Letteren en Kunst. De lelMiüiie ml Rechtszaken. Politiek Overzicht. ken beheeren Hoofdprijs 200aan mevr. Bakker Korff-Hoogeboom, te Amst. Tweede prijzen ƒ50: aan mevr. J. Verster—Kamerlingh Onnes, te Lei den en mej. Jo van Sloten, te Am sterdam. Derde prijzen ƒ25: aan mevr. Rot— Meyer, te Tholen; mevr. C. Dekker, Enkhuizen; mej. A. 0. v. d. Putte. Leiden en mej. J. M. Verkerk—Veld man, Den Haag. Afdeeling II. Voor dienstboden en voor hen, die de kookkunst als be drijf uitoefenen Hoofdprijs ƒ200: aan mej. Bertha AddinkThans, te Delft. Tweede prijzen ƒ50: aan mej. C. A. Netelenbosch, te Delft en mej.A. G-. Oogjen, te Amst. Derde prijs ƒ25: aan mej. H. N. W. Stephan, te Rotterdam. De drie overige nog uitgeloofde derde prijzen in deze afdeeling zijn door de jury niet toegekend. Afdeeling Hl. Voor anderen be langstellenden in of deskundigen op het gebied der kookkunst. Hoofdprijs ƒ100: aan mej. G. van Maarseveen, te Amsterdam. Tweede prijzen ƒ25: aan mej. M. D. jWittop—Koning, te Amsterdam mej. M. T. Sprenger, te Maastricht mej. Sophie L. van Dijk, Den Haag en mej. Sophie Dolleman, te Leiden, De samenstelling van de jury was als volgt: Mevr. A. S. TydemanVerschoor, directrice van de Kookschool te Rot terdam; mej. A. C. Manden, directrice van de Kookschool te 's-Gravenhage; mej. S. G. F. Meyboom, directrice van de Huishoudschool te, Amsterdam; en de heeren J. Couturier, cuisinier, te Amsterdam; J. van der Pijl, res taurateur, Den Haag; J. C. Poort man, restaurateur, te Rotterdam; Th. Goulmy,cuisinier te 's-Hertogenbosch. De directie der Oliefabriek heeft zich het recht voorbehouden de ant woorden, voor zoover zij het wenscht, te publiceeren. Er bestaat dus kans, dat de bekroonde keuken geheime nissen publiek eigendom worden. De militairen, die Maan dagavond voor Wageningen waren aangevraagd, kwamen Dinsdag eerst te ruim 2 uren aan. Het telegraaf kantoor te Arnhem was gesloten, en men was toen genoodzaakt naar Ren- kurn te rijden en aldaar gebruik te maken van de telephoon. Vandaar, dat de militaire macht langer uit bleef dan gewenscht werd. Luitenant-adjudant Maes vertrok den volgenden morgen weer met het grootste deel der militairen; 10 man schappen met eenen wachtmeester bleven onder commando van luitenant jhr. Sickinga. Dinsdagmorgen liet de commissaris der Koningin terstond naar den toe stand der gewonden vernemen. De officier van justitie uit Arnhem kwam persoonlijk naar het voorgevallene informeeren. De verdachte bekende in diens tegenwoordigheid zijne schuld de andere gearresteerde werd op vrije voeten gesteld. Men meent ook te weten wie de persoon is, die voornamelijk met steenen heeft gegooid. Van de artilleristen waren des och tends in de vroegte een tweetal zwaar beschonken en liepen met de revol ver in de hand over straat. Zoo spoe dig doenlijk werden zij in arrest ge bracht en later naar Arnhem getrans porteerd. 's Avonds bleef alles rustig. Nader meldt men dat de toestand van den gewonden wethouder Brons veld die eerst veel bloedverlies had, thans vrij gunstig is. Hoewel zeer pijnlijk, behoeft hij niet. zooals de burgemeester, het bed te houden. Trouwens de wond van den heer Bronsveld is op veel minder gevaar lijke plaats toegebracht. MenmeldtuitDedemsvaart' aan de Asser Ct. omtrent een voor gekomen cholerageval. Na den geheelen nacht doorgejaagd hebben van Nieuw-Dordrecht af, kwam een schipper van den heerW. A. Scholten met eene strooiselaak Zaterdagochtend bij sluis 7. De schip per, K. v. d. Sluis van Nieuw-Leusen, was een dag of drie lijdende aan braking met diarrhée; des nachts is dat verergerd; niettegenstaande dien toestand, dronk hij nog bij bovenge noemde sluis een puts opgeschept vaartwater. De gevolgen zijn dan ook niet uitgebleven; toen de aak bij sluis 6 kwam, een afstand van een half uur, was de lijder reeds overle den. Door den geneesheer, belast met de doodschouw, is verklaard, dat dit een geval van cholera asiatica was. Te Alblasserdam heeft Dinsdagnachr een hevige brand ge woed, waardoor 14 gezinnen dakloos geworden zijn. Tegen middernacht uitgebroken in de timmerloods van den heer Abr. Pijl, werd spoedig het woonhuis van dien heer aangetast, waarop de vlammen over den dijk sloegen en eene rij huizen afbrandden, waaronder ook het nieuwe woonhuis van de gebr. Lepeltak. Het grootste gedeelte is verzekerd. Eerst te acht uren kon een gedeelte der spuitgasten afgedankt worden. De spuit van Oud- Alblas, op het terrein gekomen, kon niet werken door het lage water. Daar de schuur reeds te vijf uren door het volk verlaten was, kan on voorzichtigheid niet de oorzaak zijn. Er wordt dan ook aan kwaadwillig heid gedacht. de hei hebben gebracht. Men zag ze iHoe men in Amerika geld verdient al in de verte in de zon blinken met hnn glinsterende knoopen en met de blanke schoppen die in plaats van geweren werden meegevoerd. Ze klauterden hoogten op en af, trokken nu eens in lange strepen uiteen, dan weer in dichte troepen bij elkaar en de meesten waren bijster in hun schik met „zoo'n goeie lijn". Sommigen namen het graven op als het maken van een kielspitje voor een tirailleurput, anderen, diepzin niger, groeven op een sinds eeuwen maagdelijke plaats steil naar bene den als om water, maar in allen ge val is er nu uren in den omtrek geen plekje onbeloopen gelaten. Dit on derzoek is dan ook van het meeste nut geweest voor de te Laren vertoe vende schilders die deze gelegenheid, om de vroolijke troepjes met schop pen en gekleurde vlaggen (voor het markeeren van het terrein) te schet sen, niet hebben laten voorbijgaan. Naar aanleiding van het vertelsel tje van den landlooper, die in Den Bosch in arrest zit, dat Hendrik De Jong ook de moordenaar zou zijn van de dienstboden der familie Yiotta te Amsterdam, zegt de Echo Anna Verhoeven werd den 29n Maart 1S92 vermoord en De Jong, die den 2en November 1889 tot eene gevangenisstraf van 2 jaar en 6 maan den werd veroordeeld en den 6en November 1889 zijnen straftijd begon, werd pas den oen Mei 1892 ont slagen. Van de in een der grachten te Amsterdam gevonden kleedingstuk- ken zijn naar gezegd wordt een hemd en eene blouse herkend als hebbende toebehoord aan Maria Schmitz. Beide kleedingstukken wa ren van achteren geheel opengesneden. De eigenares van het hotel, waar De Jong het laatst met Maria Schmitz logeerde, twijfelde geen oogenblik in hare verklaring, dat genoemde klee dingstukken van Maria Schmitz waren. Het Hbld. meldt nog het volgende Zooals wij mededeelden, is nu het onderzoek op het verdachte terrein bij Laren en Bussum afgeloopen. Het was te verwachten dat dit onderzoek zonder resultaat zou zijn, want de meest waarschijnlijke vindplaats is en blijft het bosch van Dennenoord en misschien ook dat onmiddellijk om Larenberg gelegen. Deze plaatsen zijn echter reeds eenigen tijd geleden zorgvuldig afgezocht. De minder opwekkende indruk, i dien het zoeken naar een vermoorde in den eersten tijd teweeg bracht bij hem die deze tochten medemaakte, is allengs verflauwd naar mate het aantal der bezoekers grooter werd en het was waarlijk onmogelijk om niet in een opgewekte stemming te komen bij het zien van de bedrijvigheid, die de militairen in de laatste dagen op Een der bladen van Chicago meldt: dat bij een aldaar gehouden plebis ciet van artisten en kenners over de 12 beste schilderijen op de wereld tentoonstelling, „Alleen op de we-1 te laten? reld" van Jozef Israels de meeste stemmen op zich vereenigde. - De Amsterdamsche Courant wordt te koop aangeboden. De redactie ont ving tegen ultimo December ontslag. Heden herdenkt de heer Willem Kes, den dag, waarop hij vijf jaren geleden het eerste concert voor de leden van het concertgebouw te Am sterdam dirigeerde. Het was toen slechts door 800 personen bezocht. In den laatsten tijd is het moeielijkeen plaats machtig te worden ais de heer Kes een orkest leidt, wel een bewijs dan het kunstlievend publiek de moei te weet te waardeeren, die deze ge achte kunstenaar aan zijn orkest be steedt. Uit dit kunstlievend publiek vorm de zich nu eene commissie bestaande uit de heeren C. F. van Anrooy, J. H. van Eeghen, B. J. Gompertz. Franz Küster en L. C. Middendorp, die zich ten doel stelde, alle leden van het Concertgebouw op te roepen, om blijk van hunne sympathie voor den heer Kes te geven. De commissie is niet teleurgesteld en heeft zooveel steun ontvangen, dat zij in staat ge steld is, aan den kapelmeester van het Concertgebouw, den heer Willem Kes, een herinnering aan te bieden bestaande uit een schoorsteengarni tuur van Barbedienne met een album voorzien van de handteekeningen der gevers Inhoud van „Eigen Haard", af levering 10. Stille levens, door S. Her- mina Croiset,21 September 1893, door mr. Eduard van Tsoe-Meiren (met afb. van de vaandeluitreiking, door J. Hoynck van Papendrecht) In Memoriam, door A. PeauxInde Rijnsche basaltgroeven, door A. G. C, van Duijl, (met alb.)Door den Tele phoon Vroolijk gezelschap (Bij de plaat naar de schilderij van mevr. Ronner-Knip, in de Grafton Galerij) Het gebruik van ijs, door dr. Ph, KooperbergDe cadettenschool te Alkmaar (met afb. naar photogra- phiën)Hedendaagsche buitenplaat sen Tongeren bij Epe, door J. Craan- dijk (met illustr. van P. A. Schippe- rus)Hermann Suderman, door H. J. M. (met portret); Een huishouden van Jan Steen (bij de plaat)Vluch tige schaduwen; Fusains, door Edw. B. Koster HerfstIn het zonnetje (bij de plaat)Een tempelgang te Nara, door S. Kalff; Overreiking van n dochterken, door Rica In den laten Herfst (bij de plaat, naar een schilderij van J. van Klever); Mac Mahon (met portret); Beeldhouwer en Beeldhouwen (met afb.) Een terug blik; De controle der eerlijkheid in AmerikaVerscheidenheidFeuille ton; Advertentiën. Uit Leiden ontvangen we de mededeeling, dat de heer Van Erp benoemd is tot kapelmeester van het 4e regiment. Dit bericht zal velen verwonderen, niet om gemis aan be kwaamheden van genoemden heer, maar om het feit, dat iemand die het derde op de voordracht stond, met voorbijgaan der hooger geplaatsten benoemd is. Onze stadgenoot de heer Fr. Bicknese, die nummer één stond (de heer Couwenhoven trok zich terug) kreeg zonder meer mededeeling „dat hij, ofschoon voldaan hebbende aan de eischen door de commissie van examen gesteld, niet tot kapel meester door den heer kolonel zou worden benoemd." Is de commissie,be staande uit de heeren Daniel de Lange, Gotfried Mann en Bouwman, een wassen neus? Zou het dan voor taan maar niet beter zijn de vertoo ning van het examen, dat de deel nemers op kosten jaagt, achterwege Tel. De hartjesdag te Amsterdam geeft gewoonlijk tot vechtpartijen aanlei ding, niet zelden met bloedigen af loop. Zoo ook op den laten avond vanden21en Augustus 1.1. in de na bijheid van het café „De Munt" op het Sophiaplein. Een troepje Duit- schers, allen werkzaam aan Heine- kens Bierbrouwerij een enkele met zijn meisje trokken vroolijk ge stemd en muziek makende het plein over, toen zij plotseling een opge schoten jongen op zich zagen toeko men, die onder den uitroep „Ik ben een Hollanüsche jongen en wil een klap van jelui hebben," jas en vest uitwierp. Een makker, met wien hij blijkbaar de kroegen had afgeloopen want beiden waren hoogst be schonken poogde hem nog terug te houden, maar te vergeefs, zijn twist zieke kameraad was reeds met de Duitschers slaags. Dezen verweerden zich met potdeksels en riemen, en een hunner, zekere P. A., bracht den vechtersbaas met een snijdend voor werp een steek toe in de borstholte. Zoo wil het tenminste de dagvaar ding, welke dezen jongen Duitscher Dinsdag op de bank der beschul digden voor de rechtbank bracht. Zeker is het, dat de twistzoeker le vensgevaarlijk verwond werd en het slechts aan de bekwame geneeskun dige behandeling van dr. A. v. Es was te danken, dat hij na zes weken genezen uit het binnengasthuis kon ontslagen worden. Ter terecht zitting ontkende hij den twist gewekt te hebbenmen had hem het eerst een klap gegeven, doch het tegendeel bleek overtuigend. Zijn makker wist te verzekeren dat bekl. gestoken had en ook enkele andere ooggetuigen bevestigden dit. Geen hunner had echter een mes in de hand van bekl. gezien. Een chemisch onderzoek van een hem toebehoorend mes, waartoe in den loop der terechtzitting, ondanks het protest van den verdediger, die zich op art. 154 W. v. S. beriep, den heer Bouvy, apotheker te Amsterdam door de rechtbank werd gemachtigd en wel op grond van art. 190, bracht niets aan het licht. Het mes ver toonde geen sporen van bloed zien blinken, gelijk een enkele getuige a charge had verzekerd. De getuigen a décharge voerden veel aan, dat voor de onschuld van bekl. pleitte. Een paar brouwmeesters van Heineken's brouwerij getuigden, dat op den bekl. gedurende de zes maanden, welke hij aan de brouwerij werkzaam was geweest, niets te zeg- gen viel. Minder gunstig lieten zij zich uit over een paar andere knechts, die ook bij het gebeurde op het So phiaplein waren tegenwoordig ge- weest, en in den loop der instructie van deze zaak het land hadden ver laten. Wel is waar hebben zij daartoe reeds vóór dien tijd hun voornemen te kennen gegeven. Een der getuigen a charge had stellig en zeker den bekl. den stoot zien toebrengen. Drie der Duitschers wisten te verklaren, dat bekl. op den bewusten avond bloed aan handen en kleederen had gehad, wat door dezen ten stelligste werd ontkend. Het O. M. waargenomen door mr. Baud, bleef zich echter houden aan de getuigenissen a charge, en in aan merking nemende, dat de wijze waarop de Duitschers zich vermaakt hadden, duidelijk was gebleken vrij wat be hoorlijker te zijn, dan die waarop de gewonde en zijn makker den Hartjes dag vierden, terwijl voorts bekl. A. het slachtoffer was van de brutale aanranding van een dronken jongen, requireerde mr. Baud slechts zes maanden gevangenisstraf tegen bekl. en verzocht der rechtbank den tijd, door hem in preventieve hechtenis doorgebracht,jin mindering te brengen. De verdediger, mr. v. Anrooy, con cludeerde na een uitvoerig pleidooi tot ontslag van rechtsvervolging en verzocht op verschillende grondende onmiddellijke invrijheidstelling van bekl., welk verzoek door de recht bank, na in raadkamer vergaderd te zijn geweest, evenwel werd verwor pen. Uitspraak Dinsdag a. s. x en de den nieuwen standaard aan het le j roestvlekken er op waren te oud, dan Regiment Huzaren te Deventer (met dat men het op den bewusten avond atb.)Kinderlectuur„Haar Rus" in de hand van bekl. had kunnen De strijd in Marokko wordt door verschillende hoofdorganen dereuro- peesche mogendheden als eene ge wichtige aangelegenheid besproken. De Norddeutsche Allgemeine Zeitung zegt dat de Spaansche regeering door haar optreden tegen de Arabieren wegens den aanval op Melilla naar juist volkenrecht heeft gehafidelden zich verdienstelijk heeft gemaakt je gens den vrede der volken. Marokko is een brandpunt van velerlei uiteen- loopende belangen. Men behoeft slechts herinnerd te worden aan het geen vroeger te Tuat en Tanger is voorgevallen om dit te begrijpen en een gevoel van voldoening te hebben, dat eene oogenblikkelijke agitatie, ontstaan door zelfzuchtige belangen, bij de kwestie buiten spel gebleven De kwestie kan slechts door een bezadigd overleg zonder gevaar voor conflicten uit den weg geruimd wor den. Reuters Office te Londen verneemt, dat er geen enkele grond bestaat voor de in de laatste dagen door sommige Parijsche bladen geuite be wering, volgens welke Engelands staatkunde vijandig gezind is jegens Spanje, geleid als deze wordt door het verlangen om Spanje's operatiën tegen de Arabieren tegen te werken en om Engelands oogmerken ten aan zien van Marokko te bevorderen. In tegendeel, tusschen Spanje en Enge land bestaan de best mogelijke be trekkingen. Ook de Spaansche pers heeft hare groote verontwaardiging geuit over wat zij noemt de inmenging van Enge land in de zaken van Marokko. Zij heeft een beroep gedaan op de re geering om geen uitheemsche inmen- schijn haalde. „De namen staan er op; als gij ze wilt opnoe men zal ik ze opschrijven." „O, ik geef er niets om," zeide Jane en liep door. Telkens was het weer hetzelfde; zij kon geen plant bewon deren of hij zeide, dat hij zulk een exemplaar zou koopen, en niet aan een roos ruiken of hij schreef op welke soort het was. In wanhoop uitte zij ten slotte hare bewondering voor een bed kool. „Die zult gij toch zeker niet gaan planten?" voegde zij er bij. Branson bleef staan en nam een eenigszins verdedigende houding aan. „Gij moest niet zoo bits tegen mij zijn," zeide hij; „mijne toewijding kon toch wel eenigen indruk op u maken." Jane, wier drift nu eindelijk werd opgewekt, antwoordde blozend „Dat is geen toewijding, het gelijkt tenminste meer op halsstarrigheid dan op toewijding." „Het is mij onverschillig hoe gij het noemt, als het maar het gewenschte gevolg heeft. Ik wilde zoo gaarne miss Jane, dat gij mijne vrouw werdt. Ik zou u niets willen weigeren, en zou ongetwijfeld een goed echtgenoot voor u zijn." Hoe kunt gij mij nu met zooiets lastig vallen, terwijl gij weet, dat wij nu als het ware op een vulkaan leven gij zoowel als mijne geheele familie?" riep Jane, verheugd dat zij op deze wijze eene beslissing kon ontwijken. „Vergeet gij dan, dat wij een gevaarlijken krankzinnige in de familie hebb.." Bij dit woord toonde Branson plotseling zulk eene hevige ontsteltenis, dat Jane zweeg. Hij had zijn blik gevestigd op eenig kreupelhout voor hem. „Wat scheelt u?" vroeg Jane. En nu maakte zich ook van haar een hevige angst meesterj want zijne oogen hield hij nog steeds op dezelfde plek ge vestigd, terwijl zijn zooeven zoo blozend gelaat doodsbleek was geworden. „Het waren uwe woorden over krankzinnigen," zeide hij en trachtte te lachen, terwijl hij nog steeds op het kreupel hout staarde. „Ik verbeeldde mij een oogenblik.... Nu het heeft ook niets te beduiden; het was slechts verbeelding, en dus.... Zullen wij naar de tent terugkeeren? Gij zult zeker wel een kop thee willen hebben?" En nadat Jane hierop toestemmend had geantwoord, dankbaar dat er iets was ge beurd, dat haar metgezel van het zooeven behandelde onder werp had afgeleid, zeide hij plotseling: „Gij hebt immers gezegd, dat uw broeder veilig is opgesloten?" „Ik weet niet, of hij veilig is, maar wel is hij opgesloten. Waarom vraagt gij dat?" „Wel, omdat ik mij verbeeldde een hoofd of eene hand of iets anders tusschen het struikgewas te zien bewegen." Jane ontstelde. „O en gij weet, dat hij wrok jegens u koestert. Het is veel beter mijnheer Branson, dat gij op uwe hoede zijt, want...." „Gij denkt toch niet," zeide hij lachende, „dat ik eenigen angst gevoel om hem. Die angst betreft slechts u u alleen l Reeds eenmaal heeft hij getracht u kwaad te doen, en hij kon het eens herhalen." Zij naderden de tent, maar terwijl hij de laatste woorden uitsprak hadden zij een plek bereikt, waar eenige stoelen stonden naast een bed maandrozen. Branson vroeg Jane, of zij daar ook wilde zitten, terwijl hij een kop thee vóórhaar ging halen Gaarne een oogenblik alleen willende zijn, en daardoor wellicht eene poging vindende om hem te ontsnap pen, stemde zij toe. Nauwelijks had hij haar echter verlaten, of een klein ge rucht deed haar omzien. Zij zag niets dan boomen en kreu pelhout. In de meening, dat zij slechts gekweld werd door zenuwachtige vrees, waarover zij zich schaamde, verliet zij haar plaats niet, zooals haar eerste plan was, maar zij bleef onbeweeglijk staan, terwijl haar hart alleen wat luider klopte bij de gedachte, dat Edward wellicht uit het leege huis was ontsnapt en hierheen was gekomen om wellicht een schan daal te veroorzaken te midden van al deze menschen. Het volgende oogenblik klopte haar hart in haar keel; ongetwij feld hoorde zij nu toch een gerucht en een gekraak onder de boomen, en nauwelijks was zij hiervan zeker of zij zag langzaam een hand achter een tak te voorschijn komen, ter wijl zij voelde dat een paar oogen op haar waren gevestigd. „Edward!" riep zij uit. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 2