NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Eerste Halp Mj OnplnRen. lil BI SI Ml lie Jaargang. Vrijdag 27 October 1893. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: STADSNIEUWS. Het Bisschoppelijk Museum. FEUILLETON. ft No. 3166. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door bet geheele Kijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37j. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiè'n worden aangenomen door onze agenten en door alle boekbandelaren en courantiers. Directeur-Uitgever J. C. PEEEEBOOM, Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONESSuccParijs 31 feis Faubourg Montmartre. Hij dit Nummer is gevoegd het cemeenteraadsverslag van 25 Oct. Haarlem26 Oct. 1893. Vanwege het Ministerie van Water staat, Handel en Nijverheid werd beden aan het gebouw van het pro vinciaal bestuur alhier aanbesteed lo. Het voorzien der boorden van bet Noordhollandsch Kanaal. Raming ƒ6990. Van de 12 biljetten was dat van Gebr. Janzen te den Helder het laagst voor ƒ6239. j 2o. Het verbeteren van twee hoof den op het Noorderstrand van het eiland Vlieland, behoorende tot de zeewerken in Noordholland, j Raming ƒ5300. Ingekomen 3 biljetten waarvan dat van F. Volker Cz. te Sliedrecht het voor de som. van 4526. 3o. Het begrinden van een gedeelte van den Oostelijken dijk langs zij - kanaal C. naar Spaarndam, behoo rende tot de werken van het Noord- zeekanaal. Raming 3230. Hiervoor kwamen 18 biljetten in waarvan dat van A. Visser te Haar lem het laagst voor ƒ2580. Wenken varteen pralctiseerend geneesheer. X. j£! In het laatste stukje bespraken wij verwondingen van ledematen met of zonder doorsnijding van belangrijke slagaderen of aderen, en de eerste hulp daarbij te verleenen. Heden is het 'ons plan eenige woorden te zeggen over wonden van groote vaten aan die plaatsen van ons lichaam, waar men geen omsnoering kan gebruiken om de bloeding te stillen, fgjjffin der meest voorkomende is wel de opening van de groote balsslagader, die achter die spier ligtwelke van achter het ooi- naar borst- en sleutelbeen verloopt. Het leven is hierbij in gevaar, de bloeding moet in den kortst mogelij ken tijd tegengegaan wordenom dit te bereiken legt men de vingers dei- beide handen naast de spier, terwijl het hoofd van den verwonde op de borst van den operateur ligt, en drukt het vat zoo sterk mogelijk tegen de balswervels aan. Het spreekt van zelf dat een opgerichte houding van den lijder de beste is. Het tegendeel is het geval met een verwonding van de groote halsader. Hoor een hier niet verder te bespreken mechanisme zuigt nl. de borstkas het bloed, dat uit het hoofd naar het hart vloeit, in deze richting, en vooral in opge richte houding heeft dit dan een vrij snellen bloedstroom tengevolge. Is nu de wond van het vat doorgesneden, dan kan in liggende zoowel als i:i opgerichte houding, maar in dit laat ste geval eerder, lucht naar binnen worden gezogen, en dit heeft oogen- blikkelijk den dood ten gevolge. Is er dus uit een diepe wond zijdelings aan den hals een langzame vloeiing van een belangrijke hoeveelheid don ker bloed, dan late men den lij dei- liever liggen. Verwondingen van de borstkas, waarbij deze is doorboord, geven vrij onrustbarende verschijnselen: spoe dige doocl als het hart is geraakt, tenzij de verwonding gering is, en als de groote hartaderen of slagader zijn getroffen. Bloedhoesten en bloed- spuwen als de long is ingesneden, met kortademigheid en benauwdheid, doördat om dezelfde reden als bij opening van de halsader hier binnen treden van lucht in de borstkas plaats vindt en aan die zijde waar de wond is, de long niet meer kan werken. Het is van belang de wond zoo gauw mogelijk te sluiten, en liefst tijdens een diepe uitademingmen doet dit door middel van strooken kleefpleis- ter, die de wondranden tegen elkaar aanhouden. Door een stuk watten dat met een grooten doek, welke om het lichaam gebonden wordt, op de wond wordt gedrukt, wordt cleze ge sloten gehouden. Is cle lijder zeer door het gebeurde aangegrepen en is de pols zwak, dan wende men de gewone prikkelende en opwekkende middelen aan. Rust is een der eerste ver- eischten. Is de buikwand doorboord of door-1 gesneden, dan kunnen ook een of meer organen zijn getroffen, die in de buikholte zich bevinden. Maag, darm en blaas laten dan hun inhoud naar buiten treden. In het eerste ge val bestaat ook bloedbraken, flauwten, in het tweede geval vaak zeer groote zwakte, met bijna onvoelbare pols. Bij wonden van de lever is het ver goten bloed donker en dik, en bestaat pijn in de leverstreek en den rechter- scbouder, de buik is opgezet. Al deze verwondingen zijn zeer ge vaarlijk en slechts de arts kan hier helpen. De niet-deskundige bepale zich tot bedekking van de wond met zuivere verbandstoffen. Is er een deel van een ingewand naar buiten getre den, dan legge men den lijder op den rug, met de knieën opgetrokken, i brenge het uitgetreden deel niet naar binnen, maar bedekke het met zuiver jgaas, bevochtigd met lauwgekookt jwater of een lauwe oplossing van een zwak ontsmettingsmiddel, als boor- I zuur, salicylzuur. Voor we van de aandoeningen, die voorn.1. met bloeding gepaard gaan afstappen, een woord over een paar vormen van bloeding cftq schijnbaar spontaan optreden. Een neusbloeding is meestal onge vaarlijk, maar kan den mensch als ze sterk is, zeer verzwakken. Men zorgt voor frissche lucht, maakt de kleeding om hals en micldel los,, en bevochtigt de slapen en het voorhoofd met koucl water of azijn. Het hoofd moet rechtop gehouden worden, en het is niet kwaad den arm die met het bloedende neusgat overeenkomt, op het hoofd te leggen.De patient mag den neus niet snuiten. Een koud voor werp, b. v. een sleutel in den nek, helpt vaak. Is cle bloeding zeer sterk, clan zijn mosterdpappen aan cle voeten, volstoppen van den neus met watten aangewezen. Om den toevoer van: bloed naar het hoofd te verminderen,1 kan men om clen arm en cle dij een band leggen, zoodat cle aderen daar beneden gaan zwellen. Natuurlijk worclt in gevallen die zooiets noodig maken, cle medicus gehaald. Bij bloeding uit aderspatten aan de onderste ledematen is het eenvou dige middel dat in het meerendeel der gevallen de bloeding stelptdruk op cle bloedende plek, eerst met clen vinger, en zoo gauw mogelijk met een compres en een zwachtel. Men vermij de hier het gebruik van kleef- pleister, daar het wegnemen hiervan een vernieuwing van cle bloeding ten gevolge kan hebben. Een knellende kousenband zal verwijderd, en het been hoog gelegd worden. Ontwrichting noemt men dien toe stand waarbij cle uiteinden van twee beenderen clie een gewricht vormen door stomp geweld ten opzichte van elkaar verplaatst zijn, en niet weer van zelf in hun vorigen toestand te- rugkeeren. Het meest komt het voor bij den schouder, door overmatige be weging en inspanning, val etc.; bij cle kaak door overmatig geeuwen, het heupgewricht door een val. De ver schijnselen die zich voordoen zijn vermindering van bewegelijkheid met blijven in een bepaalden stand, pijn lijkheid van het gewricht en veran derde vorm. De te nemen maatregelen zijn bij alle verschillende ontwrichtingen voor den leek slechts voorloopige. Het zou gevaarlijk zijn als men zonder kennis van cle anatomie van het gewricht cle deelen door trekken en duwen weer op hun plaats trachtte te krij gen. De zoo geliefkoosde slag tegen de onderkaak bij ontwrichting van het kaakgewricht is een ruw middel dat evengoed een kwaad als een goed gev.olg kan hebben. Het beste dat in dit geval cle niet-medicus kan beproe ven, is het leggen van stukjes kurk tusschen cle achterste kiezen, waarop men clen patient laat bijten, terwijl men zelf cle kin naar achter drukt. Vaak helpt dit, en in het tegenge stelde geval zal het niet schaden. In het algemeen kan men niet an ders doen clan de ontwrichte leden ondersteunen (bij den schouder door een driekanten doek) of clen lij dei- zoo gemakkelijk mogelijk doen rusten, terwijl de zwelling kan worden be streden cloor compressen met koud water of brandewijn met kamfer. P. W. P. Het Museum, voor kerkelijke oud heden kunst en geschiedenis wercl, zooals bekend is, voor eenige maan den verplaatst van Kruisweg No. 59 naar een voor dat doel aangekocht, ruimer en doelmatiger gebouw in cle St. Jansstraat No. 79, het perceel vroeger bewoond door den heer A. Merens J. Cz. Op een daartoe ont vangen uitnoodiging werden wij Woensdag welwillend in cle gelegen heid gesteld om cleze verzameling, zoo hoogst belangrijk op het gebied van kunst en oudheidkunde in haar nieuwe verblijfplaats te bezichtigen, waarbij ons tot gidsen strekten cle heer J. J. Graaf, deken en pastoor te Ouderkerk en voorzitter van het bestuur van dit Museum, en de heer Wierdels, rector van het St. Jozephs- gesticht hier ter stede, die ons wel willend cle meest uitgebreide inlich tingen en verklaringen gaven. Het Bisschoppelijk Museum is ont staan uit eene particuliere verzame ling en werd in 1869 gesticht dooi den bisschop G. P. Wjlmer, terwijl het in een der kamers van het Vin- centiusgebouw in de Zoetestraat voor het publiek toegankelijk werd gesteld. Op bescheiden voet ingericht werd cle verzameling langzamerhand uitgebreid in welke uitbreiding cle heer J. J. Graaf het meest werkzame aandeel heeft gehad aan hem heeft men het dan ook te danken, dat nu eene uitge breide, schoon geordende collectie in de St. Jansstraat bijeen is, welke een der belangrijkste bezienswaardig heden van onze stad Haarlem uit maakt. Nadat het Museum zes jaren in het Vincentiusgebouw gevestigd was, werd het overgebracht naar Kruis weg 59, waar het dus 18 jaar open gesteld is geweest om daarna naar de St. Jansstraat te worden overge bracht in een huis dat door geschikte indeeling, overvloed van ruimte en licht een waardig onderkomen heeft gegeven aan deze zoo belangwekkende verzameling. Dat cleze ook omvang rijk is blijkt wel hieruit, dat zij over acht vertrekken is verdeeld. Van al cleze merkwaardigheden is door clen heer J. J. Graaf een catalogus opge maakt een volslagen boekdeel, 204 pag. druks, welke groote waarde heeft door cle zorgvuldige bewerking er van. Uit den aard der zaak bevat de verzameling in hoofdzaak voorwerpen geheel op kerkelijk gebied. Zoo bestaat de hoogst belangrijke collectie schil derijen voornamelijk uit altaarstuk ken en paneelen, welke tot versiering dienden der R. K. kerken en tafereelen voorstellen van de H. Familie. Vele pa neelen zijn kopieën naar schilderijen van beroemde meesters. Tot de oorspronkelijke stukken be hoort een portret door Frans Hals geschilderd, voorstellende Nicolaas Stenius, pastoor van Akersloot, welk doek echter voor in het Museum te zijn opgenomen, bizonder verwaar loosd schijnt te zijn. Voor cle beoefenaarsters van kunst- naaldwerk bezit het Museum een groote schat in zijne prachtige kazui fels uit cle 15de eeuw en cle kunstig bewerkte borduursels en weefsels in linnen en zijcle, brocaatstoffen en gobelins. Al cleze kunstvoorwerpen zijn zooveel mogelijk chronologisch, gerangschikt, en uit laatstgenoemde kunstvoortbrengselen blijkt duidelijk, hoe cle borduurkunst in cle 14cle en 15de eeuw op zoo hooge trap staande, een paar eeuwen later in verval was geraakt. Een der merkwaardigste collectiën is ongetwijfeld die der oude boeken. Het Museum bezit prachtige getijden boeken uit cle 14de en 15de eeuw, geheel geschreven met uiterst fijn bewerkte monogrammen en randversieringen in kleuren, andere boeken merkwaardig om hunne hout- en metaalsneden on hunne gothische banden. Ook leveren zij eene schoone gelegenheid ter be- studeering van het verschillende no ten-schriften, dat weleer wercl ge bruikt. van het neumen-schrift (noten zonder lijnen) af. Belangrijk is ook cle verzameling platen van engelschen oorsprong, zijnde copieën van cle beroemdste schilders uit de middeleeuwen. Zij zijn fraaie proeven van kleurendruk. 43; Naar het engelsch van FLORENCE WARDEN. HOOFDSTUK XVH. Sedert de rampspoeden der laatste dagen, had mevrouw Hoad-Blean eene warme genegenheid aan den dag gelegd voor deze dame, die eene trouwe bondgenoote was. Begrij pende dat zij door mevrouw Hoad-Blean tegen John St. Rha- degund op te zetten de zaak van cle bedreigde aristocratie tegenover de onbeschaamde democratie steunde, nam lady Constantia met hart en ziel aan den strijd cleel, en ging zelfs nog verder dan Edwards moeder, door te beweren, dat wat Edward ook misdaan had ten opzichte van een van die St. Rhadegunds, die geheele familie er de schuld van was en baar verdiende loon had gekregen, zoodat haar bezoek steeds balsem in de wond der moeder deed vloeien, zij ge heel eensgezind met elkaar praatten, terwijl Harriet stijf rechtop zat, nog droefgeestiger dan anders. „Ik kwam u en de lieve meisjes vertellen, dat ik mijn buitenpartij tot de volgende week heb uitgesteld, daar Alfred verhinderd was. En ik denk niet dat Pamela bijvoorbeeld en zij wierp een doordringenden blik op het blozende meisje veel genoegen zou hebben als Alfred er niet aan wezig was." Jane zag hare zuster met een veelbeteekenenden blik aan, maar Pamela hacl voor niets ter wereld haar blik willen op slaan of laten blijken, dat zij die woorden had gehoord. Mevrouw Hoad-Blean beet zich op de lippen en bedacht of er geen mogelijkheid zou bestaan om voor Pamela eene ver ontschuldiging te vinden met het oog op hare rampzalige verbintenis. Zij moest echter bekennen, dat er geen te vinden was, en met een zucht antwoordde zij „Het is zeer vriendelijk van u om ons te komen uitnoo- digen, en ik ben er zeker van, dat het de meisjes zeer zal teleurstellen, maar nu wij nog in onzekerheid verkeeren over het lot van den armen Edward, waarvan de wraakzucht van dien man de oorzaak is, is het maar beter, dat wij aan geen vermakelijkheden deelnemen." De meisjes zagen er volstrekt niet teleurgesteld uit, maar lady Constantia kon op haar buitenpartij niet twee schoon heden missen, zooclat zij mevrouw Hoad-Bleans bezwaar ging bestrijden. „Maar de belangen van uwe dochters kunt gij toch zoo niet verwaarloozenhet is onnoodig en niet goed," zeide zij met klem. „Wat Edward betreft heb ik een nieuwtje voor u." Bij deze woorden viel het der meisjes op, dat de uitdruk king op het gelaat harer moeder op eigenaardige wijze ver anderde. Hare trekken drukten geen verbazing of aangename verrassing uit, maar wel nieuwsgierigheid. Lady Constantia vervolgde „Gij behoeft u niet meer ongerust over hem te makenhij is veilig ontkomen." Nog steeds kwam er geen verandering op mevrouw Hoad-Bleans gelaat. Lady Constantia ging voort „Het kwam mij toevallig ter oore de toedracht daarvan behoef ik n nu niet mede te deelen dat het paard, dat de onde St. Rhadegund uit zijn stal miste, op dien bewusten nacht nabij Queenborough is gevonden, zoodat gij er niet aan behoeft te twijfelen of uw zoon heeft naar het vasteland kunnen oversteken; nn gij dus weet, dat hij in veiligheid is, bestaat er voor u geen reden om u in huis op te sluiten. Gij moet u onbevreesd aan de wereld vertoonen; alle fat soenlijke menschen zullen zich aan uwe zijcle scharen, en ten laatste zal die man ontdekken, dat hij aan de publieke mee- mng niet langer weerstand kan bieden, en de zaak niet ver der vervolgen. Natuurlijk zult gij hem te kennen geven, dat gij als de huurtermijn is verstreken, hem niet langer opnw landgoed wilt laten wonen?" Mevrouw Hoad-Blean stemde toe, dat haar dit te doen stond, en lady Constantia verrukt, dat zij nu eindelijk haar doel had bereikt, was vriendelijker en meer beschermend dan ooit. „Het doet mij genoegen om te zien, dat gij zooveel geest kracht hebt aan den dag gelegd," zeide zij. „Ik ben er zeker van, dat het u evenveel genoegen zal doen als het mij doet,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 1