 79) jaren telt. Met iederen dag bijna komen nieu we bijzonderheden uit het veelbewo gen leven van Hendrik de Jong aan den dag. Zoo heeft zich thans weder een dienstmeisje bij de recherche te Am sterdam vervoegd om mede te deelen dat De Jong_ ongeveer een jaar gele den veel bij hare moeder, die te Utrecht woont, aan huis kwam en deze op een goeden dag een ileschje onder den neus hield, met het ge volg, dat de vrouw het bewustzijn verloor en bij haar ontwaken uit die verdooving den huisvriend plus eene som van ƒ300 verdwenen vond. De Jong, zich voor docter uitge vende, had haar vroeger reeds eens een kistje met medicijnen ten geschenke ge geven. Op dit kistje heeft de recher che Donderdag beslag gelegd. Voorts is de politie nog een dameshoed in handen gevallen, welke De Jong te gelde moet hebben gemaakt reeds vóór hij Sarah Juett en Marie Schmidt leerde kennen. Van welke vrouw deze hoed afkomstig was, ligt nog in het duister. Onder het dagelij ksche verhoor be gint De Jong zich met den dag kal mer te gedragenmeermalen zegt hij, dat de beide vermiste vrouwen wei binnen enkele dagen van zich zullen doen hooren en men hem dan zal moeten vrijlaten. Telkens wanneer de deur opengaat om een nieuwen getuige binnen te laten, verschrikt hij echter en wacht in zenuwachtige spanning af, met wien men hem weder zal confrontee- ren. Herkent hij den persoon, dan herkrijgt hij weldra zijne gewone kalmte en schertst hij zelfs met hem. Op dergelijke wijze gedroeg hij zich bijvoorbeeld ook tegenover de vrouw, aan wie hij te Arnhem de kleederen van Sarah Juett verkocht. Deze wilde evenwel van zijn gemeenzamen toon niets weten en gaf min of meer te kennen, dat De Jong ook haar een maal bijna geworgd had in eene zij ner wreedaardige buien. Ook het zoeken onder Velp, Rede, de Steeg en Dieren door een 40-tai personen naar het lijk van Sarah Juett is vruchteloos gebleven. De Tel. vernam nog het volgende liefdesavontuur van De Jong uit den mond van den vader van alweer een gemankeerde echtgenoote van den grooten hartenroover. In Juli van het vorige jaar logeer de De Jong in het logement van den heer K. aan de Martelaarsgracht te Amsterdam. Hij raakte in kennis met de doch ter des huizes en al spoedig stemde de vader toe in een engagement met den rijken landmeter, zooals De Jong zich toen voordeed. Dat duurde eenigen tijd. De Jong was druk en onderhoudend als steeds en hl Augustus teekende De Jong en mej. K. aan ten stadhuize. Vooruit reeds werd getracteerd in het logement op het aanstaande huwelijk. Alles werd gereed gemaakt, de rij tuigen zelfs werden voor de plechtigheid besteld. Den Dinsdag vóór den Donderdag, waarop het huwelijk zou worden vol trokken, schreef De Jong in het bij zijn van bruid en aanstaanden schoon vader aan „zijn notaris te Weesper- carspel." „Voor het huwelijksreisje," zei hij, „dien ik toch wel wat geld te hebben! Daarom vraag ik, of de notaris van mijn kapitaal 10,000 wil losmaken." De brief werd verzonden, en spoe dig kwam een brief terug. „Da's toch vervelend", riep De Jong uit, na het stuk te hebben voorge lezen. „Nu meldt de notaris mij, dat hij door omstandigheden mij niet vóór over veertien dagen het geld kan zenden. De heer K. vond dit niet zoo erg. „Ik wil je immers met genoegen wat voorschieten" zei hij, „Hoeveel heb je noodig Zes of achthonderd gul den Na eenige bedenkingen wilde De Jong dan wel zeshonderd gulden, leenen. Een poosje later viel hem plotse ling te binnen, dat hij Woensdag nog even naar Den Haag moest, „Dan wil ik wel meezei de heer K, Dat ried De Jong hem sterk af. „Doe u het niet, pa, want ik ga al met den eersten trein." De heer K. vond dat geen bezwaar en 's morgens vroeg waren beiden aan het station. Maar toen de trein zou wegrijden, trof De Jong toevallig nog een kennis. Zoo misten zij den trein. Dan ga ik in dien tusschentijd nog een paar boodschappen doen/' zei De Jong, „wacht u maar pa." Doch de heer K. wachtte, maar zijn schoonzoon kwam niet terug. Met de ƒ600 ging hij naar Enge land, waar hij waarschijnlijk bij die gelegenheid met Sara Juett heeft ken nis gemaakt. Eenige maanden later zond hij den heer K. nog drie briefkaarten, waar in hij mededeelde, dat hij nog steeds aan zijn dochter bleef denken, maar vooreerst „het vijfde werelddeel" ging bezoeken. Verder vernamen zij niet? meer van hem. RECHTSZAKEN. Voor de Tweede Kamer voor civiele zaken der rechtbank te Amsterdam, diende Donderdag eene klacht van Reuters „Agency" tegen de uitgevers van het dagblad „De Telegraaf", loo pende over de quaestie of op grond van het tusschen beide partijen ge sloten contract vertalingen van Reu- ter's telegrammen vóór de uitgifte van het blad in de tijdingzaal mogen worden opgehangen. Reuter ontzegt de tegenpartij het recht, eischt, dat haar deze handelwijze zal worden verboden en haar voor eiken dag, dat daarmede mocht worden voort gegaan na uitspraak der rechtbank, het voldoen eener door de rechtbank te bepalen schadeloosstelling worde opgelegd. Voor Reuters „Agency" trad mr. Benjamins als civiele partij op;voor de „Telegraaf" mr. Kappeyne van de Coppello. Daar bij bedoeld contract aan de „Telegraaf" is toegestaan zooveel „supplements", mits „bulletins", uit te geven als zij mogen verkiezen, he pen de pleidooien in hoofdzaak over de vraag, of de geschreven vertalin gen der telegrammen, welke in de tijdingzaal ter lezing worden opge hangen, met recht beschouwd kun nen worden als „supplements dits bulletins". Mr. Benjamins pleitte, dat bij het contract aan de „Telegraaf" niet Iwas toegestaan de Reuter-tele- grammen te publiceeren op welke w ij z e de uitgevers dat maar moch ten verkiezen, maar wel zooveel malen per dag of nacht als zij. dat maar zouden goedvinden. Wat de wijze van publiceeren betreft, waren zij gebonden aan het geven van sup plements (der courant), dits bulletins, in welk beding ligt opgesloten dat dergelijke bulletins zouden moeten worden uitgegeven, d. w. z. als editie gedrukt [en verspreid, zooals de cou rant waarvan de bulletins „supple ments" moesten zijn, gedrukt en ver spreid wordt. De taalkundige betee- kenis van het woord editie afgeleid van het werkwoord „edare", d. w. z. uit de hand geven, liet volgens plei ter geen twijfel bestaan. Overigens moest hier het woord bulletin geno men worden niet in zijn algemeene, „Zeg hem als 't u blieft, dat zijne oudste dochter hem wenscht te spreken." 5 jDe man keek haar verbaasd en half ongeloovig aan, maar hij verdween door een van de twee binnendeuren, die hij zorgvuldig achter zich sloot. Jane hoorde uitroepen van on geduld en herkende de stem haars vaders; daardoor nam haar onrust nog toe. Een oogenblik daarna verscheen kapitein Hoad-Blean echter zelf in de gang, heette haar welkom op onstuimige wijzeen sprak de hoop uit, dat zij met haar onverwacht bezoek geen slecht nieuws bracht. „Geen slecht nieuws papa," gaf Jane ten antwoord terwijl zij haar vader in een ander daglicht begon te zien bij het aanschouwen van zijne weelderige omgeving, die zij verge leek met de kaalheid thuis en de armoede, die daar heerschte. Het contrast tusschen haar vader zelf, wiens haar en zwarten knevel zij nu voor het eerst ontdekte, dat geverfd waren, en hare eenvoudig gekleede moeder, was ook bizonder in het oogloopend. Hij droeg een prachtige jas en een parel grijze zijden vest, terwijl het overige van zijne kleeding hier mee geheel en al in overeenstemming was. Haar moeder had des morgens niet anders dan haar zwarte japon van merinoswol, welke zij den vorigen winter nog had gekeerd. „Ik was bang papa, dat ik u niet thuis zou vinden," zeide zij, en wierp toen een blik op de tafel, en ontdekte, dat hij zijn ontbijt nog niet geheel had genuttigd. Kapitein Hoad-Blean zag den blik en lachte. „Ja mijn kind, ik geloof, dat gij mij betrapt hebt," zeide hij vroolijk; „het is vannacht wat laat geworden, want een vriend van is mij uit Southampton vertrokken, van wien ik afscheid heb moeten nemen en nu heb ik mij wat ver slapen. En laat ons nu eens over uzelf spreken, dat is een veel bekoorlijker onderwerp. Wat verschaft mij het genoegen van uw bezoek?" Jane was als verbijsterd. Was dit de vader, om wiens ver- standigen, vaderlijken raad in te winnen, zij die reis had gemaakt, deze kleine man met zijn geverfden knevel, en de prachtig gemeubelde kamers, gelijkende op een damesboudoir? Zij stamelde uit aarzeling. „Ik ben hier gekomen papa om uw raad te vragen en u te verzoeken voor mij met mama te spreken."' Het gelaat van haar vader betrok; hij meende, dat het weer het werk zou zijn van een grootvader om raad te geven aan een zoo volwassen meisje, dat hij niet kon beletten hem „papa" te noemen. „Mijnfkind," zeide hij op den luchthartigsten toon, dien hij kon aannemen, „als het hier uwe kleeding gold bij voorbeeld een nieuwen hoed of de keus van een goeden roman of de best^opera, dan geloof ik, u wel te kunnen helpen, maar wanneer het eene meer ernstige zaak betreft, dan mijn kind, is uwe moeder veel beter in staat om u te raden' dan ik, en wat betreft het onderhoud dat ik met haar over u zou houden, zij houdt mij voor een te lichtzinnig man om eenig gewicht aan mijn woorden te hechten." „Ik denk toch wel, dat zij het in dit geval wel zou doen," zeide zij ernstig. Zij was opgestaan, en naderde de sofa waarop hij zich met een elegante houding had neergevleid. „Het is een onderwerp, waarover een vader zijn kind het best raad kan geven, want gij kent de mannen beter dan ik of mama." Het kleine vriendelijk gelaat van haar vader was gedurende deze woorden zeer betrokken. Hij wilde het feit, dat hij vader was, vergeten evenals de verantwoordelijkheid, die als zoo danig op hem rustte. De arme man bemerkte, dat men hem met iets zou kwellen. „Nu mijn kind," zeide hij met gelatenheid, „ga maar voort." Jane drukte hare handen stijf tegen elkaar, en de gedachte kwam onwillekeurig bij haar vader op, dat zij er toch be koorlijk uitzag. „Papa, zijn woekeraars geen hardvochtige, gewetenlooze en wat men noemt slechte menschen?" Kapitein Hoad-Blean sprong op als door een veer bewogen, en ondanks zijne verbazing over deze vraag, gaf hij onmid dellijk een antwoord. „Drommels ja!" riep hij uit, uit den grond van zijn hart. „De hardvochtigste, meest gewetenlooze, kortom de verdor- venste klasse van menschen der geheele maatschappijMaar" en hij bleef eensklaps staan na in de kamer heen en weer te hebben geloopen, terwijl zijn drift voor verwondering plaats maakte „wat ter wereld hebt gij met geldwoekeraars te maken?" Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 2