NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
11 1111E
lie Jaargang;
Vrijdag 6 October 1893.
No. 3148.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
STADSNIEUWS.
Gemerntebegrooting vsor 1884.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het gelieele llijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37^.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 12!
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentien worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publidté Etrangère G. L. DAUBE CoJOHN F. JONESSuccParijs 31 bis Faubourg Monlmartre.
Haarlem5 Oct. 1893.
Naar wij vernemen is de heer van
Goor, commissaris van politie hier
ter stede sedert een tiental dagen
vrij ongesteld. De laatste dagen is
hij g echter langzaam herstellende.
Door de inspecteurs en adjunct-in
specteurs van politie is bij den Raad
dezer gemeente een verzoekschrift in
gediend tot verhooging van hun sa
laris.
\Voorgesteld wordt het traktement
van den adjunct-commies ter secreta-
riefP. Verkes met ƒ100.en dat van
de klerken G. J. Kok Jr., P. Grillis
Jr. en L. M. Molenaar elk met 50.
te verhoogen. De post wordt evenwel
in haar geheel niet hooger.
Eene verhooging van 50.wordt
ook voorgesteld ten aanzien van den
ambtenaar belast met het beteekenen
van stukken der pi. dir. belasting.
De post: verdere kosten op de in
vordering (der pi. dir. bel.) vallende
is ƒ1650.hooger geraamd, dan de
som in 1893 noodig geweest.
Voorgesteld wordt de vergoeding
aan den gemeente-ontvanger voor
bureaukosten, met ƒ200.te ver
hoogen en derhalve te brengen op
ƒ2900.—.
g§Voor onderhoud van huizen, torens
en poorten wordt 540.meer ge
raamd dan in 1893 noodig is geweest,
t. w. 10.980evenzoo voor onder
houd" van wandelplaatsen en plant
soenen ƒ285.meer, voor bruggen
en overzetveeren ƒ1680.meer en
voor havens, vaarten enz. ƒ680.
meer dan in 1893 is toegestaan.
ZVoor jaarwedden der politie is uit
getrokken een bedrag van ƒ43,135,
tegen ƒ41,500 toegestaan in 1893 en
vinden de voorstellen van den Com
missaris 's Raads bijval, dan zal deze
post nog belangrijk moeten worden
verhoogd. Zijn wij wel ingelicht, dan
acht de commissaris het voor een
goeden dienst noodig, dat aan de
Leid schevaart en in het Rozenprieel
nog eén hulpbureau gemaakt en het
aantal agenten met twintig vermeer
derd worde.
Voor onderhoud der lantarens en
verdere verlichting is ƒ600. meer ge
raamd dan in 1893 toegestaan de
kosten der schutterij worden echter
op de daartoe ingediende begrooting
lager geraamd nl. ƒ7240.50 inplaats
van ƒ7556.85, als in 1893 is toege
staan.
Daar indertijd de Raad afwees het
voorstel van B. en W. om het gratis
afgeven van duinwater te staken, is
hiervoor nu een post van ƒ2000 uit
getrokken, voor kosten ter voorko-
mig en bestrijding van cholera 1000.
Zooals gewoonlijk is het hoofdstuk
kosten voor het (lager) onderwijs
weder gestegen. Wel is het totaal
cijfer lager dan in 1893, maar
dat komt doordat er nu geen
nieuwe school op de begrooting staatj
de gewone kosten evenwel zijn ge
klommen. Zoo zijn de jaarwedden
10.851 meer dan in 1893 is toege
staan, de vergoeding voor huishuur
835 meer, de kosten van in stand
houding van schoollokalen 452 meer,
die voor de schoolboeken 500 meer,
die voor verwarming, etc. ƒ720 meer
en die der schoolbibliotheken 50
meer.
Het Gymnasium zal ƒ240 meer
kosten, de H. B. S. met 5 j. c. 200
minder, de Meisjesschool 200 meer,
de H. B. S. met 3 j. c, 200 minder,
de onderhoudskosten evenwel 370
meer.
Voorgesteld wordt een nieuwen ca
talogus te maken van de Stadsbiblio
theek. Dit zal de post hiervoor be-
noodigd van 940 brengen op 1390.
De subsidie aan de bewaarschool in
de Jansstraat, ten vorigen jare op
610 uitgetrokken, zal nu niet hoo
ger zijn dan 510.
De subsidie voor den Ambachts
school blijft geraamd op 2500. B.
en W. zeggen in hun advies over het
verzoek tot verhooging van die sub
sidie, dat zij meenen niet te mogen
adviseeren thans reeds af te wijken
van het Raadsbesluit, waarbij 2500
subsidie werd toegestaan.
Geneesmiddelen voor behoeftigen
worden geraamd op 8200.tegen
7000.in 1893, kosten van ver
pleging van arme krankzinnigen
1080.minder de gemeente heeft
thans in Meerenberg 70 patiënten,
waarvoor zij 180.betaalt. De
subsidiën aan armbesturen zijn onge
veer 360.hooger, die aan de
Godshuizen 7000 hooger geraamd.
Laatstgenoemde post is een gevolg
van de subsidievermeerdering aan het
St. Elizabeths Gasthuis.
Renten van geldleeningen zijn ge
bracht op 86.332, tegen 87.722 in
1893 toegestaan aflossingen op
52000, dat is 6000 hooger dan in
1893 toegestaan.
Pensioenen, in 1893 8890.zijn
geklommen tot 10.610 en wel dooi
de pensioenen, verleend aan Mej.
Van Dapperen en de heeren A. A.
Sprenger en P. van der Eist. De
wachtgelden zijn met 620.ver
minderd, de gratificatiën geraamd op
3625.tegen 2584.in 1893.
eene verhooging voortvloeiende uit de
toelagen verleend aan genoemde heeren
Sprenger en van der Eist.
De brandassurantie zal 100.
minder kosten, de onkosten ten be
hoeve der markten ƒ150.minder,
de uitdieping van het Spaarne 450.
minder; de kosten voor het sluiten
van geldleeningen 300.minder,
de buitengewone uitgaven voor pu
blieke werken echter 13.800 meer,
welk verschil voortspruit uit de plan
nen tot het bouwen eener nieuwe
stadsapotheek.
B. en W. adviseeren tot afwijzing
van het verzoek van den marktmees
ter L. Plij mensen, om verhooging van
traktement, vooral op grond dat hij
pas in 1891 is benoemd.
Van het Woensdagavond in den
Schouwburg alhier gegeven blijspel
met zang „Mamselle Nitouche," moe
ten wij, daar gebrek aan plaatsruimte
het geven van een verslag belet, vol
staan met de mededeeling, dat de
vertolking door het gezelschap van
de heeren gebr. van Lier zeer goed
was. De heeren Bouwmeester en Bi
got Sr. vooral vertolkten hunne rol
zeer goed.
Jan Hendrik Zomerdijk die Zater
dag 23 Sept. voor de Arr. Rechtbank
alhier heeft terecht gestaan, wegens
poging tot doodslag op zijn stiefvader
Hermann IJeinrich Moning, is dooi
de Rechtbank heden veroordeeld tot
2 jaar en 6 maanden gevangenisstraf.
De eisch was 3 jaar.
Noord-Zuid-Hollandsche Stoomtram
weg-Maatschappij HaarlemLeiden.
Opbrengst in September 1892 en
1893.
Reizigers in 1892 f7431.97, in 1893
f7352.06, verschil f79.91.
Goederen in 1892 f 1041.19, in 1893
f 1095.24, verschil f54.05.
Tezamen vervoer in 1892 f8473.16,
in 1893 f8447.30, verschil f25.86.
Vorige maanden in 1892 f 62045.88,
in 1893 f68774.55, verschil f6728.67.
Vervoer sedert 1 Jan. in 1892
f-70519.04, in 1893 f77221.85, verschil
f6702.81.
Diversen in 1892 19840.53, in 1893
f5992.91, verschil f3847.62.
Totale opbrengst in 1892 f80359.57.
in 1893 f83214.76, verschil f2855.19!
Per dag kilometer in 1892 f 10.474
in 1893 f 10.886, verschil f 0.412.
Jhr. mr. P. J. EloutvanSoe-
terwoude, oud-lid der Staten-Gene-
raal en van den Raad der State, is
op 83-jarigen ouderdom overleden.
Hij was een der uitnemendste staats
lieden van de antirevolutionaire partij.
Het Tj. D. bevat het vol
gende weerbericht over de maand
September 1893:
In de goede verwachtingen, die
van September, de bestendigste
maand, mogen gekoesterd worden,
werd men ditmaal zeer teleurgesteld.
De meteorologische elementen, tem
peratuur en neerslag, die het meest
hun invloed doen gelden bij de be
oordeeling van het weder, vielen
beiden in ongunstigen zin uit.
De temperatuur wisselde gedurig
af, dan te hoog, dan weder te laag,
het meest te laag, en bleef ten slotte
gemiddeld 0,9° C. onder haar normale
(15,1" C.).
Plet maximum (23,5° C.) den 6en,
en het minimum (5.9° C.) den 26en,
vielen binnen de uitersten reeds eerder
waargenomen, respectievelijk 29.5 en
0.8° C. Zomerdagen kwamen in deze
maand niet voor.
De regenhoeveelheid bedroeg 92.3
mM., 26 mM. meer dan de normale.
Dagen met buitengewoon groote
regenhoeveelheden kwamen niet voor,
het meeste (17.0 mM.) gaf de 17e.
Het aantal dagen waarop regen viel
was 18, één dag meer dan het veel
jarige gemiddelde geeft.
De barometerstand was evenals de
temperatuur zeer wisselvallig en ook
evenals deze meestal te laag, gemiddeld
over de maand 3.4 mM., onder nor
maal (760.7 mM.) Ook de uitersten
769.4 en 744.7 mM. vielen binnen
die, welke reeds vroeger waargeno
men zijn: 776,3 en 735.6 mM.
Door de groote veranderlijkheid in
den barometerstand, wijzende op de
vele hoog ten noorden van ons langs
trekkende depressies, was de wind
kracht ook zeer verschillendwind
stilten en krachtige winden wisselden
elkander gestadig af. Tot stormkracht
groeide cle wind echter niet aan,
alleen den 2en, 22sten en23stenkon
men van krachtigen wind spreken.
Van de windrichtingen kwamen er
28.9 pet. voor uit ZZW., gewoonlijk
slechts 13,9 pet. Het aantal wind
stilten, 38.9 pet. overtrof ook belang
rijk het veeljarige gemiddelde 29,9 pot.
In verband met de groote regen
hoeveelheid was de gemiddelde voch
tigheid. (73 pet.) ook grooter dan ge
woonlijk (70 pet.) De verdamping,
daar het aantal regendagen ongeveer
gelijk aan normaal was, week slechts
gemiddeld 0.2 mM. per;[dag van hare
normale af.
Gemiddeld zijn er drie dagen in
deze maand die den geheelen dag
betrokken en 4.1 dagen die den gan-
schen dag helder zijn; ditmaal zijn
die getallen achtereenvolgens 5 en 3.
De gemiddelde bewolking (5,9) was
grooter dan gewoonlijk (5,3.)
Deze maand is rijk aan onweders
geweest. In Nederland werd onweer
waargenomen den 7, 8, 9, 16, 20, 21,
22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29 en 30.
De onweders van den Ssten, 22sten,
en 27sten waren zeer uitgebreid, van
deze dagen kwamen achtereenvolgens
200, 198, en 100 berichten in.
Te Utrecht kwam op 4 dagen on-
weder voor; het veeljarig gemiddelde
wijst slechts 1,7 dag, met onweder
aan. Hagel kwam in zoo geringe
mate bij enkele der buien voor, dat
hij niet te meten was. Lang voort
gezette waarnemingen leeren dat ge
middeld slechts eens in de vijftig
jaar in deze maand hagel valt.
Plalo's staan voor Utrecht niet ge
boekt. Regenbogen wel, den 22sten
en 27sten.
B 1 ij k e n s de N cd. P o li li e-
gids dezer maand is te Rotterdam,
Mossel trap no 5, een Nederland sche
Privaat-Detective Instituut opgericht.
Onder de leus „Waarheid boven
alles" stelt het bureau zich ten doel
alle opdrachten nauwgezet uit te voe
ren.
De beambten, die wij aan ons In
stituut hebben verbonden, zegt het
prospectus, zijn in deze werkzaamhe
den zeer ervaren en geven door hun
ontwikkeling en beschaving waarborg
tegen alle misbruiken.
Bovendien zijn zij door de hooge
cautie, die zij hebben gesteld, ge
dwongen zich aan de ontvangen in-
structie's te houden.
De geringste indiscretie wordt met
wegzending gestraft.
De werkzaamheden van het Insti
tuut strekken zich uit tot:
I. Het geven van inlichtingen om
trent karakter, levenswandel, werk
zaamheid, vermogen en alles wat
hiermede in verband staat.
II. Het optreden als bemiddelaars
in familietwisten, het zoeken naar
verdwenen personen, het opsporen
van schrijvers van anonyme brieven.
III. Het observeeren en 't nagaan
van personen, wier handelingen en
leefwijze strijden met de algemeene
zedelijke begrippen.
IV Het overnemen van betwiste
vorderingen, het innen van schulden
en het optreden als bemiddelaar tus-
schen twistende partijen, waardoor
in beider belang een proces wordt
Naar het engelsch
van-
FLORENCE WARDEN.
28)
HOOFDSTUK XI.
Ik weet waarlijk niet wat Edward zal zeggen. Hij is van
morgen weggegaan, en uit hetgeen hij zeide begreep ik, dat
hij den dag op Bransons villa ging doorbrengen, en dat, wan
neer Branson des avonds uit Londen terugkeerde, zij met
hun beiden een tochtje met het jacht zouden gaan maken.
Hij was zeer goed geluimd, en scheen er voor zich zeker van
te zijn, dat gij met Branson zoudt huwen, zoodat hij zich
niet om zijne schulden behoefde te bekommeren en boven
dien zooveel zakgeld zou krijgen als hij maar wilde. Ik denk
dus, dat die man Edward geheel in zijn macht heeft."
Jane huiverde. Dat Pamela's vermoeden juist was, daaraan
behoefde zij niet te twijfelen, en uit de woorden, door Bran
son aan het station tot haar gericht, begreep zij, dat Edward
dien avond in een toestand van wanhoop zou thuiskomen,
die op dit tijdstip zou grenzen aan waanzin. Aarzelend ver
telde Jane haar dit ook, en onder een diep stilzwijgen peinsden
de meisjes over de groote moeielijkheden, die haar en hare
moeder te wachten stonden, wanneer de toestand van Ed
ward zoodanig zou zijn, dat hij geweld wilde gebruiken. Toen
de meisjes bij hare moeder op omzichtige wijze het punt van
zijn geestelijken toestand hadden aangeroerd, had zij zich
driftig gemaakt, en verklaard, dat haar raad om den ge
neesheer over zijn toestand te spreken, onzinnig en boos
aardig was. m
„Het ergste is," zeide Pamela nadenkend, terwijl zij met
haar hand onder haar kin op de toilettafel leunde, „dat ik
nu ook in ongenade ben."
Jane wilde hiervan gaarne de oorzaak hooren, maar de bel
voor het middagmaal luidde, zoodat zij zich haastig naar
beneden begaven. Eerst na afloop van het middagmaal kon
Pamela haar meer vertellen dan wat zij nog haastig had
kunnen zeggen dat het kwam door „die verwenschte St.
Rhadegunds".
Toen zij na afloop van het middagmaal zich naar de zit
kamer begaven, was Pamela in de gelegenheid te vertellen
wat er gebeurd was.
Dien morgen was er kort na het ontbijt een tamelijk ge
biedende uitnoodiging gekomen van lady Constantia aan
mevrouw Hoad-Blean en Pamela om op Salternes Court de
lunch te komen gebruiken. Het briefje bevatte een onder
streept postcriptum „Alfred zal er ook zijn," wat Pamela
meende te moeten beschouwen als eene onweerstaanbare aan
trekking voor haar om te komen. Op Salternes Court aan
gekomen ontdekten de dames, dat lady Constantia hen had
laten komen om te spreken over een verbond, dat tusschen
de twee familiën moest worden gesloten, door middel waar
van de St. Rhadegunds zouden worden geboycot en dienten
gevolge gedwongen om Salternes te verlaten.
Alfred, die, naar Pamela begreep, zijne eigen minderheid
gevoelde vergeleken bij de zoons van St. Rhadegund, was
nog meer verbitterd dan zijne moeder. Mevrouw Hoad-Blean
scheen voor den drang, op haar uitgeoefend, te zullen be
zwijken, maar Pamela, beseffende hoe schandelijk de te nemen
maatregelen zouden zijn, verhief er hare stem tegen in een
krachtig protest. Al keerde iedereen in het graafschap de
St. Rhadegunds den rug toe, zeide zij, dan moest hare eigen
familie zich nog aan hun kant scharen. Zij waren goede
huurders, verder hadden zij hen niet te beoordeelen.
„Gij weet Jane," zeide zij ernstig, „dat ik niet geheel en
al onbevooroordeeld jegens die menschen ben, en dat ik den
oudste zelfs haat, maar het was zoo schandelijk, en Alfred
sprak zoo spijtig, dat ik meende te moeten zeggen, wat ik er
van dacht. Men wilde hen buitensluiten van het concours
hippique. Natuurlijk ging dit van Alfred uit, omdat hij wist
dat zij door hun prachtig rijden, hem, die niet veel betee-
kent, zouden overschaduwen. Daardoor ben ik geheel en al
in ongenade gevallen. Later ging ik naar de broeikassen om
de nieuwe palmen te zien, en Alfred kwam bij mij en trachtte
alles weer goed te maken, maar ik wilde er niets van hoo
ren. Daarna zeide hij, dat ik een koppig klein ding was, en