Arrondissements-Rechtbank BINNENLAND. Rechtszaken. yaarlijk door de mogelijke beleediging van de hersenen. Als door een wond boven aan het schedeldak de hersenen te zien zijn, bestaat daar natuur lijk een schedelbreuk, die behandeld wordt als elke andere wond. Vaak is de breuk aan de schedel basis, en dan bestaat naast de verschijn selen van hersenschuddings kneu zing en bloeding uit neus, mond en ooren, en soms een bloedige ver kleuring van de zachte deelen om de oogen heen. De behandeling bestaat hier natuurlijk in een voorzichtig vervoer met hooggelegd hoofd, en rust tot de arts verschijnt. De breuk van den wervelkolom is als hij eenigszins hoog zit^meestal doodelijk, en dit na een tijd even redig met den afstand van den sche del tot den breuk. Er bestaat ver lamming en gevoelloosheid van de beenen en het lichaam tot een hoogte die afhankelijk is van de getroffen plaats. Er bestaat soms bewusteloosheid, de pijn in den rug is hevig, de pols zwak. Als de lijder niet binnen 24 uur aan den schok sterft, gebeurt dit later door bijkomende dingen, door de gevoelloosheid en verlamming ver oorzaakt soms is geheel of gedeelte lijk herstel te hopen. De behandeling isleggen op een ma.tras met niet opgeheven hoofd, en in geval van langdurige bewusteloosheid prikke lende middelen. Bij breuk van de onderkaak, te erkennen aan pijn, speekselvloed, zwelling en verschillende hoogte van de tanden, binde men een doek om kin en kruin, die de breukstukken tegen elkaar drukt en den mond sluit. Al het geen wat men bij.andere breuken doet, bestaat in een ver band om de breukuiteinden onbewe gelijk te makendij-, scheen, boven- onderarm beenderen of een verband om een lid te ondersteunen: drie kanten doek bij breuk van het sleutelbeen, of beide bij breuken aan de bovenste ledematen. Bij breu ken van ribben wordt een laken om het lichaam gespeld. Verstuiking ontstaat door een be weging, in richting of sterkte ver schillend van de normale, waardoor een ontwrichting ontstaat die oogen- blikkelijk zich weer herstelt, met achterlating van gerekte of gescheurde gewrichtsbanden, pezen en spieren, of door deze verscheuringen alleen. Er bestaat hevige pijn, vooral bij beweging, en weldra zwelling. De voet is het meest aan verstuiking onder hevig, verder de pols, en de elleboog bij kinderen. Bij aanwezigheid van stroomend water is dit vaak van goede uitwer king. Men moet dan evenwel eenige uren met den voet in 't water blijven zitten, de zwelling verdwijnt dan eveneens de pijn. Anders past men rust en koudwatercompressen toe. De later aangewezen massage gaat den medicus uitsluitend aan. Voor wij tot Hoofdstuk 3 overgaan een paar woorden over vreemde licha men in neus, oor, oog, keel en huid. Ze kunnen op die plaatsen en in met slijmvlies bekleede holten pijn en soms vrij ernstige ontstekingen ver oorzaken, en moeten dus verwijderd worden. Een vreemd lichaam in den neus komt het mees t voor bij kinderen, die dan zelf uit de grap dit ongeval veroorzaken, en bestaat meest uit een boon, kraal, stukje griffel, knoop etc. Zit het niet diep, dan kan men meteen pincetje, haarspeld of iets dergelijks, de verwijdering beproeven, men kan het kind den neus laten snuiien, la ten niezen door wat snuif of peper. Helpt dit alles niet, dan ga men naar n medicus. Dezelfde voorwerpen komen ook in het oor voor, soms ook insecten. Is dit laatste het geval, dan is inspui ten van wat slaolie vaak voldoende het dier te dooden. Is een week voor werp het schuldige, dan is b. v. bij een zacht vruchtje voorzichtig kneu zen met navolgend spuiten met lauw water aangeraden. Zoo er evenwel een hard lichaam te verwijderen is, groote voorzichtigheid aan te ra den. Pogingen om het met een tan getje of pincetje te verwijderen heb ben vaak een tegenovergesteld gevolg. Als voorzichtig spuiten met lauw water niet helpt, is geneesk. hulp noodig. Wie onzer krijgt niet eenige malen per jaar iets in 't oogeen stofje, een strootje, een stukje kool of roet, een klein insect, zand, een ooghaar! Op den te voorschijn geroepen tranen vloed drijft het meestal gauw weer weg. Is dat niet het geval, laat dan iemand het oog openen, en zien of hij wat ontdekt, om het in dit geval met de punt van een zakdoek, kop van een speld of %iets dergelijks te verwijderen. Wrijven in het oog is altijd verkeerd, daar dan het voor werpje vastraken of op een plaats blijven kan waar men het niet van daan kan krijgen. Eer zeer goed. trouwens bekend middel is het trek ken aan het bovenste ooglid over het onderste. Men drukt dan het eerste op het tweede, houdt het een oogen blik in dien toestand en laat dan los. De opgehoof)te tranen zullen plotse ling wegstroomen en vaak het voor werp meeseepen. Houdt de prikkel in het oog aan of wordt ze erger, terwijl men geen oorzaak ziet of ze niet kan verwijde ren dan worde de arts geraadpleegd. In afwachting een koud compres. Door gulzigheid blijft soms een stuk spijs in keel of slokdarm steken, ook een graat of een been. In het strot tenhoofd kan ook iets tkomen door verslikken, wat verschijnselen van be- j nauwdheid en stikking geven kan. Is een naald in de keel blijven zitten dan kan trachten dien te ver wijderen, zit hij te diep dan is het zeer onwaarschijnlijk dat hij ooit weer den mond uit komt. Hij wandelt door de weefsels heen en komt, na soms langen tijd ergens door de huid naar buiten. Er zijn gevallen van zenuw lijderessen die quantiteiten naalden inslikten, welke na verloop van tijd zonder iets geschaad te hebben op allerlei plaatsen weer aan het licht kwamen. Is er door een voorwerp dat strot tenhoofd of luchtpijp verstopt of drukt, stikkingsgevaar, dan is een flinke slag op den rug met samen drukking van de onderste ribben vaak een probaat middel. Prikkelen van de keel om braking te verkrijgen is aan geraden. Helpt dit niet dan moet oogenblikkelijk een medicus van het geval in kennis worden gesteld. Beentjes in de slokdarm die niet door het eten van koek of aardap pelen mee 11a beneden gaan, moeten ook door een geneeskundige ver wij' derd worden. Voor het leven van gevaar zijn splinters, doornen, afgebroken naal den, angels van insekten die in de huid blijven steken, meestal niet, maar ze zijn pijnlijk, geven gevaar voor ontsteking en moeten dus ver wij derd worden. Niet ieder ziet dit in. Velen laten een splinter etc. maar zitten, als zij zelf hem er niet hebben kunnen uitwerken. Ter voorkoming van veel last, is het daarom ieder aan teraden een vreemd lichaam dat in of onder de huid zit, dat met een pincetje, door druk of wat voor middelen ook, die den niet- medicus ten dienste staan, niet weg te nemen, door een medicus te laten verwijderen. P. W. P. Voor 14 dagen stond een zoutzieder uit Edam, de heer J. E. H. Wilter- dink, handelende onder de firma Erve Cloes Boes, alhier terecht wegens het op 1 Mei aangeven van meer zout dan in zijne magazijnen voorhanden was Die aangifte geschiedde tot het verkrijgen van teruggave van accijns, zoodat de zoutzieder belang kon hebben bij het opgeven van eene zeer groote hoeveelheid zout. Toen echter de kommiezen den voorraad zout kwamen na wegen, constateerden zij dat de aanwezige hoeveelheden, zoowel ruw als ongeraf fineerd zout, minder groot waren dan de zoutzieder had opgegeven. Ter terechtzitting legde de verde diger van den beklaagde, Mr. H. Ph. de Kanter, vooral den nadruk op de omstandigheid dat niet was voorge- wogen, maar dat de kommiezen zeiven de weging hadden gedaan, waaruit pleiter tot de onwettigheid der weging concludeerde. De rechtbank evenwel, heden uit spraak doende, vereenigde zich met deze zienswijze niet en achate integen deel de wijze van wegen volkomen wettig. Uit de getuigenverklaringen blijkt, dat de hoeveelheid ruw zout 10890 kilo te hoog is opgegeven, zoo dat hiernaar de boete moet worden berekend. Ten opzichte van het ge raffineerd zout achtte de Rechtbank met het oog op het niet precies over eenstemmen der cijfers, de schuld van beklaagde niet wettig bewezen en sprak hem derhalve van dat ge deelte der aanklacht vrij, hem voor het eerste gedeelte veroordeelende tot het betalen eener geldboete van ƒ2198,13 (de eisch was ƒ3767,80) met bepaling dat die in cas van niet- betaling zal worden vervangen door eene hechtenis van 3 maanden bene vens in 3/3 van de kosten van het geding, y3 te betalen door den Staat. De stoomkanon neerboot Geepwelke eenige dagen ten zuiden van Enkhuizen aan den grond heeft gezeten, is Woensdagmiddag om één uu vlot geraakt. Na het kruit en de projectielen die in een tjalk geborgen waren, aan boord genomen te hebben, heeft het vaartuig de reis voortgezet. Uit Rotterdam meldt men, dat de eigenaars van de bekende magazijnen Au Printemps te Parijs, getracht hebben het gebouw te koopen aldaar bekend onder den naam van Plan C en daarvoor 9 ton geboden. Aangezien echter de verschillende huurders der winkels te hoog in hun eischen tot schadevergoeding waren, heeft de maatschappij anderhalf mili- oen moeten vragen. De onderhande lingen zijn daardoor afgebroken. Woensdagavond, bij aan komst te Rozendaal te 7.42 van den trein van Breda, kwam men tot de ontdekking dat zich een reiziger le klasse door een pistoolschot van het leven had beroofd. Het wapen waar van hij zich bediend had, lag nog met eenige kogels geladen naast hem. Naar men vermoedt is de ongeluk kige uit Antwerpen afkomstig. Nader- meldt men nog, dat op het lijk nog 26,000 francs zijn gevonden, benevens een plaatskaart le klasse van Breda naar Brussel. De politie had juist kennis gekregen van het signalement van den vermoedelijken dief, die de Bank te Antwerpen voor fr. 50,000 had bestolen. Het gerucht loopt dat de dood van dezen reiziger hiermee in verband moet staan. Het water in de Schar dam merkoog is nu pl. m. 1.20 M. gedaald, nadat de dam is doorgestoken en het water in de Beetskoog stroomen kon. Eigenlijk kan men zeggen, dat de polder van het overtollige water be vrijd is. De zanddam in den dijk, waar de doorbraak plaats had, is geheel met klei bekleedook het gedeelte der kade naar Oudendijk, waardoor dit vernoogd en verzwaard werd. Opeen ander punt is de kruin verhoogd tot 0.25 boven A. P. Het college der Zessteden heeft hier heel wat tot j verbetering gedaan in de laatste weken. Maandag vervoegde zich bij den burgemeestervanKollumerland een troepje arbeiders uit Koilumer zwaag, werk vragende. Teleurgesteld naar huis trekkende, ontmoetten zij bij den Kruisweg den armvoogd Hoek stra, en daar ook deze aan hunnen eisch geen direct gevolg kon of wilde geven, hebben zij hem mishandeld. De daders zijn bekend. Mag men het Friesch Vollcs- blad, een der organen der volkspartij, gelooven, dat neemt de anarchisti sche strooming onder de arbeiders in Het Bildt sterk toe, en geven revol ver en patronen onder hen stol tot dagelij ksche gesprekken. Het blad oordeelt evenwel, dat tusschen het bezit en het gebruik van de revolver eene groote schrede ligt en dat zij, die het luidst schreeuwen, gewoonlijk het eerst zwijgen, als de nood aan de man komt. Inderdaad, mogen de geruchten, die men zoo nu en dan verneemt, omtrent kisten vol revolvers die aan komen om onder de arbeiders te worden verloot, overdreven zijn, een feit is het, dat de revolver, zij het dan ook van een inferieur soort, lang zamerhand inheemsch wordt in deze streken, waar zelfs met afbeeldingen er van, bij wijze van symbolen, de wanden van vergaderzalen zijn be hangen. En zekere dwaalbegrippen werken de verspreiding van het ge vaarlijk insnrument bovendien in de hand. Op eene vraag aan een vredelievend vrouwtje, of haar man ook eene re volver bezat, luidde het antwoord: „nog niet, want mijn man en ik, we zijn eigenlijk bang voor zoo'n ding, maar toch hopen we er vóór den winter nog een te krijgen, want men zegt dat de voogden beter geven als ze weten dat we zoo'n ding in huis hebben." In dit geval moest dus het moord tuig dienst doen, als een soort amulet tegen de vermeende karigheid of on billijkheid van het armbestuur, doch het bezit van het vuurwapen doet langzamerhand de vrees er voor ver dwijnen, en dat het dan gevaarlijk wordt in de eerste plaats voor den bezitter zelf, heeft dit jaar de onder vinding reeds geleerd. N. R. Gt. Met de werkzaamheden ziet het er in de Friesche gemeente Oost stellingwerf dezen winter beter uit dan andere jaren. Niet alleen zijn door de gemeente 25 H.A. heidegrond aangekocht in die dorpen, waar ge woonlijk de meeste werkeloosheid wordt gevonden, met het doel deze woeste gronden te laten bewerken voor de aanplanting van dennenbos- schen, maar ook van particuliere zij de wordt in eenige dorpen werk ver schaft. De verveners te Appelscha laten o. a. veel bosch aanleggen en land ont ginnen voor bouwland, terwijl voor rekening van hh. compagnons pl. m. 60 arbeiders in dienst zijn genomen tot cultiveering der ondergronden. Te Fochteloo zijn de arbeiders reeds eenigen tijd" bezig met het verbeteren van een weg, terwijl nog een geheel nieuwe weg zal worden aangelegd. Beide werken geschieden voor reke ning van het reservefonds en mede met het doel om werk te verschaffen. Met behulp der 2500 rijkssubsidie voor arbeidsloonen is de gemeente in kantoorbediende heb gekregen, dan wilt gij met mij trouwen Isedat zoo?" „Dat is zoo. O. Dick, wij zullen het nog zoo kwaad niet hebben, want ik kan een weinig koken, en ik kan mooi, werkelijk mooi naaien. Maar gij Dick zult niet sterk genoeg zijn om lang te werken." „O ja, dat zal ik wel. Men kan immers altijd, waarop men zijn hart heeft gezet, en ik heb er mijn hart op gezet om voor Kerstmis met u te trouwen." Niet zonder eenigen kommer van Pamela's kant scheidden zij, want Dicks geestkracht was veel sterker dan zijn lichaam. Op zijn terugkeer naar huis kwam Dick zijn vader tegen, en wilde hem aanspreken, maar de trotsche oude man, die zich zeer gegriefd wenschte te voelen over zijn zoons toekomstige verbin tenis met een lid van eene familie als die der Hoad-Bleans, die hij zoo haatte, vermeed hem en deed alsof hij hem niet hoorde. Dien avond heerschte er groote opschudding in de Priory want Dick was nergens te vinden, en toen de bedienden werden ondervraagd, bleek dat Dick had bevolen zijn koffer te pakken, en met den laatsten trein naar Londen was ver trokken. Nu was de voorgewende kalmte van den ouden John St. Rhadegund verdwenen. Zijn oudste zoon, zijn geliefde Dick had hem verlaten zonder een woord van afscheid, en dat alles terwille van een meisje, dat hij nog geen jaar lang had gekend. Nog even trotsch in zijne smart en droefheid vermeed de oude man dién avond het gezelschap van zijne jongere zoons, staat op verschillende punten den be' hoeftigen arbeiders te hulp te komea- De arbeiders zullen, wanneer het reservefonds te Appelscha in dezen winter nog werk verschaft, in geen geval_ zonder verdienste behoeven te zijn, indien de vorst den arbeid niet belet. Men schrijft aan de Prov. Asser Gt. uit Hoogeveen, dd. 14 No vember De drie cholera-patienten in deze gemeente zijn overleden. Op het oogenblik zijn er geen nieuwe geval len bekend, ihoewel er desniettemin wel gevallen kunnen zijn. Men houdt het liever geheim, men wenscht geen dokter. Het minder ontwikkelde ge deelte der bevolking verkeert in de meening, dat de medische hulp den patiënt juist in het graf helpt. En dit is geen praatje, maar is de stel lige overtuiging van vele ingezetenen. Een paar staaltjes om hiervan het bewijs te geven. Bij een der thans overleden patiënten is op sterken aandrang van den burgemeester een dokter gehaaldeen drank wordt voorgeschreven en gereed gemaakt. De inhoud van het drankfleschje verminderde wel langzamerhand, ech ter niet door het geregeld innemen door den patient, maar doordat de familieleden er nu en dan een lepel vol van wegwierpen. Toen een tweede drank door een der familieleden van den apotheker gehaald werd, werd den apotheker gevraagd, of het niet een „kwade" drank was, want was dit het geval, hij zou er clan wel voor zorgen, dat de patient er niet van kreeg. Nadat de apotheker aanbeval den drank te gebruiken volgens het voorschrift van den dokter, werd door het familielid opgemerkt, dat hij er wel voor zou zorgen, dat de pa tient er niet van kreeg, hij vertrouwen het niet. De apotheker verzocht toen den drank terug en nam er in bijzijn van den afhaler' een teug uit, waarna het bewuste familielid gerustgesteld de apotheek verliet. Voorts verkeeren velen hier in de meening, zich plaatsende op een streng religieus standpunt, dan wanneer men de cholera krijgt, er toch niets meer aan te doen is en dat men ook volstrekt geen voorzorgen behoeft te nemen. Raadgevingen om toch geen ongekookt water uit het verklaarde kanaal te gebruiken, voor welk doel einde ook, worden minachtend beant woord metik geloof er volstrekt niet aan. Twee vrouwen, die dezer dagen des morgens omstreeks 4 uur bezig waren een ijzeren praam door Oude Pekela te trekken, werden eens klaps opmerkzaam gemaakt op een klagend geluid, dat blijkbaar uiteen nabij de vaart staande woning tot haar kwam. Zij klopten aan; eene vrouw opende de huisdeur ren ver telde schreiende, dat haar 70-jarige tante, erg aan den drank, des nachts plotseling verdwenen was. Een der vrouwen had toevallig lucifers in den zak. tEen lantaarn werd aangestoken en toen aan het zoeken. Bij den re genbak stond een uitgebluscht lamp je het deksel stond opgelicht en toen men omlaag keek, stond daar het besje tot aan de armen in het water. Natuurlijk werd ze spoedig uit haar onaangenamen toestand geholpen en vertelde toen „Och, ik -wol mie ver drinken, maor de dood is zoo be nauwd en 'twoater was zoo kold." Tegen den oplichter Snippe, die zich bij eene familie te [Zwartsluis wist in te dringen, en zich met de dochter des huizes verloofde, terwijl hij een ingezetene van Meppel door bedriegelijke voorwendsels geld af handig maakte, is bij de Asser recht en sloot zich alleen op in zijne studeerkamer onder voor wendsel, dat hij zijne rekeningen eens moest nazien. Hij had er evenwel niet langer dan tien minuten vertoefd, toen zijn hoofd op zijne handen neerzonk en de tranen langs zijne vingers neerdrupten, want ofschoon te trotsch om hem te rug te roepen, verlangde hij zoo vurig naaqzijn zoon, dien hij door zijne hardvochtigheid uit huis had verdreven. HOOFDSTUK XXV. Toen Tom den volgenden dag van zijn gewoon bezoek aan Sal ternes Court terugkeerde, kwam hij met eene mededeeling die den kleinen Bob verbaasde en Jims verontwaardiging wekte. Harriet drong er op aan, dat zij de dochters van me vrouw Hoad-Blean tot bruidsmeisjes wilde hebben, als zij tenminste de uitnoodiging wilden aannemen. En zij had er bijgevoegd, dat zij diep ongelukkig zou zijn als zij niet kwamen. „Natuurlijk hebt gij haar gezegd," zeide Jim, „dat er geen sprake van kon zijn, en dat gij liever in het geheel niet wildet trouwen, dan hen bij die gelegenheid in de kerk zien „Natuurlijk nietgaf Tom ten antwoord. „De bruid mag de bruidsmeisjes kiezen, daarmee heeft de bruigom niets te maken." „Dan kom ik niet in de kerk, dat verzeker ik u," zeide Jim. „Ik kan er niets aan doen," zeide zijn broeder, die de mededeeling met wijsgeerige kalmte opnam. Te verontwaardigd om veel te spreken, ging Jim dien na middag eene wandeling maken naar Canterbury. Hij keerde met den trein terug, en toen hij zijn hoofd uit het portier stak teswijl de trein het station van Salternes binnenreed, zag fiij Alfred Fitzjocelyn in een ernstig gesprek met Jane gewisseld. Langzaam wandelden zij den stationsweg op. Al fred ging dien avond naar Londen zooals Jim van Tom had gehoord. Blijkbaar bracht Jane hem weg. In de worsteling met Edward waren Jims handen zoo ernstig gesneden, dat ze nog verbonden waren en hij er weinig mee kon uitrichten. Hij kon het portier niet zelf open krijgen door het gevaar (dat de nog niet goed geheelde wonden opnieuw zouden opengaan, zoodat hij zijn hoofd weer uit het portier stak en een conducteur riep. Deze, die zich aan het andere einde van den trein bevond kon hem niet hooren, maar een ander had zijne stem gehoord. Jane, die nu met Alfred op het perron was aangekomen, ontstelde bij het hooren van Jims stem; zij keerde zich van haar metgezel af om een blik in de coupé te werpen, en bemerkende in welke verlegenheid hij zich bevond, snelde zij toe en opende het portier voor hem. De blos, die haar naar de wangen steeg en de vriendelijke blik, half vol zelfverwijt, half medelijdend, deden er haar bekoorlijk uitzien. Jim, die vuurrood was geworden, bedankte haar met een stijvë bui ging, terwijl hij uitstapte. Zij sprak hem echter aan. Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 2