gen-
BINNENLAND.
Rechtszaken.
W edstrijden.
Zoo zal dus de naaui zijn van de
nieuwe vereeniging, die zich blijkens
de concept-statuten, welke door den
voorzitter werden voorgelezen, uit
sluitend zal bezig houden inet het
stellen van candidaten voor den Raad
en voor de Kamer van Koophandel.
Aan het Comité werd verzocht, als
voorloopig bestuur te fungeeren. Op
enkelen na teekenden al de aanwe
zigen de presentielijst als blijk van
voorloopige adhaesie. In de volgende
vergadering zullen statuten en huis
houdelijk reglement worden vastge
steld. Alsdan zal elk der voorloopig
toegetredenen zooveel mogelijk gelijk-
denkenden introduceeren.
Het Bestuur van de Haarlemsche
Ambachtsschool richt een adres aan
den Raad, waaruit wij een en ander
overnemen.
Het bestuur van de vereeniging
„de Ambachtsschool" heeft met diep
leedwezen en groote teleurstelling
kennis genomen van het afwijzend
advies van het college van Burge
meester en Wethouders aan den ge
meenteraad, in No 146 der memorie
van toelichting op de ontwerp-be-
grooting voor het jaar 1894, op zijn
verzoek om het voor de Ambachts
school verleende subsidie te verhoogen
en om dit in overeenstemming te
brengen met hare dringende behoefte
aan meerderen steun.
Als bewijs dat de school blijken
geeft te voorzien in eene werkelijke
en lang gevoelde behoefte in onze
gemeente, moge strekken het feit dat
reeds na een éénjarig bestaan de
school een bevolking telt van68 leerlin
gen in de vier hoofdambachten terwijl
nog een dertigtal aanvragen moeten
wachten op den nieuwen cursus in
1894 en op aanmerkelijke verster
king van onze finantieele krachten.
Voor 't oogenblik is onze finanti
eele toestand dan ook verre van roos
kleurig en zonder meerderen steun van
Gemeente, Rijk en Provincie zal de
school nimmer aan zijn doel volkomen
kunnen beantwoorden.
Wat is de oorzaak vae dezen toe
stand? Wij willen u de redenen daar
voor ontvouwen
Het bestuur dat "de moeielijke taak
op zich nam om de Ambachtsschool
tot stand te brengen was misschien
te zuinig en te bescheiden in 't vra-
Het vroeg niets meer dan voor de
oprichting en instandhouding hoog
noodig- was en wat was het gevolg
Overal ontvingen wij minder dan
wij hadden gevraagd en dan wij hoog
noodig hadden.
Van de gemeente Haarlem vroegen
wij een bescheiden subsidie van 2500
sjaars en een tot school goed inge
richt gebouw. He subsidie werd ons
toegestaan maar het gebouw bleef
achterwege, omdat het eenig beschik
bare (de stallen aan de Bakenesser-
gracht) voor het beoogde doel ten
eenenmale onbruikbaar bleken te
zijn. Een ruim nieuw gebouw moest
worden gesticht en van de gemeente
Haarlem outvingen wij met de meeste
welwillendheid een stuk grond in
bruikleen waarop het gebouw kon
verrijzen.
Wij zij dankbaar, maar niet voldaan.
Het gebouw werd tot stand gebracht
met de medewerking van Haarlems
welwillende en belangstellende in
woners en corporatiën en met de
krachtige zeer gewaardeerde hulp van
vier machtige instellingen te dezer
stede die ons de kapitale som van
40000,ter leen verstrekten.
Aan rente, aflossing en onderhoud
vordert dit gebouw nu echter eene
jaarlij ksche uitgave van pl. m.
ƒ2500,en het is daarom dat wij
vragen aan de Gemeente Haarlem
om het ons toegestaan subsidie te
verhoogen tot ƒ5000.- 'sjaars.
Ook het Rijk waarvan wij tot heden
een subsidie genoten van 5000 'sjaars
heeft ons uitzicht op eenige verhoo
ging gegeven, mits de Gemeente en
particulieren in deze voorgaan.
Naar nit een bijgevoegd staatje
blijkt, geeft Haarlem als subsidie
minder aan hare xé.mbachtsschool dan
andere steden van dezelfde grootte.
Bij vonnissen der arrondissements
rechtbank alhier d.d. 14 November
1893 zijn in staat van faillissement
verklaard
le. Mej. E. M. G. Zondag, echtge-
noote van S. Hooij, openbare koop
vrouw te Zaandam, met ingang van
10 November 1893. Rechter-eommis-
saris jhr. mr. A. G. van Lintelo de
Geer. Curator jhr. mr. F. W. van
St-yrum, adv. en proc. alhier.
2e. R. R. Thum, firma R. R. Thum
Co., koopman en uitgever te Haar
lem, vroeger te Amsterdam, met in
gang van 10 November 1893. Rech-
ter-commissaris jhr. mr. A. G. van
Lintelo ,de Geer. Curator mr. W. van
Hulst adv. en proc. alhier.
De onder verdenking van diefstal
gevankelijk naar hier gebrachten
gemeente-veld wachter J. K. te Haar
lemmermeer, heeft bekend de som
gelds, die hij in de gedesinfecteerde
woning van eene gestorven cholera-
lijderes te Haarlemmermeer had ge
vonden, te hebben verduisterden die
ten eigen bate gebruikt.
De inventaris van het te Zand-
voort gestrande schoonerschip Skulda
benevens het casco zullen Donderdag
a. s. te Zandvoort publiek worden
verkocht.
Tot kapelmeester van het
vierde regiment infanterie is benoemd
de heer W. van Erp te Leiden.
Hedenmorgen heeft eene
ontploffing plaats gehad in de kruit
fabriek te Muiden, waarbij 2 perso
nen zijn gewond en 20 gekwetst.
Wij deeien dit bericht onder uit
drukkelijk voorbehoud mede.
Als een staaltje van de
eigenaardige, ongegeneerde wijze van
doen van den onlangs overleden pre
dikant-schrijver ds. Koetsveld, ver
haalt de Haagsche kouter der Pr.
Gr. Ctde volgende anecdote
Jaren geleden, toen koningin Sophie
nog leefde, had deze de gewoonte als
zij des zomers op het „Huis ten Bosch"
woonde, bijna iedere week daar kleine
diners te geven, waar de verscheiden
heid der gasten die der schotels over
trof. Zoo was ook op een dier intieme
maaltijden ds. van Koetsveld gevraagd.
Toen nu de overige gasten in de salon
bijeen waren, en hare majesteit zich
met ieder hunner een poosje onder
houden had, vroeg zij met eenige be
vreemding aan den adjudant van
dienst, of dominé van Koetsveld ook
een of ander van zich had doen hoo-
ren, daar het al ruim een kwartier
over het tijdstip was, waarop de
gasten ten eten genoodigd waren.
De adjudant verzekerde, dat dominé
wel en deugdelijk de uitnoodiging
had aangenomen. Het gezelschap
werd ongeduldig en kwam van liever
lede in die zenuwachtige, prikkelbare
stemming van wachtende eters. Ein
delijk, het was al over 't half uur
komt de adjudant op het denkbeeld,
eens uit een der ramen het bosch
in te kijken, en ja, daar komt dominé
zeer op zijn gemak, een sigaar dam
pende en rondkijkende, aan.
„Wel mijnheer Van Koetsveld,"zei
Koningin Sophie, „ik vreesde wezen
lijk, dat u, door al de drukte van
uw amDt, de uitnoodiging uit het
hoofd was gegaan
„Hoe dat, Majesteit, hoe dat?"
„Wel, omdat het al wat laat werd"...
„Och Majesteit," hernam ds. v. K.,
zich genoeglijk de handen wrijvende,
~t was toch zoo mooi in het bosch
Nu luisterde ik eens naar een vogel,
dan keek ik weder door het lommer
naar de lucht, en zoo wandelde ik
op mijn gemak naar hier"
Als u 't goed vindt, zullen we aan
tafel gaan."
Een andere anecdote wordt door
den Haagschen kroniekschrijver der
N. Gr. Ct. verhaald
Wijlen Koning Willem IH had
den hofprediker bij zekere gelegenheid
voorgeschreven zeer kort te zijn. „Hoe
lang tijd gelieft Uwe Majesteit mij
toe te staan'/" vroeg hij. „Nietmeer
dan tien minuten", was het antwoord.
Uitnemend Sire, doch dan zal ik
verplicht zijn niet meer dan een
tiende van al het goede te zeggen,
dat heel de wereld bij deze gelegen
heid van mij verwacht," hernam de
predikant en boog.
Zondagochtend is door
verkeerden wisselstand een goederen
trein, komende van Venloo, op het
stations-emplacement te Roermond
tegen stilstaande wagens geloopen.
Vier goederenwagens en de loco
motief zijn zwaar beschadigd, terwijl
nog een goederenwagen geheel ver
brijzeld is.
Een der beschadigde wagens
terecht gekomen op eene houten keet,
van deze bleef niets staan.
De hoofdconducteur heeft het aan
een toeval te danken, dat hij niet
gedood, althans ernstig verwond is.
daar hij juist de zitbank van het
voorste gedeelte van zijn wagen ver
laten had, toen dat gedeelte in elkaar I
werd gedrukt.
De materieele schade is zeer groot.
Tegen den wisselwachter J. is proces
verbaal opgemaakt.
Toen zich een der avon
den van de vorige week een tamelijk
groot publiek in de tent bevond, ge
naamd „Salon des Variétés", op de
kermis te Breda, werden tent en toe-
behooren gerechtelijk in beslag ge
nomen.
Wegens het niet uitbetalen van het
hun toekomend loon, bleek er onder
de artisten ook oneenigheid te be
staan; de komiek althans, die zich
onder het publiek bevond, slingerde
eenige niet zeer vleiende woorden
nnar het hoofd eener op het tooneel
staande dame, terwijl zij, op hare
beurt, hem in hare coupletten op
niet al te gunstige wijze beoordeelde,
en tot slot de komiek hare levens
wijze in enkele verzen herdacht.
Daar de voorstelling hiermede ge
ëindigd was, werd van verschillende
zijden onder het publiek geroepen
„centen terug", waaraan evenwel niet
voldaan werd, waarna men vroolijk
vertrok.
Sedert eenige dagen is te
Weert het 6-jarig zoontje vermist
van den heer Jac. Brouns. Zondag
morgen is het echter in een water
kuil gevonden achter het huis. Waar
schijnlijk was de kleine door het ijs
gezakt toen het daarover liep het
handje stak boven het ijs uit; hier
door ontdekte men waar de kleine
verdronken was.
Dus een van de eerste slachtoffers
van het ijs
Te Veen dam en te Wilder-
vank liggen in koffiehuizen to talisator-
lijsten om te wedden op de heeren
Treub en Smidt. De meerderheid zet
op den heer Smidt.
Excellentie den Minister van Justi
tie bericht, dat eene premie van
vijfhonderd gulden zal worden
uitgekeerd aan den vinder of zal wor
den verdeeld onder de vinders, zoo
wel van het lijk van Sarah Anna
Juett, als van dat van Maria Sijbilla
Schmitz, met dien verstande, dat de
reeds door de Justitie uitgeloofde pre
mie van honderd gulden, voor het
vinden van het lijk van Sarah Anna
Juett, onder genoemd bedrag is be
grepen.
De premie van ƒ500 voor het vin
den van ieder der beide lijken zal uit
gekeerd worden als de identiteit van
het gevonden lijk vaststaat en onder
voorbehoud, dat uitsluitend door
hem, Officier, zal beslist worden wie
tot de ontvangst of van een deel
daarvan gerechtigd zal zijn.
Tevens wordt uitdrukkelijk ver
zocht, indien een der lijken mocht
gevonden worden, het onaangeroerd
te laten liggen en onverwijld kennis
te geven aan Justitie of Ro.itie.
In het begin dezer maand heeft
een zekere heer Love, die met De
Jong in April de reis van Calcutta
naar Londen heeft gemaakt, aan de
engelsche politie eenige details mee
gedeeld omtrent de houding van De
J ong aan boord, daar bekend als mr.
John.
Hij reisde voor rekening van een
vereeniging tot ondersteuning van
berooide zeelui, omdat hij wegens
asthma naar Europa terug moest,
maar aan boord was men het er
vrijwel over eens, dat hij die kwaal
maar als voorwendsel had gekozen,
om goedkoop weer naar Europa te
kunnen komen. Hij werd echter aan
boord zeer goed beUandeld en mocht,
ofschoon hij dekpassagier was, in jde
2e klasse komen, waar hij zich bij
de passagiers geliefd maakte door
groote voorkomendheid, terwijl hij
met voordrachten en liedjes 's avonds
den tijd kortte. Hij was vooral heel
aardig tegen het eenige kind, dat
aan boord was, het zoontje van een
der reizigers.
Op het eind van de reis is hij
echter verwijderd uit de tweede klasse
wegens onaangenaamheden met den
hofmeester van die afdeeling.
Het belangrijkste van de verdere
mededeelingen door den heer Love
gedaan, is, dat De Jong hem een
album heeft laten zien met acht por
tretten, twee van zijn ouders, twee
van hemzelf en vier van jonge dames.
Hij vertelde, dat deze alle vier waren
overleden en in antwoord op de vraag,
waar zij aan gestorven waren, zeide
hij aan de tering.
De heer Love had volstrekt geen
idee, dat zijn medereiziger anders was
dan hij zich voordeed, maar nu hij
van diens lotgevallen sedert zijn aan
komst te Londen heeft gehoord en
in het portret van De Jong mr. John
heeft herkend, nu vraagt hij zich af,
of die vier meisjesportretten ook kun
nen doelen op vroegere misdaden van
De Jong.
De Hooge Ra'ad behandelde Maan-
dag het cassatieberoep van Antoor
van Berkum, bijgenaamd Toon vac
den Baron, te Oss (thans in hechte
nis wegens medeplichtigheid aan der
moord op den wachtmeester H. yai
de marechaussee), requirant vancas
satie tegen een arrest van het Ho
te 's-Hertogenbosch, waarbij hij to
één jaar gevangenisstraf veroordeel
werd wegens verwonding van iemanr
met een bierglas. Het O. M. conclu
deerde tot verwerping van het beroer
en de Hooge Raad bepaalde de nit
spraak op heden.
Koloniën,
MED AN, 14 October.
Uit Seroeway geen nieuws.
Naar de Deli-Ct. verneemt, rukkei
de detachementen infanterie die Bot
Mas, Pangkallan Brandan e:
kit
Tandjong Slamat bezet houden, wede
in, en keeren die troepen naar Bind
jey terug. Te Telaga Said, op het tei
rein der petroleumboringen, worde
15 politie-oppassers gedetacheerd os
der bevel van den Europeeschen is
strueteur Mekern uit Tandjong Poen
De Straits Times meldt:
Volgens de laatste uit Atjeh onl
vangen berichten is den 4den deze
eene collonne van 800 man Holland
sche troepen van Kotta-Radja naa
Kroeng Raba op de Westkust ge
marcheerd. Gedurende den geheele:
marsch was de houding van de bt
woners der doorgetrokken clistrictei
zeer bevredigend.
De Officier van Justitie te Amster
dam, daartoe gemachtigd door Zijne
De wedstrijd, die tusschen de wiel
rijders Gabry en Fournier en den
bekenden ruiter Cody te Parijs is ge
houden, is Maandag ten nadeele van
den ruiter beslist.
Om vier uur hadden de beide wiel
rijders op hun tandem een afstand
van ruim 88 kilometers afgelegd,
terwijl Cody te paard het tot niet
meer dan ruim 84 kilometer kon
brengen. In het geheel legden de
wielrijders in denzeifden tijd 178 en
Cody 173 kilometers af.
Het einde van dezen feilen en lang-
durigen strijd werd bijgewoond door
eene talrijke menigte belangstellenden,
die de overwinnaars met luide toe
juichingen begroette.
Omtrent den aanslag in Langsa
(Oostkust van Atjeh) den 3en deze
door eene bende gedaan, verneemt d
Pinang Gazette uit goede bron
Het houtaankap-etablissement va
den heer Dulon Bare werdaangeva
len, en diens assistent, de heer Augiu
Hermann Zeffner, benevens eeneir
landsche vrouw vermoord.Een Chinee
werd gewond en eenig geld en kleede
ren gestolen.
Te |Langsar zijn geen Hollandscli
ambtenaren gestationeerd. Den hee
Zeffner, een Duitschei', was in 189
door hetNed.-Ind. gouvernement aai
geraden, niet daarheen te gaan, doe
hij verkoos zulks op eigen veran'
woordelijkheid toch te doen. De Duil
sche consul te Penang werd toen i
kennis gesteld, dat het Ned.-Iiu
gouvernement geenerlei verantwooi
delijkheid voor eventueel hem toegf
brachte schade op zich kon nemer
ATJEH.
Uit Kotta-Radja werd den 7n aa:
de Sum. Ct. geseind
In de drie laatste dagen werd doo
de genie een blokhuis te Tjot Karoi
voor Kroengkali opgericht. Eenig
bezetting werd er gelegd onder beve
van kapitein der inf. Willinck Ketjer
Gisteren werd bij gelegenheid vai
het boschkappen, door den vijam
uit kampong Tjot Lamei op de onzei
geschoten, waarbij de eerste luitenan
der inf. A. L. C. Grosse, onder dei
linkertepel door een kogel getroffei
werd. De verwonding schijnt niet vai
ernstigen aard te zijn. De drie ind(
XXVI Moekims ageerende hoeloe
balangs toekoe Neq c. s. hebben hunnf
krijgsoperatiën tijdelijk gestaakt,
Uit Kotta-Radja werd den 12n
aan de Java Bode geseind:
Toekoe Tjoet Toengoeb is gevangen
genomen en verbannen naar Mela-
boeh.
De afgetreden G.-G. heeft 10 Oct
Buitenzorg verlaten. Omtrent dez(
plechtigheid schrijft men aan de Jox^
Bode
St. Rhadegund trouwt."
„Nooit, nooit, nooitriep lady Constantia uit en liet zich,
hare zenuwen niet langer kunnende beheerschen, op de sofa
neervallen, terwijl Alfreds gelaat van genoegen straalde.
„Ik geloof, dat gij er langzamerhand wel anders over zult
leeren denken," zeide haar echtgenoot kalm. „Gij zijt niet
verstandig te werk gegaan bij de opvoeding van onze dochter
en gij moogt het u tot een geluk rekenen, dat gij een van
die flinke, mannelijke jongelieden tot schoonzoon krijgt."
Lady Constantia wilde echter niet getroost worden, zij
snikte en zuchtte en toonde op allerlei wijzen haar smart.
HOOFDSTUK XXIV.
Het was niet te verwachten, dat lady Constantia najaren
lang haar echtgenoot en gezin te hebben overheerscht, zon
der tegenstand de nieuwe positie, die zij gedwongen was nu
in te nemen zou blijven innemen. De ontdekking dat haar
dochter zoowel als haar zoon tegen haar in opstand waren
gekomen, had haar voor een oogenblik verbijsterd, maar toen
zij den tijd had gehad om eens over een en ander na te den
ken, kwam zij tot dé gevolgtrekking, dat er nog éene kans
was om te ontkomen aan tenminste een der moeielijkheden,
die zoo plotseling waren verrezen/Haar bleef nog de hoop,
dat zij-door den ouden St. Rhadegund met de meest moge
lijke minachting te behandelen en hem daardoor buiten zich
zelf te brengen, er hem toe zou kunnen krijgen, dat hij zyn
zoon verbood met hare dochter te huwen.
Den morgen na de buitenpartij begaf de meesteres van
Salternes Court zich, zonder er haar echtgenoot over te spre
ken, wiens meening zij zoo plotseling had leeren vreezen,
naar St. Domneva's Priory en vroeg St. Rhadegund te spreken
Toen zij het antwoord van den bediende hoorde, kon zij
hare ooren bijna niet gelooven. Mijnheer St. Rhadegund,
zeide de man, had order gegeven, dat er geen dames, onder
welk voorwendsel ook, mochten worden toegelaten. Lady
Constantia was zoo verstandig om te begrijpen, dat zij tegen
zulk een vijand weinig kon uitrichten en in nadenken ver
zonken keerde zij naar huis terug.
De uitslag van die overpeinzingen was, dat zij dienzelfden
dag naar Londen ging, vrede sloot met hare schoonzuster
Harriet vergiffenis schonk, met haar den uitzet ging bestel
len, om dienzelfden avond met hare dochter op Salternes
Court terug te keeren.
Dit was nog niet alles. Zij wist het zoodanig aan te leg
gen, dat zij den eerstvolgenden Zondag St. Rhadegund ont
moette bij het uitgaan van de kerk, en deed hem veront
schuldigingen, zoo beminnelijk als slechts eene aanzienlijke
dame kan uitspreken, vroeg hem zijn oordeel over het be
sluit hunner kinderen, waarbij zij hardnekkig volhardden,
en gedroeg zich in alles zoo vriendelijk, dat de oude man
later aan zijne zoons als zijne meening te kennen gaf, dat
men aan de beleefdheden van zulke aanzienlijke menschen
geen weerstand kon bieden. Hij voegde er bij, dat het jam
mer was, dat andere menschen zijne zoons begrepen, dat
hij daarmee de Hoad-Bleans bedoelde niet zoo verstandij
waren om lady Constantia's voorbeeld te volgen. Olscbooi
Edwards moeder er ten slotte in had toegestemd, dat 1
zoon in een krankzinnigengesticht werd opgenomen,
zij den eersten stap ter verzoening te doen met den man
dien zij het verweet, dat hij de maatschappij eene weldaa(
had bewezen en door haar breuk met Jim was J
gen schijnbaar haar moeders partij op te nemen.
Pamela, wier genegenheid voor Dick niet verborgen be
hoefde te worden gehouden, stond alleen. Hij was weer ziel
geworden van overspanning tengevolge van de zaak, dit
hij met Alfred had geregeld. Daardoor was hij veroordeeld,
niet alleen om Pamela niet te kunnen zien, die het huis
niet durfde naderenmaar ook om geplaagd te worden
door de giftige, kwellende aanmerkingen van zijne broe
ders, die met uitzondering van den kleinen Bob, vuur er
vlam waren op de familie Hoad-Blean. Tom trachtte den
kleinen Bob er zelfs toe te bewegen de brieven, die tusscben
Dick en Pamela gewisseld werden niet te bezorgen. De knaaf
bleef echter zijn oudsten broer getrouw en vroeg Tom alleen
maar, of hij dacht, dat Dick zich daarin zoo gemakkelijk zon
schikken.
„Als ik zijne brieven niet wegbracht, zoudt gij dan denken,
dat hij er niet iemand anders voor zou vinden," vroeg bij
met verachting.
Wordt vervolgd.)