W edstrijden. Rechtszaken. sterfgevallen voor. Van Zaterdag op Zondag kwamen te Palermo 34 ziekte- en 14 sterfge vallen voor. Dü De rechter-commissaris voor straf zaken te Amsterdam, belast met de instructie der zaak tegen den ver dachten. Hendrik De Jong, doet. een beroep op de welwillendheid der Am- sterdamsche pers om tot de weten schap te komen wie de dame geweest is, die omstreeks het middaguur van Donderdag 31 Augustus jl. (verjaardag der Koningin)op het Tulpplein (Amstel-hotel) met De Jong in een tramwagen, rijdende naar de Wees- perzijde, heeft plaats genomen. Meer gegevens voor een persoonsbeschrij ving dier dame zijn niet aanwezig dan dat zij een dikke voile droeg, een bruinen hoed met eenigszins lichtere veeren, en een zwarte japon; zij was van middelmatige lengte, noch slank, noch gezet zij had een parapluie bij zich alsmede een bood- schappenmandje met riempjes er aan. De St. Jam-esGazette schaart zich, in zake het hypnotiseeren van De Jong, aan de zijde van de tegenstan ders van zulk een maatregel. Het blad zegt„Wat zou men er wel van zeggen als de autoriteiten een gevangene op zettelijk dronken maakten ten einde hem aan 't praten te krijgen over de misdaden, waarvan hij wordt ver dacht? Hypnotiseeren is in geen enkel opzicht iets meer te rechtvaar digen." Het Hbld. meldt het volgende Reeds Maandagmiddag hoorden wij het gerucht dat uit den Amstel het lijk werd opgehaald eener onbekende vrouw en werd daaraan toegevoegd dat dit het lijk van Maria Schmitz van geweldpleging werden, zoover wij vernamen, niet gevonden. De onbekende vrouw, met wie De Jong op den 31en Augustus is gezien in de tram van het Tulpplein naar Schollenbrug, zou aldus Maria Schmitz zijn geweest. De veronderstelling ligt dan voor de hand dat hij met het slachtoffer is gaan roeien op den Amstel en hij haar op een gegeven oogenblik over boord heeft weten te gooien. Hedenochtend zou het lijk, dat Maandagavond gekist werd, naar het schouwlokaal op de Wetering schans worden vervoerd. De autori teiten waren te half tien nog op de plaats waar het lijk voorloopig was nedergelegd. De heer Batelt, die eerst te 2 uur na middernacht thuis kwam, deelde: ons intusschen als zijne overtuiging mede, dat het gevonden lijk mejuf frouw Schmitz niet is. Deze overtui ging is vooral gegrond op het vinden van het horloge en andere sieraden; het horloge maakt het niet waarschijn lijk dat men hier met een slachtoffer van De Jong te doen heeft, want van zijn engelsche vrouw heeft hij alles verkocht, zelfs enkele sieraden van bijna geen waarde. Bovendien droeg mejuffrouw Schmitz, voor zoover men weet, geen horloge, en is zij den laat- sten tijd altijd gezien met een groo- ten hoed, terwijl het gevonden lijk gedekt is met een klein hoedje. Aan het herkennen van het lijk door verschillende getuigen moet men, meende de heer Batelt, niet te veel waarde hechten, want het langdurig verblijf in het water is natuurlijk niet zonder invloed geweest op den lichaamsvorm, en in de geheele zaak- de-Jong is opnieuw gebleken, hoe voorzichtig men moet zijn met ge- tuigen-verklaringen, zelfs de meest om de conventioneele rol van schurk te vervullen. Dan had hij daverend applaus verwekt, wanneer hij schate rend van lachen over zijn bedreven misdaden voor het voetlicht was ge komen." Dan beschrijft hij den heer Juett als een hoogst sympathiek, door smart gebroken vader. En De Jong is een mager, afschuwelijk, aapachtig schep sel; juist het tegendeel van zijn schoonvader. Zijn verleden? Dat na te gaan zou een uitstekend onder werp zijn voor een reis om de we reld. Bij de samenkomst verwachtte de justitie nog iets te vermogen door te werken op het gevoel van De Jong. Alles was vergeefs, al duurde het ouderhoud ook zes uur. Ook werden de heer C., de loge menthouder, met wiens dochter De Jong een jaar geleden geëngageerd was en zijn vroegere verloofde, bij De Jong binnengebracht. Zeer galant lachte hij de dochter toe, en hij scheen volstrekt niet verbaasd. Ook deze ontmoeting bracht niets aan het licht. De heer Juett herkende het meisje echter, door een portret, dat De Jong hem van haar had ge toond. Omtrent het hypnotiseeren is zelfs de Engelsche reporter van meening, dat het ongeoorloofd is. Hij is een bezoek gaan brengen bij dr. Van Renterghem, die zoo ver telt de journalist - woont in een straat, waarvan ik ^den naam onmo gelijk kan onthouden; zij klinkt zoo wat als een nies en een hik tegelijk. In de groote wachtkamer, als van een hospitaal, hangen bordjes, waarop den patiënten wordt bevolen niet te rooken of te praten. Verder hing aan den muur een bordje met het tarief bries vrij krachtig. De af te leggen baan was een driehoek. kon wezen. Toen wij aan het bureaute hebben, wat zij slechts in de cou- pertinente. Het is herhaaldelijk voor- j erop, evenals bij een barbier, gekomen dat getuigen, volkomen ter De dokter sprak natuurlijk het goeder trouw, verklaarden iets gezien I bericht tegen, dat bij hem een aan- der Nieuwer-Amstelsche_ politie aan den Amsteldijk vroegen of men het lijk eener vrouw had gevonden, zeide men daarvan niets te weten. Even wel in den namiddag kwam vanwege den commissaris van politie te Nieuwer-Amstel het signalement van het lijk eener vrouw, dat in den ochtend te negen uur uit den Amstel was opgehaald. Dit lijk was gevonden onder Nes, tusschen de herberg De Zwarte Kat en Uithoorn, een gebied nog behoorende tot Nieuwer-Amstel. Het bericht van het vinden van dit lijk was naar het hoofdbureau van politie aan den Overtoom medege deeld. Op het gerucht dat dit het lijk was van Marie Schmitz, begaven zich de [officier van justitie mr. Ort. de rechter van instructie mr. Simons de hoofd-rechercheur Batelt, de bur gemeester van N.-Amstel en een dokter naar de plaats waar het lijk was gevonden. Des middags om halivijf werd het lijk van de vrouw door eene juffrouw uit de Van Woustraat, die Maria Schmitz goed gekend had, herkend als te zijn dat van de sedert 31 Au gustus j.l. verdwenen Maria Sybilla Schmitz. Later in den avond werd nog door een ander persoon het lijk herkend. Zooals bekend, is de zuster van Maria Schmitz zoo ziek en ge krenkt in haar geestvermogens, dat zij niet bij het lijk kan gebracht worden. De agent van politie Van den Idsert heeft het lijk in den Amstel drijvende gevonden. Geconstateerd werd dat het ongeveer vier a vijf weken in het water moet hebben gelegen. Het ver keerde dientengevolge in staat van ontbinding, maar het gelaat was nog goed te herkennen; bovendien be weerde de juffrouw uit de Van Wou straat, de broche te herkennen die de drenkelinge nog aan had. Sporen rant hadden gelezen. Merkwaardig genoeg echter, beant woordt het lijk in verschillende op zichten, ook wat 'de lengte betreft, nauwkeurig aan het signalement van rnejuffr. Sciimitz. Voor het oogenblik verkeert de justitie nog in twijfel, of het gevondèn lijk werkelijk dat van de lang gezochte vrouw is. Deze twijfel zal echter spoedig worden op gelost, want hedenmorgen zouden nog eenige getuigen in tegenwoordigheid van het lijk gebracht worden de ver klaringen van deze personen, familie leden van mej. Schmitz, zullen allen twijfel wegnemen. Voor zoover het Hbld. De parijsche editie The New- York Herald bevatte Zondag bij de portretten van De Jong en mej. Juett een langen brief uit Arnhem van een bizonderen correspondent, bevattende een verslag van een onderhoud met den ouden heer Juett, den va der, die, zooals men weet te Arnhem is geweest om de politie inlichtingen te verschaffen. In het Maandag-nummer weer 3 artikelen aan het hoofd, sensationeel ais gewoonlijk. „De kerel is een dui vel," staat er boven, „zoo wordt De Jong beschreven door den vader van het vermeende slachtoffer." Weer een ander vet hoofd meldt: „Je dochter is niet dood," was al wat de ILol- landsche Jack the Ripper wilde zeg gen" en dan volgt een kleurrijke schets van wat de journalist hoorde en zag. „Ontzettend moet de kalmte geweest zijn zoo vertelt hij, waar mee De Jong zijn schoonvader ont moette. Uit alles bleek, dat zijn hart van steen is die samenkomst scheen hij eenvoudig te beschouwen als een soort van melo-dramatischen triomf voor zichzelf. „Er ontbrak hem alleen nog maar een lange mantel en een cigarette vraag was gekomen om De Jong te hypnotiseeren. „Ik heb te veel eer bied voor onze doctoren en rechtsge leerden dan dat ik zou gelooven, dat zij het hypnotisme in het bedoelde geval zouden willen aanwenden. De reporter van de Herald eindigt het verslag van zijn onderzoekingen de bosschen bij Arnhem met de verzuchting: „Hadden wij de bloed honden uit Schotland maar hier." Naar men uit Londen aan de Avondpost meldt, zou de geheime po litie aldaar nasporingen doenteRed- dick, in het Meren-district, naar aan leiding van een schrijven van den eigenaar van het Keswichhotel al daar, bij wien De Jong (onder den naam van De Jong Schouwenburg) vergezeld van twee dames, in Augustus zou hebben gelogeerd. Naar het Hbld. verneemt, is het lijk, dat Maandag uit den Amstel is opgehaald, niet van Maria Schmitz, doch van een juffrouw uit Arnhem. De tweede wedstrijd om de America Cup tusschen de jachten Vigilant en Valkyrie heeft Maandag te New-York plaats gehad. De belangstelling van het publiek was enorm, en de over winning, Zaterdag door de Vigilant behaald, had den toevloed van belang stellenden nog grooter gemaakt dan Zaterdag. Bij het vertrek van 11.25 was het weer gunstig en de zee fraai, terwijl er voldoende wind stond. Eerst was deValkyrie haar mededingster een weinig voor en handhaafde dit voor deel eenigen tijd, maar de Vigilant won later, totdat zij het Engelsche jacht inhaalde en vóór kwam. De Vigilant raakte hoe langer hoe meer vóór en bereikte om 2.55 het eindpunt, 12 minuten vóór de Valkyrie. Gedurende den wedstrijd werd de Over den afstandsrit Paterswolde- Assen en terug, waarvan de uitslag in ons vorig nummer werd medege deeld, lezen wij in de N. R. CL nog het volgende Van de 17 ingeschreven paarden kwamen er 15 uit en welMary She ridan, Ockhorst, Rotterdam; Wanda, B. W. Schippers, Charlois; Keesje, T. Schreuder, BroekerschouwSequah, H. C. Dickman, Nieuwer-Amstel; CharlotteVenix, Brussel; Tommy, F. H. Veldman, Amsterdam; Lala, Ch. Gerken, Arnhem; BuffalobillJ. C. Matze, Mijdrecht; Cruquius, F. Weber. Haarlem; Lartschik, H. Bultman, Haarlemmermeer; Ida BugVan den Berg, Haarlem; Séphir, Atsma, Ees trum; Swampa, Wagenaar, Nieuwolda; Geraldine, A. Wassenaar, Haren; Kwik, Venix, Brussel. De paarden moesten zijn aange spannen; de meeste waren het voor eene sulkey. Galoppeeren was niet veroorloofd; een zestal controleurs was op den weg geplaatst. Ieder paard vertrok afzonderlijk, het eene 5 min. na het andere en het eerste te 12 uur. Er werd- inderdaad zeer snel loopen. Men verbaasde zich over ^.e groote vaart waarmede de dieren vertrokken en.vele zag men met bijna gelijke snelheidterugkeeren,zij het dan ook gedreven door zweep slagen. Opmerkelijk is het, dat de prijs winner over de heen- en terugreis precies denzelfden tijd heeft geloopen. Assen bereikte Mary Sheridan in 44 min.Lartschik eveneens in 44 min.; Cruquius in 45 min.; Charlotte in 46 min.Ida Bug in 47 min.; Buffa lo bill in 50 min.; Geraldine in 51 rum.; Lala in 52 min.; Keesje in 53 min.; Swampa, een hit, in 56 min.; Kwik in 58 min.; Wanda in 60 min.; Sé phir, een hit, in 61 min.Tommy ook in 61 min. en Sequah in 63 min. Te Assen, waar den berijders een controle biljet werd afgegeven, had Mary Sheridan een oponthoud. Lart schik en Cruquius verloren beide op de terugreis een ijzer. Geraldine gaf den kamp op. Haar berijder had, meen ik, ook de opdracht niet alles van de bekende merrie te vergen. De eerste prijs, ƒ300, werd behaald door Lartschik m 1 uur 28 min.; de tweede prijs, ƒ100, door Charlotte in 1 uur 82$ min.; de derde prijs, 50, door Mary Sheridan in 1 uur 33$, min. en de vierde prijs, f50, door Lala in 1 uur 44% min. Keesje legde den afstand af in 1 uur 48$ min.; Kwik in 1 uur 50 min. Ida Bug in 1 uur 51$ min.Swampa m 1 uur 53$ min.Cruquius in 1 uur 55$ min.Wanda in 2 uur 1$ min. Tommy in 2 uur 4 min.Séphir en Sequah in 2 uur 5 min. en Buffalobill in 2 uur 55 min. Het vorige jaar werd in gelijken wedstrijd alleen was toen de baan ongeveer 300 m. langer de eerste prijs gewonnen door Napoleon, van den heer ^orgesius te Leiden, in 1 uur 48$ min. De paarden, voor het meerendeel onoogeiijke dieren, waren bijna alle het spreekt vanzelf, bij aankomst blijkbaar zeer vermoeid. Betrekkelijk frisch waren Tommy en Lala, vooral de laatste, die nog liep als een der tientje. De heer J. P. van Hoorn, winner van den vierden prijs in den wielerafstandsrit Rotterdam-Utrecht- Rotterdam, maakte den wedstrijd per fiets mee en gebruikte voor den afstand 1 uur 30 minuten, dus 2 min. meer dan Lartschik. De zandige straatweg was intusschen voor paarden gunstiger dan ,voor den wielrijderook reed Van Hoorn zon der gangmakers en is hij tweemaal gevallen. Bij den totalisator werd ruim 1000 omgezet. Zij, die op Lartschik hadden gewed, ontvingen 22,75 voor 2,50 Voor de ontslagen baanwachtereg van de Hollandsche Spoor, door wier schuld op 11 Juni jl. bij den Over weg te Sassenheim de botsing zoude zijn ontstaan tusschen een snel trein naar Amsterdam en de stoom tram LeidenHaarlem, waardoor een tramconducteur werd verwond en be duidende materieele schade werd aan gericht, vorderde het O. M. bij de rechtbank in Den Haag Maandag 3 weken hechtenis. Voor de arrondissements-recht- bank te Maastricht stond Maandag terecht W. H. Vliegen, redacteur van het weekblad De Volkstribuun beschuldigd van eenvoudige beleedi- ging, tweemaal gepleegd, tegen mr. Reitsma, adv.-gen. bij het gerechts hof te 's Hertogenbosch. Door het O. M. is gerequireerd schuldigverklaring aan eenvoudige beleediging van eenen ambtenaar ter zake_ van de uitoefening zijner be diening en veroordeeling tot twee geldboeten, respectievelijk van ƒ100 en ƒ150, subsidiair 4 en 6 weken hechtenis. De beklaagde, die zelf zijne verde diging voordroeg, pleitte verzachtende omstandigheden, als zijnde geprovo ceerd. Uitspraak over 14 dagen. In de jongste zitting van de arr.-rechtbank te Heerenveen werd eene ergerlijke zaak behandeld. De 48-jarige arbeider Roelof Kreulen te ITavelterberg werd door de arbeiders Willem K. en Jan H. te Onna eerst in het gezicht gesneden, daarna ach ter het linkeroor en eindelijk over het hoofd. Toen schopte Jan hem van voren en Willem van achteren. Een Daar Steenwijker meisjes, Johanna £eijzer en Aaltje Steffens, die de mishandeling waarnamen, daagden tot ontzet op, en wisten door haar hulpgeschreeuw andere personen tot hulp te doen aansnellen, waarop, na dat de misdrijvers nog eenige schop pen hadden uitgedeeld, zij het hazen pad kozen. Kreulen werd daarop eerst een eindweegs gedragen en toen op een wagen naar Steen wijk gevoerd. Zijn leven verkeerde eenige dagen in groot gevaar. Zijn krachtig gestel heeft hem in het leven bewaard. De officier van justitie gaf eene schets van deze brutale mishandeling, verklaarde geen enkele verzachtende omstandigheid te kunnen vinden en vorderde beider veroordeeling tot de hoogste straf tegen gewone mishan deling bedreigd d. i. twee jaren ge vangenisstraf. Koloniën, KOTTA-RADJA, 30 Aug. Toekoe Oemar is den 24en te dezer plaatse aangekomen van Lampisang. Hij werd vergezeld door den contro leur Helfrich, Panglima Tibang, Kad- joeroean van Loöng en een zestigtal volgelingen. De laatsten waren voor het grootste deel ontwapend. Alleen de hoofden had men toegestaan hunne wapens te behouden. Toekoe Oemar pronkte in het volle van zijn gewicht met eene buitengewoon kostbare sabel en een gouden halskraag van eerbiedwaardige en waarschijnlijk niet minder hinderlijke breedte. Hij en zijn gevolg hebben hunnen intrek geno men bij Panglima Tibang in kam pong Djawa. Als een bewijs dat de be wegingen, welke thans plaats hebben, van een vertrouwbaar karakter zijn, kunnen wij mededeelen dat Toekoe den, dat het maanlicht door de takken der boomen juist zijn gelaat bescheen. Zij kon er niet aan twijfelen of hij was dood, want de kilheid van zijn gelaat en handen schenen dat, naar zij meende, duidelijk aan te toonen. Toen zij zich echter dieper over hem boog, hoorde zij het zwakke geluid van eene zware, moeielijke ademhaling, zoodat een vreugdekreet haar onwille keurig ontsnapte. Haastig ontdeed zij zich van haar langen regenmantel, legde dien onder zijn hoofd, dat zij er behoedzaam op neer- vleide, waarna zij hulp ging zoeken. De bewoners van de boerderij woonden er nog maar korten tijd en Pamela kende hen niet; zij had hen echter in de kerk gezien en wist dat de man iemand van ongeveer dertig jaar was, wiens vrouw iets jonger dan hij een vriendelijk gelaat had; zij wist ook, dat zij Finch heetten. Haastig liep zij den boomgaard door en na te vergeefs getracht te hebben de bewoners aan den achterkant van het huis te wekken liep zij naar den voorkant. Pamela klopte luid. Er werd een venster geopend. „Wie is daar en wat moet gij hier op zulk een uur?" zeide eene mannes tem ietwat gemelijk. „Er ligt een man in den boomgaard. Ik vrees,jdat hij dood is of stervende. Ik denk, dat op hem gesehoten is. Wilt gij hem al>s 'tu blieft in uw huis opnemen?" Op dat oogenblik verscheen het vriendelijk gelaat der vrouw naast dat van haar man aan het venster. „O Henry," riep zij uit, „misschien staat dat wel in ver band met wat Nelly gezien heeft toen zij het huis binnen snelde en zeide, dat een vreemd man haar bij het hek had geroepen en zoo had doen schrikken!" „Het is goed," zeide hij, „over een minuut ben ik bij u." Toen Finch en een forsche knecht, die er half als koet sier half als tuinman uitzag, den boomgaard bereikten, zagen zij Pamela, die den vreemdeling steunde, en met doodsangst en naar zij ook meenden, met teederheid op hem neerzag. „Arm meisje!" zeide Finch tot zijne vrouw, die hem was nageijld. „Haar broeder zeker, of anders haar verloofde." Toen zij stemmen hoorde, keek Pamela op met eene uit drukking, die hun in hunne meening sterkte. „Hij is niet dood! Hij ademt nog ik kan hethooren riep zij met bevende stem. Finch knielde neer en onderzocht den gewonde. „Ja, hij leeft, maar dat is alles, wat men er van zeggen kan," zeide hij en wees op een plek aan het hoofd, waar het haar aan elkaar geplakt zat. „Hier ergens is een kogel ingedrongen," zeide hij. „Te oor- deelen naar het bloed op zijn mouw moet hij ook een wond hebben aan zijn linkerarm." Neergeknield aan den anderen kant van den bewustelooze wrong Pamela hare handen in stilte, en hare trekken waren ver wrongen. Daarna sprong zij op. „Ik moet dadelijk een dokter halen," zeide zij. „Gij zult wel zorg voor hem dragen," vervolgde zij op smeekenden toon. „Gij zijt goed en vriendelijk gij zult hem wel onder uwe hoecle nemen." „Ja, wij zullen wel voor hem zorgen," zeide juffrouw Finch op hartelijken toon, „zullen wij den knecht er heenzenden?" Pamela drukte de goedhartige jonge vrouw de hand en schudde het hoofd. „Neen ik heb hier mijn eigen paard dat wil zeggen het zijne," zeide zij. „Ik zal er dus eerder zijn dan hij," Juffrouw Finch keek het meisje na, terwijl zij door den boomgaard ijlde naar de opening in het hek. „Arm meisje, arm meisje!" riep zij droevig uit. „Hij is zeker haar broeder Henry, want zij zeide dat het haar dat wil zeggen zijn paard was?" „Of het haar broeder of verloofde is; ik vrees dat de arme man er in ieder geval niet boven op zal komen." antwoordde haar echtgenoot. „Breng mij eens een schaar, dan zullen wij eens zien wat de wond aan den arm te beteekenen heeft ofschoon die naar ik denk, niet het ernstigst is." Zooals hij reeds zeide, was de wond aan den arm onbe teekenend vergeleken bij de kwetsuur aan het hoofd. De' kogel in den arm was niet diep doorgedrongen en had slechts een vleeschwond veroorzaakt, terwijl het bloedverlies daar door niet zoo groot kon zijn geweest, dat Dick zich nu in zulk een beklagenswaardigen toestand bevond. Wordt vervolgd.')

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 2