Ai 1
NIEUW8- EN ADVERTENTIEBLAD.
HUE
lie Jaargang.'
Woensdag 1 November 1893.
No. 3170.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
STADSNIEUWS.
BINNENLAND,
FEUILLETON.
II
HAARLEMS DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37^.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOO:
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE CoJOHN F. JONESSuccParijs 31 bis Faubourg Montmartre.
van het Geïllustreerd Zondagsblad bevat behalve
het vervolg op den roman van Rider Haggard,
getiteld: Het Testament van Mr. Meeson, we
derom tal van belangwekkende illustratiën en
boeienden tekst, als
Jachtvermaak op Sardinië. Het vreemde
geval van den Bulhond (naar het engelsch) (Slot).
Anecdoten. Die lieve 'kleinen (met illustratie). In Memoriam (met
illustratie). Een zware slag (met illustratie). Een eigenaardig gebruik
in Engeland (met illustratie). -Glazen gordijnen. Asbest. Versche
inlandsche eieren (met illustratie). Snelle vervaardiging van schoenen.
Een reuzenhotel. Vroeg wijs. Goede raad. Het tooverhuis (met
illustratie). Voor de huishouding. Mondwater. Een Wagnerver-
eerder of de uitwerking van impressionistische muziek (met zes illustraties).
Zuur bier. Kort van stof. Hoe hij het .wist (met illustratie)*
Eigenaardig behangsel. Curiosa. Zonderlinge gewoonten. - Al te
veel ijver schaadt. Voorts Prijsraadsels. Anecdoten. Puzzles enz.
DE UITGEVER.
Haarlem31 Oct. 1893.
Maandag zijn voor de examen in
de vrije- en ordeoefeningen alhier ge
ëxamineerd 12 heeren, en toegelaten
11; nml. de heeren H. W. Gorselink, te
Breukelen; P. H. Heitze, te 's Gra-
venhage; J. Hoencamp, te Utrecht;
H. J. A. Hofland, M. J. Hofland, F.
L. H. Jager, J. H. M. Jansen, J. Koe
dijk, allen te Amsterdam; W. H. Jin-
tes, S. Kalsbeek en J. Kats allen
alhier.
Men deelt ons mede, dat de heer
Bronsveld, leeraar aan de H. B. S.
5 j. c. alhier, benoemd is tot leeraar
in de Ned. taal en letterkunde, en in
Aardrijkskunde bij het M. O. in ï£ed.
Indië.
De firma J. Ruijsenaars heeft haar
welbekend bloemenmagazijn in de
Zijlstraat eene belangrijke verbetering
doen ondergaan, door een viertal
ramen aan te brengen aan de zijde
van. het Pand, waardoor de winkel
veel meer verlicht is dan tot dusverre.
Tevens zal het magazijn voortaan
door warm water de voor bloemen
zoo wenschelijke gematigde tempera
tuur erlangen. Eene fraaie collectie
chrysanthemums voor het
raam trok heden veler aandacht.
Zaterdag houdt de vereeniging „het
Vliegend Wiel", in den schouwburg
eene feestelijke bijeenkomst ter vie
ring van haar tienjarig bestaan.
Naar wij vernemen zal het Bestuur
aan personen die dit wenschen en er
voor in de termen vallen, introductie
voor deze bijeenkomst verleenen.
Bij vonnis der Arrondissements-
Rechtbank alhier dd. 31 October 1893
is failliet verklaard Jan Albert Gut-
hard, kleermaker en winkelier, wo
nende te Wormerveer, ingegaan op
den 30n October 1993, met benoeming
van den rechter jhr. mr. A. G.
van Lintelo de Geer tot rechter
commissaris en van mr. J. Spoor,
advocaat en procureur alhier, tot cu
rator.
IJSCLUB.
Maandagavond was er in het Nuts-
gebouw algemeene vergadering van
de leden jder IJsclub Haarlem en
Omstreken.
Bizonder algemeen was de bijeen
komst eigenlijk niet, want toen onze
verslaggever met nog iemand de zaal
binnenkwam, zaten daar vijf bestuurs
leden en geen enkel lid en daar onze
verslaggever als rechtgeaard reporter
geen lid is van de club (een journa
list Mm geen lid zijn omdat hij, een
maal dat in principe afgezworen heb
bende, aan zijn lidmaatschappen geen
einde ziet) zoo was er slechts éenlicl
aanwezig die dan ook de presentielijst
teekende.
Aannemende dat het bestuur deze
geschriften kende, geschiedde de voor
lezing der Notulen en van het jaar
verslag voor dit eene lid en daar hij
geen bezwaar tegen de goedkeuring
had, kon dit conform geschieden.
Juist toen onze verslaggever
over peinsde hoe het nu wel gaan
moest met het nazien der rekening,
wat door twee leden buiten het be
stuur dient te geschieden, verscheen
er nóg een lid en nu vereenigden
zich de beide leden met den penning
meester aan de bestuurstafel en zat
onze verslaggever dood alleen en
vormde als men dat zoo noemen
mageen oase in een woestijn van
stoelen.
De rekening van den penningmees
ter gaf stof tot vreugde. Zij bedraagt
in ontvangst en uitgaaf 4634,26J£,
waarbij een batig saldo van 281,68%.
Op voorstel van den Voorzitter
wordt besloten tot aanneming en bloc
van 76 nieuwe leden. Het totaal der
leden bedraagt op dit oogenblik 662.
Tegen het einde der vergadering
verschenen nóg 2 leden. Uitgeloot wer
den No. 29, 85, 27 en 63.
De Secretaris deed o. a. in zijn
jaarverslag opmerken, clat het bandy-
spel in den vorigen winter geenerlei
last aan de leden heeft bezorgd, ja
vaak een aangename afleiding was.
Ongeveer negen uur werd de ver
gadering gesloten. Het bestuur moge
bij de geringe opkomst der leden troost
vinden in de overweging, dat er uit
blijkt, dat de leden aan het bestuur
hun volledig vertrouwen hebben ge
schonken en overtuigd zijn, dat het
bestuur de zaken uitnemend behar-
tigt.
De bloei van de ij sclub strekt daar
van dan ook tot bewijs.
Door de politie te Halfweg is we
der tegen een vijftal Amsterdamsche
hengelaars proces-verbaal opgemaakt,
thans wegens het loopen of staan op
verboden terrein.
Aan de Tweede Kamer is
ingediend een wetsontwerp bevatten
de de voorschriften vereischt om te
geraken tot de aanwijzing van hen,
die tot krijgsdienst verplicht zullen
zijn.
Dit onderwerp bevat 199 artikelen.
De voorgestelde bepalingen zijn hoofd
zakelijk van zuiver administratie ven
aard. Ofschoon ze verband' houden
met de militie- en schutterij voorstel
len, kunnen ze geacht worden noodig
te zijn bij elke regeling van denver
plichten krijgsdienst, waaraan het be
ginsel van algemeenen dienstplicht
voor de mannelijke bevolking van
zekeren leeftijd, voor zoover zij licha
melijk tot den dienst geschikt is en
niet onwaardig is om bij zee-of land
macht te dienen, ten grondslag ligt.
Door deze voorschriften in een af
zonderlijke wet op te nemen, zal beter
eene wenschelijke scheiding worden
verkregen tusschen het tijdstip waar
op de burger met betrekking tot den
dienstplicht nog niet onderworpenis
aan het militair gezag, en dat waar
op hij deel zal uitmaken van de krijgs
macht te water of te land.
De toestand van den heer
Keuchenius blij ft nog altoos even tra
gisch, zegt De Standaard. Schijnbaar
deert hem niets. Evenals gewoonlijk
zit hij nog, geheel gekleed, op zijn
studeerkamer, en het zelfbedwang is
in zoo hooge mate bij hem ontwik
keld, dat aan zijn gelaat alleen door
den kenner bespeurd kan worden, wat
pijn hij doorstaat.
Toch weet men, helaas, maar al te
goed, dat deze pijn opkomt uit een
steeds zich verbreedende wonde in het
verhemelte, die bezig is zijn leven te
sloopen, en dat de medische weten
schap nog altoos geen kruid kent,
tegen deze bedenkelijke krankheid ge
wassen.
De Raad van toezicht op
de spoorwegdiensten heeft in het feit,
dat kinderen, die onder eenen sluit
boom van den spoorweg waren door
gekropen, werden [overreden, aanlei
ding gevonden om een onderzoek in
te stellen naar de noodzakelijkheid
van het aanbrengen van traliewerk
aan sommige afsluitingen van spoor
weg-overgangen. De spoorwegmaat
schappijen ontvingen reeds aanwijzing
van de overwegen, waarbij door het
rijkstoezicht die maatregel gewenscht
wordt.
Het aangekondigde be
zoek van generaal Booth aan ons land
is uitgesteld tpt Januari van het
volgend jaar.
Maandagmiddag te drie
uur aanvaardde in de „Aula" van
het universiteitsgebouw te Amster
dam prof. J. Rotgans, nieuwbenoemd
hoogleeraar in de chirurgie, zijn ambt
met het uitspreken eener rede over
„het onderwijs in de chirurgie en de
praktijk van den arts."
Aan het slot van zijn rede herin
nerde spr. er aan, dat hij uit de hand
van prof. Tilanus eenmaal een me
daille ontving met den hartelijken
wensch, dat zij elkander in het leven
weer mochten ontmoeten. Die pro
fetie was thans vervuld en het was
prof. Rotgans een waar genoegen ex
cathedra den man zijn eerbiedige
hulde te brengen, tot wiens opvolger
hij was benoemd. Als iets zijn vreugde
mocht temperen, dan was het 't be
wustzijn, hoe moeilijk 't zou zijn de
plaats van prof. Tilanus waardig te
vervullen.
De plechtigheid werd bijgewoond
door den burgemeester, den wethou
der van (onderwijs, de curatoren der
universiteit, vele hoogleeraren en een
groot aantal studenten.
Een employé van een der
grootste Bankinstellingen te Amster
dam, begaf zich dezer dagen tegen
elf uur 's avonds huiswaarts. Tus
schen de Beurs en de achterzijde der
huizen van de Warmoesstraat werd
hij door een vrouw aangesprokenen
spoedig daarop door twee mannen
aangegrepen, van wie de een hem
de hand op den mond bield en de
ander hem zijn portemonnaie uit den
zak haalde.
De portemonnaie, waarin twaalf
gulden, werd geledigd, waarna hem
het voorwerp naar 't hoofd werd ge
gooid. De drie nachtvogels namen
daarna de vlucht.
De aangevallene had in den bin
nenzak van zijn jas een groote som
jelds, die cle dieven gelukkig niet
benaderd hebben.
Weer een slachto f f e r
Bij het voetbalspel in het Malieveld
te 's Gravenhage is een der medespe
lers Zondag bij het wegschoppen van
den bal door een ander het scheen
been ingetrapt. Een hospitaal-soldaat
verleende op het veld den eersten
bijstand, waarna de de gekwetste per
rijtuig stadwaarts is vervoerd.
Naar het huis van arrest
in Den Haag is overgebracht de kof
fiehuishouder K., verdacht van in
den nacht van Vrijdag op Zaterdag
jl. brand te hebben gesticht in zijn
woning op de Bierkade, door, na
verschillende gedeelten der woning
met petroleum te hebben begoten,
den brand daarin te hebben gestoken.
De verdachte heeft hierop den bo
venbewoner, een der inspecteurs van
politie, die met zijn gezin reeds ter
ruste lag, gewaarschuwd en de brand
weer gealarmeerd, welke den brand
in zijn geboorte stuitte. De verdachte
had kortelings zijn inboedel verzekerd.
Maandag ochtend heeft
de Oude Maas 7, varende van Oud-
Beierland naar de Noord, eene kleine
aak overvaren, waarin zich 5 personen
bevonden. Van deze opvarenden zijn
er drie verdronken; de 2 anderen
werden gered.
Nader schrijft men omtrent deze
ramp
Toen des morgens ten 6 uur de
stoomboot Oude Maas I vanHeinen-
oo rd in de rivier Het Spui bij Oud-
Beierland aankwam, voer juist een
griendaak uit een inham bij het Gal-
geveld. De kapitein der boot, die di
rect het gevaarlijk uitvaren der aak
inzag, liet onmiddellijk stoppen en
naar den wal sturen. Hij kon echter
niet verhinderen, dat door de sterke
zuiging de aak met het rad der boot
in botsing kwam. Het gevolg daarvan
47
Naar het engelsch
van
FLORiENGE WARDEN.
HOOFDSTUK XVIII.
Lady Constantia, die bij vorige ontmoetingen met den woe
keraar hem steeds had beschouwd als haar mindere, en dus
gemeend had geen acht te moeten slaan op zijne persoon, gaf
hem met de grilligheid haar rang eigen, glimlachendjde vergun
ning, die Jane hem wilde weigeren. Zij stond hem ook goed
gunstig haar vogelkooi af en sprak nadat eenige woorden
waren gewisseld, met beschermende minzaamheid hare be
wondering uit over zijne rhododendrons en ging zelfs zoover
met hem uit te noodigen voor de buitenpartij van de vol
gende week „wanneer tenminste die vroolijke heeren uit
Londen lust hebben zulk een eenvoudig vermaak als eene
buitenpartij bij te wonen!"
Te oordeelen naar de onstuimige dankbetuigingen van
Branson, was hij over deze uitnood.iging bizonder verrukt;
hij beschouwde die dan ook als een eerste stap op den lad-
der, die hem naar eene hoogere positie zou leiden en waar
door hij tevens kans had Jane Blean's hand te verwerven.
Jane wierp eerst een droeven blik op Constantia en keek
daarna naar Jim. Deze stond dicht genoeg bij hen om de
uitnoodiging te kunnen aanhooren. Nauwelijks was dit ech
ter geschied, of hij keerde zich haastig om en verwijderde
zich met snelle schreden van het station, en de arme Jane
staarde hem na, totdat lady Constantia haar verzocht mee
te gaan, waarna zij het station binnentraden, terwijl Branson
bij hen bleef tot de trein vertrok.
„O lady Constantia, hoe hebt gij dien afschuwelijken man
kunnen uitnoodigen?" riep Jane ontsteld uit, toen zij den
glimlachenden en buigenden Branson op het perron hadden
achtergelaten.
Lady Constantia vleide zich gemakkelijk in een hoekje neer.
„Mijn kind, het denkbeeld rees plotseling bij mij op, dat
het het beste was, wat ik kon doen. Die jonge St. Rhade-
gund drentelde zoo om ons heen, en in het dorp loopt het
praatje, dat hij u zeer bewondert. Nu is zulk een praatje in
eene kleine plaats volstrekt niet wenschelijk voor een meisje,
zoodat de gelukkige gedachte bij mij opkwam om hem af te
schrikken door den ander bizonder vriendelijk te bejegenen.
Gij zult wel gezien hebben, dat hij zich onmiddellijk ver
wijderde.
Jane zeide niets, zij gevoelde zich te ongelukkig om te
spreken.
„En ik twijfel er niet aan mijn kind, of het zal de laatste
keer zijn geweest, dat die man u lastig viel, want over een
paar weken gaan zij allen weg."
Nog sprak Jane geen woord. Lady Constantia's gelaat gaf
duidelijk hare zelfvoldaanheid te kennen en het meisje liet
haar blik gaan over de uitgestrekte velden en de zee op een
afstand, en het scheen haar toe alsof alle licht en vreugde
uit haar leven voor altijd waren verdwenen.
HOOFDSTUK XIX.
In plaats dat een geest van verzet zich van haar meester
maakte zooals het geval bij Pamela zou zijn geweest, werd
Jane door een doffe neerslachtigheid en gelatenheid aangegrepen,
meester, en meende zij, dat het noodlot haar een man, dien
zij verfoeide, tot echtgenoot had aangewezen. Lady Constantia
had de zaak bij zichzelve reeds beklonken en zij vergezelde
Jane naar huis alleen met het doel om dit punt met me
vrouw Hoad-Blean te bespreken.
„Gij weet," zeide de autocratische dame, „dat tegenwoor
dig over het beroep van dien man niet op dezelfde wijze
wordt geoordeeld als in onze jonge dagen. Bovendien heb ik
hem veel in de kerk gezien."
„Dat kwam alleen omdat Jane er was," zeide mevrouw
Hoad-Blean weifelend.
„Ja, dat is ook nog een punt van gewicht," zeide lady
Constantia opgewonden. „Zijne bewondering heeft hij zoo
duidelijk aan den dag gelegd, dat men er al over is gaan